In Drenthe is de autodichtheid het hoogst van Nederland: 1 op 3,6. Dat wil zeggen dat van bijna elke vier inwoners er één een auto heeft. In het
naburige Friesland is de motorisering het minst ver gevorderd: 1 op 4,3. De inwoners van Groningen houden zich keurig aan het landelijke gemiddelde: 1 op 4. Hetzelfde geldt voor de mensen in Overijssel, Utrecht en Zuid- Holland. In Noord-Holland „lopen" de auto's 1 op 3,9.
Vorig jaar reden er 3,4 miljoen auto's in ons land en jaarlijks komen er zo'n 200.000 bij.
Het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) heeft dit kunnen berekenen dank zij de uitgifte van het kentekenbewijs Deel 111.
We probeerden na te gaan hoe het kan gebeuren dat in Drenthe, waar de welstand over het algemeen toch bepaald niet hoog is en waar in sommige delen zeer grote werkloosheid heerst, de auto zo'n uitgesproken rol vervult.
Autodichtheid. "Nieuwsblad van het Noorden". Groningen, 06-07-1976, p. 11. Geraadpleegd op Delpher op 02-04-2025, https://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:011017590:mpeg21:p011
"Nieuwsblad van het Noorden". Groningen, 06-07-1976, p. 11. Geraadpleegd op Delpher op 02-04-2025, https://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:011017590:mpeg21:p011
De onafhankelijkheid van Suriname heeft nieuwe perspectieven geopend voor het handelsbureau Siab BV in Haren. Dit dank zij contacten met de jonge regering, die tenslotte resulteerden in belangrijke contracten. Als eerste aanzet moet Siab een miljoen dakpannen aan Suriname leveren. Dit voor het Soera-woningbouwproject, dat op verschillende plaatsen in het land zal worden uitgevoerd. Honderden wagons kwamen er de afgelopen dagen aan te Pas om de „steenberg" naar Delfzijl te transporteren. Uit de haven in deze Plaats worden de pannen daarna per boot naar Suriname gebracht.
Voor Siab kwam het contract met de regring in Suriname niet uit de lucht vallen. Er ging veel overleg aan vooraf en tenslotte bleek een basis van vertrouwen gelegd te zijn om samen in zee te laan.
Dit was ook nadrukkelijk de bedoeling van de Siab-directie, gevormd door de mechanisch:technoloog A. van Amefongen (40) en bouwkundig aannemer »■ Th. Spoelman (27). Aan zaken doen Net het oogmerk van het maken van zoyeel mogelijk pure winst hebben zij, laar ze zeggen, een hekel. „Natuurlijk % we geen filantropen, maar we vinden dat op basis van een zakelijke houding ook de tegenpartij zo tevreden mogelijk moet worden gesteld. We zijn een bonafide maatschappij en zo wilden we ook graag bij de overheid in Suriname overkomen. We hebben de indruk dat het gelukt is," aldus de heer Van Amerongen.
• De duizenden dakpannen keurig verpakt en klaar om ingescheept te worden,
ZAKEN DOEN MET EEN IDEOLOGISCH TINTJE Suriname onder de pannen met bedrijf uit Haren. "Nieuwsblad van het Noorden". Groningen, 06-07-1976, p. 11. Geraadpleegd op Delpher op 02-04-2025, https://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:011017590:mpeg21:p011
Siab wist de Surinamers niet voor zich te winnen door optimale leveranties te garanderen, maar ook door ongevraagd een stuk deskundigheid in hun servicepakket te doen. De heer Spoelman: „Het toepassen van dakpannen betekent in Suriname eigenlijk iets nieuws. Tot dusver gebruikte men er — op wat woningen van Nederlanders na — zinkplaten. Die voldoen niet meer en bovendien hebben pannen een langere levensduur. Suriname wil er daarom nu op overschakelen, maar het probleem is dat vrijwel niemand er dakpannen kan leggen. Daarom hebben wij voorgesteld op onze kosten een ploeg dakleggers mee te nemen. Die kunnen dan in de praktijk dit vak aan Surinamers leren, zodat ze er daarna zelf mee uit de voeten kunnen. We geloven, dat het dit soort dingen is geweest, dat er voor gezorgd heeft, dat men in Surinamew graag verder met ons ging."
De activiteiten van Siab benadelen volgens de heer Spoelman — en ook berichten in Surinaamse kranten wijzen daarop — op geen enkele wijze het belang van de aannemers in het net onafhankelijke land. Die konden de levering van dit enorme aantal pannen namelijk uiteindelijk niet garanderen, reden ook waarom de overheid met het bedrijf uit Haren in zee ging.
