STAATSBLAD

VAN HET

KONINKRIJK DER NEDERLANDEN

No. 476

BESLUIT van 23 September 1952, houdende intrekking der aanwijzing van het Leids Universiteitsfonds, gevestigd te Leiden, als bevoegd bijzondere leerstoelen te vestigen in:

1 . de leer der financiƫn; 2. de economische geschiedenis; 3. de tropische geneeskunde; 4. de natuurkunde; 5. de algemene plantkunde; 6 . de oude geschiedenis, in het bijzonder de geschiedenis van de Hellenistische tijd; 7. de Italische archaeologie; S. de Griekse archaeologie; 9. de algemene volkenkunde.

Wij JULIANA, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz., enz., enz.

Op de voordracht van Onze Minister van Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen van 4 Juli 1952, no. 239319 II, afdeling Hoger Onderwijs en Wetenschappen;

Gelet op artikel 180 der Hoger-onderwijswet;

De Raad van State gehoord (advies van 5 Augustus 1952, no. 42);

Gezien het nader rapport van Onze Minister van 16 September 1952, no. 274398, afdeling Hoger Onderwijs en Wetenschappen;

Hebben goedgevonden en verstaan:

in te trekken de aanwijzingen van het Leids Universiteitsfonds, gevestigd te Leiden, als bevoegd tot het vestigen van bijzondere leerstoelen aan de Rijksuniversiteit te Leiden,

I. bij de faculteit der rechtsgeleerdheid,

a. in de leer der financiƫn, aangewezen bij Koninklijk besluit van 6 April 1918, Staatsblad 233;

b. in de economische geschiedenis, aangewezen bij Koninklijk besluit van 16 Januari 1939, Staatsblad 1363;