STAATSBLAD VAN HET KONINKRIJK DER NEDERLANDEN
9Q7
WET van 12 juni 1958 tot vaststelling van hoofdstuk X der rijksbegroting voor het dienstjaar 1958. (Departement van Economische Zaken.)
Wij JULIANA, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz., enz., enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat ingevolge artikel 133 der Grondwet de algemene begrotingen van de uitgaven des Rijks door de wet moeten worden vastgesteld en dat de inrichting dier begrotingen moet geschieden met inachtneming van de bepalingen der Comptabiliteitswet {Stb. 1927, 259) x );
Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:
Artikel I
Hoofdstuk X der begroting van uitgaven des Rijks voor het dienstjaar 1958, betreffende het Departement van Economische Zaken, wordt vastgesteld als volgt:
TITEL A. GEWONE DIENST......ƒ77 481 900 TITEL B. BUITENGEWONE DIENST .... 44 666 800 TITEL A. GEWONE DIENST......... 77 481 900 AFDELINGEN: I MINISTERIE............... 7 680 200 II WETGEVING EN ANDERE JURIDISCHE AANGELEGENHEDEN.......... 6 656 200 III HANDEL EN NIJVERHEID........ 5 356 500 IV MIDDENSTAND............. 5 324 0C0 V INDUSTRIALISATIE EN ENERGIEVOORZIENING ................. 17 097 000 VI ECONOMISCHE VOORLICHTINGSDIENST. 5 150 000 VTI CENTRAAL PLANBUREAU ....... 1 073 700 VIII CENTRAAL BUREAU VOOR DE STATISTIEK ................... 8 640 000 IX BUITENLANDSE ECONOMISCHE BETREKKINGEN ................. 6 046 200 X MIJNWEZEN............... 11 622 900 XI PRIJZEN................. Memorie XII ECONOMISCHE CONTROLEDIENST. ... 2 835 200 AFDELING I. MINISTERIE........ 7 680 200 Onderafdeling I. ALGEMENE LEIDING . . _ 163 700 Artikel 1 Minister.................. 38 890 2 Staatssecretaris............... 33 000 3 Personeelsuitgaven.......... 91 900 Onderafdeling II. MILITAIRE PRODUKTIE 165 100 4 Personeelsuitgaven............. 165 100 Onderafdeling III. PRODUKTIVITEITSBEVORDERING............... 333 100 5 Personeelsuitgaven.............. 73 U0 6 Opvoering van de produktiviteit en in verband daarmede verstrekte voorschotten . ƒ 5 000 000 hiervan zal worden gefinancierd uit het onbesteed gedeelte van vorige dienstjaren........... 5 000 000 zodat wordt uitgetrokken.......... Nihil Aangewezen voor toepassing van artikel 24 der Comptabiliteitswet (Stb. 1927, 259)
1 ) Laatstelijk gewijzigd bij de wet van 24 mei 1956 (Stb. 349).
7 Dollaruitgaven in verband met de opvoering van de produktiviteit.............. 8 Bijdrage van Nederland in de kosten van de „European Productivity Agency” (E. P.A.) . . 9 Subsidie aan de Contactgroep Opvoeting Productiviteit .................. 9a Kosten van technische bijstand . . ƒ 150 000 hiervan zal worden gefinancierd uit het onbesteed gedeelte van vorige dienstjaren........... 150 000 zodat wordt uitgetrokken.......... Aangewezen voor toepassing van artikel 24 der Comptabiliteitswet (Stb. 1927, no. 259). Onderafdeling TV AFDELINGEN VAN ALGEMENE AARD............. Paragraaf 1. Kabinet ............ 10 Personeelsuitgaven.............. Paragraaf 2. Algemene Economische Politiek . 11 Personeelsuitgaven.............. Paragraaf 3. Accountantsdienst ........ 12 Personeelsuitgaven.............. 13* Materiële uitgaven............. Paragraaf 4. Persdienst ........... 14 Personeelsuitgaven.............. Paragraaf 5. Administratieve Zaken .... 15 Personeelsuitgaven.............. 16* Materiële uitgaven............. 17* Kosten voor medisch onderzoek........ 19 Betalingen aan kaderpersoneel in opleiding . . . Onderafdeling V. UITGAVEN VAN ALGEMENE AARD VAN HET MINISTERIE . . 20 Representatiekosten . . . . 21* Frankeerkosten dienststukken 22 23 24 25 26 27 28 29 30 Onderafdeling VI. OVERIGE UITGAVEN . Sociale lasten..........ƒ 4 809 780 waarvan komt ten laste van de diverse artikelen voor personeelsuitgaven ............ 4 809 780 zodat wordt uitgetrokken.......... Gratificatiën................ Tegemoetkomingen in studiekosten van ambtenaren en hierop gegeven voorschotten..... Uitkeringen als bedoeld in artikel 63 van het Arbeidsovereenkomstenbesluit (oud) en de spaarregeling (K.B. van 15 maart 1954 Stb. 102).........ƒ 360 000 hiervan verrekend met bijdrage voor inkoop van diensttijd voor pensioen 120 000 zodat wordt uitgetrokken.......... Pensioenen en onderstanden aan voormalig rijkspersoneel of zijn betrekkingen......... Betalingen aan rijkspersoneel, waartegenover geen arbeidsprestatie staat............ Bijdragen voor inkoop van diensttijd voor pensioen Uitgaven betreffende afgesloten dienstjaren, als bedoeld in artikel 7. derde lid, der Comptabiliteitswet (Stb. 1927. 2591............. Onvoorziene uitgaven............ 10 000 250 000 Memorie Nihil 5 104 000 30 300 30 300 189 900 189 900 980 700 929 400 51 300 150 800 150 800 3 752 300 2 107 900 1 579 200 7 000 58 200 355 800 58 800 297 000 1 558 500 Nihil 65 000 8 500 240 000 35 000 700 000 400 000 50 000 60 000