Slcitiko der Mails te Soerabaia. 's Namiddags te 6 u. 24 m. Uollandsche mail 3, 10, 17, 24 en 31 August. Franßche mail 12, 25 » Duitsche mail 6, ÜO » De Hollandschb mail wordt morgen per sneltrein uit Weltevreden verwacht. De poststukken zullen des avonds om half tien besteld worden. Süikerzaken. Dank zij het gunstige weder zullen de meeste ondernemingen in den loop dezer maand de beplautiugen voor den aanstaanden oogst teu einde gebracht hebben. Dit gevoegd bij de omstandigheid dat de gronden ter dege hebben kunnen uitzuren, maakt dat de aanplant, die in 1903 vermalen moet wordeo, onder zeer gunstige voorwaarden in den grond is gekomen. Berichten uit Cuba, gedeeltelijk hierachter opgenomen, vermelden dat do suikerindustrie er grove verliezen lijdt, zoo zelfs dat men vreest dat de fondsen zullen ontbreken om de aanplantingen behoorlijk te onderhonden, tengevolge waarvaD voor aanstaande jaar een niet onbelangrijke vermindering van den oogst tegemoet gezien wordt. Djordien de Senaat der Vereenigde Staten het in het belang van Cuba voorgesteld reciprociteitsontwerp van wet verworpen heeft, zag het Cubaansch gouvernement zich genoodzaakt bij de wetgevende macht ec& voorstel in ti naurbij dea planters eene toelage zoude worden verleend van 50 Arnerikaanscha dollarcenten foor iederen ton riet van den oogst van den ditjarigen aanplant en 10 dollarcenten voor 'ederen ton riet die van de 2a en opvolgende snitten verkregen zoude worden. Hoewel dit voorstel bij de wetgevende macht van de jonge republiek een gunstig onthaal heeft gevonden, wordt er aan getwijfeld of de goede bedoeling, die er in opgesloten ligt, door het bestaand gebrek aan geldmiddelen wel zal kunnen worden verwezenlijkt. Men ziet dm, dat het bij onze concurrenten alles behalve couleur de rose is en dat Java in den strijd om het bestaan niet aan den slechtsten kant staat.
Drukpersdelict. De raad van justitie alhier deed gisteren uitspraak in de zaak van den ontslagen regent van Madioen Broto di Ningrat contra den redacteur van dit blad. Het openbaar ministerie had zooals men zich zal herinneren vrijspraak gerequireerd, op grond dat het oogmerk om te beleedigeu afwezig was; de beklaagde zag na dezen eisch van verdediging af. Da raad van justitie blij kt er anders over te hebben gedacht en veroordeelde ons tot een boete van driehonderd gulden en de kosten van het geding. Wij laten hieronder het verschrikkelijke stuk volgen : De toestand ik Madiob*. Onze correspondent wien wij hadden opgedragen nauwgezet onderzoek te doen naar de toestanden in de res dentie Madioen, zendt ons als resaltaat van zjjn onvermoeide naspe ringe'i een ljjvig dossier, waaruit wij het volgende trekken In Madioen heerscht thans geen onveiligheid meer, dank zjj het flinke, doortastende en atd >ende optreden van resident Donner gedurende dit jaar. In hootdzaalc waren het rietbranden in Magetan en ketjoe- en kampakpartjjnn ia X?üwi, waardoor in de. laatste m tanden onrust werd verwen.l ijs ïuvhkVa —— "beslagen regent, ltiden Adipnti Mrotediningrat, deed zich wel degelijk gevoelen, na zjja terugkeer van l'adang, wa«r hij was geinterneerd, naar Djokiakarta. Adipati Brutodiningrat kin het namelijk den resident van Madioen niet vergeven, dat hij geen onderscheiding lud gekregen bjj gelegenheid van de troon-bestijging der Koningin j dat zjjn aartsvijand, de regent van Magetan, adipati was geworden en dat hjj ontslagen was en naar L'ad »ng verbannen. liet koaipl t vertakte zich over het geheele gewest: er waren in betrokken enkele Inlandsche ambtenaren, vele dorpshoofden en dorpsgeestelijken, uodsdienstijveraars en aller ei lieden van slecht allooi. Door het krachtdadig optreden van resident Donner, die zich rust noch duur gnnde. werden een vijftigtal der belhamels g-i--irresteerd en in preventieve hechtenis gesteld. Hieronder waren zeven zeer gevaarlijke personen. Verschillende in het gewest bestaande miuder gunstige toestanden; verscheidene fouten, liegiau door ondergeschikte bestuursambtenaren, die meer op eigen voordeel waren bedacht dan op 's lands belangen, werkten het spel der intrige in de hand De stille kracht vond in Magetan een vruchtbaren bodem. ltesid'nt Donner heeft al de oproerige elementen onschadelijk gemaakt, vele vervangen en zich door betere, vertrouwbare elementen weren te omringen, Europeesche ziowel als Inlandsche Verkeerde hulp in suikercultuuraan- deed wrok en wrevel onts aan onder de bevolking en het gevolg hiervan waren een groot aantal rietbranden Slechte econo nische toest»nden en een minder goed bestuursbejeid wersten elders de vorming van benden keljoos in de hand, die het land afliepen. De desa : emen in het district l'aran was het brandpunt.
