dat deze vraag nog sterker naar voren komt nu artikel 17, derde lid, van de Wet op het wetenschappelijk onderwijs bepaalt dat de centrale interfaculteit in elk geval de studierichting der wijsbegeerte omvat, en in de artikelen 134 en 135 van het academisch statuut de vakken van het kandidaatsexamen en de verschillende, mogelijke hoofdvakken van het doctoraal examen in de studierichting der wijsbegeerte worden aangegeven;
Gelet op artikel 55 van de Wet universitaire bestuurshervorming 1970;
Gezien het advies van de Academische Raad van 12 juli 1978, nr.
A.R.-1636, met bijlage;
Hebben goedgevonden en verstaan:
Artikel 1. Het in de brieven van het college van bestuur van de rijksuniversiteit te Groningen van 21 juni 1977, nr. ABJZ 271.641 en van 21 oktober 1977, nr. ABJZ 288.358, met bijlagen, vervatte verzoek van de raad van die universiteit machtiging te verlenen met betrekking tot de bestuursorganisatie van de centrale interfaculteit bij wijze van proefneming af te wijken van het bepaalde in de artikelen 9, tweede lid, en 17 van de Wet universitaire bestuurshervorming 1970, wordt in zoverre ingewilligd, dat de raad van die universiteit wordt gemachtigd te bepalen dattot 1 september 1982 met betrekking tot de bestuursorganisatie van de centrale interfaculteit in dier voege wordt afgeweken van het bepaalde in artikel 9, tweede lid, van die wet, dat de raad van de centrale interfaculteit de dekaan voor ten minste driejaren kiest uit het wetenschappelijk personeel in vaste dienst, met dien verstande dat zo mogelijk een der gewone hoogleraren of lectoren wordt gekozen en eerst indien blijkt dat geen hunner bereid is dat ambt te bekleden, een ander lid van het wetenschappelijk personeel in vaste dienst wordt gekozen;
en wordt voor het overige afgewezen.
Artikel 2. Dit besluit treedt in werking met ingang van de tweede dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad, waarin het wordt geplaatst.
Onze minister van onderwijs en wetenschappen is belast met de uitvoering van dit besluit, dat in het Staatsblad zal worden geplaatst.
Soestdijk, 5 oktober 1978
Juliana
De minister van onderwijs en wetenschappen, A. Pais
Uitgegeven de zevende november 1978
De Minister van Justitie, J. de Ruiter