Artikel 12
1. Wanneer vóór of tijdens het vervoer of het verblijf omstandigheden aan de zijde van het reisbureau zich opdoen of naar voren komen, die de opdrachtgever bij het sluiten van de reisovereenkomst niet behoefde te kennen, doch die, indien zij hem wel bekend waren geweest, redelijkerwijs voor hem grond hadden opgeleverd de reisovereenkomst niet of op andere voorwaarden aan te gaan, is de opdrachtgever bevoegd de overeenkomst op te zeggen. 2. De opzegging geschiedt door een schriftelijke kennisgeving en de overeenkomst eindigt op het ogenblik van ontvangst daarvan. 3. Naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid zijn partijen na opzegging der overeenkomst verplicht elkaar de daardoor geleden schade te vergoeden.
Artikel 13
1. De opdrachtgever is steeds bevoegd de overeenkomst op te zeggen. Hij is verplicht het reisbureau de schade te vergoeden, die dit ten gevolge van de opzegging lijdt. 2. De opzegging geschiedt door een schriftelijke kennisgeving en de overeenkomst eindigt op het ogenblik van ontvangst daarvan.
Artikel 14
1. Op straffe van verval van zijn vordering jegens het reisbureau is de opdrachtgever dan wel de reiziger verplicht onverwijld kennisgeving van schade te doen aan het adres, dat het reisbureau hem daartoe schriftelijk en duidelijk en onder uitdrukkelijke verwijzing naar het in dit artikel bepaalde heeft opgegeven. Bij gebreke van dergelijke opgave van adres is de opdrachtgever dan wel de reiziger, eveneens op straffe van verval van zijn vordering jegens het reisbureau, verplicht het reisbureau van opgekomen schade kennisgeving te doen binnen drie maanden nadat de uitvoering van de laatste overeenkomst, die het reisbureau voor de opdrachtgever aanging, beëindigd is. 2. Nietig is ieder beding, waarbij van dit artikel ten nadele van de opdrachtgever of de reiziger wordt afgeweken.
Artikel 15
Voor de toepassing van de artikelen 8.2.6.16-8.2.6.19 wordt een reiziger aangemerkt als opdrachtgever bij de te zijnen aanzien gesloten reisovereenkomst.
Artikel 16
Indien een reisovereenkomst dan wel een overeenkomst tot vervoer of tot verblijf niet naar behoren wordt uitgevoerd, is het reisbureau, dat te dier zake door zijn wederpartij buiten overeenkomst wordt aangesproken, jegens deze niet verder aansprakelijk dan het dit zou zijn op grond van de door hen gesloten reisovereenkomst.
Artikel 17
Indien een reisovereenkomst dan wel een overeenkomst tot vervoer of tot verblijf niet naar behoren wordt uitgevoerd, is het reisbureau dat te dier zake buiten overeenkomst wordt aangesproken, behoudens de artikelen 8.5.1.2-8.5.1.7 en artikel 8.10.1.1, niet verder aansprakelijk dan het dit zou zijn tegenover zijn opdrachtgever.