I)e resident had ten slotte alle draden in hinden en bljjtt van de toestanden op do hoogte, zoodat binnen enkele maanden, indien althant de regeering krachtig steun', de rust en orde in het rumoerig gewest zillen zijn hersteld Op het oogenblik bevindt zich de heer Uonner weer op tou'née. Ten slotte citeeren wjj de volgende zinsnede uit het oa* verstrekt verslag: >Met_g ooten tact en bewonderenswaardige eoergio is thans het slechte element tiedwongen Hier treedt helder aan het li:ht, wat een bestuursambtenaar; die geen slaaf ii van paperassen en bepalingen, vermag wc,ar het er op aankomt een ingerotten, door al ipi e voorgangers beaorven toestand te zuiveren."
MorPEHBUS. Een vergramd lezer schrijft ons een nijdige briefkaart over bet niet verschijnen van de courant op den jaardag van de Koningin-Moeder en vraagt of misschien de verjaardag van den redacteur ook een aanleiding is om niet uit te komen. De Locomotief, zoo motiveert hij zijn nijdigheid, is wel verschenen. Voorwaar, een redacteur in lodië wandelt niet op rozen. Op zijn pad verschijnen dagelijks mopperende lezers, gepiqueerde ex-regenten, strenge rechters, mitsgaders justitia met een Pruisische Pickdhaube op het hoofd en een Russische knoet in de rechterhand. Quol plaisir, qnel plaisir... publicist te zijn in dit gezegende land. Maar de vergramde lezer stelle zich gerust. Zijn gemopper heeft ingeslageo. Wij belijden onze schuld. Voor aan zullen wij verschijnen op alle dagen van de week, óók op zon- en fees'dagen, in morgen-, middag-, avond- en nachteditie. Wij zullen daarvoor speciale treinen afhuren, die tot aan ons bureau zullod loopen en de'versche exemplaren onmiddellijk naar de vier windhoeken zullen verstrooien. Bovondien sullen wij op geheel Java en de Buitenbezittingen een automobielecdienst organiseeren met een aparten postdienst en voor het vervoer tusschen de eilanden van dezen verrukkelijken archipel een aparte express-stoomvaart in 't leven roeper, minimumvaart 50 kcoopen. En als de vergramde lezer dan nog niet voldaan is, dan zullen wij — bet komt op een ton niet aan — met bestuurbare luchtballons, Marconis aethergolven enzoovoort gaan werken, om te zorgen dat ook de Locomotief, de actieve Locomotief die zelfs op den jaardag der Koningin- Moeder stoom maakt, het tegen ons, aan de eischen des tiidc voldoend publiciteits-systeem moet Misdaad en straf. Men herinnert zich dat een professor te Bern, Vetter geheeten, te Neurenberg een rede hield die in het Zwitsersche land een storm van verontwaardiging deed opsteken. Ia de gister avond ontvangen Duitecho bladen vinden wij de geïncrimineerde zinsneden weergegeven. Zij luiden: #Sa kommt es uns deutschen Sshweizern hier und heute an diesem Feste der deu'scheu Vergangenheit auch erst wieder recht zum Bewusstseiri, dass wir geistig i immer zusammengehört baben : dass Karl der Grosse und die Nibelnngen ucs mit gefcören, und dass die Vorbilder vom Allerheiligen za Sjhaffnausen und des Mücsters s.u Bern in Hirsau und in Ulm stehen oder gestanden haben. Aber wir lessen uns desbalb unsere Berge und Seeen nicht scheitel und nicht nehmen und sind uns voll bewusst, dass dia bescheidenen Eigenheiten unseres schweizerischen Alpenhausei, unserer schwcizerischen Schlöiser und Klöster ein wichtiger nnd nicht wegzudenkender Teil der Kultur- und Kunstgeschichte des grossen deutschen Gesamtvolkes titd. Eine dentsche Provinz in geistiger Beziehung also wollen wir in der deutschen Schweiz sein und bleiben, aber allerdicgs mit schr bestimmten Reservatrechteu." Dat is: „Zoo worden wij Duitsche Zwitsers ons hier en op dit feit ter eere van het j Duitsche verleden weder klaar bewust | dat wij in geestelijken zin steeds bij j elkaar hebben gehoord: dat Karei de i Grcote en de Nibelungen ons meê toebehooren en dat de voorbeelden van de Allerheiligenkerk in Schsfïbausen en van den munster in Bern te Hireau of te Ulm sttan of hebben gestaan. Maar daarom wilrlf!« wji v»n hflrtren en irgrPn r.ncr eraan jjsp»» uü3r
