In sommige gevallen is het echter nodig dat er een uitputtende opsomming wordt gegeven van hetgeen tot een categorie/rubriek behoort. Als het een dergelijke opsomming betreft, dan is dit uitdrukkelijk aangegeven, zie bij voorbeeld uitgavencategorie 3.0 Belastingen.

3.1 Uitgavencategorieën

1.0 Salarissen en sociale lasten

Salarissen en sociale lasten hebben betrekking op vergoeding van geleverde arbeid. In het algemeen is hiervan sprake wanneer er een dienstverband met de provincie bestaat. Een dergelijk verband wordt ook gezien als het gaat om vervulling van politieke ambten zoals de leden van gedeputeerde staten der provincies.

Het dienstverband kan ook tijdelijk zijn. Naast de arbeidscontractanten dienen te worden vermeld de werknemers die te werk zijn gesteld ingevolge sociale regelingen, zoals de Regeling Tijdelijke Arbeidsplaatsen (T.A.P.) en voorts vakantiewerkers, stagiairs en dergelijke. Hiertoe worden echter niet gerekend de werknemers van de Koninklijke Nederlandse Heide Maatschappij, het personeel van uitzendbureaus en personen met een vrij beroep zoals artsen, accountants en architecten voor zover deze geen dienstverband met de provincie hebben. De kosten van deze diensten worden gerekend tot de uitgavenrubriek 2.3.j.

De categorie salarissen en sociale lasten wordt ingedeeld in vier hoofdrubrieken, te weten: salarissen, uitkeringen aan voormalig personeel, sociale lasten en inkomsten in verband met salarissen en sociale lasten.

A. Salarissen

De hoofdrubriek salarissen wordt onderscheiden in de navolgende twee rubrieken: a. Wedden Tot deze rubriek behoren naast de lonen en salarissen de overwerkvergoedingen en vakantie-uitkeringen van het provinciaal personeel. Hiertoe worden tevens gerekend - presentiegelden van de leden van provinciale staten - jaarwedden van de leden van gedeputeerde staten - ziekengelden - uitkeringen ingevolge de vorstverletregeling voor bouwvak- en schildersbedrijven - noodwachtbeloningen doch niet - presentie- en vakatiegelden van leden van commissies (zie U 2.3 f) b. Toelagen Tot de hier bedoelde toelagen worden gerekend - ambtstoelagen - diplomatoelagen - gratificaties bij jubilea, bij het behalen van diploma's en voor bijzondere prestaties - toelagen aan rekenplichtige ambtenaren (voor kasverschillen) - toelagen voorzover betrekking hebbend op het woon-werkverkeer - premie-spaarregeling Hieronder dienen echter niette worden gerubriceerd - gereedschapstoelagen (zie 2.3 h) - studietoelagen, cursusgelden (zie U 2.3 j) - kledingtoelagen (zie U 2.3 h) - toelagen ingevolge het verplaatsingskostenbesluit (zie U 2.3 f)