Onze Amsterdamsche correspondent schrijft ons: In het gemeenteblad i» Zaterdag verschenen het algemeen verslag van het onderzoek der gemeentebegrooting voor 1937 in de afdeelingen van den gemeenteraad. Na de weinig interessante begrooting, kon men geen bijzonder belangwekkend algemeen verslag verwachten. De begrootjng sloot consequent aan bij de politiek van de laatste jaren; de Raad volgt de begrooting in groote trekken op den voet. De meerderheid van den Raad heeft waardeering voor het streven van B. en W. en is bereid het college ook dit jaar te blijven steunen. Bovendien: de begrooting is door het afkondigen van de nieuwe monetaire politiek eenigszins op losse schroeven komen te staan, of althans er is een onzeker element in gekomen, waardoor de mogelijkheid allerminst is uitgesloten, dat in den loop van het begrootingsjaar een nieuwe suppletoire begrooting zal moeten verschijnen, die in menig opzicht belangrijk zal verschillen van de begrooting, die thans in behandeling is. Dit geven zeer vele leden dan ook aanstonds in het voorloopig verslag te kennen. Enkelen vroegen zich zelfs af of uitstel der behandeling, dat wilde h.i. zeggen verdergaande overschrijding der wettelijke termijnen, dan Amsterdam gewoon is zich te veroorloven, geen aanbeveling zou verdienen. Eenige andeie leden gaven nu maar vast te kennen, dat, mocht de toestand zich, als gevolg van de gewijzigde monetaire politiek, overeenkomstig de vrij algemeen naar voren komende verwachting, eenigermate in gunstige richting ontwikkelen en de gemeente daarvan reeds voor 1937 den weerslag ondervinden, allereerst te bevorderen ware een tegemoe'tkoming aan de ernstigste nooddruft der werkloozen, die geen nadeelige gevolgen van deze politiek mogen ondervinden, zoomede aan de lasten van hen, die de zorg hebben voor het onderhoud van groote gezinnen en aan wie de gemeente eenigszins tegemoet komen kan door met den gezinsfactor rekening te houden bij de tarieven voor de prestaties van die gemeentebedrijven, welke daarvoor gevoegelijk in aanmerking komen. Vervolgens zou terstond aan de orde moeten komen het herstellen van de beproefde beginselen van solied financieel beleid, waardoor Amsterdam zich in meer normale tijden heeft laten leiden. Hoezeer Amsterdam wel gekomen is aan het einde van de mogelijkheden tot het bewaren van het evenwicht, blijkt wel uit de wijze, waarop de begrooting is sluitend gemaakt: de rèkening-1935 is opgemaakt in afwijking van de begrooting-1935;.uit het Werkloosheidssubsidiefonds wordt een bedrag opgenomen van bijna 10 millioen, onder de mededeeling, „Dat nog in geenen deele zekerheid" bestaat omtrent hétgeen werkelijk verkregen zal worden, tot een zeer belangrijk bedrag wordt beschikt over reserves, hetgeen uitdrukkelijk wordt gerekend tot de middelen, die Amsterdam's „financieele positie verzwakken"; op uitgaven, die over minder dan den normalen tijd van 40 jaren behooren te worden afgeschreven, wordt elke afschrijving volkomen achterwege gelaten en tenslotte wordt rekening gehouden met een ontwerp van wet, dat nauwelijks was ingediend toen de ontwerp-begrooting verscheen. Zonder de moeilijkheden van B. en W. te onderschatten, vroegen de hier aan het woord zijnde leden zich toch af, of met de twee laatstgenoemde middelen niet is overschreden de grens, welke ook aan aan te wenden noodmiddelen behoort te worden gesteld. Eenige leden gaven hun meening te kennen over het voorstel tot wijziging van de grondwet inzake de parlementaire onschendbaarheid. Zij merkten op, dat het naar hun meening tot nadeel van een deugdelijke werking ervan hinkt op twee gedachten, in zooverre n.l. de revolutionnaire groep slechts getroffen wordt wanneer hun