Het onderzoek van een monster duinzand, genomen in de duinen halverwege Moester en Loosduinen, op ongeveer 700 M. afstand van zee, toonde aaD, dat ook in dat zand goud voorkomt, en wel eene hoeveelheid *an 0,02 gram per 1000 K. G. of 0,03 gram per kub. M. Vermoedelijk zal dus een dergelijk, klein regelmatig verdeeld goudgehalte in Nederland ztér algemeen zijnen de vindplaats in Overijssel staat dus niet alleen. Slechts in bet moDster no. 9 is eene eenigszit s groo'ere hoeveelheid goud dan in ne acdere monsters gevonden. Immers in een van de beide proeven, dus in zand, werd eene hoeveelheid i goud gevonden van 0,02 m. gr. Nemen wij nu aan, dat iedere twee proeven hetzelfde resultaat zullen opleveren — want gunstiger onderstelling zijn wij niet gerechtigd te maken — dan zou dit zand dus eene goudwaarde bezitten van 0 2 gram per 2000 K.G. of f 0,28 72 per kub. M. In de gunstige veronderstelling, dat de goudblaadjes niet te fijn zijn om door verwasschen verkregen te worden, zou men dus kunnen verkrijgen 60 pet. dezer waarde, dat is f 0.17 per kub. M. Het blijft de vraag of dit bedrag van f 0,17 voldoende zal zijn om den grond met voordeel te verwerken. Ofschoon het resteerende van monster no. 9 slechts 200 gram woog, werd toch eene proef gedaan om uit te maken of door wasschen misschien goudblaadjes gevonden konden worden. De waschproef geschiedde door denzelfden onderzoeker, die er in slaagde om uit kwartszand van Borceo uiterst fijn stofgoud te wasscheD. Hierbij bleek, dat uit deze 200 gram geen vrije goudblaadjes konden worden verkregen, en de bovenstaande waardeberekening is dus zeker niet overdreven ongunstig voorgesteld. Wil men uit dit onderzoek eene con clusie trekken ; dan moet deze luiden :• Het is zeer onwaarschijnlijk, dat op de plaatsen, waar de onderzochte monsters genomen werder, goud in voldoende hoeveelheid voorkomt om eene ontginning met voordeel mogelijk te maken. Men zil nu ratuurlijk vragen, wat den onderzoekers moet worden aangeraden en ofschoon het ciet in de opdracht besloten ligt, zal het toch wel geoorloofd zijn op deze vraag een antwoord te geven. Men zal hun onder het oog dienen te brengen, dat het niet het doel is na te gaan of er in hun zand goud voorkomt, maar of er uit bet zand met voordeel jê »| jn staeides. ƒ Dit doel wordt niet bereist uotrekkelijk kleine moosters van het zand di>or een essayeur te laten onderzoeken, maar slechts door grootere boeveelhfden zand op doelmatige wijze to verwasschen. Of een dergelijk onderzoek kan worden aavgeraden, is moeilijk te zeggen. Alvorets grootere proeven te doen, zal het goed zijn aan te vangen met een tiental kub. M. van het zand van vindplaats no. 9 uit de haad te verwasschen. Het zou zeker te verkiezen zijn dit door con vertrouwd goudwasschcr te doen uitvoeren, maar ook zonder dat kan men tot een resultaat komen, namelijk door degelijke werklieden te leeren het zand gedeeltelijk te verwasschen en het verkregen concentraat op te zenden aan een deskundige, die dan kan uitmaken of door verder verwasschen goud te verkrijgen zou zijn. Op grond van het resultaat eener dergelijke proefneming zoute besluiten zijn of hit aanbeveling verdient het terrein te verlaten, dan wel door proefnemingen met dit zand op groote schaal de mogelijkheid van ontginning vast te stellen. Timor. Iteuter seinde 5 Juli uit Lissabon : *De bladen melden dat dn Portugeesche en Nederlandsche commissarissen het eens zijn geworden