De contacten tussen Siab en Suriname ontstonden overigens op een wat onverwachte wijze. Toen de heer Spoelman er namelijk eens met vakantie was, merkte hij, dat er veel problemen in de bouw waren. Toen hij er vakmatig naar informeerde, bleken die van dien aard te zijn, dat zijn bedrijf er wat aan kon doen en de rest was toen een kwestie van overleg en onderhandelen.
Deskundigheid. "Nieuwsblad van het Noorden". Groningen, 06-07-1976, p. 11. Geraadpleegd op Delpher op 02-04-2025, https://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:011017590:mpeg21:p011
„Ik heb een dochter van 19 jaar: Toen ze haar rijbewijs had gehaald, wilde ze een auto. Haar voornaamste motief was, dat ze anders wegens het slechte openbaar vervoer in Drenthe vrijwel geen enkele mogelijkheid had om in de weekeinden uit te gaan."
Aan het woord een chef van de werkplaats van een garage in Hoogeveen, die in het ontbreken van veelvuldig rijdende bussen en treinen in Drenthe de oorzaak ziet van de hoge autodichtheid. Volgens hem is het vooral de al wat oudere jeugd die de Drentse cijfers op het gebied van het autobezit omhoog stuwen.
Een andere reden voor het relatief grote aantal auto's in deze provincie (in totaal 110.000) ziet hij in het feit, dat het er nog aantrekkelijk is om auto te rijden. „Op de wegen is het over het algemeen vrij rustig en oponthoud door files komt niet voor. In de Randstad is
dat heel anders. Daar kun je gewoon ter, wille van de tijd beter met het openbaar vervoer gaan dan met de auto."
Ook luitenant T. Pluyter van de afdeling Verkeerszaken van de Rijkspolitie in Drenthe veronderstelt, dat er zoveel auto's in Drenthe zijn omdat het openbaar vervoer aanzienlijk minder mogelijkheden biedt.
„Bussen rijden er wel, maar niet zo vaak, de mensen wonen hier in vergelijking met het westen vrij ver uit eikaar — denk maar aan de Veenkoloniën — en dat maakt samen met de rust van Drenthe het kopen van een auto aantrekkelijk."
Hij zegt wel wat verrast te zijn door de CBS-informatie over de autodichtheid in de verschillende provincies. „De had niet gedacht dat Drenthe er zo boven uit zou steken. We moeten natuurlijk wel bedenken dat hier niet zoveel mensen wonen, zodat het aantal auto's toch nog klein is," aldus luitenant Pluyter.
De regelmatige verkeerscontroles hebben, zegt hij, aangetoond dat de staat van onderhoud van de Drentse auto's over het algemeen vrij goed is. „Vroeger kwamen we nogal eens kneusjes tegen, maar ik heb de indruk gekregen, dat het peil stijgt. Ik heb de neiging om over het Drentse autopark te zeggen, dat dit van goed-tweedehands naar nieuw gaat."
é „Auto-straat" in de woonwijk Emmermeer te Emmen,
Relatief grootste wagenpark van ons land Drenthe is autogek. "Nieuwsblad van het Noorden". Groningen, 06-07-1976, p. 11. Geraadpleegd op Delpher op 02-04-2025, https://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:011017590:mpeg21:p011
~Een laag inkomen, werkloosheid of dreiging daarvan: de auto blijft! De mensen schakelen eerder over van een stukje vlees naar een plakkie spek dan dat ze de auto wegdoen". Dat zegt een woordvoerder van het garagebedrijf Heersmink BV in Emmen. Hij heeft geen duidelijke verklaring voor het feit dat de Drenten „de meest fervente automobilisten van Nederland zijn," zoals in het blad De Autokampioen van de ANWB wordt opgemerkt.
Erg vreemd komt het hem overigens niet voor want, zo licht hij toe, „niet alleen wij maar ook de andere garages kampen al geruime tijd met het probleem hoe we de ingeruilde auto's moeten kwijtraken. Als je de voorraden ziet, dan moet je wel tot de conclusie komen dat de automarkt in Drenthe wat verzadigd is geraakt. Ondanks de hoge werkloosheid in Zuidoost-Drenthe verkopen we vrij veel nieuwe auto's. Het is wel zo, dat dit hoofdzakelijk gebeurt aan mensen met een vaste baan. Anderen kopen meestal een goede tweedehands, maar feit blijft dat de handel in gebruikte auto's stroef loopt," aldus de zegsman van het garagebedrijf.