vertegenwoordiger een bepaald streven op een andere wijze tot uitdrukking brengt, doch niet getroffen wordt, wanneer zijzelf op gelijke wijze optreedt. Daarenboven doet aan de goede werking der voorgestelde bepaling afbreuk het feit, dat een beslissing tot een vervallenverklaring van het lidmaatschap van een revolutionnairen vertegenwoordiger, slechts kan geschieden door het college, waartoe die vertegenwoordiger behoort, zoodat pluriformiteit van toepassing staat te vreezen, terwijl daarenboven elk middel wordt gemist om de gemeenschap tegen den revolutionnairen vertegenwoordiger in bescherming te nemen, wanneer meer dan 1/3 deel van het lichaam, waarin hij zijn heilloos bedrijf uitoefent dit toejuicht of duldt. Enkele leden meenden reden te hebben zich te beklagen over het feit, dat B. en W. in strijd met art. 216 der gemeentewet den Raad enkele malen hebben uitgeschakeld, allereerst bij de voorbereiding van den bouw van het nieuwe stadhuis, terwijl wèl geen verantwoordelijkheid dragende instanties als de vakcentrales werden ingeschakeld bij het nemen van belangrijke beslissingen. Eenige leden, die hun waardeering uitspreken voor de door B. en W. ingestelde studiecommissies inzake de hervorming der gemeentelijke bestuursorganisatie, vragen tevens of het niet aanbeveling zou verdienen, dat door den Raad een verdergaand gebruik zou worden gemaakt, dan totnogtoe het geval was, vaii de bevoegdheid tot delegatie van bepaalde zaken aan B. en W., zulks onder nader te stellen regelen, waarbij deze leden dan hadden gedacht aan de inschakeling van commissies van bijstand. Zij vragen B. en W. een schema ter zake te ontwerpen en dit eerst te doen behandelen in het seniorenconvent en vervolgens in de raadsgroepen, om in geval van gebl.- ken voldoende gemeenschappelijkheid van gevoelen, dienovereenkomstig in den Raad te komen tot een beslissing.
I Het door B. en W. opgestelde plan van werkverruiming ontmoet bij vele leden groote instemming. Een aantal andere leden echter vraagt zich af, wat toch wel het nut dezer nota is, aangezien het zeer onzeker is, of de diverse plannen in uitvoering zullen komen en hoe zij zullen worden uitgevoerd.
Van belang is nog de beschouwing, welke een lid, kennelijk de heer Schmidt, wijdt aan de samenstelling van het college van B. en W. Tot de overtuiging gekomen zijnde, dat onder bepaalde omstandigheden de slechtste burgerlijke democratie beter is dan de beste dictatuur, zal hij voor de begrooting stemmen, daarbij zijn critiek op de cijfers handhavende. Ook zijn opvatting omtrent het college en zijn verhouding tot den Raad is veranderd. Hij heeft zich nooit voorgesteld dat een college, samengesteld uit de sociaal-democratische en communistische fracties onder de gegeven omstandigheden iets meer en iets beter zouden kunnen doen, dan het huidige college. Onder de gegeven omstandigheden wil hij zelfs verklaren, dat het naar zijn meening voor de ontwikkeling van de gemeentepolitiek en de verhouding van de partijen tot de arbeidersklasse een positief nadeel zou beteekenen, indien hier ter stede een soort Volksfront zou worden gesticht tusschen communisten en sociaal-democraten en indien op die basis een college zou zijn gevormd. Al heeft hij niet veel vertrouwen in de algemeene politiek van het huidige college, het gezonde element in de samenstelling is toch, dat het gebaseerd is op de bestaande verhoudingen in Nederland; het wordt gevormd door partijen, wier gedragingen de arbeidersklasse kan controleeren. Óp de richting, waarin deze partijen zich bewegen, hebben de arbeiders invloed, terwijl de communistische partij niet afhankelijk is van de kiezers, die achter haar staan, doch van een buitenlandschen dictator.
