Onderafdeling III. OVERIGE UITGAVEN DER STATEN-GENERAAL........... 207 100 14 Personeelsuitgaven der Stenografische Inrichting 133 600 15 Kosten van het in orde brengen der Grafelijke Zalen voor de verenigde zitting der Staten-Generaal . . 1 000 16 Kosten van uitzending van leden en ambtenaren der Staten-Generaal naar de Raad van Europa. . . 40 000 17 Kosten van uitzending van leden en ambtenaren der Staten-Generaal naar Overzeese Rijksdelcn, naar Indonesië en naar het buitenland....... 10 000 18 Kosten van ontvangst van buitenlandse parlementsleden ................... 5 000 19 Subsidie aan de Nederlandse Groep der Union Interparlementaire.............. 17 500 AFDELING II. RAAD VAN STATE .... 467 300 Onderafdeling I. VICE-PRESIDENT EN LEDEN 251 100 20 Personeelsuitgaven.............. 251 100 Onderafdeling II. ALGEMENE DIENST . . _ 216 200 21 Personeelsuitgaven.............. 181 100 22 Algemene uitgaven.............. 30 300 23 Aanschaffingen voor inrichting, uitbreiding en vernieuwing................. 4 800 AFDELING III. ALGEMENE REKENKAMER 1 259 100 Onderafdeling I. VOORZITTER EN LEDEN. 48 800 24 Personeelsuitgaven.............. 48 800 Onderafdeling II. ALGEMENE DIENST . . _1 210 30 0 25 Personeelsuitgaven.............. 1 138 600 26 Algemene uitgaven.............. 67 600 27 Representatiekosten............. 100 28 Aanschaffingen voor inrichting, uitbreiding en vernieuwing................. 4 000 AFDELING IV. KANSELARIJ DER NEDERLANDSE ORDEN............. 148 500 29 Personeelsuitgaven.............. 27 000 30 Algemene uitgaven.............. 14 800 31 Aankoop en herstellingen van decoratiën .... 60 000 32 Aanschaffingen voor inrichting, uitbreiding en vernieuwing................. 700 33 Toelagen aan Ridders en weduwen van Ridders der Militaire Willemsorde.......... 30 000 34 Toelagen verbonden aan het ereteken voor Moed en Trouw ................. 6 000 35 Toelagen aan Broeders in de Orde van de Nederlandse Leeuw................ 7 000 36 Toelagen aan weduwen van Broeders in de Orde van de Nederlandse Leeuw............ 3 000 AFDELING V. KABINET DER KONINGIN . 150 300 37 Personeelsuitgaven.............. 116 100 38 Algemene uitgaven.............. 33 400 39 Aanschaffingen voor inrichting, uitbreiding en vernieuwing................. 800 AFDELING VI. OVERIGE UITGAVEN VAN DE HOGE COLLEGES VAN STAAT EN HET KABINET DER KONINGIN......... 31 000 40 Sociale lasten..........ƒ 239 309 waarvan komt ten laste van de diverse artikelen voor personeelsuitgaven ............ 239 309 zodat wordt uitgetrokken.......... Nihil
41 Uitkering op grond van artikel 95a Rijksambtenarenreglement en artikel 63 Arbeidsovereenkomstenbesluit ............... 12 000 42 Wachtgelden................ Memorie 43 Bijdragen voor inkoop van diensttijd voor pensioen 13 500 44 Uitgaven betreffende afgesloten dienstjaren, als bedoeld in artikel 7, derde lid, der Comptabiliteitswet {Stb. 1927, no. 259)........... 500 45 Onvoorziene uitgaven............ 5 000 TITEL B. BUITENGEWONE DIENST: I UITGAVEN VAN AFLOPEND KARAKTER . Nihil II KAPITAALSUITGAVEN........... 368 000 II KAPITAALSUITGAVEN......... 368 000 AFDELINGEN: I STATEN-GENERAAL........... 368 000 VI OVERIGE UITGAVEN VAN DE HOGE COLLEGES VAN STAAT EN HET KABINET DER KONINGIN............. Nihil AFDELING I. STATEN-GENERAAL .... 368 000 Onderafdeling I. EERSTE KAMER..... 68 000 46 Nieuw-, aan- en verbouw door bemiddeling van de Rijksgebouwendienst............. 68 000 Maximum van de verplichtingen, die in 1954 zullen worden aangegaan f 68 000. Aangewezen voor toepassing van artikel 24 der Comptabiliteitswet (Stb. 1927, no. 259). Onderafdeling II. TWEEDE KAMER .... _3 00 000 47 Nieuw-, aan- en verbouw door bemiddeling van de Rijksgebouwendienst ............ 300 000 Maximum van de verplichtingen, die in 1954 zullen worden aangegaan f 700 000. Aangewezen voor toepassing van artikel 24 der Comptabiliteitswet (Stb. 1927, no. 259). AFDELING VI. OVERIGE UITGAVEN VAN DE HOGE COLLEGES VAN STAAT EN HET KABINET DER KONINGIN........ Nihil 48 Nieuw-, aan- en verbouw door bemiddeling van de Rijksgebouwendienst.......ƒ 368 000 Waarvan ten laste komt van de diverse artikelen voor nieuw-, aanen verbouw.......... 368 000 zodat wordt uitgetrokken.......... Nihil Maximum van de verplichtingen die in 1954 zullen worden aangegaan f 768 000. Artikel II Op de artikelen voor personeelsuitgaven van het bij deze wet vastgestelde hoofdstuk worden aangewezen uitgaven wegens: 1. bezoldiging van personeel in vaste en in tijdelijke dienst; 2. bezoldiging van personeel op arbeidsovereenkomst, 3. lonen personeel in los dienstverband; 4. salarissen en lonen personeel met onvolledige dagtaak; 5. lopende toelagen; 6. incidentele uitkeringen; 7. aandeel in de sociale lasten. Artikel III Op de artikelen voor algemene uitgaven van het bij deze wet vastgestelde hoofdstuk worden aangewezen uitgaven wegens: 1. huisvestingskosten; 2. bureaukosten; 3. reis-, verblijf- en verplaatsingskosten; 4. overige algemene uitgaven.