r,i. , l 4. il .> . 1' *•- • - • • ./ * , • Rarauiarüio, de.n 3 April 18(58. _r'. i '-;' Petrus Karei Romein, opugter op de jjlantage <£e Resolutie is t bij Gourero^rnents*
[> Resolutie d.J. . 1 AprH 18'(58 .'% .7,* VanVfcè' Staatstoezigt ontheven , uit* 'n'a'naierking dat '■ hij Y' thans oud en zwak .zich steeds dooréén goed gedrag,beeft onderscheiden en zijne mede* arbeiders met liet sluiten van twcrkovcrreenkomalen js voorgegaan ,■ hoewel /hij,' wegens-zijnen leettijd niet gehouden was'zich vérdér tót den arbeid te verbinden, ' " ■
Bij den boekhandelaar Hoveker, Je Amsterdam V verschijnt eene brochure Februarij 1808, 'waarin de schrijver, mr. G. Groen v. Prinsterer , óp den voorgrond stelt, dat bet ia den tegenwoordigën gespannen toe• stand onverantwoordelijk zou zijn, indien hij t niet met eeri enkel woord rekenschap jran zijne houding bij de slembus ,— opgaaf deed van hetgeen hij als lid der tweede kamer zóu gewerischt hebben te verritten ,— waarschuwde tegen eene mismoedigheid, waarvoor noch in een ougunstigen afloop , der verkiezingen , noch in eene waarscliijnlijk^aahstaande'l verandering van ministerie genoegzame grond ligt. ' Wat.de houding, bij dé'stembus aa"hgaat, is den heer Groen verweten, dat hij* verregaande ijdelheid aan den dag Ireeft gelegd,,door zich overal verkiesbaar te stellen, De schrijver zet uiteen dat "hij ', of hij " wil óf niétzich uitV gevende; voor . leader \ van ~ de anti-revolutionnaire. rigting , niet anders heeft'kunnen han» delen. Hij acht het tegen den geest der kies» wet, zich voorat aan een district te verbinden. In de kandidatuur 'te Arnhemals volkomen genoegzaam, mogt hij niet berusten1, omdat daardoor de ijver 1 in * andere goedgé* , zinde districten zou zijn verflaauwd, te minder mogt hij dit doen , omdat daarbij als hoofdzaak werd verlangd, dat van » het stelsel van eigen kandidaten" zon worden afgezien. , De heer Groen betoogt, dat dit stelsel,,de .toepassiug van een beginsel, waardoor eene eigene vlag op hrt terrein der verkiezingen is geplant, voortreffelijke resultaten heeft opgeleverd in 1h64 en 1868. Wat de laatste verkiezing aangaat , gelooft de heer Groen , dat de uitkomst gunstiger zou zijn geweest, indien niet velen zijner vrienden ,• door het hartverscheurend noodgeschrei der 'conservatieve» medegesleept waren geworden en zich vooral ook vrees hadden laten aanjagen door de tweè schrikbeelden versnippering en herstemming. Meer in het breede zet de schrijver uiteen, i dat met het oog op de vo/s/re/s/ejmeerderheid | de nietigheid van het eerste in:het oog valt,' en dat herstemming, in stede van een last, een lust is. In herstemming tochf ligt de kracht der partij , die daarbij kan toonen , dat zij» nog medelelt; welk voordeel zij terspeell, tloor b*j eene eerste stemming geen eigen kandidaat te kiffzen. Ook worden door dadelijk zelfstandig .optreden do nadeeleu eener coalitie ontweken , en men geheel genieten van vereenigitig van kruchten op het beslissende tijdstip. Daarna stelt de heer Groen in 't liqht, dat hij al wat liberaal is legen zich in het harnas heeft gejaagd door te gewagen van schoolwetheruening en te wijzen op art. 104 der grondwet. Meu heeft dat tegen hem geëxploiteerd , terwijl de periodieke drukpers in gebreke" is gebleven , het manoeuvreeren met een op zich zelven onschuldigen volzin te sluiten. De. lieer Groen betreurt het, dat de voorstanders •dep' Christelijk-historische beginselen hij 4e stembus den .dagelijkschcn steun van eene politieke ' courant missen, en doet 'opmerken, dat het der conservatieve pers ligt zou zijn gevallen te bewijzen, dat