Hebben zij bepaalde seizoenarbeid in meer weken verricht dan andere seizoenarbeid, dan geldt het aantal weken behorend bij de arbeid die in de meeste weken is verricht. Bij het verrichten van verschillende vormen van seizoenarbeid in een gelijk aantal weken, geldt de laagste eis, behorend bij een van de soorten verrichte arbeid.

Voorts is in dit besluit voor alle groepen, waarvoor de verlaagde wekeneis geldt één verlaagde arbeidsverledeneis ingevoerd van 2 uit 5. Hierbij wordt nog opgemerkt dat de redactie van de betreffende bepaling zodanig is gesteld, dat de betrokken werknemer ook als hij aan de normale wekeneis van 26 weken heeft voldaan voor de verlaagde arbeidsverledeneis in aanmerking kan komen. Als voorwaarde is immers gesteld dat hij dient te behoren tot een groep waarvoor die eis lager is gesteld. Artikel 3 van het besluit strekt daartoe.

De datum van inwerkingtreding van het besluit ten slotte is gesteld op 1 januari 1987. Dat betekent dat voor iedere werknemer, bedoeld in dit besluit die op of na die datum werkloos wordt of is geworden, een van de in dit besluit genoemde weken-eisen en de verlaagde arbeidsverledeneis qeldt De tijd gemoeid met het inwinnen van de noodzakelijke adviezen en de totstandkoming van dit besluit, maakt het verlenen van terugwerkende kracht onvermijdelijk. Aangezien de tekst van deze algemene maatregel van bestuur overigens voor zich spreekt, kan met de hiervoor gegeven toelichting worden volstaan en is een verdere artikelsgewijze toelichting achterwege gelaten.

IV. Deregulering

Deze algemene maatregel van bestuur beoogt in de eerste plaats te voorzien in een voortzetting van de op grond van de oude Werkloosheidswet en de Wet Werkloosheidsvoorziening bestaande verlaagde referte-eis voor bepaalde groepen werknemers.

Deze voortzetting heeft gestalte gekregen in de vorm van een evenredige omzetting van de vroegere verlaagde dagen-eis die bij ministeriele regeling was vastgesteld naar een verlaagde weken-eis volgens het in de WW gehanteerde wekensysteem.

Bij de verlaging van de gewerkte weken-eis is een nieuwe categorie werknemers betrokken, te weten de filmmedewerkers. De reden hiervan is in het voorgaande reeds uiteengezet.

In de tweede plaats wordt een nieuw element ingevoerd te weten de verlaagde arbeidsverledeneis voor dezelfde categorie werknemers als waarvoor de verlaagde wekeneis geldt.

Dit besluit heeft, afgezien van de wet waarop het berust, geen samenhangen met andere tot stand gekomen wet- of regelgeving.

Ofschoon een verlaging van de gewerkte-weken-eis een afwijking inhoudt van de basisregel neergelegd in artikel 17 WW en de verlaging van de arbeidsverledeneis hetzelfde doet ten opzichte van artikel 42 van die wet, waardoor in bepaalde gevallen extra onderzoek door de bedrijfsvereniging moet plaatsvinden is er geen sprake van een verhoogde belasting van het uitvoerend apparaat omdat enerzijds de op grond van de oude wetgeving gegroeide praktijk wordt voortgezet en anderzijds wellicht een verlichting van de werkbelasting zal optreden. Immers, nadat is vastgesteld, dat een werknemer voor een verlaagde wekeneis in aanmerking komt, behoeft een korter arbeidsverleden te worden geverifieerd.