Hebben goedgevonden en verstaan:

Artikel 1. 1. Met ingang van 1 juli 1958 worden de kinderkliniek „Beatrix-Irene” en de kinderkliniek „Margriet” te Rotterdam, uitgaande van de Stichting Kinderklinieken „Beatrix-Irene” en „Margriet” aldaar en tot stand gebracht overeenkomstig de door die stichting overgelegde tekeningen en beschrijving, onder de in de volgende artikelen vermelde voorwaarden aangewezen als inrichtingen, welke niet als een gesticht voor krankzinnigen worden beschouwd, ook wanneer daarin meer dan twee krankzinnigen worden verpleegd.

2. Wij behouden Ons voor, deze voorwaarden, wanneer zulks nodig blijkt, te wijzigen.

Artikel 2. Zonder toestemming van Onze Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid worden in de gebouwen en de rioleringen geen veranderingen aangebracht, ten gevolge waarvan de klinieken niet meer geheel zouden overeenstemmen met de in artikel 1 bedoelde tekeningen.

Artikel 3. De voorziening in de geneeskundige dienst geschiedt ten genoege van Onze Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid.

Artikel 4. 1. De met het toezicht op de klinieken belaste geneeskundige inspecteur voor de geestelijke volksgezondheid wordt te allen tijde vrije toegang verleend tot inrichtingen en terreinen.

2. De directie, de geneeskundigen en het overige personeel geven hem alle door hem verlangde inlichtingen.

3. Omtrent alle patiënten worden door de geneeskundigen de medisch gebruikelijke aantekeningen gemaakt. Van deze

aantekeningen wordt de inspecteur op zijn verzoek inzage verleend.

4. Onze Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid kan ten aanzien van het in dit artikel bepaalde nadere voorschriften geven.

Artikel 5. Het bestuur der stichting draagt zorg, dat een afschrift van dit besluit en van de in de artikelen 2, 3 en 4 bedoelde ministeriële beschikkingen, zomede een kopie van de in artikel 1 bedoelde tekeningen, aangepast aan de werkelijke toestand, aanwezig zijn in elk der klinieken en aan de in artikel 4 bedoelde inspecteur op zijn verlangen te allen tijde ter inzage worden voorgelegd.

Artikel 6. Ons besluit van 4 juli 1951, Stb. 269, wordt met ingang van 1 juli 1958 ingetrokken.

Onze Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid is belast met de uitvoering van dit besluit, dat in het Staatsblad zal worden geplaatst.

Soestdijk, 23 mei 1958.

JULIANA.

De Minister van Sociale Zaken

en Volksgezondheid,

J. G. SUURHOFF.

Uitgegeven de zevenentwintigste juni 1958.

De Minister van Justitie, SAMKALDEN.