STAATSBLAD VAN HET KONINKRIJK DER NEDERLANDEN

'lO/l

WET van 6 juni 1958, houdende naturalisatie van Josip Delac en 18 anderen.

Wu JULIANA, BIJ DE GRATIE GODS, KONINGIN DER NEDERLANDEN, Prinses van Oranje-Nassau, enz., enz., enz.

Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat er aanleiding is tot naturalisatie van Josip Delac en 18 anderen, die aan Ons een verzoek daartoe hebben gedaan, met overlegging — wat betreft de in de artikelen 2 en 3 genoemden voor zoveel nodig —- van de bewijsstukken, bedoeld in artikel 3 van de wet op het Nederlanderschap en het ingezetenschap (Stb. 1892, 268) *);

Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

Artikel 1. De hoedanigheid van Nederlander wordt bij deze verleend aan:

1 Josip Delac, geboren te Brod-Moravice (Joegoslavië) 25 september 1909, bankwerker, wonende te Schiedam, provincie Zuidholland;

2 Maria Jansen, geboren te Rotterdam (Zuidholland) 8 juni 1917, serveerster, wonende te Amsterdam, provincie Noordholland, weduwe van Kwok Wah Low;

3 Martha Charlotte Kaletta, geboren te Ilmenau (Duitsland) 16 juni 1908, zonder beroep, wonende te Amsterdam, provincie Noordholland, weduwe van Friedrich Pfeffer;

4 Maria Regina Kroger, geboren te Wieste (Duitsland) 20 juni 1900, kloosterzuster-kleuteronderwijzeres, wonende te Eindhoven, provincie Noordbrabant;

5 Paula Maria Muller, geboren te Aken (Duitsland) 16 mei 1904, kloosterzuster-kleuteronderwijzeres, wonende te Beek, provincie Limburg;

6 Carl Nau, geboren te Rümelinger (Luxemburg) 14 sep tember 1908, zonder beroep, wonende te Apeldoorn, provincie Gelderland;

7 Emil Karei Josef Reznicek, geboren te Podebrady (Tsjechoslowakije) 3 juni 1924, wetenschappelijk ambtenaar, wonende te Bilthoven, gemeente De Bilt, provincie Utrecht;

8 Johannes Hubertus Rouvroije, geboren te Vaals (Limburg) 11 maart 1919, vormer, wonende te Vaals, provincie Limburg;

9 Anton Schmidt, geboren te Gladbeck (Duitsland) 29 december 1912, timmerman, wonende te ’s-Gravenhage, provincie Zuidholland;

10 Chin Wah Sio, geboren te Rotterdam (Zuidholland) 14 december 1933, kelner, wonende te Rotterdam, provincie Zuidholland;

11 Gerhardus Henderikus Paulus Smidt, geboren te Wildervank (Groningen) 29 juni 1923, kleermaker, wonende te Stadskanaal, gemeente Wildervank, provincie Groningen;

12 Marinus Jakobus Smidt, geboren te Wildervank (Groningen) 23 augustus 1928, automonteur, wonende te Stadskanaal, gemeente Wildervank, provincie Groningen;

1 ) Laatstelijk gewijzigd bij de wet van 30 juli 1953 (Stb. 363).

13 Johanna Antonia Geertruida Veendrick, geboren te AmbtDoetinchem, thans gemeente Doetinchem (Gelderland) 12 september 1910, kloosterzuster-lerares, wonende te Neede, provincie Gelderland;

14 Felix Juliaan van Winckel, geboren te Duffel (België) 3 oktober 1905, mede-eigenaar van een timmerfabriek, wonende te Valkenswaard, provincie Noordbrabant;

15 Anna Annigje Wulff, geboren te Gieten (Drenthe) 3 mei 1935, zonder beroep, wonende te Gieten, provincie Drenthe;

16 Tse Ng Yang, geboren te Tsing-Tien (China) 7 juni 1901, restaurateur, wonende te ’s-Gravenhage, provincie Zuidholland:

Artikel 2. Met afwijking van het bepaalde bij artikel 3, tweede en vierde lid, aanhef en onder 3e van de wet op het Nederlanderschap en het ingezetenschap (Stb. 1892, 268) wordt bij deze de hoedanigheid van Nederlander verleend aan:

1 Jan Murawski, geboren te Tylicach (Polen) 18 februari 1922, ijzerwerker, wonende te Heusden, provincie Noordbrabant;

2 Jan Martinus Salden, geboren te Jabeek (Limburg) 19 augustus 1901, mijnwerker, wonende te Heerlen, provincie Limburg.

Artikel 3. Met uitbreiding van het bepaalde bij artikel 6 van de wet op het Nederlanderschap en het ingezetenschap (Stb. 1892, 268) wordt bij deze de hoedanigheid van Nederlander verleend aan Ge Chong Low, geboren te Rotterdam (Zuidholland) 26 februari 1936, kantoorbediende, wonende te Amsterdam, provincie Noordholland.

Artikel 4. Deze wet treedt in werking met ingang van de dag na die van haar afkondiging.

Lasten en bevelen, dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst, en dat alle Ministeriële Departementen, Autoriteiten, Colleges en Ambtenaren, wie zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.

Gegeven ten Paleize Soestdijk, 6 juni 1958.

JULIANA.

De Minister van Justitie,

SAMKALDEN.

Uitgegeven de vierentwintigste juni 1958.

De Minister van Justitie, SAMKALDEN.

Zie voor de behandeling-in de Staten-Generaal: Bijl. Hand. II 57/58, 5136; Hand. II 57/58, bladz. 2329; Bijl. Hand. I 57/58, 5136; Hand. I 57/58, bladz. 2355.

285

BESLUIT van 29 mei 1958 tot nadere wijziging van de voorwaarden voor opneming en verpleging in de Rijksgestichten te Eindhoven en Grave.

Wij JULIANA, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz., enz., enz.

Op de voordracht van Onze Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid van 29 maart 1958, Directie Volksgezondheid, Afdeling Maatschappelijke Gezondheidszorg, No. 4801;