2. Op vaartuigen met een ten hoogste toegelaten aantal passagiers van meer dan 500 moet een der leden van het dekpersoneel de nodige geschiktheid bezitten om de schipper te vervangen.
3. Op motorschepen moet het machinekamerpersoneel tenminste één machinist tellen, behalve op die met een ten hoogste toegelaten aantal passagiers van minder dan 300, mits de motor van de brug af wordt bediend.
4. Voor stoomschepen wordt het aantal machinisten en stokers door de Commissie van Deskundigen bepaald overeenkomstig de voorzieningen van de artikelen 40 en 43.
Artikel 42
Afwijkingen van het tenminste vereiste dekpersoneel, voorzien in de artikelen 38 t/m 41 1. Versterking van het dekpersoneel van een vaartuig met mechanische beweegkracht, kan door de Commissie van Deskundigen worden voorgeschreven: a. indien het vaartuig een plompe vorm of weinig doelmatige inrichtingen heeft;
b. indien er uit hoofde van de afmetingen, de bouw of de bestemming van het vaartuig, reden is om aan te nemen, dat de tenminste vereiste bemanning, overeenkomstig de voorschriften, vervat in de artikelen 38 tot en met 41, onvoldoende zou zijn om onder alle omstandigheden een geregelde bediening te verzekeren, in het bijzonder aan boord van vrachtboten.
2. Vermindering der bemanning kan door de Commissie van Deskundigen toegestaan worden aan boord van sleepboten, voorzien van inrichtingen, welke een aanmerkelijk gemakkelijker bediening dan gewoonlijk mogelijk maken.
3. Aan boord van stoomsleepboten met een verwarmend oppervlak van niet meer dan 45 m 2 en van motorsleepboten van niet meer dan 125 EPK kan de Commissie van Deskundigen de vervanging van een matroos door een jongen toelaten, indien volgens de bewoordingen van het certificaat het schip bestemd is om slechts bepaalde korte trajecten te varen.
Artikel 43
Afwijkingen betreffende de machinisten 1. Vaartuigen met gasmotoren moeten in elk geval tenminste één machinist hebben.
2. Wanneer de machines van een stoomvaartuig zijn gesplitst in twee groepen, die niet gezamenlijk door dezelfde machinist kunnen worden bediend, moet er een extra machinist aan boord zijn.
Artikel 44
Bemanning van drijvende werktuigen De Commissie van Deskundigen bepaalt voor elk drijvend werktuig, rekening houdende met zijn afmetingen en bouw, de tenminste vereiste bemanning, die zich gedurende de vaart aan boord moet bevinden.