Ambtenarij en Baantjesjacht.—Te Soerabaja doet zich een eigenaardig geval voor van ambtenarij, gepaard aan baantjesjacht, dat wel eens even nader belicht mag werden. Sedert eenigen tijd bestaat, zooals men weet, de betrekking van secretaris van het hoofd van plaatselijk bestuur, ook te Soerabaja. In die betrekking is daar nog niet definitief voorzien; men wil haar openhouden voor de tegenwoordigen controleurs voor de politie, die met 1 Januari a.s.: verdwijneu. De betrekking wordt dus „tijdelijk waargenomen" door een commies op het residentiekantoor, zekeren heer Jansen. Deze nu beschikt natuurlijk niet over het kwantum „algemeene ontwikkeling" dat men in zoo'n titularis verwacht. Maar dit brengt het bestuur in een eigenaardig parket, en wel om de volgende redenen. De paperassen regeeren nu eenmaal Indië, en nóch de assistent-resident, nóch decontroleur van politie zijn daar voldoende in thuis,—ondanks hun „algemeene ontwikkeling". Men hoort wel om de haverklap, dat een assistent-resident van Soerabaja zoo'n ontzettende massa werk heeft, doch het is er maar naar hoeveel werk hij van het ambt maakt. Over het aigemeen is dat betrekkelijk weinig, zeker veel minder dan een assistentresident in een cultuur-afdeeling. De zaak is nl. deze: Alle stukken, op den gemeenteraad betrekking hebbende, worden den assistent-resident pasklaar voorgezet door den gemeentescretaris, terwijl voor de zaken op het assistent-residentskantoor de daar geplaatste secretaris zorgt. Deassistentresident heeft maar te teekenen.f&Bßß $*£Ü ja, is dikwijls zelfs niet in staat, de zaken behoorlijk te overzien. Alles en nog wat wordt aan den secretaris van het hoofd van plaatselijk bestuur overgelaten. Men denke nu niet, dat de assistent-residenten zoo maar het eigenlijke gezag uit de handen geven. Sommigen trachten, zelf baas te blijven, verzetten zich in den beginne tegen de usance, spartelen tegen, doch eindigen met toe te geven, omdat ze niet anders kunnen. Wijlen de assistent-resident Waleson was om den drommel geen kind, en wilde aan niemands leiband loopen. Toen hij pas te Soerabaja was, heeft hij er zich tegen verzet, dat een ondergeschikte bijna alle stukken afdeed; hij zou dat zelef wel doen. Uitstekend, dacht men, en men liet hem begaan. Maar de heer Waleson was in minder dau geen tijd genoodzaakt te verzoeken, de zaken weer op den ouden voet af te doen! De ministers gaan ... de commiezen blijven. Als het zoo gaat met een energieke persoonlijkheid als die van wijlen den heer Waleson, behoeft men niet te vragen, hoe het gaat met een veel minder krachtige figuur als die van den tegenwoordigen titularis, van wien heelemaal geen stuwkracht uitgaat. Wij zien daarom met belangstelling uit naar de definitieve voorziening in de secretarisbetrekking. Dat kan nog heel wat onverwachte dingen te zien geven. Het is overigens wel aardig, gesproken van deze secretaris betrekkingen, te zien welke verrassingen de baantjesjacht kan scheppen. Wij hebben indertijd reeds gewezen op de eigenaardige verhouding, ontstaan door de benoeming van den heer Oosthout, gepensionneerd resident, tot secretaris van het hoofd van plaatselijk bestuur te Batavia. Het mooiste is echter dit: Vóór eenige jaren diende de heer Oosthout als assistentresident te Salatiga; als controleur diende onder hem de heer Canne. Thans is de heer Canne assistent-resident, en dient onder hem de heer Oosthout die eenmaal resident was. 't Kan verkeeren, zei reeds Brederode. ' Colijn 'af ?