	<p>
		Artikel 3	</p>
	<p>
		Het in artikel 1 van de Overeenkomst vermelde bedrag van een miljoen Nederlandse guldens wordt pondspondsgewijze onder de deelgerechtigden verdeeld op de grondslag van en naar verhouding van de in artikel 2 van de Overeenkomst bedoelde vorderingen.	</p>
	<p>
		Artikel 4	</p>
	<p>
		De verdeling geschiedt door onze Minister van Buitenlandse Zaken, die de aan de onderscheiden deelgerechtigden toekomende bedragen vaststelt en deze aan hen uitkeert. De deelgerechtigden dienen bij de (slot-)uitkering kwijting aan onze Minister te verlenen ter zake van hun vorderingen op de Italiaanse regering.	</p>
	<p>
		Artikel 5	</p>
	<p>
		Wij behouden Ons voor bij algemene maatregel van rijksbestuur nadere regelingen te treffen ter uitvoering van deze rijkswet.	</p>
	<p>
		Artikel 6	</p>
	<p>
		Deze rijkswet treedt in werking met ingang van de dag na heden.	</p>
	<p>
		Lasten en bevelen, dat deze in het Staatsblad en het Publicatieblad van de Nederlandse Antillen zal worden geplaatst, en dat alle ministeriële departementen, autoriteiten, colleges en ambtenaren, wie zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.	</p>
	<p>
		Gegeven ten Paleize Soestdijk, 29 december 1978	</p>
	<p>
		Juliana	</p>
	<p>
		De Minister van Buitenlandse Zaken, C. A. van der Klaauw	</p>
	<p>
		De Minister van Financiën, F. H. J. J. Andriessen	</p>
	<p>
		De Minister van Justitie, J. de Ruiter	</p>
	<p>
		Uitgegeven de vijfentwintigste januari 1979	</p>
	<p>
		De Minister van Justitie, J. de Ruiter	</p>
	<p>
		Zie voor de behandeling in de Staten-Generaal: Kamerstukken I11977/78,15000, R 1095; 1978/79, 15000, R 1095 Hand. I11978/79, bladz. 2537-2538 Kamerstukken 11978/79,15000, R 1095 (49) Hand. 11978/79, bladz. 220	</p>
    <div id="page_citation" style="display:none;">Staatsblad van het Koningrijk der Nederlanden. Geraadpleegd op Delpher op 21-09-2024, https://resolver.kb.nl/resolve?urn=KBDC001:003087004:00001</div>