Artikel 149
Met hechtenis van ten hoogste drie maanden of geldboete van ten hoogste driehonderd gulden wordt gestraft de kapitein, die het bepaalde in artikel 102 niet nakomt.
Artikel 150
Met hechtenis van ten hoogste drie maanden of geldboete van ten hoogste driehonderd gulden wordt gestraft de kapitein, die de verplichtingen van artikel 110 niet nakomt.
Artikel 151
Met hechtenis van ten hoogste één maand of geldboete van ten hoogste honderd gulden wordt gestraft de kapitein, die de verplichtingen van de artikelen 115, 116 of 117 niet nakomt.
Artikel 152
Met hechtenis van ten hoogste één maand of geldboete van ten hoogste honderd gulden wordt gestraft de kapitein, die de verplichtingen van artikel 125 niet nakomt.
Artikel 153
Met hechtenis van ten hoogste drie maanden of geldboete van ten hoogste driehonderd gulden wordt gestraft de kapitein, die het bepaalde in artikel 126 niet naleeft.
Artikel 154
Met hechtenis van ten hoogste één maand of geldboete van ten hoogste honderd gulden wordt gestraft de kapitein, die handelt in strijd met het bepaalde in artikel 131, lid 4.
Artikel 155
Met hechtenis van ten hoogste drie maanden of geldboete van ten hoogste driehonderd gulden wordt gestraft de kapitein, die het bepaalde in de artikelen 136, 137 of 138 niet naleeft.
Artikel 156
Met hechtenis van ten hoogste drie maanden of geldboete van ten hoogste driehonderd gulden wordt gestraft de eigenaar, die de verplichtingen van de artikelen 141 of 142 niet nakomt.
Artikel 157
De in dit hoofdstuk gestelde geldboeten worden, voor zover zij door de strafrechter in de Nederlandse Antillen worden opgelegd, geacht le luiden in het betaalmiddel van de Nederlandse Antillen.