—Men schrijft ons uit Nederland: Dezer dagen liep te 's Gravenhage het gerucht, dat dé heer Colijn, het staatkundige leven moede, dat zal vaarwel zeggen om in een groot-industrieele onderneming zijn heil te zoeken. Wij vermelden volledigheidshalve dat gerucht dat wij ook niet meer dan als een gerucht beschouwen De eerzucht van den heer Colijn kennende, zijn wij eerder van meening, dat, wat misschien een poos geleden grond van waarheid zou hebben kunnen bevatten, thans voor den dubbelen minister absoluut niet aannemelijk meer is. Die zal ondertusschen in de maatschappij wel wat hoöger weten te klimmen. Het Rapport eener botsing.— Onze correspondent te Soerabaja schrijft ons: Een zeer interessante, hoewel ietwat droge lectuur biedt het lijvige rapport der commissie, welke indertijd werd benoemd tot het instellen van. een onderzoek naar de oorzaken der spoorbotsing, welke op 19 Juli j.l. te üoebeng plaats had, en waarbij twee inlanders op slag werden gedood, terwijl een derde zwaar gewond werd. Het verhoor der verschillende getuigen gaan we stilzwijgend voorbij, om alleen even stil te staan bij de conclusie der commissie. Wij brengen nog eerst in herinnering, dat het ongeluk ontstond, omdat in den vroegen morgen van den 19en Juli de trein 12a een anderen trein in de flank reed. Het personeel van trein 12a verklaarde, dat het signaai op veilig stond, wijl zij een wit licht zagen, terwijl het stationspersoneel even hardnekkig volhield, dat het signaal op onveilig had gestaan. De commissie concludeerde als volgt: Bij een onderzoek ter plaatse heeft de commissie bevonden, dat de lantaarn van hetafstandssignaal, zijde Soerabara-kota zoodanig was geplaatst, dat de arm van het signaal, eenmaal opgeheven (dus op „veilig" staande), niet in den horizontalen (dus onveiligen) stand kon terugkomen, doordat bij met de klinknagelkoppen van de brillen stiet tegen den bovenkant van de lantaarn." Het signaal heeft dus een stand ingenomen tusschen veilig en onveilig in, waardoor noch een rood, noch een wit licht te zien was, doch wel een licht van gemengde kleur, hetgeen door elk der partijen is aangezien voor het licht, dat die partij gëwenschtyporkwam. Niettemin wordt hier bewezen dat een werkelijk nauwlettende waarneming door niemand is uitgeoefend. Interessanter zijn de andere dingen, die door dit ondrzoek aan het licht kwamen, want ook nadat de botsende trein het signaal was gepasserd, bestond er nog gelegenheid, een botsing te voorkomen, en indien het personeel actiever ware geweest, had het van die gelegenheid gebruik kunnen maken. Zooals de commissie zegt: „Wat betreft de vraag of de botsing door activiteit van het stationspersoneel en het machinepersoneel van trein 12a te vermijden ware geweest, antwoordt de commissie bevestigend." Een wisselwachter had, door het tijdig omdraaien van een wissel, den trein op hét laatste moment nog op een vrij spoor kunnen leiden, terwijl het machinepersoneel 'van dien trein had moeten zien, dat een andere trein op hun baan liep. De aangereden trein werd door.midden gesneden en verloor verschuilende wagens; niettemin stoomden de twee locomotieven (de trein reed in dubbele tractie) kalm verder met den kop van den trein, zonder te merken, dat zij den staart kwijt waren. Van de botsing zonden ze zelfs niets gevoeld hebben! Verder kwamen nog tal van andere verzuimen aan het licht, terwijl eveneens werd geconstateerd, dat verschillende inlandsche beambten de commissie hadden voorgelogen. Nu komen wij aan het slot: de straf voorstellen der commissie. Niet minder dan 15 personen werden aan verschillende feiten schuldig bevonden, en onder die 15 personen bevonden zich 6 machinisten en stokers, 3 wisselwachters en 2 remmers. De straffen, welke voorgesteld werden, bestonden uit: ontevredenheidsbetuigingen. berispingen, ontslag, en boetes, vanaf f 1 tot het maximum-bedrag. Uit alles blijkt, dat van een stipte en nauwgezette dienstopvatting bij het personeel geen sprake kan zijn, en dat voortdurend kleine verzuimen voorvallen. In den regel loopt dat, wonder boven wonder, goed af, doch zoodra er een ongeluk