Nieuwsblad van het Noorden

  • Kopieer en plak deze bronvermelding in je document

Er is helaas een probleem met het ophalen van de afbeelding.

Dit kan twee oorzaken hebben:

  • De publicatie is nog niet beschikbaar in Delpher, maar zal dat binnenkort wel zijn.

  • Er is een tijdelijke storing met het laden van de afbeelding.

  • Probeer het later opnieuw.

    Onderstaande tekst is niet 100% betrouwbaar

    Boeken Gerard Reve's 'Brieven aan mijn lijfarts' Met streptofïele en toegenegen groet

    109 brieven schreef Gerard Reve tussen 1963 en 1980 aan de Amsterdamse arts en psychiater Jan Groothuyse. Twee daarvan heeft Reve niet willen publiceren; de overige 107 epistels staan in 'Brieven aan mijn lijfarts', de nieuwste brievenbundel van L'Auteur Soleil. Van de gepubliceerde Reve-correspondenties is die met Groothuyse een van de weinige die zo'n lange periode beslaan: ruwweg van 'Op Weg Naar Het Einde' tot 'Moeder en Zoon'.

    De brieven gaan echter nauwelijks over Het Schrijven, en ook zaken als Reves 'bekering' tot het katholicisme of het geruchtmakende Ezelsproces komen alleen zijdelings aan de orde. Een belangrijk deel van de correspondentie wordt in beslag genomen door verzoeken om nóg meer recepten voor 'opwekkende en vermagerende vreugdepillen', dan wel vragen over aambeien of Tremdkörper in de cornea'. 'Met streptofïele en toegenegen groet Gerard Reve'.

    Zelfs urinemonsters bereiken Groothuyse per brief: TCijk eens wat voor wetenschappelijke beesten erin zitten, want dat moet niet, en die moeten dood, want het is verkeerd.' Reve, de hypochonder, neemt al zijn kwaaltjes — plus die van zijn 'jongens' — bloedserieus. En Groothuyse staat altijd klaar; de ere-titel lijfarts' lijkt nauwelijks overdreven.

    De verhouding Reve-Groothuyse is in zekere zin afstandelijk: patiënt-dokter. Toch groeit langzaam maar zeker een hechte, vertrouwelijke band tussen de twee, 'zenuwlijders' als ze beiden zijn. Dat leidt in 1979 uiteindelijk tot een gezamenlijke, zeker voor Reve heilzame therapeutische sessie en twee prachtige brieven waarin Reve een aantal van zijn "hallucinaties', dromen en 'buitenissige, vermoedelijk magische handelingen' aan Groothuyse voorlegt. Reve's conclusie luidt: "Zeker vertoont myn karakter zowel hysterische als psychopathische trekken. Een kenmerk van de hysterie is echter, dat zy het gehele leven en handelen desoriënteert, en in schaamteloze en hinderlijke mate een nooit aflatende aandacht van de

    buitenwereld eist. Verreweg het meeste van wat ik hier heb nedergeschreven, heb ik tot nu toe behoedzaam voor mij gehouden en 'in mijn hart bewaard'. 'En is mijn gedrag, en zijn mijn voorstellingen, die van een psychopaath? Voor de moderne, 'verlichte' stadsmensen wellicht wel. Van mijn vroegste jeugd af is mijn gevoelsleven met bijna verpletterende kracht onderdrukt geworden. Nu het zich eindelijk uit, moet het dit in eerste instantsie wel doen op een elementair, rudimentair, primitief, archaïsch etc. niveau.' Wie was deze Groothuyse, aan wie Reve zonder een spoor van zijn gebruikelijke ironie zulke (zelf-)inzichten bloot geeft?

    Foto: Chris van Houts Gerard Reve