BXIV. Rijksmuseum voor Volkskunde ,He Nederlands Openlucht Museum ” te Arnhem. 89 Ontvangsten betreffende het Nederlands Openlucht Museum. BXV. Zuiderzeemuseum te Enkhuizen. 90 Ontvangsten betreffende het Zuiderzeemuseum. BXV1. Overige ontvangsten betreffende de Rijksmusea. 91 Overige ontvangsten betreffende de Rijksmusea. Onderafdeling IV. ARCHIEFWEZEN. Paragraaf 2. Rijksarchieven. 92 Ontvangsten betreffende de Rijksarchieven. Paragraaf 3. Archieven van gemeenten, waterschappen, veenschappen en veenpolders. 93 Ontvangsten betreffende archieven van gemeenten, waterschappen, veenschappen en veenpolders. Paragraaf 5. Vaderlandse Geschiedenis. B. Bureau der Rijkscommissie voor Vaderlandse Geschiedenis. 94 Ontvangsten betreffende het Bureau der Rijkscommissie voor Vaderlandse Geschiedenis. Onderafdeling V. BIBLIOTHEEKWEZEN. Paragraaf 2. Koninklijke Bibliotheek te ’s-Gravenhage. 95 Ontvangsten betreffende de Koninklijke Bibliotheek. Onderafdeling VI. RIJKSINSTELLINGEN OP HET GEBIED VAN DE OUDHEIDKUNDE EN DE NATUURBESCHERMING. Paragraaf 1. Nederlands instituut voor geschiedkundig en kunsthistorisch onderzoek te Rome. 96 Ontvangsten betreffende het Nederlands instituut voor geschiedkundig en kunsthistorisch onderzoek te Rome. AFDELING VIII. KUNSTEN. Onderafdeling I. ALGEMEEN BEHEER. 97 Overige ontvangsten betreffende muziek en danskunst. Onderafdeling II. MUZIEK EN DANSKUNST. Paragraaf 1. Muziek. B. Opleiding. BI. Koninklijk Conservatorium voor Muziek te 's-Gravenhage. 98 Schoolgelden van leerlingen. 99 Bijdrage van de gemeente ’s-Gravenhage in de kosten van het Conservatorium. Bil. Overige ontvangsten betreffende de opleiding. 100 Opbrengst Staatsexamens voor Muziek. Onderafdeling IV. BEELDENDE KUNSTEN EN ARCHITECTUUR. Paragraaf 1. Rijksakademie van beeldende kunsten te Amsterdam. 101 Collegegelden Rijksakademie van beeldende kunsten. Paragraaf 2. Overige ontvangsten betreffende beeldende kunsten. 102 Overige ontvangsten betreffende beeldende kunsten en architectuur. Onderafdeling V. FILM. 103 Ontvangsten betreffende de door het Rijk gesubsidieerde kunstzinnige en culturele films. 104 Ontvangsten uitleenfilms. 105 Overige ontvangsten betreffende de film.

AFDELING IX. RADIO, TELEVISIE EN PERS. Onderafdeling II. RADIO EN TELEVISIE. Paragraaf 1. Radio. 106 Aandeel in de opbrengst der luisterbijdragen. 107 Overige ontvangsten betreffende de Radio. Paragraaf 2. Televisie. 108 Opbrengst der kijkgelden AFDELING X. VORMING BUITEN SCHOOLVERBAND. Onderafdeling II. JEUGDZAKEN. Paragraaf 1. Kamp- en internaatswerk. A. Kamp- en internaatswerk voor sociale jeugdzorg. 109 Huur- en inwoningvergoedingen voor dienstwoningen. 110 Vergoeding voor kost. 111 Ontvangsten landbouw-, tuinbouw- en veeteeltbedrijf. 112 Ontvangsten Ieidersvorming. 113 Opbrengst verkochte werkstukken. 114 Verpleeggelden. 115 Opbrengst uitvoering werkobjeeten en verdiensten werkende jongens en meisjes. B. Overig kamp- en internaatswerk. 116 Kamp voor Friese schippersjongens. Paragraaf 5. Overige ontvangsten. 117 Overige ontvangsten betreffende Jeugdzaken. AFDELING XI. LICHAMELIJKE OPVOEDING EN SPORT. Onderafdeling III. CENTRAAL INSTITUUT VOOR OPLEIDING VAN SPORTLEIDERS. 118 Ontvangsten Centraal Instituut vooropleiding van Sportleiders. AFDELING XII. BUITENLANDSE BETREKKINGEN. Onderafdeling II. CULTURELE INSTELLINGEN IN HET BUITENLAND. 119 Ontvangsten betreffende de Stichting voor Nederlands Onderwijs in Indonesië te Djakarta. HOOFDSTUK VII A I Nationale Schuld AFDELING I. GEVESTIGDE SCHULD EN LANGLOPENDE CREDIETEN. Onderafdeling I. RENTE EN OVERIGE ONTVANGSTEN. Paragraaf 1. Binnenland. 1 Aandeel van de N.V. Nederlandsche Spoorwegen in de rente van Gevestigde Schuld. 2 Verjaarde renten. 3 Uitkering van Staatsbedrijven wegens rente van verstrekt kapitaal. Paragraaf 2. Buitenland. 4 Aandeel van Indonesië in de rente van Gevestigde Schuld. 5 Rente van aan Indonesië verstrekte leningen. 6 Rente van aan Nieuw-Guinea verstrekte lening. 6a Vergoeding wegens vervroegde aflossing van het crediet dd. 7 September 1949 afgesloten met de Belgische Regering. AFDELING II. RENTE EN ONTVANGSTEN VAN VLOTTENDE SCHULD EN KORTLOPENDE CREDIETEN. Onderafdeling I. BINNENLAND. 7 Rente van kortlopende vorderingen. 8 Overige ontvangsten betreffende kasvoorzieningen.