„Plakkie spek....". "Nieuwsblad van het Noorden". Groningen, 06-07-1976, p. 11. Geraadpleegd op Delpher op 02-04-2025, https://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:011017590:mpeg21:p011
Intussen heeft Siab in Suriname een veel groter project in voorbereiding. Het is namelijk de bedoeling er met een eigen produktiebedrijf voor bouwmaterialen te beginnen. Ook in dit geval ondervindt het initiatief de sympathie van de overheid. Dit in tegenstelling tot de eigen omgeving, Noord-Nederland, waar de aanvankelijke plannen van het bedrijf afstuitten op, naar de heer Van Amerongen zegt, ambtelijke procedures en de puur cijfermatige benadering van de NOM. In februari hopen beide heren — zoals de zaken nu staan — van de opening van het bedrijf getuige te kunnen zijn.
Ook in dit geval wil Siab Suriname zoveel mogelijk tegemoet komen. Er is namelijk overeengekomen, dat het nieuwe bedrijf de eerste jaren helemaal zal worden gerund en begeleid door de mensen uit Haren. Loopt de zaak eenmaal zoals iedereen zich dat voorstelt, dan wordt het overgenomen door de Surinamers zelf, die in de tussentijd de gelegenheid hebben gekregen zich binnen het bedrijf te bekwamen.
„Noem het maar een stukje idealisme dat we dit doen," zegt de heer Van Amerongen. „Ik zeg nogmaals uitdrukkelijk dat we geen filantropen zijn. We hebben uiteraard ook onze zakelijke belangen, maar daarnaast vinden wij, dat we dit land moeten helpen, waar dit redelijkerwijs van ons verwacht mag worden. Je zou kunnen zeggen dat op deze wijze beider belangen worden gediend. Wij als bedrijf willen gewoon een menselijke benadering bij het doen van zaken. En als wij dan op onze wijze een stukje kunnen bijdragen aan de opbouw van het zelfstandige Suriname, dan vinden wij dit — naast de zakelijke belangen — best de moeite waard."
HARRY WUBS
Eigen bedrijf. "Nieuwsblad van het Noorden". Groningen, 06-07-1976, p. 11. Geraadpleegd op Delpher op 02-04-2025, https://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:011017590:mpeg21:p011
Uit ervaring weet hij, dat er als gevolg van de werkloosheid in de Zuidoosthoek van Drenthe veel mannen zijn, die in Duitsland werken. „En die kopen allemaal een auto om ermee naar het werk over de grens te rijden". Een andere verklaring voor de autodichtheid ziet ook hij wel in het slechte openbaar vervoer. „Met de auto naar Zwolle duurt drie
kwartier, de trein doet er een uur over en dan ben je nog niet waar je wezen wi1..."
Een inwoner van Emmen, die van een WW-uitkering moet rondkomen, over zijn felglanzende autovoordedeur: „Door deze auto heb ik nog wat omhanden. Ik sleutel er regelmatig aan en natuurlijk wordt-ie vaak gewassen en gepoetst. Dat verdrijft de tijd en daardoor pieker ik ook minder over de echt niet leuke situatie waarin ik na mijn ontslag ben komen te verkeren. Neen, ik zou mijn wagen niet graag willen missen, ook al is het een dure liefhebbenj...
