De hydrologisch niet juist geformuleerde achtste rechtsoverweging op blz. 21 van het ontwerp-besluit (34) is naar aanleiding van de desbetreffende opmerkingen van de Minister aangepast met behoud van de strekking ervan.

De Minister verwijst voorts met betrekking tot de overweging op blz. 21 onderaan (36) naar hetgeen zijnerzijds is opgemerkt naar aanleiding van de derde overweging op blz. 18 (5).

De zin van deze verwijzing ontgaat de Afdeling, in aanmerking genomen de geheel verschillende onderwerpen der onderscheidene genoemde overwegingen.

Het heeft de Afdeling ten slotte bevreemd, dat in het schrijven van de Minister niet gesteld wordt welk alternatief voor de afvalverwijdering in dit geval als bruikbaar moet worden aangemerkt en dat geen aandacht is besteed aan de vergoeding van de schade, welke optreedt, indien het bedrijf geen enkele mogelijkheid tot lozing van de onderwerpelijke stoffen wordt gelaten.

De Afdeling acht het thans niet het moment een oordeel uit te spreken over de vraag of ooit andermaal deepwell-lozing door Naarden International zou kunnen worden toegelaten. Daarvoor zijn te veel factoren thans in het ongewisse.

Toelaatbare toekomstige deepwell-lozingen behoeven stellig niet op voorhand uitgesloten te worden geacht.

Hoe zulks ook zij, het aangeboden ontwerp is naar zijn aard beperkt tot het voorliggende geschil.

In dit geval acht de Afdeling de lozing wegens bijzondere omstandigheden, gedurende korte tijd en onder vele voorwaarden, aanvaardbaar.

Ten einde te voorkomen, dat aan de uitspraak op onjuiste wijze precedentwaarde zou worden toegekend als waarvoor de Minister beducht is, heeft de Afdeling in de voorlaatste rechtsoverweging van het ontwerp-besluit nog enige aanvulling aangebracht. Het aldus in enige onderdelen gewijzigde ontwerp-besluit moge uwer Majesteit eerbiedig worden aangeboden.»

De overwegingen van het bij het nader advies van de Afdeling gevoegde ontwerp-besluit houden een drietal wijzigingen in ten opzichte van het hierboven weergegeven ontwerp-besluit. Deze wijzigingen behelzen het volgende:

De rechtsoverweging voorzien van het nummer 8 is vervangen door de navolgende overweging:

«dat inmiddels maatregelen tot vermindering van deze lozingen zijn getroffen en een aanmerkelijke reductie van de hoeveelheid afvalwater is bereikt, doch dat zulks niet afdoende is;».

Tussen de rechtsoverwegingen voorzien van de nummers 13 en 14 is de navolgende overweging opgenomen:

«dat zich soortgelijke bezwaren voordoen ten aanzien van vervoer te water of transport per pijplijn;».

De rechtsoverweging voorzien van het nummer 34 is vervangen door de navolgende overweging:

«dat deze beweging voorts afneemt zodra de druk op de lozing wordt opgeheven;».

De voorlaatste rechtsoverweging, genummerd 38, is vervangen door de navolgende overweging:

«dat, gelet op de bijzondere omstandigheden enerzijds, alsmede de aanwezige waarborgen en beperkingen - ook in tijdsduur-anderzijds, in dit geval het algemeen belang, dat is gemoeid met de bescherming van de bodem en het grondwater tegen verontreiniging, niet behoeft mede te brengen dat hiervoor het belang, dat Naarden International Holland B.V. bij de haar te verlenen tijdelijke ontheffingen heeft, zou dienen te wijken;».

De inhoud van het nader advies van de Afdeling en het daarbij aangeboden ontwerp-besluit hebben mij aanleiding gegeven daarover opnieuw het oordeel te vragen van uw Minister van Volksgezondheid en Milieuhygiëne, vanwege het grote belang dat naar mijn oordeel in navolging van mijn ambtsvoorganger, aan dat oordeel moet worden gehecht bij het nemen van een beslissing in de onderhavige kwestie.