over de afbakening van de grens op Timor. De Nederlandsche enclave Maoekatar zal geruild worden tegen de Portugeesche enclave Noimoeti, terwijl Oikoesien Ambénoe aan Portugal zullen blijven," Hierbij teekent de Nieuzve Jlot/erdamsthe Courant van : Da omvang der residentie Timor was de laatste maal gewijzigd en nader bepaald door het traktaat met Portugal van 20 April 1859 (opgenomen in het Indisch Staatsblad van 18(30 no. 101), waarbij Portugal afstand deed van allo aanspraken op eenig gedeelte van de Aloer- en Solor-eilanden en van Flores, en bepaaldelijk den staat Woerei op Adonare, den staat Pamakgkajoe op Sulor en het gebied van Larantoeka, Sika en Paga op Flores aan Nederland overliet. Van Timor behoorde volgens dat tractaat de grootste zuidwestelijke helft aan Nederland, maar met een Portugeesche enclavp, bestaande uit het gebied van Oikoesi, Noimoeti en een gedeelte van Ambénoe, terwijl het staatje Maoekatar of Kaloeninéne een Nederlandsche enclave in het Portugeesche gebied vormde. Voor het overige was de grenslijn zoo getrokken dat zij de Nederlandsche staatjes Djenilo, Silawang, Fialaranp, Lamaksanoeloe, Lamakaué, Naitimoe, Manden, Dirma en Likekoene tan westen, van de Portugeesche landschappen Kowa, Balibo, Lamakitoe, Tafakai, Fafoeuiea, Lanken, Dakoio, Tamiroe Eoelalang en Soeai ten oosten scheidde. Ruim een week geleden was uit den Haag gemeld dat daar vertoefden de admiraal Capelloen de kapitein ter zee Vaicoocella», beiden van de Portugeesche zeemacht, die in opdracht van hun regeering besprekingen kwamen houden met ons departement van koloniën in verband met de kwestie van de grensregeling op Timor. Deze officieren hebben daartoe verschillende samensprekiogen gehouden met mr. Elias, secretaris-generaal, en den heer Viehofï, referendaris aan de afdeeling binnenlandsch bestuur van het ministerie van koloniën. Indien het bericht van de Portageesche bladen juist is, zal men dus in deze conferenties tot de bovenbedoelde regeling zijn gekomen.
,J)r. DoapTspiif De onderhandelingen, welke reeds sedert geruimen tijd hangende waren tusschen een nieuw op te richten Distributie Mij, eenerzijds, (combinatie Koninklijke Ned. Petroleum Mij. en Shell Cy, waarbij zich onlangs voegden ouk verschillende Russische belanghebbenden) en de Dordtsche Petroleum Maatschappij anderjij:ls, hebben thans tot een definitief besluit geleid, schrijft het A/gcmeen Hande'sblad van 1 Juli. Deze week werd geteekend de overeenkomst, waarbij de Dordtsche Petroleum Maatschappij zich verbindt bare export-olie buiten Java ten verkoop uitsluitend te leveren aan de bedoelde Distributie Mij., en deze laatste Maatschappij zich verbindt hare olie voor de Javamarkt te importeeren, te verkoopen door de Dordtsche Petroleum Mij. De Dordtsche Petroleum Mij. zal zich dus voortaan op Java belasten zoowel met den verkoop van hare eigen olie als met den verkoop der olie der bovenbedoelde combinatie.
De toestand op Cuba. Charles Pepper, een Amerikaan die door de commissie voor een Wereldtentoonstelling naar het eiland Cuba was gezonden en daar lang vertoefd Leeft, hangt een somber tafeieel op over den toestand. De groote suikerplantages maken geen toebereidselen om komende jaar te oogsten, het aantal werkloazen neemt op onrustbarende wijze toe, eu het is reeds noodig geworden, üe gendarmerie te versterken, daar troebelen te vreezen zijn. De Cubanen zijn trotsch op hun nieuwe republiek en vermijden daarom alle klachten. Met name tracht de koopmansstand de toestanden in een gunstiger licht te bekaken. Om de regeeringsuitgaven, die de inkomsten verre overtreffen, te verminderen ontslaat president Paltna links en rechts vucu* ïcUcn ea werkloozo leegloopera nieuwe aanhangers.
