Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

Artikel 1. De hoedanigheid van Nederlander wordt bij deze verleend aan:

1 Gustaaf Bordui, geboren te Heinkenszand (Zeeland) 10 april 1901, krantenbezorger, wonende te ’s-Heerenhoek, provincie Zeeland;

2 Michiel Joseph Frans Creemers, geboren te Roosteren (Limburg) 18 maart 1926, landbouwer, wonende te Roosteren, provincie Limburg;

3 Mihaly Istvan Hamori, geboren te Boedapest (Hongarije) 12 december 1906, bedrijfsleider, wonende te Amsterdam, provincie Noordholland;

4 Antoon Joseph Kaczmarek, geboren te Nieuwenhagen (Limburg) 9 juni 1933, mijnwerker, wonende te Ubach over Worms, provincie Limburg;

5 Stephan Walter Berthold Knack, geboren te Erdberg (Tsjechoslowakije) 18 september 1907, verkoop-assistent, wonende te Amsterdam, provincie Noordholland;

6 Emile Karei Manus, geboren te Amsterdam (Noordholland) 13 februari 1883, zonder beroep, wonende te Heemstede, provincie Noordholland;

7 Agatha Maurtz, geboren te Donaurieden (Duitsland) 17 september 1899, hulp in de huishouding, wonende te Amsterdam, provincie Noordholland;

8 Maria Möllering, geboren te Nieuwenhagen (Limburg) 19 februari 1924, huishoudster, wonende te Nieuwenhagen, provincie Limburg;

9 Heinrich Schlüter, geboren te Essen (Duitsland) 15 mei 1934, slagersknecht, wonende te Haarlem, provincie Noordholland;

10 Leonard Skrabanja, geboren te Ubach over Worms (Limburg) 3 november 1931, mijnopzichter, wonende te Ubach over Worms, provincie Limburg;

11 Alphonse De Smet, geboren te Stekene (België) 20 juni 1907, vlasser, wonende te Sint Jansteen, provincie Zeeland;

12 Maurits Paul Striegler, geboren te Amsterdam (Noordholland) 23 juni 1906, hulpschrijver bij de inspectie der belastingen, wonende te Hilversum, provincie Noordholland;

13 Elisabeth Weihs, geboren te Bergisch Gladbach (Duitsland) 4 december 1908, kamerverhuurster, wonende te Rotterdam, provincie Zuidholland;

14 Ernst Wolff, geboren te Vreden (Duitsland) 3 mei 1906, veehandelaar, wonende te Winterswijk, provincie Gelderland;

15 Angelos Zannis, geboren te Rotterdam (Zuidholland) 16 augustus 1916, directeur ener naamloze vennootschap, wonende te Rotterdam, provincie Zuidholland.

Artikel 2. Met afwijking van het bepaalde bij artikel 3, tweede en vierde lid, aanhef en onder 3e, van de wet op het Nederlanderschap en het ingezetenschap (Stb. 1892, 268) wordt bij deze de hoedanigheid van Nederlander verleend aan:

1 Karl Eduard Neubauer, geboren te Amsterdam (Noordholland) 1 maart 1912, havenarbeider, wonende te Amsterdam, provincie Noordholland;

2 Wilhelm Friedrich Oltmann, geboren te Amsterdam (Noordholland) 9 maart 1906, timmerman, wonende te Amsterdam, provincie Noordholland;

3 Philipp Wadlan, geboren te Bismarck, thans Gelsenkirchen (Duitsland) 6 april 1903, kapper, wonende te Amsterdam, provincie Noordholland;

4 Edmund Wisznewski, geboren te Nowe Miasto (Polen) 29 augustus 1913, elektricien, wonende te Oldenzaal, provincie Overijssel.

Artikel 3. Met uitbreiding van het bepaalde bij artikel 6 van de wet op het Nederlanderschap en het ingezetenschap (Stb. 1892, 268) wordt bij deze de hoedanigheid van Nederlander verleend aan:

1 Eveline Weihs, geboren te Rotterdam (Zuidholland) 15 januari 1937, hulp in de huishouding, wonende te Rotterdam, provincie Zuidholland;

2 Ryszard Wisznewski, geboren te Nowe Miasto (Polen) 28 september 1935, magazijnbediende, wonende te Oldenzaal, provincie Overijssel.

Artikel 4. Deze wet treedt in werking met ingang van de dag na die van haar afkondiging.

Lasten en bevelen, dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst, en dat alle Ministeriële Departementen, Autoriteiten, Colleges en Ambtenaren, wie zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.

Gegeven ten Paleize Soestdijk, 6 juni 1958.

JULIANA.

De Minister van Justitie,

SAMKALDEN.

Uitgegeven de vierentwintigste juni 1958.

De Minister van Justitie, SAMKALDEN.

Zie voor de behandeling in de Staten-Generaal: Bijl. Hand. II 57/58, 5112; Hand. II 57/58, bladz. 2329; Bijl. Hand. I 57/58, 5112; Hand. I 57/58, bladz. 2355.

'IQ'J WET van 6 juni 1958, houdende naturalisatie van Gyula Karoly Besnyoi en 19 anderen.

Wij JULIANA, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz., enz., enz.

Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat er aanleiding is tot naturalisatie van Gyula Karoly Besnyoi en 19 anderen, die aan Ons een verzoek daartoe hebben gedaan, met overlegging — wat betreft de in artikel 2 genoemden voor zoveel nodig — van de bewijsstukken, bedoeld in artikel 3 van de wet op het Nederlanderschap en het ingezetenschap (Stb. 1892, 268) i);

Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

Artikel 1. De hoedanigheid van Nederlander wordt bij deze verleend aan:

1 Gyula Karoly Besnyoi, geboren te Boedapest (Hongarije) 17 september 1915, dessin-ontwerper, wonende te Enschede, provincie Overijssel;

2 Max Birke, geboren te Leiden (Zuidholland) 28 mei 1931, monteur, wonende te Amsterdam, provincie Noordholland;

O Laatstelijk gewijzigd bij de wet van 30 juli 1953 ( Stb . 363).