verschaffen, voor zover deze althans kunnen dienen tot verhaal van opgekomen schade. 2. De opdrachtgever verkrijgt jegens degeen, met wie het reisbureau heeft gehandeld, van het ogenblik af, waarop hij het duidelijk kenbaar maakt, dat hij hen wil uitoefenen, de rechten en bevoegdheden die hem zouden zijn toegekomen, wanneer hij zelf als wederpartij de overeenkomst zou hebben gesloten. Hij kan ter zake in rechte optreden wanneer hij overlegt een door het reisbureau - of in geval van faillissement daarvan door de curator - af te geven verklaring, dat tussen hem en het reisbureau een reisovereenkomst met betrekking tot het vervoer of het verblijf, waarbij de schade opkwam, werd gesloten. 3. Komt het reisbureau een verplichting als in het eerste lid bedoeld niet na, dan is het een schadeloosstelling verschuldigd, gelijk aan de schadevergoeding die de opdrachtgever van het reisbureau had kunnen verkrijgen, wanneer dit zelf de overeenkomst, die het sloot, had uitgevoerd, verminderd met de schadevergoeding, die de opdrachtgever mogelijkerwijs van de vervoerder of verstrekker van verblijf verkreeg. 4. Nietig is ieder beding, waarbij van dit artikel wordt afgeweken.
Artikel 8a
Indien het reisbureau bewijst, dat schuld of nalatigheid van de reiziger scha de heeft veroorzaakt of daartoe heeft bijgedragen, kan de aansprakelijkheid van het reisbureau daarvoor geheel of gedeeltelijk worden opgeheven.
Artikel 9
1. In geval van aan de reiziger overkomen letsel heeft uitsluitend de reiziger zelf een vordering tot schadevergoeding. 2. In geval van dood van de reiziger hebben uitsluitend de overblijvende echtgenoot, de kinderen of de ouders van de reiziger, die door zijn arbeid plachten te worden onderhouden, een vordering tot schadevergoeding. 3. De vorderingen bedoeld in de vorige leden van dit artikel worden gewaardeerd naar gelang van de wederzijdse stand en de fortuin der personen en naar de omstandigheden. 4. In geval van verlies of beschadiging van bagage wordt de vordering tot schadevergoeding gewaardeerd naar de omstandigheden. 5. Dit artikel is niet van toepassing op vorderingen, die het reisbureau als wederpartij van een ander reisbureau tegen deze laatste instelt.
Artikel 10
De opdrachtgever is verplicht het reisbureau de schade te vergoeden die dit lijdt doordat de reiziger, zijn bagage of de documenten met betrekking tot de reiziger of zijn bagage, die van zijn zijde vereist zijn voor vervoer of verblijf, door welke oorzaak dan ook, niet naar behoren aanwezig zijn.
Artikel 11
1. Wanneer vóór of tijdens het vervoer of het verblijf omstandigheden aan de zijde van de opdrachtgever of de reiziger zich opdoen of naar voren komen, die het reisbureau bij het sluiten van de reisovereenkomst niet behoefde te kennen, doch die, indien zij wel bekend waren geweest, voor het reisbureau redelijkerwijs grond hadden opgeleverd de reisovereenkomst niet of op andere voorwaarden aan te gaan, is het reisbureau bevoegd de overeenkomst op te zeggen. 2. De opzegging geschiedt door een schriftelijke kennisgeving aan de opdrachtgever of aan de reiziger en de overeenkomst eindigt op het ogenblik van ontvangst van de eerst ontvangen kennisgeving. 3. Naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid zijn partijen na opzegging der overeenkomst verplicht elkaar de daardoor geleden schade te vergoeden.