NIEUWS UIT AMSTERDAM De raad over de begrooting Gevolgen van de nieuwe monetaire politiek Hebben de noodmiddelen de grens reeds overschreden?. "De Gooi- en Eemlander : nieuws- en advertentieblad". Hilversum, 19-10-1936, p. 1. Geraadpleegd op Delpher op 10-04-2025, https://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:011172376:mpeg21:p005
In den afgeloopen nacht omstreeks half één is een motorwagen met bijwagen van iijn 10 in de Marnixstraat bij de Nieuwe Tuinstraat, ingereden op een daarvoor rijdend? tram van dezelfde lijn.
Aan de balcons werd ernstige schade aangericht, terwijl de koppelstangen afbraken. Er werd echter niemand gewond. De wagens werden naar een dood spoor gereden, vanwaar zii naar de remise werden gesleept.
De oorzaak der botsing moet worden gezocht in het doorglijden van de remmen. De bestuurder had deze reeds op veertig meter afstand in werking gesteld, doch zij weigerden te functionneeren, waarschijnlijk als gevolg van boombladen, waarmede de rails waren bedekt.
Trambotsing in de Marnixstraat. Ernstige materieele schade.. "De Gooi- en Eemlander : nieuws- en advertentieblad". Hilversum, 19-10-1936, p. 1. Geraadpleegd op Delpher op 10-04-2025, https://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:011172376:mpeg21:p005
Gistermiddag is onder groote belangstelling van de zijde van den kunsthandel de tentoonstelling Oude Kunst, welke ter herdenking van het 25-jarig bestaan der Vereeniging van handelaren in oude kunst in Nederland in het Rijksmuseum is gehouden van 3 Juli af. Deze tentoonstelling, waarvoor de geexposeerde stukken bijeen zijn gebracht door de leden van de vereeniging, is een zeer groot succes geworden. Duizenden hebben de fraaie verzameling bezichtigd en ook H. M. de Koningin en Prinses Juliana brachten haar een .bezoek. Ook vele buitenlandsche kunstliefhebbers hebben voor deze kunsthistorische gebeurtenis een bezoek aan de hoofdstad gebracht. Op dezen laatsten dag waren nog vele bezoekers in de zaal aanwezig toen te vier uur het signaal tot sluiten werd gegeven. Tegen half vijf was het de heer B. Houthakker, secretaris der vereeniging, die het sluitingswoord sprak bij ontstentenis van den voorzitter en den vice-voorzitter. Op Vrijdag 3 Juli, aldus spr., werd deze tentoonstelling geopend in den onderdoorgang die voor het eerst na dertig jaren aan zijn bestemming was onttrokken om te dienen tot feestzaal en die gebleken is uitstekend voor dat doel geschikt te zijn. Bijna duizend gasten hadden gevolg gegeven aan onze uitnoodiging, het jubileum van onze vereeniging te vieren. Vijftien weken is de tentoonstelling geopend geweest en tienduizenden hebben haar bezocht, waarvan we hier alleen willen vermelden, het bezoek van H. M. de Koningin en Prinses Juiiana. Ons bestuur is zeer voldaan. Voor velen was het een openbaring te zien l\oeveel schoons de handelaren tezamen bezitten en hoe verschillend hun werkterrein is. In broederlijke eendracht hebben zij hier uit binnen- en buitenland hun beste bezit getoond en zonder uitzondering zijn zij tevreden met de resultaten. Dat zij daarbij niet kunnen zeggen dat er resultaten in de klinkende munt zijn bereikt is niet zoo gewichtig als het schijnt. Vooieerst is de dinkende munt in ons land een toontje lager gaan klinken en velen zijn er die liever goederen dan gedeprecieerde guldens hebben. Maar de opzet was geenszins hier zaken te doen. Wij wilden laten zien den