haven van Willemstad (Curajao) dan is de kapitein verplicht de dagboeken van de afgelopen reizen, telkenmale na verloop van ten hoogste één jaar, te zenden aan het Districtshoofd van de Scheepvaartinspectie, waar het schip thuis behoort.
Wordt het schip in een haven buiten Nederland of de Nederlandse Antillen gelegen opgelegd, dan is de kapitein verplicht de dagboeken binnen acht dagen te zenden aan het hoofd van het district, waar het schip thuis behoort.
Van de naleving van de in dit lid gegeven voorschriften kunnen de Districtshoofden al dan niet onder bepaalde voorwaarden in verband met de korte duur van de reis of op grond van bijzondere omstandigheden, vrijstelling verlenen.
De kapitein ontvangt de ingezonden dagboeken zo spoedig mogelijk terug, voorzien van een gedagtekende en ondertekende verklaring, dat zij door een ambtenaar van de Scheepvaartinspectie zijn gezien.
Artikel 132
Radiodagboek 1. Op schepen, voorzien van een radio-installatie, is de kapitein verplicht door de chef van het scheepsstation een radiodagboek (telegrafie en/of telefonie) te doen bijhouden in een stevig ingebonden boek, samengesteld van duurzaam papier, overeenkomstig de modellen als aangegeven in bijlage XXI, welke modellen door de Districtshoofden van de Scheepvaartinspectie op verzoek kosteloos worden verstrekt.
De kapitein is verplicht het dagboek dagelijks voor gezien af t e tekenen.
2. Het radiodagboek (telegrafie) moet gedurende de reis in de radiohut bewaard worden. Evenzo het radiodagboek (telefonie), indien de telegrafist, chef van het radiotelegraafstation, tevens optreedt als chef van het radiotelefoonstation; in alle andere gevallen moet dit dagboek onder berusting van de kapitein blijven.
3. De kapitein van een schip, voorzien van een radiotelegraaf' onderscheidenlijk radiotelefooninstallatie, is verplicht zorg te dragen, dat iedere radiotelegrafist onderscheidenlijk -telefonist, in het betreffende dagboek invult, hetgeen daarin overeenkomstig de in die dagboeken dienaangaande opgenomen instructies, moet worden vermeld4.
De kapitein van een schip, voorzien van een radiotelegraafinstallatie, is verplicht zorg te dragen, dat in het radiodagboek (telegrafie), naast hetgeen daarin krachtens het Radio-Reglement en de in lid 3 bedoelde instructies moet worden ingevuld, het volgende wordt opgenomen:
(a) nauwkeurige gegevens omtrent het onderhoud en het laden van de accumulatoren-batterijen;
(b) dagelijks een verklaring, inhoudende, dat alle tot de hoofd' dan wel de nood- (reserve-) installatie behorende accumulatorenbatterijen, ten volle zijn geladen;