geschiedt en een cerieus onderzoek wordt ingesteld, blijkt het, hoe men den dienst laat sloffen. Een enkel woord nog over de slachtoffers. De vraag is zeker gewettigd, of de nabestaanden der twee omgekomenen geen aanspraak hebben op een flinke schadevergoeding. Uit alles blijkt, dat de schuld van het voorgevallene geheel 'bij den dienst der S.S. ligt, zoodat het o.i. maar niet aangaat, dat die dienst zich zou onttrekken aan de gevolgen der door hom. zij 'iet ook onopzettelijk, in het leven geroepen gebenrtettiscen. Het zou de moeite loonen indien door een civiele actie eens •• werd uitgemaakt, welke financieele verplichtingen door den dood van twee inlandsche beambten< op de schouders der S.S. zijn gelegd. Een flinke aderlating in de beurs ten voordeele der familiebetrekkingen van de verongelukten zou allicht meer uitwerken tot verscherping van liet toezicht op de beveiliging der stations, dan tallooze nota's, berispingen, cm. Halen wat er van te halen is. — Men schrijft ons: „Bij de jongste inspectie eener bijzondere hollandsch-chineesche school te Soekaboemi is weer gebleken dat het gouvernementssubsidie niet gebruikt werd voor het doel, waarvoor het bestemd was. Een zendelitigleeraar schijnt directeur of hoofd der school te zijn — wat niet mag — en de inspecteerende ambtenaar heeft op dat feit de aandacht gevestigd." Zonder commentaar! De Javasche Bank beschikte, blijkens haar weekstaat, den 14e dezer, 's avonds, over een metaal saldo van f 5.259.384.G9. Thee. — De Londenfirma van John Peet <£ Co seint: Er is goede vraag naar thee tot iets lagere prijzen tengevolge van de groote hoeveelheden die op de veiling worden aangeboden. In de veiling van gisteren werden o. m. de volgende prijzen betaald: Tanawattee broken orange pekoe \(fls d. Tjiboegel broken orange pekoe 9'A ■&• Pagilaran broken orange pekoe 9 d. Kaligota broken orange pekoe B'/s d. Perbawatie broken orange pekoe I &>U d. Marolo broken orange pekoe BV2 d. Tampi broken orange pekoe B'/ï d. Malabar pekoe BV4 d. Tampi orange pekoe BV4 d Tanara pekoe B'/« d. Taloon broken pekoe B'A d. Malabar broken pekoe 87» d. Windoe broken pekoe Bd. Perbawatie orange broken pekoe II 8 d. Djatinangor broken pekoe A '8 ' «J. Tampi pekoe 8 ■ d. Hardjasari broken orange pekoe 8 d. Pagilaran broken pekoe 8 d. Kiara broken orange pekoe 77/» °- Tanara broken pekoe 73/« d. Negiara broken orange pekoe ■. Vla d. Haluwattee braken orange pekoe . '*(••!}' Perbawatie broken pekoe 772 ° Tampi broken pekoe 1 7'/j jj' Tjiboegel broken pekoe :' 7'/2 d. Knütjoea broken pekoe I 'Th »■ Pasir awie broken pekoe • TV* <*• Merang broken orange pekoe T/2 d. Ma'rolo broken pekoe 7% d. Soreang broken tea 7a/t & V/4 d. Kaïigoe broken souchong 7'/4 d. Kiara broken pekoe 7'/s d. Calorama broken orange pekoe 7'/e d Ncgiara broken pekoe 7 d- Hardjasari broken 7 d- Djatinangor pekoe souchong A . 67» d- Haluwattee broken pekoe 6% d- Pasir awie broken pekoe 63/4 d • Tjisalak broken pekoe 63/4 d- Sindanglaka broken pekoe 6% d- Katlgoea pekoe fanding s'/2 d-. Soreang pekoe fanning 5 d — De firma Rowley, Davics <& Co' alhier ontving het volgende bericht uit Londen dd. 12 September. - Nirtnala broken orange pekoe 8V2.8'/4, 7'./4 en 7d.; broken pekoe 7'/4, 7en63/4d.; broken tea 6-1/, en 6d; dust 3l/4 d. M ->. lab a r broken orange pekoe 83/4 d; pekoe 73/4; pekoe souchong 7'/4 d. .Patelen. — De productie der mijnbouwmij. Patelen over de maand Augustus bedroeg f. ,77.000. waarvan f 45.000 afkomstig van de;,'.; batterij en f 32.000 van de smelterij; Bovendien is f 21.000 verscheep aan lood-buH llion. Nieuwe Officieren.