omvang en de beteekenis van ons internationaal bedrijf en we hebben dat kunnen doen voor de gastvrijheid van de regeering en de medewerking van de directie van het Rijksmuseum. Bij de sluiting past het dus een woord van dank te richten tot allen die medegewerkt hebben om dit succes te bereiken. In de eerste plaats de inzenders. Niet altijd was het gemakkelijk hen te overtuigen van het belang om juist de uitgezochte stukken af te staan, maar steeds weer werd ons de gevraagde medewerking verleend. Spr. bracht vervolgens dank aan den heer dr. Schmidt Degener. Het licht dat zoo juist voor ons aangestoken is, is een geschenk van onze vereeniging aan het Museum, niet aan u, zoo zeide spr., maar waar u zoo vergroeid bent met het museum, twijfelen wij niet of u zult dit bijna als een geschenk voor uzelf beschouwen. We kennen onze verplichting jegens u in haren geheelen omvang. Zij is niet gering, wij zullen ons ernaar weten te gedragen. Voor de hartelijke toegemoetkoming bij de inrichting gedurende de vijftien weken van openstelling dank ik u namens ons allen. Ook dankte spr. het personeel van het museum. Deze tentoonstelling, een mijlpaal in het leven van onze zilveren vereeniging, behoort weder tot het verleden en wij gaan nu verder werken aan de ontwikkeling van ons bedrijf, aldus besloot spr. Tenslotte sprak de hoofd-directeur van het Rijksmuseum, dr. F. Schmidt Degener een kort woord. Spr. dankte de vereeniging voor het geschenk, in den vorm van de venlichting van den doorgang, aan het museum aangeboden* Ik hoop, aldus dr. Schmidt Degener, dat dit licht zal blijven stralen op de goede verhouding tusschen uw vereeniging en het Rijksmuseum. Uw tentoonstelling was een prachtig staal van durf en ondernemingsgeest in deze moeilijke tijden en uw inzendingen getuigden van grooten kunstzin. hiermede behoorde tie tentoonstelling, die vijftien weken lang een attractie voor de hoofdstad was, tot het verleden.
De tentoonstelling „Oude Kunst” gesloten. "De Gooi- en Eemlander : nieuws- en advertentieblad". Hilversum, 19-10-1936, p. 1. Geraadpleegd op Delpher op 10-04-2025, https://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:011172376:mpeg21:p005
De huldiging van Dr. J.D. Bierens de Haan te Amsterdam in verband met zijn 70sten verjaardag. De jubilaris bekijkt met zijn familie een hem aangeboden feestbundel.
De huldiging van Dr. J.D. Bierens de Haan te Amsterdam in verband met zijn 70sten verjaardag. De jubilaris bekijkt met zijn familie een hem aangeboden feestbundel.. "De Gooi- en Eemlander : nieuws- en advertentieblad". Hilversum, 19-10-1936, p. 1. Geraadpleegd op Delpher op 10-04-2025, https://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:011172376:mpeg21:p005
De bekende sportvlieger, de heer van Tijen (links), één der winnaars in den hefsttocht van re K. N. A. C., ontvangt na de finish te Zwolle, een plaquette uit handen van den heer Linthorst Hornan.
De bekende sportvlieger, de heer van Tijen (links), één der winnaars in den hefsttocht van re K. N. A. C., ontvangt na de finish te Zwolle, een plaquette uit handen van den heer Linthorst Hornan.. "De Gooi- en Eemlander : nieuws- en advertentieblad". Hilversum, 19-10-1936, p. 1. Geraadpleegd op Delpher op 10-04-2025, https://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:011172376:mpeg21:p005
Tentoonstelling van werken door KOR POSTMA in den Kunsthandel Santee Landweer, Keizersgracht 463.