met de ligtgeloovigheid der kiezers jammerlijk werd gespeeld , vermits hij (Groen) slechts heeft herhaald, hetgeen hij, • sedert heeft gezegd, terwijl het vast staat, dat parlementair initiatief hoogstens zou hebben geleid tot parlementair debat,— ,tot opheü' dering van een vraagstuk , welks oplossing voor de rust van het land vereicht wordt, —r; Nog verklaart de heer Groen , dal. hij nooit voorstander is geweest der vleermuis-taktiek; dat hij steeds ondubbelzinnige verklaring van be? ginselen in 'U belang der politieke moraliteit heeft verlangd, en een bepaald programma thans vooral,"noodig heeft geacht, omdat ' men moest weten , dat hij" in de kamer niets zou achterhouden , wat pligt hem gebood op den voorgrond te stellen,—omdat hg zich moest vrijwaren tegen de: pogingen van amadouement, die, bij den wassenden invloed der "schrikachtige concihanten,-Imeer dan ooit » van
aifiet■ mislettende"te geven', t j. , . \u\\c belooft, en; dat: het in We negentienda ieeaw zoowel als in de zestiende ón tegen wil» lekeur tegen wanorde beschermt. Onder de bij de Tweede Kamer ingekomen wetsontwerpen is weder een voorstel tot ofkoopbnarstelling der tienden, en een tot regeling van het liooger Onderwijs. De hoofdbeginselen waarop laatstgenoemd ontwerp rust, zjjn kortclijk do volgende: liehoud,'; waar het kaii, van ' het bestaande , door de ondervinding deugdelijk, bevonden verordeningen verbetering van het gebrekkige; aanvulling der leemten. Regeling bij deze 'wet van het gymnasiaal en alcademisoh onderwijs , van ' rijkswege gegeven of vereischt tot opleiding van oflioieren bij de zeeen. landmagt en -van militaire ; geneeskundigen; eerbiediging der vrijheid van het bijzonder en kerkelijk onderwijs'. .■?. Overbrenging; der propaedeutische |«tudien naar de gymnasia.'Dezo verdeeld in prógyuinasia ,' met minsterts vierjarigen cursus , . waar " slechts Je" hoofdvakken wordrn onderwezen, ten behoeve van kleinere gemeenten , en als kweekscholen voor algemeene, vooral litteraire besohaving, en in gymnasia met zesjarigen cursus, waar at de vakken worden onderwezen, vereischt tot voorbereiding voor akadeimsohe studiën. Verband tussohen en aansluiting der progymnasia a;\n dé gymnasia. Verpligting aan de gemeenten van 20,000 zielen en daarboven tot het -oprigten cn onderhou- i , den van een [gymnasium. De gemeenten, die thans in deze termen vallen, zijn:- sllertogenbose.h, Arnhem, Nijmegen Delft, Dordrecht, s' Gravenhage, Leiden, Rotterdam, Amsterdam, Haarlem, Utrecht, Leeuwarden, Zwolle, Groningen en Maastricht. , De ioi igting van athenaea, van genees-. heel en verloskundige scholen , vau phirmaeeutische scholen en van kweekscholen voor vroedvrouwen overgelaten aan de gemeenten , door welke deze scholen reeds zijn of mogtcn worden ingerigt. Het al of ni&t snbsidieeren daarbij geheel voorbehouden. Behoud der hoóggescholen te Leiden, Utrecht en Groningen, met hare faculteiten , uitgezonderd de theologische die vervalt. Toekenning der sommen tot dusverre vair rijksweg» voor het onderwijs in de theologie aan de 1 hoogesclioien toegestaan, aan een of meer kwarkscholen ter opleiding van leeraren voor liet ller- Tormd kerkgenootschap, indien en zoo' lang het oprigten daarvan „door dat kerkgenootschap wordt goedgevonden. Behoud der subsidien lot dusver- . re van rijkswege aan kweekscholen cn seminaria ! tot opleiding van leeraren voor eenig kerkgenoot- I schap of kwcekelingen voor rit#» giÜèüir.'lijltPfï stand verleend. Bevoegdheid- toegekend Jaan de.leerlingen van kerkelijke kweekscholen en Seminaria , gevestigd in gemeenten, waar eene hoogeschool" is, om