De toestand in het Russische rijk, dat zooals behend de ËrusseUcne suibercoaventie niet hoeft willen o&derteekenen, is al eveumin wat de suikerindustrie betreft bemoedigend. Men verwacht gedurende de loopende campague een overproductie, zuoals zij in de zeven jaren, gedurende welke de tegenwoordige regeling der verdeeling van de productie bestaat, nog Diet waargenomen is. Thans beloopt ntnl. de productie 20 millioeu pond. Tengevolge van de lage suikerprijzeu op deLondencche markt levert de uitvoer van Russische suiker voor de fabrikanten, ondanks de uitvoerpremiën, verlies op, zoodat hetgeen zij op den uitvoer verliezen weder verhaald moet worden op het binnenland. In verband hiermede heeft het ministerie van financiën een aanvang gemaakt met het samenstellen vau een nieuw reglement voor de verdeeling der productie, waardoor de uitvoer vau Russische suiker ingekrompen, de verkoop in het binnenland daarentegen grooter gemaakt worden moet. Waarschijnlijk zal dit nieuwe reglement tegen het eicde van het loopende jaar openbaar worden gemaakt en in den aanvang vau 19J3 kracht van wet krijgen.
In Zuid-Afeika zijn do Britten, dank zij dtj bakdudd uiidleloa, eindelijk de baas geworden. Mtar met de voordeeten die het nieuwe afzetgebied oplevert, zullen niet de Eagelscho, maar in hoofdzaak de Duitsche en Amerikaansche handelslieden gaan ttrijken. Men klaagt er in het land van den zickeu koning Edward steen en been over. Als do meest gewone zaak verklaren de Britten dat, als er geen beperkende bepalingen worden vastgesteld, de vreemdelingen het beste deel van den buit naar zich toe zullen halen. Een Schotsch koopman, onlangs uit Natal teruggekeerd, vertelt, datdeDuitschcrs en Amerikanen al maanden voor de oorlog uit was hun agenten aan 't werk hadden om na te gaan wat er noodig zou zijn na den oorlog, in 't bizonder in het machinevak. Ook hij meent, dat protectionisme het eenige middel is om de Engelsche stumperigheid en achterlijkheid tegemoet te komen. Droevige bekentenis. En weer plezierig voor Zuid-Afrika. Hedenmorgen werden door den chef van htt postkantoor persoonlek een paar brievenbussen gelicht, ia ééa waarvan hy een vr\j dik omgevouwen dagblad vond d«t aan den binnenkant der brievenbus-gleuf haakte mot het gevolg dat de adresband gescheurd was. In het blad was met geweld een brief gedrongen die, zoo de band niet gescheurd was, onopgemerkt zun ziju gebleveu, uitt de cuuraut verzonden eu ten slotte op een verkeerde plaats in verkeerde handen iou zijn getaakt. Dergelijke onaangenaamheden kuoLea voorkomen worden als huisbedienden, die brieven of couranten hebben te potten, erop attent worden gemaakt dat drukwerken in de benedengleuf behooren en brieven in die daarboven. Gisteren avond had men weer een vechtpartij op Ketapang met »de vrouw" tot ooriaak: twee Madoereezen gingen elkaar te lijf en takelden elkaar geducht toe. Slot: de een halfdood naar het stads verband, de ander naar de gevangenis. Wanneer krijgen wij eens een keur die het dragen van de piso blati ten strengste verbiedt voor die gevallen dat zoo'n mes niet bepaald noodig is? Rbcalcitbant. Een vermakelijk goval heeft zich te Sneek met een schutterplichtige voorgedaan, leien wij in de mailbladen. De man in kwestie heeft't er nu eenmaal op gezet niet aan de wekelijksche oefeningen deel te nemen. Dat bezorgde hem zoo voor en na een boete van ruim f 80, die de weigerachtige niet verkoos te betalen. Vandaar dat de bevoegde macht jacht op hem maakte, om hem in te rekenen. Maar de man was vlup, telkens wist hij zijn belagers te ontsnappen. Dinsdag echter wist men sinjeur te verschalken. Terwijl hij bezig was een wal te restaureeren (de man timmert van zijn beroep', komen vijf jagers in een bootje op hem af. De schutter ziet 't gevaar niet, of hij springt te water en tracht, snel zwemmende, den overkant te bereiken. Maar ongelukkig, de wal is hoog en glibberig. Welke wanhopige pogingen hij ook doet op 't droge te ko men, 't lukt hem niet. De vijand is nu genaderd, Pieter wordt in 't bootje geheschen en geen kwartier daarna of onze schutter zit met een nat pak achter slot en grendel, 's Avonds was hij weer op vrije voeten: betaling werd geprefereerd boven afzondering. Ia het Centrum