Het valt mij moeilijk, te gelooven in het surrealisme van dezen schilder, omdat hij tenslotte in alle onderdeelen zoo volkomen de werkelijkheid weergeeft. De groepeering der realiteiten is enkel wat bizar en ook dit zelfs niet altijd. Een gouache als „Lindenhof" (no. 6) is een heel gewoon brokstuk van een steenen trap, uitvoerig en precies behandeld. De witte doek tegen den wand doet eenigszins zonderling aan, maar het kan ook best zijn, dat daar achter een gedenksteen op onthulling wacht! Hoe dit zij, de aquarellen van Postma geven niet den _ droom, brengen niet in de sfeer der onwezenlijkheid, en daarom heeft het geen zin er allerlei befceekenissen aan te hechten, welke er waarschijnlijk heelemaal niet inzitten. Het belangrijkste is, dat de kleur van dit werk vaak levendig is en dat de voorstellingen herhaaldelijk tot in de détails zijn verzorgd. „Schaduwvisschers" (no. 2) is hiervan een goed voorbeeld. De verschillende figuren zijn levendig en karakteristiek gezien en geteekend, de kleur is harmonisch. Het „Stilleven" (no. 8) geeft een antieken uit stroo gevlochten dameshoed te zien, gegarneerd met blauw lint en rozen, waarnaast een blauwgrijze handschoen. Het surrealisme van dit uiterst minutieus geschilderd stilleven zit 'm alléén in het bloed, dat uit den handschoen vloeit. Dit is echter enkel een voor den beschouwer onbegrijpelijk realisme, dat niet boven de stof uitstijgt. Men denkt in het geheel niet aan een hallucinatie, een geestelijke verbeelding, een droom. Zelfs in „Fata morgana" (no. 5) is geen onwezenlijke schemering. De boomen onder den wijden sterrenhemel zijn gewone boomen, evengoed als dat bruine keeshondje, al moet dit diertje zich wel vreemd gevoelen in deze verheven eenzaamheid van sterren en palmen. Van de drie voorstellingen van kinderspelen is dat met het diabolospel het best geslaagde om de beweging, welke er in zit. „Het bezoek" (no. 11), de figuur in witte monnikspij met het bouquetje in de hand, heeft iets onwezenlijks, het wekt een zekere suggestie van geheimzinnigheid, al zou de schilder der nieuwe zakelijkheid jaloersch kunnen zijn op het stijve ouderwetsche bouquetje, dat de witte figuur in de hand draagt. Als Postma in de samenstelling zijnier voorstellingen zoo reëel wLde zijn als hij in de uitwerking der onderdeelen reeds is, zou hij in staat zijn een kleurig en levendig schilderij te maken, dat velen zou kunnen boeien.
KUNST IN DE HOOFDSTAD SCHILDERKUNST.. "De Gooi- en Eemlander : nieuws- en advertentieblad". Hilversum, 19-10-1936, p. 1. Geraadpleegd op Delpher op 10-04-2025, https://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:011172376:mpeg21:p005
In de bovenzalen exposeert een Oostenrijksche, maar op de Franschen geïnspireerde schilderes onder den naam Irm een aantal schilderijen en aquarellen, welke geheel en al wortelen in het realisme. Men kan zien, dat de schilderes nu en dan de materie niet geheel de baas is, maar zij heeft ook doeken geschilderd, waarin dit manco niet valt 'te bespeuren. Ik denk o.a. aan de heel fijn uit een venster geziene en luchtig behandelde straat in de Japansche stad Utoquai; een bewogen illusie in wit en blauw, teer en ijl, aan het groote liggende naakt, van de rugzijde gezien (no. 6), aan het aardige meisjestype Yvonne, dat fijn van kleur werd en aan het royaal opgezette Jongensportret (no. 1). Het stilleven Vruchten (no. 12) is als compositie belangrijker dan als kleur, welke wat erg rood en paars is. Tenslotte wijs ik op een tweetal damesportretten (de nos. 4 en 7), welke los en bevallig werden geschilderd en een ongewone gracie verraden. Als schilderes van aquarellen is Irm evenmin onbelangrijk. Het zijn vlotte, breed behandelde impressies van havengezichten. rotspartijen, strand- en zeegezichten, bloemenstillevens. De kleur ervan is warm en rijk, de factuur bij alle snelheid degelijk en royaal. H. v. C.
