STAATSBLAD

VAN HET

KONINKRIJK DER NEDERLANDEN

BESLUIT van 23 September 1952 tot hernieuwde aanwijzing overeenkomstig artikel 157 van de hoger-onderwijswet van de afdeling gymnasium van het Eerste Vrijzinnig-Christelijk Lyceum te ’s-Gravenhage.

Wij JULIANA, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz., enz., enz.

Op de voordracht van Onze Minister van Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen van 16 Augustus 1952, no. 2723681, afdeling Voorbereidend Hoger en Middelbaar Onderwijs;

Gelet op artikel 157 van de hoger-onderwijswet;

De Raad van State gehoord (advies van 9 September 1952, no. 24);

Gezien het nader rapport van Onze voornoemde Minister van 16 September 1952, no. 272368 III, afdeling Voorbereidend Hoger en Middelbaar Onderwijs;

Hebben goedgevonden en verstaan:

met ingang van 1 September 1952 de afdeling gymnasium van het Eerste Vrijzinnig-Christelijk Lyceum te ’s-Gravenhage, uitgaande van de Vereniging „Het Vrijzinnig-Christelijk Lyceum”, gevestigd aldaar, opnieuw voor een tijdvak van zes jaren aan te wijzen als bevoegd om, met inachtneming van de desbetreffende wettelijke voorschriften, aan de leerlingen van die afdeling, die het onderwijs tot aan het einde hebben bijgewoond, een getuigschrift van bekwaamheid tot universitaire studiën af te geven, dat met het getuigschrift, in artikel 11 van de hoger-onderwijswet vermeld, wordt gelijkgesteld.

Onze Minister van Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen is belast met de uitvoering van dit besluit, dat in het Staatsblad zal worden geplaatst en waarvan afschrift zal worden gezonden aan de Raad van State.

Soestdijk, 23 September 1952.

JULIANA.

De Minister van Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen,

J. CALS.

Uitgegeven de veertiende October 1952.

De Minister van Justitie, L. A. DONKER.