5. De kapitein is ontheven van de hem in lid 2 en in de tweede volzin van lid 3 opgelegde verplichtingen, indien hem door een schip, dat de in nood verkerende personen heeft bereikt, wordt medegedeeld, dat hulpverlening niet langer nodig is.
6. De bepalingen, vervat in de leden 2 tot en met 5, maken geen inbreuk op het op 23 September 1910 gesloten Internationaal Verdrag tot het vaststellen van enige eenvormige regelen betreffende hulp en berging.
Artikel 128
1. De kapitein is verplicht:
(a) indien hij gevaarlijk ijs, een gevaarlijk wrak, een ander onmiddellijk gevaar voor de scheepvaart of een tropische storm ontmoet, ra et alle middelen, waarover hij beschikt, de schepen in de nabijheid, zomede de bevoegde autoriteiten van het punt aan de vaste wal, waarmede hij het eerst verbinding kan verkrijgen, te waarschuwen; Berichten omtrent gevaren, veiligheidssein
( b ) indien gevaarlijk ijs is gemeld op of in de nabijheid van de koerslijn van zijn schip, des nachts een matige vaart te lopen, of zodanig van koers te veranderen, dat hij ruimschoots buiten het gevaarlijke gebied blijft;
(c) berichten betreffende ijs, wrakken, tropische stormen of een ander onmiddellijk gevaar voor de scheepvaart, als bedoeld onder (a), te allen tijde te doen overseinen.
2. De kapitein is verplicht zorg te dragen, dat bij het overbrengen van de in lid 1 genoemde berichten de volgende regelen in acht worden genomen:
(a) alle berichten moeten worden ingeleid door het veiligheidssein jtls voorgeschreven in het van kracht zijnde internationaal Radiokeglement. Slechts de kapitein is bevoegd bevel te geven tot het ge° r uik van dit sein, hetwelk slechts mag worden gebezigd ter aankondl 8ing van een door het schip te seinen bericht, dat betrekking heeft °P de veiligheid van de navigatie of dat belangrijke meteorologische W aarschuwingen bevat;
, (b) de berichten, waarvan de vorm niet is voorgeschreven, worden ‘n algemeen verstaanbare taal, bij voorkeur Engels, of met behulp van het Radiodeel van het Internationale Seinboek, in omroep uitgezonden;
(c) bij het radiotelegrafisch omroepen van de berichten, moet de algemene oproep worden voorafgegaan door het veiligheidssein TTT en de seinwijze worden gevolgd als hiervoor in het van kracht zijnd jnternationaal Radio-Reglement is voorgeschreven; het bericht zelf be staat uit het inleidende veiligheidssein TTT, gevolgd door een aanduiding van het gevaar en een nadere omschrijving daarvan, zoals fllt in de voorbeelden van bijlage XX is aangegeven;
(d) bij het radiotelefonisch omroepen van de berichten moet de ^rkwijze worden gevolgd als aangegeven onder (c), met dien verbande, dat het veiligheidssein in het radio-telefoonverkeer SECURITE