Irm.. "De Gooi- en Eemlander : nieuws- en advertentieblad". Hilversum, 19-10-1936, p. 1. Geraadpleegd op Delpher op 10-04-2025, https://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:011172376:mpeg21:p005
De Holiandsche schouwburg was gisteravond tot in alle hoeken bezet. Het Amsterdamsche publiek was in grooten getale opgekomen. Er was een dubbele reden voor die* belangstelling: het Hollandsch Tooneel bracht het Russische werk „Niemands baby" en bovendien vierde Louis de Vries zijn 65sten verjaardag. Wassiel Schwarkin's blijspel is voor het gezelschap in alle opzichten een succes geworden, een succes, dat voor een belangrijk deel te danken is aan de uitnemende wijze, waarop de jarige ras-acteur de Vries zijn rol vertolkte. Dankbaar en langdurig applaus na ieder tafreel en soms zelfs bij open doek vertolkte de gevoelens van het publek. De voorstelling werd besloten door een korte huldiging, die juist door haar eenvoud zoo treffend was. Vele bloemstukken werden het tooneel opgedragen en toen Louis de Vries zoo in de bloemetjes was gezet, nam de regisseur Louis Saalborn het woord om den directeur van het Hollandsch Tooneel op hartelijke wijze toe te spreken en hem te huldigen. Bewogen dankte Louis te Vries voor de hem gebrachte hulde, waarna hij Saalborn dank bracht voor de wijze, waarop hij de regie van „Niemands baby" heeft gevoerd. Een minutenlang applaus was het antwoord uit de zaal.
TOONEEL LOUIS DE VRIES GEHULDIGD.. "De Gooi- en Eemlander : nieuws- en advertentieblad". Hilversum, 19-10-1936, p. 1. Geraadpleegd op Delpher op 10-04-2025, https://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:011172376:mpeg21:p005
Het eerste van een uit vier concerten bestaande pianistenserie, georganiseerd door het Concertbureau Joh. Koning, was Zaterdagavond in het Muzieklyceum gewijd aan de klavierkunst van Alexander Brailowski en men kon constateeren, dat de pianisten dit jaar favoriet zullen zijn in muziekminnend Amsterdam. De zaal was compleet uitverkocht, zoodat de toehoorders zelfs op het podium ondergebracht moesten worden. En het was werkelijk geen kleinigheid, wat Brailowski speelde: eerst een concert in d-moll van Wilh. Friedemann Bach, vervolgens het Rondo favori van Hummel, daarna weer dï Etudes symphoniques van Schumann. Alhoewel dit al genoeg was om de eerste programmahelft te vullen, begon daarna nog een tweede groep met stukken van Debussy, Prokofieff, Fauré en Ravel in bonte warreling dooreen en na de pauze volgden er nog twaalf études van Chopin. Dit overladen programma was recht evenredig aan het spel van den pianist, dat evenzeer overladen is, vooral met forti en bravoureuse kunststukken. Men zou natuurlijk uitvoerige lofredenen kunnen gaan afsteken op de pianistiek des heeren Brailowski, maar het komt mij voor, dat dit in onzen tijd weinig zin meer heeft. Er zijn even fenomenale pianisten bij dozijnen in de wereld, virtuosen, die allemaal precies hetzelfde kunnen als allemaal: de allermoeilijkste stukken spelen met het allergrootste gemak en met een pathos en een poids alsof iedere noot een openbaring uit een hoogere wereld is.' Men kan het een kunst noemen, maar men kan ook meenen, dat het geen kunst meer is zoo piano te spelen. De vraag, die voor een pianist evenals voor iederen anderen reproduceerenden musicus geldt, is maar, of hij eenige muzikale ontroering bij zijn toehoorders weet te wekken.