de lessen der hoogleeraren te volgen. Bij elke hoogeschool onderwijs in al de vakken , waarover de examina loopen, behalve dat alleen aan de Le\dsr,he hoogeschool ouderwijs wordt gegeven in de vakken , vereischt voor de examina in deOostersche letterkunde, onder welke vakken tevens die zi)n, welke beoefend moeten worden door hen die zich voor de burgerlijke dienst in- Indie bestemmen. Het zoogenaamd Indisch instituut te Leiden wordt voorgesteld op te hellen. Vrijheid van ,studie; geen verpligte collegien; «een bepaling omtrent den duur der studie aan. de hoogesehool, behoudens mogelijke bepaling vau den duur der klinische oefeningen; geej\ testimonia van waargenomen collegien, maar examina voor alle vakken; overigens elke cursus in den regel halfjarig. Jaarlijksche uitschrijving van acht prijsvragen om beurten aan elke hoogeschool. Beoordeeling. • door de faculteiten der andere hoogesclioien ; beloonhig; bestaande in gouden eerepenningen. Zes beurzen vqn f 400, aan elke hoogeschool verleend, ter ondersteuning van onvermogendeverdienstelijke studenten. Jaarlijks ƒ3OOO beschikbaar gesteld aan wetenschappelijke reizen , door onbemiddelde uitstekende jongelieden , die hunne studiën voltooid hebben. Als onderwijzers aan de hoogescholen alleen werkzaam hoogleerarcn en privaat docenten., welke laatsten de stof zullen leveren voor aanstaande hoogleeraren." Geen buitengewone hoogleeraren. weer. Aan. de - hoogleeraren , zonder onderscheid bij welke hoogeschool zij geplaatst zijn , hetzelfde bedrag van jaarwedde, van rijkswege toegekejid : minimum f 2500 , maximum f 4000. Bovendien de helft der bijdrage van de studerenden gelijkelijk onder de hooglecraren van. elke hoogeschool verdeeld. In buitengewone gevallen eene jaarwedde boven het maximum. Volgens de laatst bekende opgaven waren er na aftrek van de studenten in de theologie , aan de hoogeschool te Leiden ongeveer 500 studenten , aan die te Utrecht 300, aan die te Groningen 130. Benoeming van eiken hoogleeraar tot het onderwijzen van bepaalde vakken, die in de aanstelling \yorden uitgedrukt. t\jfijhcid aan de , om ook anderö
- . *,* — *', ' i * ' • " " .1# floöeïetf, ëti rftfi onflerllng, enkele vat-, ken te ruilen , init» ■onder»'hooger;; goedkeuring. , . • • Oiivereeaigbaarbeid van • het ■ hoogleraarschap : ; 'met andere iijdroovende of aan den werkkring vreemde betrekkingen. Facultatief emeritaat aan de hoogleeraren op flójarigen verpligt emeritaat op 70jarigen ouderdom. In beide gevallen behoud der volle jaar: wedde,als pensioen. . Niemand tot de lessen aan de hoogcschool toegelaten zonder voorafgaand met fjocd gevolg al gelegd examen bij eene staatscommissie, ten waró het bewijs wordt geleveul van niet goed gevolg afgelegd eindexamen "aan -ten gymnasium Inschrijving bij den rector der lioogeschool. De collegiegelden als zoodanig 'afgeschaft. Jaarlïjksohe betaling van, f2oi) aan het rijk. Dwr.nietstudenten die. slechts'enkile lessen wenso'ien te volgen', ebne, matige som aan het rijk te .betalen;: Geene andere betaling hoegenaamd door de stade, rende, behalve de vrij willigt! honoraria voor de . privaat'djcenten - en de ' kosten der diploinata. ua afgelegd examen. V -\ Behoud der collegieu van curatoren, maar met periodieke aftreding.: ~ Behoud van senaat, reetor en assessoren, maar-, met; verbeterde omschrijving van bevoegdheid. I Akadeinisehe tucht bij rector en assessoren en bij den senaat. : ln elke faculteit tweërlei -examina : een of mee» kandidaats-examina en een doctoraal. De eerste bij de faculteiten het laatste bij een» staatscommissie.. Een ieder tot de examina