lozen wij dat dr. Grone:nan te Djokja op een waudeliog ongesteld werd iu zao hevige mate dat mea den bijna zeventigjarigen grijsaard een huis moest binnendragen. Onze beste wenschen voor zijn herstel. De Reiger van de gouvernementsmarine is'gisterenmiddag ter roede aangekomen en heden in het bassin gestoomd. De Tegal van den dienst tot bestrijding van den opium- smokkelhandel ter zee vertrok heden om de Oost. Dezer dagen heeft zich in het Lamongansche het vilgeade geval voorgedaan. Een iulandscbe vrouw uit de.desa Boaworno, afdeeling Bjdjonegoro, ging in den vroegen morgen naar de pasar te Modo in het district Lengkir, Lainopgan. Ter hoogte van desa Ganggang werd zij aangehouden door twee inlanders en gebracht naar de desa Rebneloch waar zij in een inlandsch huis 5 dagen werd gevangen gehouden. Haar man, die niet wist waar zijn ega bleef, ging met een angstig gemoed op kondschap uit; na eenige dagen ontmoette hij een goeden vriend, die echter aandeel aan de schaak- ! partij had gehad, en hem aanbood zijn vrouw terecht te brengen, mits hij daarvoor f 40 kreeg. „Boleh tawar!" dacht de zoekeode echtgenoot en hij kreeg de zaak gedaan voor f 30. Den vijfden dag Kwam de vrouw thuis. UjwPttige gevangenhouding straft de wet zeer zwaar; wat mag wel de reden zijn dat de politie deze zaak niet onderzoekt ? Dk moord te Padang. o?er den moord te Padang waarvan onze telegrammen reeds melding maakten lezen wij in de Sumatrabode het volgende: Den 28an Jnli des avonds om ongeveer 10 uur werd te Padang het moordsignaal geslagen en tot schrik van velen duurde dit zoolang, dat men daaruit kon opmaken dat de moordenaar nog niet gevat was. Bij onderzoek bleek, dat men niet met een gewonen moord te doen had; ten huize van een Europeesche familie, mevrouw de wed. Townsend in kampong Djawa, was een moordaanslag gepleegd onder zulke omstandigheden, dat men niet wist waarover zich meer te verbazen: de vermetelheid van den aanrander of ■ijn maar al te gemakkelijke ontsnapping. Wat wes er gebeurd ? De heer Br. eerst sedert een paar dagen verloofd met mejuffrouw T., zou heden morgen naar zijn post, het kustlichtetablissement op Poeloe Bodjo, vertrekken en bracht gisteren in den'vooravond ten huize van zijn verloofde door. Beiden zaten met de andere huisgenooten in de achtergalerij en vermoedden niet van het onheil dat hen boven het hoofd hing, ofschoon hun aandacht werd getrokken door het feit, dat eerst een steen en kort daarop een leeg blikken doosje zeer hoorbaar in den nabijheid van de achtergalerij terecht kwam, niet wetende, door wien beide voorwerpen met opzet werden geworpen. Toen 't tijd werd voor het avond-eten ging de heer Br. huiswaarts en keerde ongeveer een uur later weêr terug, waarna hij met zijn verloofde nog wat ic de achtergalerij bleef praten, terwijl de overige huisgenooten zich onledig bielden met naaiwerk en andere huiselijke betigheden. Plotseling kwam de Inlander Si Amat de trap op en liep op het tweetal toe; hij bracht den heer B. met de vuist eenige •tompen toe en achtervolgde daarna mej. T. die naar binnen gevlucht waa en de deur trachtte te sluiten. Amat wilde dat beletten en forceerde de deur, gedurende welk tijdsverloop de heer Br. den indringer met een stoel bewerkte. Niettegenstaande dat wist deze de deur open te kragen en in de kamer komende, waar de moeder van mej. T. bezig was, viel bty mej. T. met een mes aan. Op dat gezicht verwijderde de heer Br. zich ijlings, om —- naar men zegt — uit zijn nabij gelegen woning een revolver te haleo. Zoo bleven beide vrouwen geheel weerloos achter, sich echter met den moed der wanhoop tegen den blindelings met ityn wapen stekenden Inlander verdedigend, tot de andere vrouwelijke familielede —er is geen man in huis — kwamen toeschieten en zich op den woesteling wierpen. Een Nias'sche bediende van een buurman, den heer v. Mm waa op het hulpgeschrei der wor • ■telende vrouwen komen toeloopen; deze Niasser wierp zich, hoewel opgewapend, op den aanrander en na een korte worsteling vond deze 't maar beter zijn biezen te pakken. Hij wist sich vßn den Niasser los te rukken en spoorloos ta verdwijnen. Toen de heer Br. met zijn revolver aankwam, was de moordenaar natuurlijk verdwenen. Mej. T. had