— De volgende leerlingen van. tien hoofdcursus te Kampen zijn geslaagd voor het officiersexamen, voor het indische leget; ..Infanterie: J. F. E. Meulemans.J. van der Heide. A. Merkelbach, J. C. M. van Leeuwen, C. j. Kuntzel, J. A. der Kinderen, F. D„,L Ridderhof, F. M. Schneidcr. Administratie: P. Jongert, J. H. E. Schmid, H. A. J. Willemse.H.MuuszeJ. T.G.Winia. Politie, — Door den minister van koloniën zijn J. j. Lenderink, C. van der Swan en J. Donker ter beschikking gesteld van den gouverneur-generaal ten einde als adsprantcorhniisoaris van politie 3de klasse tijdelijk bij de algetneene politie in dienst te worden gesteïd, r.iet het vooruitzicht om bij gebieken geschiktheid, na een jaar te worden benoemd tot commissaris van politie 2de klasse, .Orgelconcert Het was weer een groote voldoening voor den concertgevcr, dat de Willemskerk gisteravond zoo druk bezocht was. Voor het uiterst billijk entreegeld werd veel goeds geboden, wij zouden haast zeggen; des Guten zu viel, want het programma kwam ons overladen voor. Gewoonlijk eindigen de orgelbespelingen tegen acht uur — een geschikte tijd — die van gisteravond Hep eerst ver over acht at. Oorzaak was de inlassching van het door ons reeds aangekondigde1 Sinfonietta, dat een omvangrijk werk bleek te zijn. Een zeer schoon upus voorzeker, dat aan Mendelssohn herinnert, maar overigens toch door oorspronkelijkheid en rijken inhoud boeit. Vooral het tweede deel sloeg in; de beide andere gedeelten, die bovendien ook niet :oo vlekkeloos vertolkt werden, schijnen een meerdere auditie te eischen. Toch werd het zware stuk door de drie executanten bevredigend ten gehoore gebracht, en zijn wij hun erkentelijk voor de kennismaking met deze nieuwe compositie. Hoewel in het begin merkbaar zenuwachtig, had mevrouw R. Reyzer- van der Ziel een gelukkigen avond. Zij beschikt inderdaad over een volumineuse sopraan, die flink boven het orgel uitklonk. Een zangeres, die zich geheel in haar kunst geeft en door echt, warm gevoel in haar voordracht weet te ontroeren. Charité Van Fawe, dat zij het best zong, maakte zelfs een buitengewone!! indruk. Maar ook het Busslied van Beethoven en het Repentir van Gounod beleefden een voor de toehoorders genotvolle vertolking. Wij hopen mevrouw Reyzer spoedig eens in de concertzaal te hooien, waar haar repertoire vanzelf wel minder beperkt zal zijn. Het dubbel-terzet, waaronder zich prachtige stemmen bevonden, had niet alle nummers «ven goed onder de knie. Dat van Bach klonk onzeker, weifelend, dat overbekende Sonntagslied van Kreutzer had correcter kunnen zijn; daarentegen werden liet Selig sind die Todten vanSpohr en het Morgcr.gebct van Mendelssohn verdienstelijk gezongen. De alten hielden zich het dapperst en het meest muzikaal. Piet Laiuperisa gaf een Solo: Hymne sacre van Chits, dat wij wel eens mooier en op een beter instrument hebben hooren voordragen. Naar wij vernamen, was het orgel niet in goede conditie: door de vocht bleef een enkele toets liggen. Om die reden was de organist verplicht op het laatste nippertje een ander openningsstuk te kiezen dan op het programma vermeld stond. Inplaats van de Prelude van Franck speelde hij de Fantasie van de Vries (waarbij die liggen-blijvende toets niet noodig was). Later kreeg men van hem nog te hooren het fijngevoelde Prière van den Elzasser Boëllmann, die eenigen tijd organist te Parijs was—een bij uitstek moderne compositie. Het orgelspel dwong ï«n stillen, aandacht af.