Misschien vinden de virtuozen van het slag van Brailowski, dat een naïeve vraag, die zij voorgoed hebben geschrapt. Maar een pianist, wiens prestaties uitsluitend en alleen op het virtuose zijn gericht, pleegt pianistische acrobatiek, die zich tot het musiceeren verhoudt als de vaardigheid van een tenor om de hooge C te zingen. Alexander Brailowski is zoo'n pianist, die zich om stijl en kunstwerk niet bekreunt en terwille van zijn pianistische effecten een concert van Wilh. Fr. Bach uit den vleugel slaat en uit elkaar rukt tot het werk er onherkenbaar van is geworden. En al het andere wordt door Brailowski op dezelfde manier behandeld, pianistiek en niets dan pianistiek, maar geen notie van de muzikale waarden, die in het notenbeeld besloten liggen. Ook al zou men het alleen willen waardeeren als pianistiek, dan moet men nog erkennen, dat dit spel weinig smaakvol is. Het kent eigenlijk slechts het forto en het fortissimo, het komt zelden onder het mezzo-forto, het mist alls klaarte, omdat het voortdurend wordt vertroebeld door een overmatig pedaalgebruik. De geest ging op de vlucht op dit gerucht van een vleugel, die stond af te.gaan als een kanon. H.
MUZIEK. Alexander Brailowski.. "De Gooi- en Eemlander : nieuws- en advertentieblad". Hilversum, 19-10-1936, p. 1. Geraadpleegd op Delpher op 10-04-2025, https://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:011172376:mpeg21:p005
Het bestuur van de afdeeling Amsterdam van het Ned. Roode Kruis deelt mede, dat, dank zij de medewerking van de vele collectanten, in het bijzonder van de leden van de studentenvereniging U. S. A. met hun band, de collecte ruim ƒ 4100 heeft opgebracht.
Opbrengst collecte Roode Kruis.. "De Gooi- en Eemlander : nieuws- en advertentieblad". Hilversum, 19-10-1936, p. 1. Geraadpleegd op Delpher op 10-04-2025, https://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:011172376:mpeg21:p005
Gistermiddag omstreeks vier uur kregen eenige mannen in de Mercatorstraat ruzie. Een van hen ontving een klap op het hoofd, tengevolge waarvan hij met een schedelfractuur naar het Binnengasthuis moest worden vervoerd.
Vechtpartij.. "De Gooi- en Eemlander : nieuws- en advertentieblad". Hilversum, 19-10-1936, p. 1. Geraadpleegd op Delpher op 10-04-2025, https://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:011172376:mpeg21:p005
In de bekende Libellen-serie is thans een boekje opgenomen, dat veler aandacht terecht trekken zal: het is een verzameling van honderd caricaturen van den minister-president dr. H. Colijn. De over het algemeen goed uitgezochte, geestige teekeningen geven een zeer boeiend en persoonlijk beeld van het geheele politieke optreden van dr. Colijn, beginnende bij zijn eerste ministerieele functie in 1911 als derde minister van oorlog in het kabinat- Heemskerk. De laatste caricatuur, welke nog juist aan de verzameling kon worden toegevoegd, houdt verband met de wijziging der monetaire politiek. De caricaturen zijn goed gereproduceerd en vormen ook in artistiek opzicht een zeer boeiende collectie. Er zijn o.a. prenten afgebeeld van Joh. Braakensiek, Doeve, Albert Hahn, Hahn Jr., Piet van der Hem, Jordaan, Funke Kiipper, Louis Raemaekers, G. van Raemdonck en Bernard van Vlijmen. Bovendien is een serie buitengewoon aardige foto's van den premier opgenomen, snapshots, waarbij zijn meest karakteristieke mimiek tijdens de redevoeringen en het luisteren in de Staten- Generaal door den fotograaf is getroffen. Dr. Colijn heeft zelf aan deze bizondere collectie een aanbevelend voorwoord toegevoegd.