PIET SWANENBURÜ
Pendelaars. "Nieuwsblad van het Noorden". Groningen, 06-07-1976, p. 11. Geraadpleegd op Delpher op 02-04-2025, https://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:011017590:mpeg21:p011
„Het moet nu maar gauw afgelopen zijn," zei de man voor de telefoon met een snik. „Ik ben 83 jaar en heb nog nooit een dag op bed gelegen, maar nu is het ja zo'n toestand ... Ik heb gordelroos, al zeven weken. Het doet doorlopend pijn en ik ben 22 uur van de dag en nacht alleen. Er komt iemand, die maakt voor twee dagen eten voor me klaar; en eenmaal in de weec komt er een zuster van het Groene Kruis mijn rug wassen ... Maar ik wou wel een advertentie plaatsen om dag en nacht iemand te hebben. ... Ja, dat zou ik ook het liefste hebben, dat ik ergens opgenomen werd en helemaal verzorgd. Maar je komt niet terecht, je bent te oud. Het beste is maar dat ik ook weg ben
Geen plaats voor oude, zieke man met bis bekeken. "Nieuwsblad van het Noorden". Groningen, 06-07-1976, p. 11. Geraadpleegd op Delpher op 02-04-2025, https://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:011017590:mpeg21:p011
Ik heb bij het verpleegtehuis van de
Maria Stichting gevraagd. We zijn volgeboekt, zeiden ze daar, probeert u het later nog maar een 9 weer. Maar ik heb nu hulp nodig. Mijn huisdokter? Die heb ik daarover ook een brief geschreven, maar daarop heb ik nog niets gehoordm
Jazeker, de dokter komt hier wel, maar ik ben pas uit het ziekenhuis terug. Nee, ik ben er alleen voor onderzoek geweest. Voor de tweede keer. Over 6 maand moet ik weer voor onderzoek in het ziekenhuis zijn, daarvan heb ik bericht. Het is pilletjes slikken en verder maar afwachten. Nee, ik lig niet in bed, ik mag wel lopen, maar je hebt geen lust meer... Familie? Ik heb getrouwde kinderen, maar die wonen allemaal over ver. Die hebben ook wel wat anders, dan achter een oude man aan te gaan. Alleen mijn ene zoon woont hier in de buurt en die komt 's avonds een half uurtje bij me ". Tot zover het telefoontje, dat ik zo'n drie weken geleden kreeg. Er zat tegenstrijdigheid en onduidelijkheid in het verhaal, daar ga ik niet op in. Het idee is en blijft toch wel: Nou hebben we van die schitterende ziekenhuizen en inrichtingen, en wat al niet, in Nederland, en zo'n man als deze, die er toch wel erg hard aan toe is, kan er toch maar niet inl De geraadpleegde huisdokter beaamde dat (en toonde terecht ook de andere kant van de zaak) en beloofde nog eens te zien wat hij kon doen. Zo ging het ook met een geraadpleegde zoon en met een instantie. Een uur na zijn telefoontje heb ik de oude man gezegd, dat eraan gewerkt werd. En dat moet ook wel zo zijn, want ik heb hem niet meer aan de telefoon kunnen krijgen. Ik vertel dit niet zo maar. De heb dit geval voorgelegd aan degene, die mij inlichtingen verstrekte over het Sociaal Spreekuur in Groningen: zie de rubriek van zaterdag. Vraag: „Bij wie kan zo'n man terecht? Antwoord: „Bij ons. Hij kan ons bellen en dan gaan wij dast uitzoeken". De wist dat net zo min als u: ik dacht dat het Sociaal Spreekuur daarvoor (nog) „een poot" miste. U kunt met méér problemen op het Sociaal Spreekuur terecht dan ik dacht. Hier is nogmaals het telefoonnummer: 173000 (050).
Bel sociaal spreekuur. "Nieuwsblad van het Noorden". Groningen, 06-07-1976, p. 11. Geraadpleegd op Delpher op 02-04-2025, https://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:011017590:mpeg21:p011
Ik had een betere tijd kunnen uitzoeken
om u dit, en dat van zaterdag, te vertellen. De heer E. A. Jaspers uit Groningen schrijft (ongevraagd, maar daarom niet minder van pas!): ~Ik ben speciaal uit het water geklommen om mijn bewondering voor uw moed uit te drukken om bij dit weer een zo belangrijke kwestie als het „tot be or not to be" van het sociaal spreekuur in Groningen aan de orde te stellen. Wat is evenwel de zin daarvan in dit jaargetijde? Het artikel bevat een heel duidelijke uitdaging. Het zegt: als jullie dan zo veel problemen hebben, waarom zin we jullie dan niet op ons spreekuur? Had u dit in het najaar gepresenteerd, het had een krachtmeting kunnen worden, die het sociaal spreekuur wel eens duur te staan kon komen. Nu is de ene helft van de probleemgevallen met vakantie en de andere helft is bezig het grootste probleem van het moment op te lossen: het hoofd koel te houden, waarbij geen hulp van uw sociaal spreekuur nodig is. N.B. U maakt zélf het verwijt, dat het sociaal spreekuur de zomer in plaats van het najaar heeft gekozen om zich waar te maken. Plaatst u zelf liever uw eigen artikel nog eens in het najaar. In afwachting daarvan neem ik nog een koele duik".