Vereeniging voor Ziekenverpleging. — Het zestiende jaarverslag 4s in bemoedigenden toon gesteld. De gestadige vooruitgang en rustige ontwikkeling, waarvan in het vorig verslag gesproken werd, zijn niet gestuit, doch hadden verblijdenden voortgang. In de eerste plaats dankt men dit daaraan dat in het personeel van het Diaconessenhuis betrekkelijk zeer weinige mutaties voorkwamen, terwijl het aantal der verpleegkrachten zich bovendien zoodanig uitbreidde, dat aan het nijpend gebrek daaraan, niet alleen een einde kwam, doch een zoodanige vrijheid van beweging ontstond dat, ondanks een bijna onafgebroken vol huis, aan de zusters de noodige rust en ontspanning in de vacantie kon worden gegund. De noodzakelijkheid tot uitbreiding, voora! met het oog op het tekort aan ruimte in de eerste en tweede klasse, demonstreerde zich weder, dikwijls doen zich tijden voor dat patiënten in meer of minder aantal wegens plaatsgebrek moeten worden afgewezen. De bestaande toestand kan onmogelijk worden bestendigd. Het Diaconessenhuis is voor West-Java niet alleen, doch voor een belangrijk gedeelte van den Westelijken Archipel de eenige gelegenheid waar burgerlijke patiënten buitenshuis een deskundige verpleging kunnen erlangen en het is dus een eisen, en niet meer alleen een wenschelijkheid, dat het huis in staat zij te voldoen aan een verplichting, die de Vereeniging gaarne op zich wil nemen zoo zij daartoe in staat wordt gesteld. Een en ander heeft aanleiding gegeven om ernstig te overwegen wat er gebouwd en uitgebreid moet worden, om aan bestaande eischen te voldoen. Het bestuur hoopt en verwacht dat, wanneer de plannen zijn uitgewerkt en de kosten zijn geraamd, het publiek een beslist antwoord zal willen geven op het alsdan tot hem te richten verzoek. Het bestuur houdt zich overtuigd, te zullen slagen wanneer het met de bouwplannen voor den dag komt. En dat zal moeten. De fondsen der Koningin Emmastichting. waaruit tot heden de middelen worden verkregen voor aankoop en aanbouw, zijn nagenoeg uitgeput. Loterijen aan te vragen ligt niet op den weg der Vereeniging, en zoo zal er dan niets anders overblijven dan de-directe weg van een beroep op de milddadigheid. Van een onbekenden gever, werd een som van i 10.000 ontvangen. Verder werd aan giften f 707.75, aan contributien 125016.42 geind en van het gouvernement een subsidie van t 7142 verkregen. Aan verpleeggeldci werd ontvangen f 78830.45. In totaal bedroegen de inkomsten f 118.327.68. Verpleegd werden 1186 patienden met 17599 verpleegdagen, waaronder 835 europeanen met 11899 dagen. De samenstelling van het algemeen bestuur bij het einde van het verslagjaar was aldus: ecre-presidente: mevrouw De Graaf geb. Kooman, rere-leden: S. W. Becking mevr. F. D. Cochius geb. Harloft, mevr. van Delden geb Coster, J. A. van Delden, voorzitter: A. J. Baron Quarles de Quarles, secretaris : E. Middelberg, penningmeester: J. VV. Wallbrink. leden: mevrouw Baronesse van Boetzelaer van Dubbeldam geb. van der Hoop van Slochteren., mevrouw AMddelberg geb. Vroesom De Haan, mevrouw Wenekebach geb. Snellen, dr. C. W. Th. Baron van Boetzelaer van Dubbeldam, ds. D.Bo>s van Charante, D. Crommelin, mr. S. Baron van Heemstra, L. J. Lambach, dr. J. Sypkens Brouwers, dr. H. C. van den Vryhoef. Aan het einde van het verslag erkent het bestuur met dank wat velen in en buiten het Diaconessenhuis door hun gaven toi Jen bloei der stichting hebben bijgedragen. Sociëteit Harmonie. — De heer P. V. Rhemrev is als secretaris-thesaurier Van de sociëteit Harmonie afgetreden en vervangen door den heer T. A. de Vries Reilingh. Een Wakkere Wijkmeester. — Wij hebben het al eens meer gehad over den nieuwen chineeschen wijkmeester van Passar Baroe, een hier geborene (peranakan) die een westersche opvoeding heeft gehad en volstrekt niet door dik en dun meegaat met de heethoofden onder zijn landgenooten. Dat is dezer dagen weer eens gebleken. Een drietal Keh's (laat ons maar zeggen: vol-bloed-chineezen) moest in verband met een overtreding voor de politie verschijnen. Zij werden opgeroepen, weigerden kortweg. De wijkmeester zocht hun in hun woning op, zag zich ontvangen gelijk een mindere. Hij maakte zich bekend, vroeg hoe zij heetten; alle drie antwoorden zonder van houding te veranderen „uit den hemel" afkomstig te zijn. De wijkmeester, zich herinnerend dat hij zijn ambtspet niet had opgezet, ging naar huis, keerde aanstonds terug met dat teeken zijner waardigheid op, vroeg nogmaals het drietal om hun namen. Het zelfde antwoord. Daarop vorderde hij dat ze mee zouden gaan naar de politie, wat zij pertinent weigerden. De wijkmeester riep nu de hulp in der politie. Deze maakte korte metten, nam het drietal in arrest/ voerde het mede.