toegelaten , onverschillig waar hij de kundigheden verkregen heeft. In de regtsgeleerdheid twee doctoraten regtei» en staatswetenschappen. In de geneeskunde twee doctoraten: genees-, heel-, en verloskunde en artsenij bereid kunde. In de wis- cn natnurkunde drie doctoraten: wis- en natuurkunde, scheikunde en natuurlijke geschiedenis. i | In de letteren vijf doctoraten: klassieke-, Semitische , Indische , Polynesische en Nederlandschelelterkuiulc. A rijhcid tot liet openen van bijzondere van liooger onderwijs. | Toezigt op alle scholen van hooger onderwijs^ met uitzondering der rijks-hoogeseholert , uit te oefpncn door een of meer inspecteurs. Regeling van het militair hooger onderwijs, thans gegeven aan het koninklijk instituut voor de marine te Willemsoord, aan do koninklijke militaire akadeinie te Breda en aan de rijkskweekschool voor militaire geneeskundigen te Utrecht. Behoud in hoofdzaak der bestaande grondslagen. Bij de overgangsbepalingen de bestaande regten zoo', veel mogelijk geërbiedigd , en bij twijfelachtige gevallen in den meest gunstigen zin beslist. Voor de hoogescholen zon volgens het nieuwe - ontwerp gevorderd worden ruim /'458.000 's jaars. In minderinghiervan komen evenwel verschillende sommen, waardoor de uitgaaf daalt tot ƒ383,000 ~ hetgeen ƒ 03,000 meer bedraagt dan hetgeen thans, van rijkswege wordt betaald. Er behoort bovendien op eene uitgaaf van ( 30,300 gerekend te worden , omdat het Hervormd kerkgenootschap denkelijk zal wenschen een ot meen kweekscholen op te rigten. Eindelijk bestaat demogelijkheid, dat van.rijks-, wege subsidien. worden gegeven voor genees-, heel- en verloskundige en voor pharmaceutische scholen, zoo als nu.reeds tot een gering bedrag» - ten behoeve van het praktisch geneeskundig on* derwijs te Amsterdam plaats heeft. De kosten van het militair onderwijs ondergaan door deze wet geen verandering. Voor 1808 zijn zij , na aftrek der bijdragon van de kweekelingen » geraamd als volgt: koninklijk instituut voor damarine f 03,100; opleiding van oflicieren bij ' het korps mariniers f 1400; koninklijke militai* re akadeniie f 183,870; rijks-kweekschool' voorde militaire geneeskundigen ƒ 50,450, tc zatnenv. ƒ 2Ü5.825. De correspondentie van onderlinge beschuit digin* tusschen Gram en Johnson was , naar de laatste lierigten i nog in vollen gang. Men weet dat generaal Grant aan het congres had overgelegd de brieven, die over zijn aftreden ala. minister van oorlog tusschen hem en den president gewisseld waren.. De president heelt nu daarop een antwoord aan het congres gezonden. Hij beweert , dat generaal Grant als minister yan oorlog zelf erkend had, dat hij in minder gewigtige dienstzaken, even als. zijne voorgangers , somtijds bevelen uitvaardigde in naam van den president. Nu had ik toch , zegt de president , regt om daaraan een einde te maken; ik heb dun ook aan generaal Grant na zijn aftreden niets anders gelast dan geene bevelen , die hij van Stanton mogt ontvangen, in naam> van deit. president uit te voeren, vóór en aleer hij dieaan den president had opgezonden. Johnsott begrijpt niet, hoe Grant de herinnering, dat de minister. van oorlog tusschen. hem ca. itm president instond, k?a;.