zoals deze zijn vastgesteld door de Hoofdcommissie voor de Normalisatie in Nederland op de desbetreffende normaalbladen, zijn van gelijke kracht als de bepalingen van dit besluit, voorzover zij daar mede niet in strijd zijn.

2. Waar in de normaalbladen wordt gesproken van de „besteller of diens gemachtigde”, moet voor de toepassing van deze bijlage worden gelezen „ambtenaar van de Scheepvaartinspectie”, terwijl de „leverancier” volgens voornoemde bepalingen de „scheepsbouwmeester of machinefabrikant” is.

Artikel 6

Merken proefstukken De proefstukken, zowel als de stukken, waaraan deze zijn ontleend, worden door de met de keuring belaste ambtenaar voorzien van het hiernavolgend slagmerkteken.

Artikel 7

Afkeuringsmcrk Afgekeurde voorwerpen worden door de met de keuring belaste ambtenaar voorzien van het in artikel 6 bedoelde slagmerkteken,

waardoor een

geslagen wordt.

Artikel 8

Gevallen, waarin niet wordt gekeurd Het betrokken Districtshoofd van de Scheepvaartinspectie kan voor bepaalde gevallen, met het oog op de aard van het werk, waarvoor het materiaal moet worden gebruikt, gedeeltelijk van het nemen van proeven afzien. Indien het in dergelijke gevallen zeer kleine partijen betreft, kan door hem de keuring achterwege worden gelaten.

Artikel 9

Regeling voor beproeving op walswerken 1. Al het walsmateriaal, dat door de met de keuring belaste ambtenaar direct op het walswerk wordt gekeurd, moet vanwege dit walswerk worden voorzien van ingeslagen merken, waardoor het walswerk en het nummer van gieting (charge) van het materiaal, waaruit elk stuk gewalst is, worden aangegeven.

2. Tevens wordt het materiaal voorzien van duidelijk met olieverf geschilderde merken en nummers, zodat voor vergelijking met de