. Intusschen had de wijkmeester gehoor gevraagd bij den resident, dezen de zaak verteld en aangedrongen op ernstige bestraffing. Gebeurde dit niet, dan zou hij zijn ontslag vragen; vóór alles wilde hij gehoorzaand zijn Wat de resident uiteraard met hem eens was. De drie „zonen des hemels" kwamen voor de politierol. Drie maanden krakal luidde : het vonnis. Ze begaven zich daarop naar hun consul, riepen zijn hulp in. Waren zij geen wakkere zonen van de vrijechineesche republiek? ' Maar de consul stuurde en ongetroost : weer weg. Hadden ze handelszaken te be- : spreken, dan was hij er voor te vinden; maar met politiek en politie bemoeide hij zich niet. De chineesche gemeente — de rustige, wel te verstaan — heeft schik in het geval. Zij verwacht dat de drie het land uitgezet , zullen worden. Maar zoo'n vaart zal het wel niet loopen. Zijn we niet mans genoeg om ! dergelijke brutaaltjes den mond te snoeren? Een Ontslag. — Zaterdag trad af als pro- { curatie houder van de scheepsagentuur de i de heer T. A. de Vries Reilingh. Van 1889 af heeft deze heer zijn krachten gewijd aan ! de scheeps-agentuur. En op welke wijze! Dit bleek eerst recht Zaterdag-middag toen de hoofdagent den bejaarden procuratie- ] houder in hartelijke bewoordingen toesprak en hem vervolgens aanbood een zilveren . inktkoker met inscriptie en een gesloten couvert. Het persooneel schonk den heengaanden , chef een opname van een groep van alle employés. 'S avond werd den afgetreden procuratiehouder een diner aangeboden. De Cholera. — Op 14 en 15 dezer zijn er bijgekomen 1 europeaan en 17 ooster- I lingen. I Zeven oosterlingen herstelden, 13 overleden. Onder behandeling blijven 5 europeanen en 12 inlanders. Poging tot Zelfmoord. — Zaterdag heeft mej. J. R. B. alhier een poging tot zelfmoord gedaan door sublimaat intenemen. Zij wordt thans in het militair hospitaal verpleegd. Een Klacht. — Reeds meermalen bereikten ons klachten omtrent de wijze waarop de aanname van telegrammen aan het hoofdkantoor Weltevreden geschiedt. Hedenmorgen meende de „aannemende" beambte zich weer onhebbelijk te mogen gedragen jegens den aanbieder van een telegram. ~Een klacht zal worden ingediend. Rechtzaken. — Bij vonnis van den raad van justitie te Medan is F. Gerlach wegens het moedwillig toebrengen van slagen, veroordeeld tot de straf van 4 maanden gevangenis. — De krijgsraad te Magelang veroordeelde den fuselier C. Boekholt a. s. no. 65294 wegens dienstweigering tot de straf van 1 jaar militaire gevangenis. . — De krijgsraad te Magelang veroordeelde den cavalerist J. Nagtegaal a. s. no. 65765 wegens diefstal tot de straf van 6 maanden militaire detentie. Uit het Politie Rapport.—Heden morgen werd aciiter hetijsdepot van Buddingh te Priok het lijk van tien inlander Oesin van MeesterCornelis gevonden. Bij de lijkschouwing bleek dat de man aan cholera is overledcn. De heer H., Berendrechtslaan, werd heden nacht van een gouden horloge met ditoketting bestolen. De inlander is aangehouden. Personalia. — Het aan den landraadvoorzitter te Bandoeng mr. E. E. G. Joakim wegens ziekte verleend verlof is om dezelfde reden met 1 maand verlengd. —De opzichter der derde Klasse bij den waterstaat A. F. H. Brugman is te welerie (Kendal) geplaatst. — Aan den opzichter der eerste klasse bij den waterstaat J. F. H. van Leeuwen, is wegens ziekte een maand verlof verleend naar Salatiga. —De onderopzichter bij den