STAATSBLAD
VAN HET
KONINKRIJK DER NEDERLANDEN
NO. 506
BESLUIT van 21 October 1952, houdende wijziging van het Koninklijk besluit van 17 December 1932, Stb. 620, tot vaststelling van een algemene maatregel van bestuur, als bedoeld in artikel 10 van de Schepenwet.
Wij JULIANA, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz., enz., enz.
Op de voordracht van Onze Ministers van Verkeer en Waterstaat van 23 Januari 1951, no. 266.906/J., Directoraat-Generaal van Scheepvaart, en voor Uniezaken en Overzeese Rijksdelen en de Minister zonder Portefeuille L. Götzen van 28 Februari 1951, Afdeling Suriname en Nederlandse Antillen, no. 14;
Gelet op artikel 10 van de Schepenwet;
Overwegende, dat het in verband met de invoering van de wet van 19 Juli 1950 {Stb. K 300), houdende nadere wijziging van de Schepenwet, noodzakelijk is tevens wijzigingen aan te brengen in het Koninklijk besluit van 17 December 1932 {Stb. 620);
De Landsregering van de Nederlandse Antillen gehoord (advies van 9 Februari 1952, no. 10229/39);
De Raad van State gehoord (advies van 13 Maart 1951, no. 24);
Gezien het nader rapport van Onze Ministers van Verkeer en Waterstaat van 8 October 1952, no. 320.648/J/95/95/10, Directoraat-Generaal van Scheepvaart, en voor Uniezaken en Overzeese Rijksdelen van 13 October 1952, Afdeling Suriname en Nederlandse Antillen, no. 31191;
Hebben goedgevonden en verstaan:
Artikel I
Het Koninklijk besluit van 17 December 1932, Stb. 620, wordt gewijzigd als volgt:
a. Na artikel 1 wordt een nieuw artikel la ingevoegd, luidende:
1. Het bepaalde in de artikelen 4, 5, eerste lid, 18, 19, 21 en 22 van dit besluit is niet van toepassing op de door de Gouverneur van de Nederlandse Antillen benoemde ambtenaren van de scheepvaart-