A
Aan het eerste lid van artikel 276 wordt een volzin toegevoegd, luidende: Indien strafbare feiten waartussen verband bestaat of welke door dezelfde persoon zijn begaan op verschillende terechtzittingen zijn aangebracht maar de behandeling op dezelfde terechtzitting wordt hervat of aangevangen, beveelt de rechtbank eveneens de voeging indien dit in het belang van het onderzoek is.
B
Artikel 333 wordt als volgt gewijzigd:
1. Het eerste lid wordt gelezen: De beledigde partij kan zich doen bijstaan door een advocaat. Zij kan zich doen vertegenwoordigen door een advocaat of door een daartoe bij bijzondere volmacht schriftelijk gemachtigde. 2. Het derde lid wordt gelezen: De beledigde partij kan van deze stukken, voor zover zij dit verlangt, afschriften doen nemen overeenkomstig het bij of krachtens artikel 17 van de Wet tarieven in strafzaken bepaalde. 3. Het vierde lid wordt gelezen: Bij toewijzing van de vordering wordt een afschrift van of een uittreksel uit het vonnis kosteloos aan de beledigde partij toegezonden.
C
Aan artikel 366 wordt een vierde lid toegevoegd, luidende:
De mededeling vindt eveneens plaats indien de dagvaarding om ter terechtzitting te verschijnen de verdachte in persoon is betekend of de verdachte ter terechtzitting is verschenen, maar nadien het onderzoek op de terechtzitting voor onbepaalde tijd is geschorst en de oproeping om op de nadere terechtzitting te verschijnen niet aan de verdachte in persoon is betekend en hij evenmin op de nadere zitting is verschenen.
D
In artikel 378a, eerste lid, wordt in plaats van «op het dubbel van de dagvaarding of op een aan dat dubbel te hechten stuk» gelezen: op een aan het dubbel van de dagvaarding te hechten stuk.
E
In artikel 395a, eerste lid, wordt in plaats van «op het dubbel van de dagvaarding of oproeping of op een aan dat dubbel te hechten stuk» gelezen: op een aan het dubbel van de dagvaarding of oproeping te hechten stuk.
F
Artikel 449, tweede lid, wordt gelezen: In gevallen waarin de verdachte ter uitvoering van een bij verstek gewezen vonnis of arrest is aangehouden, kan verzet, hoger beroep of beroep in cassatie door hem ook geschieden bij aangetekende brief gericht tot dezelfde griffie. Als dag van het verzet of beroep geldt in dit geval de dag van ontvangst van de brief ter griffie.