STAATSBLAD VAN HET KONINKRIJK DER NEDERLANDEN

280

WET van 6 juni 1958, houdende naturalisatie van Bernhard Ast en 17 anderen.

Wij JULIANA, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz., enz., enz.

Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat er aanleiding is tot naturalisatie van Bernhard Ast en 17 anderen, die aan Ons een verzoek daartoe hebben gedaan, met overlegging -— wat betreft de in artikel 2 genoemden voor zoveel nodig — van de bewijsstukken, bedoeld in artikel 3 van de wet op het Nederlanderschap en het ingezetenschap {Stb. 1892, 268) J );

Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

Artikel 1. De hoedanigheid van Nederlander wordt bij deze verleend aan:

1 Bernhard Ast, geboren te Rotterdam (Zuidholland) 29 april 1935, automonteur, wonende te Rotterdam, provincie Zuidholland;

2 Wilhelm Johann Albert Benning, geboren te Rhede (Duitsland) 15 december 1935, schildersknecht, wonende te Doetinchem, provincie Gelderland;

3 Isidor Bialystok, geboren te Wyszkow (Polen) 6 juli 1907, diamanthandelaar, wonende te ’s-Gravenhage, provincie Zuidholland;

4 Rosé Blum, geboren te Braila (Roemenië) 15 december 1884, zonder beroep, weduwe van Isidore Bernard Albert, wonende te Amsterdam, provincie Noordholland;

5 Andras Gacser, geboren te Ada (Hongarije) 5 april 1918, letterzetter, wonende te Amsterdam, provincie Noordholland;

6 Josef Fastl, geboren te Rotterdam (Zuidholland) 28 november 1901, chef in een expeditiebedrijf, wonende te Rotterdam, provincie Zuidholland;

7 Franziska Holthaus, geboren te Altenessen (Duitsland) 7 maart 1901, religieuze-kleuteronderwijzeres, wonende te Bergh, provincie Gelderland;

8 Karl Ludwig Krause, geboren te Hochkirchen (Duitsland) 9 november 1935, assistent-boekhouder, wonende te Weesp, provincie Noordholland;

9 Stanislav Rostislav Melusin, geboren te Utechove (Tsjechoslowakije) 19 april 1926, metaalbewerker, wonende te Boekelo, gemeente Enschede, provincie Overijssel;

10 Magdalena Peters, geboren te Aken (Duitsland) 22 juni 1914, kantoorbediende, wonende te Sas van Gent, provincie Zeeland;

11 Auguste Anna Schwietert, geboren te Ibbenbüren (Duitsland) 28 maart 1900, religieuze-kleuteronderwijzeres, wonende te Beverwijk, provincie Noordholland;

12 Balbina Sniegowski, geboren te Roggenhausen (Duitsland) 13 maart 1907, huishoudster, wonende te Bloemendaal, provincie Noordholland;

13 Maria Magdalena Thelen, geboren te Neuenahr (Duitsland) 25 december 1906, religieuze-kleuteronderwijzeres, wonende te Bergh, provincie Gelderland;

O Laatstelijk gewijzigd bij de wet van 30 juli 1953 {Stb. 363).

14 Marton Vucsan, geboren te Boedapest (Hongarije) 5 mei 1920, constructeur, wonende te Amsterdam, provincie Noordholland.

Artikel 2. Met afwijking van het bepaalde bij artikel 3, tweede en vierde lid, aanhef en onder 3 e van de wet op het Nederlanderschap en het ingezetenschap {Stb. 1892, 268) wordt bij deze de hoedanigheid van Nederlander verleend aan:

1 Alexander Gidaly, geboren te Blaj (Roemenië) 5 juni 1908, scheikundige, wonende te ’s-Gravenhage, provincie Zuidholland;

2 Frans Hubertus Schraets, geboren te Arcen en Velden (Limburg) 14 december 1893, tuinman, wonende te Arcen en Velden, provincie Limburg;

3 Ludwik Warchol, geboren te Kopanki (Polen) 25 augustus 1908, garagebediende, wonende te Utrecht, provincie Utrecht;

4 Gustav Zager, geboren te Heerlen (Limburg) 7 november 1919, mijnwerker, wonende te Heerlen, provincie Limburg.

Artikel 3. Deze wet treedt in werking met ingang van de dag na die van haar afkondiging.

Lasten en bevelen, dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst, en dat alle Ministeriële Departementen, Autoriteiten, Colleges en Ambtenaren, wie zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.

Gegeven ten Paleize Soestdijk, 6 juni 1958.

JULIANA.

De Minister van Justitie,

SAMKALDEN.

Uitgegeven de vierentwintigste juni 1958.

De Minister van Justitie, SAMKALDEN.

Zie voor de behandeling in de Staten-Generaal: Bijl. Hand. II 57/58, 5092; Hand. II 57/58, bladz. 2329; Bijl. Hand. I 57/58, 5092; Hand. I 57/58, bladz. 2355.

901

WET van 6 juni 1958, houdende naturalisatie van Gustaaf Bordui en 20 anderen.

Wij JULIANA, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz., enz., enz.

Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat er aanleiding is tot naturalisatie van Gustaaf Bordui en 20 anderen, die aan Ons een verzoek daartoe hebben gedaan, met overlegging — wat betreft de in de artikelen 2 en 3 genoemden voor zoveel nodig — van de bewijsstukken, bedoeld in artikel 3 van de wet op het Nederlanderschap en het ingezetenschap {Stb. 1892, 268) i);

) Laatstelijk gewijzigd bij de wet van 30 juli 1953 (Stb. 363).