ten laste van het fonds komen, verstrekt het Rijk voorschotten voor de duur van ten hoogste een jaar tegen een rente. 2. Met betrekking tot het eerste lid stellen Onze Minister en Onze Minister van Financiën nadere regels, die betrekking hebben op de ten hoogste en gemiddeld per kalenderjaar toelaatbare voorschotten, de termijnen en wijze van aflossing, de rentevoet en de door het fonds te verstrekken inlichtingen. 3. Het eerste lid vindt geen toepassing zolang het fonds over voldoende middelen kan beschikken door middel van leningen bij een of meer van de overige centrale sociale verzekeringsfondsen dan wel door middel van andere leningen. 4. Met betrekking tot het derde lid stellen Onze Minister en Onze Minister van Financiën nadere regels met betrekking tot de door het fonds te verstrekken inlichtingen.

ARTIKEL II

In de Algemene Weduwen- en Wezenwet (Stb. 1965, 429)' worden de volgende wijzigingen aangebracht.

A

Artikel 37 wordt vervangen door:

Artikel 37

Het Rijk is tegenover degenen, die op grond van deze wet recht hebben op pensioen, aansprakelijk voor de betaling daarvan, wanneer het Weduwen- en Wezenfonds verkeert in de toestand, dat het heeft opgehouden te betalen.

B

Na artikel 85 wordt een nieuw artikel 85a ingevoegd, luidende:

Artikel 85a

1. Wanneer het Weduwen- en Wezenfonds tijdelijk niet voldoende middelen heeft tot dekking van de uitgaven, die op grond van artikel 39, tweede lid, ten laste van het fonds komen, verstrekt het Rijk voorschotten voor de duur van ten hoogste een jaar tegen een rente. 2. Met betrekking tot het eerste lid stellen Onze Minister en Onze Minister van Financiën nadere regels, die betrekking hebben op de ten hoogste en gemiddeld per kalenderjaar toelaatbare voorschotten, de termijnen en wijze van aflossing, de rentevoet en de door het fonds te verstrekken inlichtingen. 3. Het eerste lid vindt geen toepassing zolang het fonds over voldoende middelen kan beschikken door middel van leningen bij een of meer van de overige centrale sociale verzekeringsfondsen dan wel door middel van andere leningen. 4. Met betrekking tot het derde lid stellen Onze Minister en Onze Minister van Financiën nadere regels met betrekking tot de door het fonds te verstrekken inlichtingen.

ARTIKEL III

In de Algemene Kinderbijslagwet (Stb. 1980, 1 ) 1 worden de volgende wijzigingen aangebracht.