Verkeerd moment. "Nieuwsblad van het Noorden". Groningen, 06-07-1976, p. 11. Geraadpleegd op Delpher op 02-04-2025, https://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:011017590:mpeg21:p011
Op de rdbriek van donderdag: ~Welke hond heeft welke nadelen?" heb ik ook nog twee typerende reacties binnengekregen: een telefonische en een schriftelijke. De schriftelijke komt van mevr. Lidi Kleinjan uit Zwolle: „Hierbij spreek ik mijn ernstige afkeuring uit over de publikatie aangaande honden in uw doorgaans zo gewaardeerde bijdrage. De uitlatingen van de aangehaalde dierenarts zijn zeer overdreven, getuigend van een negatieve instelling tegenover de hond. Zelf hebben wij pups van ettelijke rassen groot gebracht zonder ooit op genoemde moeilijkheden te stuiten. Van de bijzonder fraaie weergave van Elseviers Groot Rashondenboek, welke door u door de modder wordt gehaald, heeft ons hele gezin zéér genoten. Zowel de kynoloog als de kleine leek kan met het gebodene groot voordeel doen. Er wordt juist op fouten in de fokkerij gewezen." Einde brief.
Op deze brief zou ik geen reactie laten volgen, ware het niet dat de schrijfster mij op een gedachte brengt en mij bovendien min of meer van een leugen beschuldigt. De gedachte is nog al voor de hand liggend: Zou de dierenarts in het algemeen (dus niet alleen dokter Snelder) niet de allerbeste man zijn om te raadplegen wanneer men een hond wil aanschaffen (ook bij een ander huisdier?), aangenomen althans dat hij een goede honden-praktijk heeft en een voorkeur voor honden, zonder zijn eigen (ras)voorkeur te laten blijken.
Je komt dan toch wel belangrijke dingen aan de weet, die de fokker van een bepaald ras je toch niet gauw zal vertellen. Als je bijv. een Dalmatische hond (~rijst-met-krenten" hond) kiest, omdat ie zo lekker kortharig en glad is (zo „schoon") en omdat ie bovendien goed waaks is, dan is het toch ook wel fijn om te weten dat ie het hele jaar door verhaart en dat er nog wel eens aangeboren doofheid bij dit ras voorkomt.
Negatief over hond. "Nieuwsblad van het Noorden". Groningen, 06-07-1976, p. 11. Geraadpleegd op Delpher op 02-04-2025, https://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:011017590:mpeg21:p011
Wat mijn leugen betreft („in Elseviers Groot Rassenhondefiboek (EGR) wordt de groei en de bloei van het ras besproken met weglating van inzinkingen") nog het volgende: EGR laat niet onvermeld dat er van de Afghaanse windhond een groter en een kleiner slag is, maar vergeet te melden, dat de grootste kenners zich zorgen maken of hebben gemaakt over „verdwerging" van het ras; EGR meldt dat het betreurenswaardig is dat de chow-chow in vele streken van Azië wordt gefokt voor de consumptie, maar rept er met geen woord over dat volgens kenners „dit stille ras" geleden heeft onder een te grote vraag en „op toeschietelijkheid is gefokt, in strijd met zijn wezen"; EGR merkt rustig op dat films en televisieuitzendingen „in belangrijke mate hebben bijgedragen tot de populariteit van de langharige of Schotse collie", zonder een woord vuil te maken over een stukje afbraak aan dit ras door winstbeluste fokfabrieken vanwege diezelfde populariteit; EGR meldt van de Duitse dog dat alles koek en ei is, en was, er staat althans geen woord over in dat dit ras bijv. aan het eind van de vorige eeuw, evenals de Duitse herdershond later, z.g. „op scherpte" werd gefokt, tot droefheid van veel liefhebbers. Enzovoort. Enzovoort. Wat niet in EGR stond, was wèl te vinden in Toepoels Hondenencyclopedie.
Wat moet ik nog zeggen van de fokker van Duitse herdershonden, die mij telefonisch verweet dat ik had meegeholpen het ras in discrediet te brengen, die mij uitnodigde zijn fokprodukten „te proberen", die „als lammeren" waren, die zei: „alles gaat er radikaal uit bij mij wat een fout karakter heeft". Op de vraag, of hij die honden, waarmee hij niet wilde fokken vanwege het karakter, dan soms doodschoot, onvruchtbaar maakte, of juist in eigen beheer hield om erger te voorkomen, bleef hij mij het antwoord schuldig. Ook wel een gemene vraag.
Dit was de laatste. U ziet mij drie we-
ken niet op deze plaats vanwege de vakantie. Veel plezier.
Verzwijging over hond. "Nieuwsblad van het Noorden". Groningen, 06-07-1976, p. 11. Geraadpleegd op Delpher op 02-04-2025, https://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:011017590:mpeg21:p011