3 Werner Albert Siegfried Bloch, geboren te Calvörde (Duitsland) 15 september 1920, speelgoedfabrikant, wonende te Amsterdam, provincie Noordholland;

4 Maria Josefine Blomesath, geboren te Bocholt (Duitsland) 20 oktober 1911, religieuze-handwerkonderwijzeres, wonende te Denekamp, provincie Overijssel;

5 Herbert Otto Bock, geboren te München (Duitsland) 23 september 1933, stukadoor, wonende te Eefde, gemeente Gorssel, provincie Gelderland;

6 Alitine Bouten, geboren te ’s-Gravenhage (Zuidholland) 16 maart 1923, pottenbakster, wonende te Waalre, provincie Noordbrabant, weduwe van Otto August Hermaan Blumenthal;

7 Emanuel Bronsema, geboren te Groningen (Groningen) 1 september 1879, zonder beroep, wonende te Hollandse Rading, gemeente Maartensdijk, provincie Utrecht;

8 Jan Maria Corneel Cos, geboren te Beerse (België) 9 augustus 1926, broodbezorger, wonende te Èxloo, gemeente Odoorn, provincie Drenthe;

9 Isak Eskinasi, geboren te Istanboel (Turkije) 4 september 1918, fabrikant van mode-artikelen, wonende te Amsterdam, provincie Noordholland;

10 Zoltan Forrai, geboren te Kam (Hongarije) 20 oktober 1901, joumalist-fotograaf, wonende te Amsterdam, provincie Noordholland;

11 Ernst Corel Willi Königel, geboren te Amsterdam (Noordholland) 22 september 1900, handelaar in rijwielen en huishoudelijke artikelen, wonende te Amsterdam, provincie Noordholland;

12 Frangois Olejniczak, geboren te Barlin (Frankrijk) 22 april 1924, meubelmaker, wonende te Schinveld, provincie Limburg, met bepaling, dat zijn geslachtsnaam wordt veranderd in „Olen”;

13 Melanie Orchudesch, geboren te Wenen (Oostenrijk) 5 maart 1883, zonder beroep, wonende te Amsterdam, provincie Noordholland, weduwe van Bernhard Diamand;

14 Franz Gerrit Paul, geboren te Bremen (Duitsland) 5 juli 1936, leerling-stuurman, wonende te Soest, provincie Utrecht;

15 Marie Notburga Podrabsky, geboren te Iglau (Oostenrijk) 28 november 1894, keukenhulp, wonende te Amsterdam, provincie Noordholland;

16 Anna Sophie Schmidt, geboren te Zaandam (Noordholland) 24 december 1900, handwerkonderwijzeres, wonende te Zaandam, provincie Noordholland;

17 Hendrik Schmidt, geboren te Utrecht (Utrecht) 11 april 1931, loodgieter, wonende te Doetinchem, provincie Gelderland;

18 Franciscus Augustinus Maria de Schutter, geboren te Dinteloord, thans Dinteloord en Prinsenland (Noordbrabant) 8 april 1918, landbouwer, wonende te Made en Drimmelen, provincie Noordbrabant.

Artikel 2. Met afwijking van het bepaalde bij artikel 3, tweede en vierde lid, aanhef en onder 3e van de wet op het Nederlanderschap en het ingezetenschap (Stb. 1892, 268) wordt bij deze de hoedanigheid van Nederlander verleend aan:

1 Nikolajs Baums, geboren te Jekabpils (Letland) 30 januari 1915, tankarbeider, wonende te Amsterdam, provincie Noorholland;

2 Peter Mc Lintock Hill, geboren te Balfron (Groot Brittannië) 25 oktober 1920, ijzerwerker, wonende te Amsterdam, provincie Noordholland.

Artikel 3. Met afwijking van het bepaalde bij artikel 6, eerste lid van de wet op het Nederlanderschap en het ingezetenschap (Stb. 1892, 268) wordt bij deze het Nederlanderschap onthouden aan Carmen Antonia Refka Eskinasi, geboren

te Amsterdam (Noordholland) 29 mei 1942, wonende te Amsterdam, provincie Noordholland.

Artikel 4. Deze wet treedt in werking met ingang van de dag na die van haar afkondiging.

Lasten en bevelen, dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst, en dat alle Ministeriële Departementen, Autoriteiten, Colleges en Ambtenaren, wie zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.

Gegeven ten Paleize Soestdijk, 6 juni 1958.

JULIANA.

De Minister van Justitie, SAMKALDEN.

Uitgegeven de vierentwintigste juni 1958.

De Minister van Justitie, SAMKALDEN.

Zie voor de behandeling in de Staten-Generaal: Bijl. Hand. II 57/58, 5126; Hand. II 57/58, bladz. 2329; Bijl. Hand. I 57/58, 5126; Hand. I 57/58, bladz. 2355.

283 WET van 6 juni 1958, houdende naturalisatie van Johann Theodor Joseph Caldenhoven en 31 anderen.

Wij JULIANA, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz., enz., enz.

Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat er aanleiding is tot naturalisatie van Johann Theodor Joseph Caldenhoven en 31 anderen, die aan Ons een verzoek daartoe hebben gedaan, met overlegging — wat betreft de in de artikelen 1, 2 en 4 genoemden voor zoveel nodig — van de bewijsstukken, bedoeld in artikel 3 van de wet op het Nederlanderschap en het ingezetenschap (Stb. 1892, 268) 3 );

Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

Artikel 1. Met uitsluiting van het rechtsgevolg van artikel 5, vierde lid, van de wet op het Nederlanderschap en het ingezetenschap (Stb. 1892, 268), wordt bij deze de hoedanigheid van Nederlander verleend aan:

1 Johann Theodor Joseph Caldenhoven, geboren te Grieth, thans Kalkar (Duitsland) 3 augustus 1908, steenhouwer, wonende te Doetinchem, provincie Gelderland;

2 Emil Fenchel, geboren te Feldrennach (Duitsland) 29 februari 1904, graveur, goud- en zilversmid en diamantzetter, wonende te Groningen, provincie Groningen;

3 Peter Heinrich, geboren te Alsdorf (Duitsland) 19 juli 1912, dameskapper, wonende te ’s-Gravenhage, provincie Zuidholland;

4 Johann Martin Houben, geboren te Oedt (Duitsland) 21 november 1905, loodgieter, wonende te Echt, provincie Limburg;

5 Joseph A ugust Kaesemacher, geboren te Amsterdam (Noordholland) 13 april 1898, stukadoor, wonende te Amsterdam, provincie Noordholland;

1 ) Laatstelijk gewijzigd bij de wet van 30 juli 1953 (Stb. 363).