van de bewijsstukken bedoeld in artikel 3 van de wet op het Nederlanderschap en het ingezetenschap (Stb. 1892, 268) x );

Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

Artikel 1. De hoedanigheid van Nederlander wordt bij deze verleend aan:

1 Alan Andrews, geboren te Sottenham (Groot-Brittannië) 5 juli 1931, vertegenwoordiger, wonende te Beverwijk, provincie Noordholland, met bepaling dat hem de geslachtsnaam: ,, Feuerstein” en de voornamen: „Johannes Michiel” worden verleend;

2 Jeanne Alice Argoud, geboren te Tjiandjoer (Indonesië) 5 november 1901, naaister, wonende te Rotterdam, provincie Zuidholland, van echt gescheiden van Ter dat Johannes Galstaun;

3 Hermine Boxheimer, geboren te Mannheim (Duitsland) 11 maart 1902, zonder beroep, wonende te Nijkerk, provincie Gelderland, weduwe van Artur Fritz Otto Ruck;

4 Petronella Dirx, geboren te Luyksgestel (Noordbrabant) 27 januari 1921, religieuze, wonende te Horst, provincie Limburg;

5 Jaymes Maarten Alexander Emiel Gaytant, geboren te Antwerpen (België) 1 juli 1935, technisch employé, wonende te Soest, provincie Utrecht;

6 Jean Cornelis Guillot, geboren te Schoorl (Noordholland)

19 oktober 1932, ijzervlechter, wonende te Bergen, provincie Noordholland;

7 Alfons Edgar Hirschfeld, geboren te Wenen (Oostenrijk)

20 december 1926, assistent-arts, wonende te Amsterdam, provincie Noordholland;

8 Henriette Martina Marcel de Jongh, geboren te Amsterdam (Noordholland) 22 juli 1898, zonder beroep, wonende te Waalre, provincie Noordbrabant, weduwe van Adolfo Bonaini;

9 Louis René Lousberg, geboren te Eygelshoven (Limburg)

10 mei 1932, kantoorbediende, wonende te Ubach over Worms, provincie Limburg;

10 Irmgard Monika Nobel, geboren te Göppersdorf, thans Burgstadt (Duitsland) 22 januari 1925, assistent-cheffin in een tricotagefabriek, wonende te Zutphen, provincie Gelderland;

11 Czeslaw Piestrzeniewicz, geboren te Bystra (Polen) 11 februari 1928, textielarbeider, wonende te Enschede, provincie Overijssel, met bepaling, dat zijn geslachtsnaam wordt veranderd in „Piestrenewits" en met last op de ambtenaren van de burgerlijke stand om in hun registers van de verandering melding te maken op de kant der akten, waarin de geslachtsnaam in zijn oorspronkelijke spelling voorkomt;

12 Pieter Antoon Simek, geboren te Amsterdam (Noordholland) 30 maart 1900, gemeentewerkman, wonende te Amsterdam, provincie Noordholland;

13 Margit Soti, geboren te Nagyteteny (Hongarije) 21 april 1913, verpleegster, wonende te Rotterdam, provincie Zuidholland;

14 Benjamin Stibbe, geboren te Amsterdam (Noordholland) 26 maart 1889, directeur van een handelmaatschappij, wonende te ’s-Gravenhage, provincie Zuidholland;

15 Rosalie Marie Vene, geboren te Hamborn (Duitsland)

11 augustus 1906, religieuze-ziekenverpleegster, wonende te ’s-Gravenhage, provincie Zuidholland;

16 Albert Vos, geboren te Duisburg (Duitsland) 21 december 1935, kleermaker, wonende te Amsterdam, provincie Noordholland.

1 ) Laatstelijk gewijzigd bij de wet van 30 juli 1953 (Stb. 363).

Artikel 2. Met afwijking van het bepaalde bij artikel 3, tweede en vierde lid, aanhef en onder 3e van de wet op het Nederlanderschap en het ingezetenschap (Stb. 1892, 268) wordt bij deze de hoedanigheid van Nederlander verleend aan:

1 Stanislaus Lapkowski, geboren te Boryslaw (Polen) 9 februari 1917, metaalarbeider, wonende te Tilburg, provincie Noordbrabant;

2 Alfred Sokolowski, geboren te Muchowice (Polen) 20 oktober 1923, trekschop-machinist, wonende te Nieuwerkerk aan den IJssel, provincie Zuidholland;

3 Cornelis Willem Frangois van der Vliet, geboren te Tilburg (Noordbrabant) 3 april 1896, grondwerker, wonende te Utrecht, provincie Utrecht.

Artikel 3. Deze wet treedt in werking met ingang van de dag na die van haar afkondiging.

Lasten en bevelen, dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst, en dat alle Ministeriële Departementen, Autoriteiten, Colleges en Ambtenaren, wie zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.

Gegeven ten Paleize Soestdijk, 6 juni 1958.

JULIANA.

De Minister van Justitie, SAMKALDEN.

Uitgegeven de vierentwintigste juni 1958.

De Minister van Justitie, SAMKALDEN.

Zie voor de behandeling in de Staten-Generaal: Bijl. Hand. II 57/58, 5094; Hand. II 57/58, bladz. 2329; Bijl. Hand. I 57/58, 5094; Hand. I 57/58, bladz. 2355.

'J'IQ WET van 6 juni 1958, houdende naturalisatie ^ van George Michael Curelea en 20 anderen.

Wij JULIANA, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz., enz., enz.

Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat er aanleiding is tot naturalisatie van George Michael Curelea en 20 anderen, die aan Ons een verzoek daartoe hebben gedaan, met overlegging — wat betreft de in de artikelen 2 en 3 genoemden voor zoveel nodig — van de bewijsstukken, bedoeld in artikel 3 van de wet op het Nederlanderschap en het ingezetenschap (Stb. 1892, 268) x );

Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

Artikel 1. De hoedanigheid van Nederlander wordt bij deze verleend aan:

1 George Michael Curelea, geboren te Braila (Roemenië) 15 juli 1908, ingenieur bij een petroleummaatschappij, wonende te ’s-Gravenhage, provincie Zuidholland;

2 Leo Dadziak, geboren te Ubach over Worms (Limburg) 17 augustus 1932, mijnwerker, wonende te Ubach over Worms, provincie Limburg;

x ) Laatstelijk gewijzigd bij de wet van 30 juli 1953 (Stb. 363).