af te wachten, indien daardoor naar zijn mening ongewenst oponthoud zou ontstaan.
i. In artikel 18, tweede lid, wordt na „adviseur” ingevoegd: , de scheepsbouwkundig hoofdingenieur.
Artikel II
Dit besluit treedt in werking tegelijkertijd met de wet van 19 Juli 1950, Stb. K 300.
Onze Minister van Verkeer en Waterstaat is belast met de uitvoering van dit besluit, hetwelk in het Staatsblad zal worden geplaatst en waarvan afschrift zal worden gezonden aan de Raad van State.
Soestdijk, 21 October 1952.
De Minister van Verkeer en Waterstaat, J ALGERA.
JULIANA.
De Minister voor Uniezaken en Overzeese Rijksdelen,
W. J. A. KERNKAMP.
Uitgegeven de achttiende November 1952.
De Minister van Justitie, L. A. DONKER.