èebruiken aw vêenargument Johnson .zijneVbevelen' tot 'tegenwerking van Stautou ook aan dezen had loetezendeu; ' want schrijft Johuson ',' zoo doen* de werkt nu Grant den presideut tegen - uit eerbied voor' den minister , terwijl hij erkent, Mat de: president toch de superieur is. Grant heeft nu weder 'aan den senaat geschreven ,1 ' om zijue gedragslijn te regtvaardigen , waarbij bij tevens.stukken van den minister van financiën en den postmeester-generaal overlegde, om ie toouen , dat deze den nieuwen minister van oorlog erkend hadden , en dus het bevel van Jolinson hem alleen was toegezonden. Tevens heelt Johnson aan al. zijne ministers een vetzoèk gerigt, óm op te geven, of hij , president, in deze zaak tusschen hem en Grant niet gelijk had en eene juiste voorstelling van , de, zaken gaf. De meeste ministers ,en daar"'onder ook de minister van tidaucien , mr. Cul- , . Joch , hebben Johnson in het gelijk gesteld. Alleen de heer Seward heeft zich zeer voorzigtig én eeuigzins ten gunste van Grant verklaard. Ot.üei tusschen is dit heen- ei» wederschrijven geheel vruchteloos en weinig waardig, want, zoo : Johnson van Granl's insubordinatie overtuigd is, moest hij öt zwijgen , óf den voorgeschreven weg inslaan en Graat Lij den militairen regter aankla» geiï. fiat durft hij echter blijkbaar niet doen» wantde kansen van Johnsou staan tegenwoordig zeer slecht. Oo!i het hooge geregtshof, waarvan | men vroeger dacht, dat het zeer voor den president was, blijkt nu niet zoo gemind te zijri. H"t coi.gres heeft vóór weinigen tijd plan gehad, om eene wet te maken, volgens welke voor de besluiten van Het hoogste geregtshof s/s der stemmen voortaan uoodig zouden zijn, doch dit plan Wordt nu als overbodig opgegeten — Een nieuw bewijs',dat het hoogste gerejM&hol niet zeer ingenomen, is met de politiek van den president, vindt men in het volgende. De militaire gouverneur van Mississippi. die uit den aard der zaak de politiek van den president, steunt, Had vau het hoogste geregtshof vóór cenigen tijd eeu besluit trachten uit te lokken, waardoor het gezag der burgerlijke autoriteit in dien staat, welke voor aansluiting aau de Unie volgens de bepalingen der door het congres gemaakte reconstructiewet is, zou beperkt en de loet reding vaa dien staat tot de Unie tegengegaan woideu. Het hoogste geregtshof heelt echter dat besluit-niet willen nemen . op grond dat het daartoe onbevoegd was en het gevraagde tot het werk der wetgevende inagt behoorde. Ware genoemd ligchaam het congres zeer vijandig, zoo zou bezwaarlijk eene deigt.ijke beslissing gevolgd zijn Op het bal, dat ler gelegenheid van 's ko- Dings verjaardag den I9den Februarij door den graal van Bijiandt te Zwolle werd gegeven , droeg eene dame een groen geverwd kleedingstuk. Na den afloop van het bal werd die dame oi.gesield , terwijl zij , die het kleedingstuk vervaardigd had, reeds een paar dageu onpasselijk was. lle verdachte groene kleur leidde tot liet denkbeeld van vergiftiging, naar aanleiding waarvan door den heer H. J. A. Biankhart een gedeelte van het kleedingstuk chemisch werd onderzocht , waarvan het resultaat was , dat zich daarin eene aanmerkelijke hoeveelheid arsenicum en kopergroen bevonden had. De dame en de naaister zijn gelukkig beiden hersteld. Hel kleine dorp Schwarzost , door vissehers bewoond , gelegen aan de Oostzee, tusschen Memel en üanlzig, ongeveer drie uren ten zuiden van eerstgenoemde stad, heeft sedert drie jaren eene zekere vermaardheid verkregen , door de ontdekking der amber of barnsteenhoeveelhedeti .in den grond aldaar aanwezig. Vier stoom bagger machines en vele anderen zijn' 'er steeds bezig eu verzamelen het barnsteenhoudend zand van eene diepte van 10 tot 12 voet.' Men telt er 400 arbeiders, die elke acht uren 25 è 26 stuivers verdienen. Het werk gaat dag en nacht door. en de ploegen arbeiders wisselen om de 8 uren af. De hoeveelheid amber, die er verzameld wordt, bedraagt 130 kilogr voor eiken ploeg, en over de gelieele week 2 340 kilogrammen.