veertien wonden bekomen, de meeste in den rechterarm, toen zij de steken afweerde, eenige in het gelaat, een in de dij, deze alle niet gevaarlijk,— doch een steek in de rechterzijde, welke levensgevaarlijk zou zijn geweest, ware hij niet op een der ribben afgestuit. Mevrouw T., die haar dochter zoo dapper verdedigd heeft, bekwam een steek in het gelaat en eenige schrammen en builen. De andere dames, die zich ook ferm geweerd hebben kwamen met eenige builen en den schrik vrij. lamiddels waren degeneesheerenStibbe en Blonk ter plaatse gekomen, die het voorloopig verband aanlegden en de gewonden naar het mili'air hospitaal deden vervoeren ; de verwonding van mej. T. was van dien aard, dat- zij met een tan doe en met groote behoedzaamheid moest worden getransporteerd. Ook de politie was op de been en de assistent- resident was ter plaatse des onheils, om in persoon het onderzoek te leiden. Heden morgen was de toestand der gewonden bevredigend en men hoopt dat de verwondingen reeds na veertien dagen zullen genezen zijn. V » Heden morgen was de aanrander nog niet gevonden: hij is een hiergeboren Niasser, flink en goed gebouwd en van moederszijde aan de familie T. vermaagschapt. Als zoodanig werd hij als kind daar in huls groot gebracht. Kn nu de aanleiding tot de wanhopige daad f De dader is nog niet gevat en om verschillende rederen wenschen wij, dat hij niet gevonden moge worden ook, want wij vreezen dat de behandeling dezer zaak voor het gerecht op een schandaalproces zal uitloopen. Blijkens de Pemarangsche bladen is thans bij het comité aldaar voor zieke en behoeftige inlanders ingekomen een bidrag van f 11,683,65. Meldden wij gisteren dat langs de Oost-Aziatische kust ontzetlende stormen hebben gewoed, in de gisteren avond ontvangen Deli-bladen lezen wij dat ook de Oostkust vau Sum&tra haar deel heeft gehad. Zjo heeft op de onderneming Soeagei Krapoh een cycloon gewoed. Men schreef vandaar aan de Sumatrapost o. m. ,Va 3 het dak van de fermenteerschuur werd de atap gelicht en stroomde het regenwater binneo, zoodat al de tabak doornat werd en een 70 man aan het werk moesten gezet woorden om de droge tabak uit de stapels te redden. Van een ardere schuur waaide een gedeelte raD het dak geheel stuk. De oogst op het veld is door den hagelslag en storm geheel vernield. Een kongsi-hais werd geheel tegen den grond geworpen; hetzelfde geschiedde met de keuken van een ander kongsi-huis en een Javanen-pondok. F.en groote boom viel om op de bijgebouwen van het assistentenhuis, een andere zware boom stortte dwars over den weg. Voort» lagen nog twee woningen vaD Bataksche schuurbo'jwers tegen den grond en werdöD vele iiooinen ontworteld of geknakt. Verschillende andere ondernemingen hebben min of vao het weer geleien. Zoo vernamen wij o. a. dat op Soengei Karaug zoo'a hevige regen neerkwam, gepaard met wind, dat het water letterlijk door alles heeu ging. Ia het admiuistrateurs-huis bijvoorbeeld werd alles door en dojr nat; tot zelfs kleeren en linnengoed dat iu geslotea kasten lag was geheel doorweekt. Het moet er een ware zondvloed geleken hebben." Da Queen Olga is gisteren onder leiding van den heer Schipper van hei rif afgebracht en een eind achteruit gestoomd. Oogenschijnlijk heeft het schip geeu aanzienlijke schade geleden. De diepgang bedraagt vóór 10 voet en achter 13 '/jvoet Heden is de van Singapore bestelde pomp aangebracht en dadelijk gemonteerd. Zij heeft een capaciteit van niet minder dan 24000 liter per uur. Begin •September verwacht men reds het schip te kunnen dokken. Den heer Schipper komt een wooid van lof toe voor zijn voortvarendheid en werkzaamheid, waardoor het ongeval tot geringe afmetingen is teruggebracht. Bjj vonnis van den raad van justite is de firma A. C. van Dissel & Co alhier failliet verklaard. Een der inlanders die hedenmiddag met den trein van 2.02 naar Kertosono zou vertrekken, kreeg, toen hij plaats had genomen, de cholera. De man werd op zijn verzoek naar huis gebracht en de wagen afgekoppeld en ontsmet. SuVIKXIJ IX MrDDEJf-CELEBES. In het onlangs verschenen no. van het Tijdichrift van het Aardrijkskundig Genoottchap komt een hoogst belangrijk stuk voor van den controleur A. P. van Rijn, die een viertal