Extra voorzorgsmaatregelen dienen te worden getroffen bij het openen der luiken van ruimen, waarin stoffen als bedoeld in de leden 6, 7 en 8 of stoffen als bedoeld in lid 4 voor zover deze door lekkage aanleiding kunnen geven tot het aanwezig zijn van ontplofbare giftige dampen of mengsels, zijn geborgen.
Artikel 123
De kapitein van een schip, dat een deklast hout van meer dan Vervoer dek5 percent van zijn draagvermogen „op zomermerk” vervoert, is ver- lasten hout plicht rekening te houden met het bepaalde in artikel 101, lid 2 en voorts zorg te dragen, dat bij vertrek naar zee na het aan boord nemen van die deklast aan het bepaalde in hoofdstuk V van bijlage IV is voldaan en dat één of meer dubbele-bodemtanks ledig Z1 jn, teneinde deze tanks gedurende de reis naar behoefte te kunnen vullen. Deze tanks moeten gezamenlijk een gewicht aan zeewater kunnen bevatten, dat ten minste gelijk is aan het gehele gewicht van het te verwachten verbruik van de in de dubbele bodem medegevoerde brandstoffen en water, vermeerderd met de helft van het gewicht van het gedurende de reis te verwachten verbruik van vloeistoffen u >t ruimten tussen het bovendek en de dubbele bodem en vervolgens verminderd met de helft van het gewicht van het gedurende de reis te verwachten verbruik van vloeistoffen uit ruimten boven het bovendek.
Artikel 124
De kapitein is verplicht de bevelen aan de roerganger in recht- Roercommando streekse zin te geven en te doen geven, zodat bij vooruitgaande bew eging van het schip en vooruitwerkende machines bij het gevolg geven aan het commando stuurboord het voorschip naar stuurboord en bij het gevolg geven aan het commando bakboord het voorschip naar bakboord gaat.
Artikel 125
De kapitein is verplicht zorg te dragen, dat bij de aanvang van Geneeskundige de reis de daarvoor in aanmerking komende leden der bemanning verklaringen *n het bezit van de in artikel 92 genoemde nog geldige geneeskundige verklaringen zijn.
Artikel 126
i • Het is de kapitein van een varend vissersvaartuig onder alle Wacht op vissersomstandigheden verboden de wacht aan dek over te laten aan min- vaartulgen der dan 2 personen. Eén van deze personen moet in het bezit zijn Va n het bewijs van bekendheid met de bepalingen ter voorkoming y a u aanvaringen op zee en van de verklaringen, als bedoeld in artikel 92.
2. Voor een schip, liggende aan de haringnetten, kan op wacht j^t één persoon worden volstaan, die in het bezit moet zijn van het bewijs van bekendheid met de bepalingen ter voorkoming van aangingen op zee en van de verklaringen, als bedoeld in artikel 92.