waterstaat E. F. van der Schraaf is te Poegoe (Kendal) geplaatst. —De adspirant ingenieur bij de staatsspoorwegen op Java E. F. Hauber is gesteld ter beschikking van den Chef der opname te Kawoeng-Unten met standplaats Kalipoetjang. —De opzichter machinist bij de staatsspoorwegen op Java J, W. Bloijs van Treslong, is te Djokja geplaatst. Ylilitaria. — Benoemd tot officier van gezondheid der 2e klasse bij het leger de hèeren J. J. Munniks de Jongh en S. van Dam. Benoemd tot Militaire Apotheker der 2e klasse de heer F. H. E. Bicknese. De kapitein P. C. Koremans ter nadere indeeling overgeplaatst naar de troepenmacht in AtjeH en onderhoorigheden is ingedeeld bij het 3e bataljon. Overgeplaatst: naar het iinker half 17e bataljon de Ie luitenant-adjudant L. Deibel van het rechter Half 17e bataljon;
— naar het rechter half 17e bataljon de Ie luitenant-adjudant C J. la Riyière van het 16e bataljon, korpsgedeelte op deMentawei-eilanden; ~■■<-. — naar het 16e bataljon korps gedeelte op de Mentawei-eilanden de Ie luitenant F. van de Goes van het rechter half 17e bataljon; — naar het 12e bataljon de kapitein P. L. Stennekes van de garnizoens-compagnie van Bangkinang. Voortgezet Lager Onderwijs. — Een ordonnantie is vastgesteld houdende vaststelling van regelen voor de toekenning van subsidièn uit 'i lands kas aan curcussen van voortgezet en uitgebreid lager onderwijs, verbonden aan gesubsidieerde particuliere europeesche lagere scholen. Spoor- en Tram-concessies. —De aan wijlen R. A. Eekhout verleende concessie voor den aanleg en de exploitatie van eén electrischen hoofdspoorweg in de residentie Preangerßegentschappen loopende vanßandoeng over Tjilampeni, Kopo Tjiwidej, Telaga Patengang, Leuweungdatar, Tjipela, Pagelaran, Tjiraudji, Koedoepandak, Sagaranten, Tjiasih, Panjagoean, Tjimanggoe, Tjitjoeroeg en Tjilatjap naar Balekambang aan de Zandbaai is vervallen. Aan de te Batavia gevestigde firma Tiedeman en Van Kerchen is concessie verleend voor den aanleg en de exploitatie van een tramweg met stoom dan wel ellectriciteit als beweegkracht in de Preanger-Regentschappen loopende: a. van Bandoeng over Bodjonlowa, Tjilampeni, Lebakwangi en Kopo naar Tjisondari; b. van Bodjonglowa in aansluiting aan de lijn sub a, over Tjiteureup, Bandjaran en Tjikalong naar de hoogvlakte van Pengalengan, aldaar eindigende nabij de ondernemingen Santosa en. Taloen; c. van Kopo naar Bandjaran, in aansluiting aan de lijnen sub a en sub b; • 3. van Lebakwangi naar Djoentigirang, aansluitende aan de lijnen sub a. en sub c. Uit Soerabaja. — Onze correspondent schrijft ons: Door de groote uitbreiding, welke haar bedrijf in den laatsten tijd onderging en in de toekomst nog te wachten heeft, zal de „Aniem" (Algemeene Ned. Ind. Electriciteitsmaatschappij) verplicht zijn, een nieuwe centrale te bouwen. Eerstens werd he aantal dergenen, die om aansluiting vroegen steeds grooter, en tweedens zal de Aniem, zoodra de O. J. Tram de reeds ontworpen electrische lijnen exploiteert, als krachtleverancier der tram maatschappij optreden. De tegenwoordige centrale kan dan niet aan de te stellen eisenen voldoen. Trouwens, aanvankelijk had de Aniem geheel andere plannen. Zij had gedacht, van een waterval in het Pasoeroeansche de noodige kracht te kunnen betrekken, terwijl de te Soerabaja te bouwen centrale alleen zou dienen, indien er in de gewone regeling stagnatie ontstond. Evenwel werd ha«r de beschikking over het noodige water door den gewestelijken raad van Pasoer oean ontzegd, zoodat ze dus geheel op de centrale te Soerabaja werd aangewezen. Wij vernemen nu dat de nieuwe centrale zuu worden opgericht in de buurt van Semampir, en dat deze driemaal zooveel capaciteit zou hebben als de tegenwoordige. Bovendien zou men dan overgaan tot het gebruik aan stoomturbines.