jaren geleden een reis maakte naar de Boven-Sadang (de Sadang is de rivier die op de Westkust, nabij Paré Paré, in zee vloeit). In het N. W. van de Qolf van Boni vindt men de Palopobaai, waaraan de plaats Palopo gelegen is; van hier trok de heer Van Rijn het tot dusver onbekend binnenland in. Daar was het jaar te voren veel strijd gevoerd. De Boegineezen van Sidenreng en omliggende rijkjes, goed gewapend met achterlaad- en repeteergeweren, hadden sich van uitgestrekte streken meester gemaakt. De inboorlingen hadden bescherming gevraagd van hunnen vorst, den Datoe van Loehoe. Maar deze „is met al zijne rijksgrooten teruggezonken in den meest deerniswaardigen staat van machteloosheid en armoede. Nergens wellicht doet de vloek van het opiummisbruik zich zoo ernstig gevoelen, heeft het alle energie en levenslust zoo verlamd, den mensch zoo verdierlijkt als in dit ongelukkige land". De vorst sag dan ook geen kans om de weinige honderden vreemde indringers uit zijne vazalstaten te verdreven, en riep onze hnlp in, die slechts in zoover werd verleend dat hij vergunting kreeg tot den invoer van Beaumootgeweren. Een zwakke pogiDg, daarna gedaan om den vazallen te hulp te komoD, liep op niets uit en Loeboc vroeg daarop hulp aan Boni, dat gaarne aan de oproeping gehoor gaf, met een krijgsmacht van 4500 man de Sidenrengers verdreef, en ... het gaosche gebied tot zijn onderhoorigheid verklaarde. De Datoe van Loehoe was onmachtig zich daartegen te verzetten. De controleur Van Rijn cu ontving de opdracht, naar Palopo te gaau en zich op de hoogte der toestanden te stelleD. Het gevolg hiervan was dat hij bet binnenland introk en van die tocftanden ons nu eene aangrijpende beschrijviug kan leveren. Wat ons daarin bet meeste treft, is, wat ons verteld wordt van den slavenhandel, die er nog zoo onbelemmerd tiert, dat op eiken, marktdag kinderen te koop worden aangeboden. Een Arabier, van groo'en invloed die te Palopo van de bovenbedoelde vergunning geprofiteerd had om een zestigtal Beaumontgeweren machtig te worden en daarmede een aantal avonturiers had gewapend, was — zoo vernam Van Rijn — het binnenland ingetrokken, had honderden menschen als slaven naar Palopo gevoerd, en deze in allo richtingen verscheept.. Het is „sedert lang van algentrene bekendheid, dat het Boven-Sadan-gebied stelselmatig door slavenjagers wordt geëxploiteerd, en hunne diep beklagenswaardige slachtoffers voornamelijk over Paré Paré naar den overwal, Bitrneo's Oostkust, worden uitgevoerd. Ook langs otïieieelen weg is herhaaldelijk melding gemaakt en iu do meest ondul>bbtlzinnige bewoordingen van den onmeaschelijken menschenhandel, die in deze stieken ellende en verderf brengt." Men heeft nog geen kans gezien, de slavernij in de Gouvernementslanden van Zuid-Celebes geheel af te schaffen; maar de slaven worden daar goed behandeld en meer als leden der familie beschouwd; nooit worden zij verkocht, wel worden zij na lange jaren dienst vrijgelaten. It de Vorstenlanden is hun tjetand minder fraai, maar daar worden zij toch ook als menschen behandeld. Maar *diep ellendig" is het lot van den inboorling van Midden-Celebes, die, met geweld uit *ijo land geroofd, in troepjes van drie tot acht, door middel van ijieren ketenen om den hals aan elkaar gekoppeld, naar de Boegineesche lauden of, erger nog, over zee naar Koctei (Borneo's Oostkust) worden vervoerd. Deze heidenen worden door den Boeginees zoo diep geminacht dat hun leven ondrsgslijk wordt... Toen de heer Van Rijn, vóór zijn reis, iu Boni vertoefde, was hij er getuige van hoe de terogkeerende krijgsmacht een rgroot aantal* van die ongulukkijen had meegebracht. Krugebs biste. De Parijsche beeldhouwer Carlèi, die 14 dagen te. Utrecht doorbracht, bij Kruger, is te Pa ij i teruggekeerd. Kruger poseerde tweemaal daags een half uur vo r hem. Hij kieeg den indruk, dat Kruger vol vertrouwen isop de toekomst van zijn land en heelemsal niét bii#ïe'z»r met de Presidentssjerp, niet de van de Transvaal, zondur ridderorden. Eea graveur van de Llaat te Utiecht maakt afgietsels.
Lufhebbers. Het groote aantal sollicitanten die ia vtrschilldude soorten v&n werkkring of betrekking iu Zuid-Afrika weaschen te worden geplaatst en daartoe medewerking of