NIEUWE UITGAVEN. „Colijn in de caricatuur”, Libellen-reeks. Uitg. Bosch & Keuning, Baarn.. "De Gooi- en Eemlander : nieuws- en advertentieblad". Hilversum, 19-10-1936, p. 1. Geraadpleegd op Delpher op 10-04-2025, https://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:011172376:mpeg21:p005
NIEUWE UITGAVEN. „Colijn in de caricatuur”, Libellen-reeks. Uitg. Bosch & Keuning, Baarn.. "De Gooi- en Eemlander : nieuws- en advertentieblad". Hilversum, 19-10-1936, p. 1. Geraadpleegd op Delpher op 10-04-2025, https://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:011172376:mpeg21:p005
(Ingezonden Alededeeling). HV' • " Ef2 MEBBRland Z.Oude Genever per Liierkr. f. 3.40 Zwaan Genever per Liierkr. f. 3.15 m ' — i («BB** 1
Advertentie. "De Gooi- en Eemlander : nieuws- en advertentieblad". Hilversum, 19-10-1936, p. 1. Geraadpleegd op Delpher op 10-04-2025, https://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:011172376:mpeg21:p005
De handel op de Amsterdamsche wisselmarkt droeg bij het begin van de nieuwe week een kalm karakter. Ten opzichte van Zaterdag vielen geen groote koersverschillen waar te nemen. De Britsche ponden bewogen zich tusschen 9.07 en 9.08, de Amerikaansche dollars tusschen 1.85/2 en 1-853A> overeenkomend met een depreciatie-percentage van den gulden van ca. 20,9 procent. De Britsche ponden, die den laatsten tijd niet onaanzienlijk waren gedaald, bieden op het huidige niveau qoeden weerstand, en men wacht thans met belangstelling af hoe de ontwikkeling in den eerstkorncnden tijd zal zijn. De Fransche francs maakten slechts kleine schommelingen mee en werden tot 8.65 a 8.67/2 afgedaan, Belga's golden 31.20 a 32.—. Duitsche marken waren 743 A a 75.
DE DEPRECIATIE VAN DEN GULDEN. "De Gooi- en Eemlander : nieuws- en advertentieblad". Hilversum, 19-10-1936, p. 1. Geraadpleegd op Delpher op 10-04-2025, https://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:011172376:mpeg21:p005
265. Eindelijk ziet hij voor zich aan het einde der weg de poort van het stadje. Hij maant zijn ros tot spoed aan. want straks om 8 uur als het donker is, sluiten de stadspoorten en kan hij niet eerder toegang verkrijgen. dan den volgenden ochtend fi uur. Zijn paard vliegt over den stoffigen weg. Eenige minuten later staat zijn paard, dampend van het zweet onder de poort en nu gaat het stapvoets verder. Juist op tijd, want hij ziet dat de zware deuren net achter hem gesloten worden. Spoedig is hij bij de woning van Meester Bormejo. Hij stijgt van zijn vermoeid paard en wil aankloppen. Doch dit is niet noodig. Meester Bormejo staat al in de deur en stamelt den naam van „Rodo". Doch hij ziet zijn vergissing plotseling in en ziet dan pas dat het Diëgo is. „Kom binnen." noodigt hij uit. „Ik dacht mijn pleegzoon te zien. Ik had gezworen dat hij het fjjlas. . Dat komt zekér doordat mijn oftgen oud worden en niet goed meer kunnen onderscheiden."
266. Een visschersprauw met twee Indianen voerden zeewaarts, op eenige mijlen van de kust van het eiland Haiti. Zij hadden eenige uren geleden het zuidelijkste punt van dit eiiand verlaten, even nadat de storm bedaard was. die de geheele dag aan- Ze waren op weg hun netten te laten zakken, daar waar zij een vischrijk water wisten te vinden. Zij zijn de beste visschers die er maar te vinden zijn. Hun hoofdbestaan toch is visschen en jagen. Eén der mannen scheen iets gehoord te hebben, tenminste hij legde zijn hand aan zijn oor en luisterde. Ook de andere merkte een bijzonder geluid op. doch hij tuurde in het water, waar hij meende dat het geluid vandaan kwam. Kijk daar in Westelijke richting, zwom een man. zijn krachten waren bijna uitgeput. Zij roeiden naar hem toe. juist bijtijds. De man was bewusteloos. Het was een blanke.
ONS DAGELIJKSCH KINDERVERHAAL COLUMBUS DE ONTDEKKER VAN AMERIKA. "De Gooi- en Eemlander : nieuws- en advertentieblad". Hilversum, 19-10-1936, p. 1. Geraadpleegd op Delpher op 10-04-2025, https://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:011172376:mpeg21:p005