inspectie. De in die artikelen behandelde onderwerpen worden, voorzover het betreft de door de Gouverneur van de Nederlandse Antillen benoemde ambtenaren, geregeld bij Landsverordening;
2. De in de artikelen 2, vijfde lid, 3, tweede lid, en 7 omschreven aanwijzingen worden, voorzover het betreft de door de Gouverneur van de Nederlandse Antillen benoemde ambtenaren, gedaan door de Gouverneur van de Nederlandse Antillen;
b. In artikel 2 wordt telkens na „adviseur” ingevoegd: , scheepsbouwkundig hoofdingenieur.
c. In artikel 3, eerste lid, worden de woorden „het gehele Rijk” vervangen door: Nederland en de Nederlandse Antillen. Aan het eerste lid wordt aan het slot de volgende zin toegevoegd:
De door de Gouverneur van de Nederlandse Antillen benoemde ambtenaren zijn uitsluitend werkzaam in het gebied van de Nederlandse Antillen.
d. Artikel 6, eerste lid, wordt gelezen:
1. Voor het toezicht, met uitzondering van dat op de zeevissersvaartuigen, welke thuisbehoren in Noord-Holland, Zuid-Holland, Zeeland en Noord-Brabant, worden vier districten gevormd, onderscheidenlijk omvattende:
1°. Noord-Holland, Zuid-Holland benoorden de spoorlijn Leiden—Utrecht, Utrecht, Noord-Brabant beoosten de spoorlijn ’s-Hertogenbosch—Tilburg, Gelderland en Limburg;
2°. Zuid-Holland bezuiden de spoorlijn Leiden—Utrecht, Zeeland, Noord-Brabant bewesten de spoorlijn ’s-Hertogenbosch—Tilburg;
3°. Groningen, Friesland, Drente en Overijssel;
4 t '. de Nederlandse Antillen.
e. Artikel 6, tweede lid, wordt gelezen:
2. Voor het toezicht op de zeevissersvaartuigen, welke thuisbehoren in Noord-Holland, Zuid-Holland, Zeeland en Noord-Brabant, W'ordt een afzonderlijk vijfde district gevormd.
ƒ. In artikel 6, derde lid, wordt onder a en b „vierde” vervangen door „vijfde”.
g. In artikel 8 worden na „aan de ambtenaren” toegevoegd de woorden „van de districten 1, 2, 3 en 5”, terwijl „der” wordt vervangen door „dier”.
h. Aan artikel 15 wordt een vierde lid toegevoegd, luidende:
4. In afwijking van het bepaalde in het tweede lid en de laatste
zin van het derde lid, kan het districtshoofd in de Nederlandse Antillen nalaten de scheepsbouwkundig adviseur te raadplegen, onderscheidenlijk een beslissing van het hoofd van de scheepvaartinspectie