We worden eraan herinnerd, dat ook Ftlix n "de mest, de groote schat van den boer" de, terwijl Guido Gezelle de mestvaalt evén- verheerlijkte. Er bestaat in ieder geval, de nicst-geneeskunde, waarover een onzer Jrgschc artsen interessante dingen vertelde, ]est-folklore. In achting voor het doorgaans llje product bleef Limburg niet achter, de e onzer oudere hoeven zijn immers rond
lcsthoop gebouwd. a've het mestrijden naar den Gelderseben lee — de man kreeg op één dag 22 karren *— vinden we in dit werkje nog beschredet volksgebruik van de „Martelgaus" te tler», de „kapelanie-pachl" te Doenrade en °eSere „haverpacht" van Amstenrade. vangrijker en zeker iedereen meer aan""d is No. 53 van de reeds genoemde serie, ,t »Van driekoningenavond en keunin'je • Cultuurhistorisch hebben we hier met 'elangrijke volksfeesten te doen, die, vooral beeldende kunst en de literatuur sterken a 8 vinden. De heer van der Ven begint met *e herinneren, dat noch aantal noch ambt l^nbiddende Wijzen uit het Oosten vast*et Evangelie van Mattheus spreekt alleen '~cle.,cle Wijzen uit het Oosten". Legende en hebben aangevuld, wat de Gewijde etl niet vermelden.
Door alle eeuwen heeft de aanbidding der Wijzen de volksfantasie geprikkeld. Vooral in Rijnland ontstaan rondom Driekoningen nog vele volksgebruiken, vermoedelijk vandaar verspreiden ze zich over de Nederlanden. Hoe hevig de Hervorming ook te keer ging tegen deze „paapsche superstitie ende roomsche afgoderij", het hielp niet, koningskoek, keuninkje spelen en kaarsje springen bleven in eere en nu nog ziet men, ook in de protestantsche streken, kinderen en volwassenen met de sterre rondtrekken. Het oude volksgebruik kwam tot nieuw leven als te Nijmegen en Den Bosch. Het steeg uit het verwordene tot het mondaine zelfs, doch dat lijkt ons ook geen gelukkige evolutie. Voor Limburg zijn bijzonder interessant de bladzijden die gewijd werden aan Driekoningsgebruiken te Elsloo, Sittard en St. Jans-Geleen. De moderne Driekoningen-folklore vindt vermoedelijk haar bekroning wel in het roerende „En waar de ster bleef stille staan", het tooneelspel van Felix Timmermans, dat het oude gebruik herleven doet, zoowel in zijn verval als in zijn hoogere religieuse en menschlievende beteekenis.
We mogen ons over het verschijnen van deze drie werkjes op folkloristisch gebied oprecht verheugen. Ze werden met smaak uitgegeven en bevatten, behalve uitvoerige en levendige beschrijvingen een schat van aardige plaatjes, zoowel reproducties van oude prenten als kiekjes van hetgeen in onze dagen nog te zien valt. Van der Ven liet ons weten en zien wat er nog op verschillend gebied voortleeft, niet alleen uit de middeleeuwen, doch zelfs uit prae-histonsche tijden. We voelen ons, voor korten tijd, verbonden mol een menschheid die meer dan wü" met dc natuur samenleefde. MATH. KEMP. V. Het werk, dat in de behoeiten van het menschelijk geslacht voorziet, moet het gezin, de organische factor der maatschappij, in stand houden.
Een productie-stelsel, waarin de gesalarieerde arbeid der moeders een belangrijk element vormt, beantwoordt niet aan dezen rechtmatigen eisch.
Wordt de arbeid der moeders in het economisch leven ingeschakeld, dan wordt: * de arbeidsmarkt bezwaard met een werkkracht, die niet moest bestaan; 2. een loon-gemiddelde bepaald, dat het hoofd van het gezin niet in staat stelt in het onderhoud van het gezin te voorzien, omdat het salaris der moeder wordt beschouwd als een gebruikelijke toeslag; 3. de aanwerving van het normale aantal arbeidskrachten der volgende generatie belemmerd, daar het aantal verbruikers vermindert, omdat het geboorte-cijfer noodzakelijk moet lijden onder den arbeid der moeders buitenshuis. VI. Wij verzoeken de Internationale Arbeidsconferentie de noodige stappen te doen, om te bevorderen, dat in de verschillende landen het inzicht veld wint, dat in principe het loon, in den vorm van salaris en gezins-toeslag, het hoofd van het gezin in staat moet stellen in de normale behoefte van zijn gezin te voorzien. VII. Wij verzoeken de I. A. C. dringend om aanbevelingen, die de verschillende landen aansporen: 1. het recht op arbeid te eerbiedigen van de vrouw, die verplicht is in haar onderhoud te voorzien; 2. er voor te zorgen, dat in den huidigen crisis-tijd de indienstneming van volwassenen geschiedt in deze volgorde: I. mannen, hoofden van gezinnen, waarvan de moeder geen werk buitenshuis verricht en vrouwen, die geheel alleen in het onderhoud van het gezin hebben te voorzien; 11. ongetrouwde mannen en vrouwen,, die in eigen onderhoud moeten voorzien; 111. mannen, wier vrouwen buitenshuis werken. Bij in dienst neming van jeugdige arbeidskrachten moet de voorkeur worden gegeven aan diegenen, wier moeder zich geheel aan haar gezin wijdt. .1 huishoudelijke en vakcursussen te organiseeren voor werklooze meisjes en deze verplichtend te stellen voor haar. die steun trekken;
4. alles in het werk te stellen, om door wettelijk sociale maatregelen het arbeiders-gezin een voldoend inkomen te verzekeren, zoodat het werk van de moeder buitenshuis kan worden afgeschaft.
De mest en is geen heiligheit, Maer doet mirakel waer ze leit.. "Limburgsch dagblad". Heerlen, 03-08-1935, p. 9. Geraadpleegd op Delpher op 10-04-2025, https://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010932883:mpeg21:p009
D. J. van der Ven. Van Nederlandsche Luilakken. Dank voor stank bij dominee. Van Driekoningen-avond en keuninkje spelen. Uitg. Bosch en Keuning, Baarn.
VU kunnen ons nu wel door-en-door modern ieni tijdgenooten van vliegmachine, stratosee "°nderzoek en parapsychologie, de oertijd f' "voort door ons gewone bestaan. De vreugen angsten van onze voorvaderen uit dc eQen, bronzen en ijzeren tijdvakken vinden ,8 steeds, hoe moeilijk ook herkenbaar, hun drukking in oude volksgebruiken. Onder den aduw der gerationaliseerde mijn jaagt men n Germaanschen winterbeer en de weergalm n hooze geesten verdrijvende gerucht klinkt fler de modernste viaducten. Wanneer de oer- der neolithische kampen van Stem or ,at|e.g terug kon komen, zou hij vermoedelijk, zijn verrassing, in profane en gekerstende magische gebruiken uit zijn ver■ en zien voortleven. Och, het bestaan van het drvidu duurt niet lang en dat van volken en Ssen beteekent in de eeuwigheid ook niet zoovel. "et blijft een der verdiensten van de moderne *l°re, dat ze ons het verband tusschen veren en heden beter heeft doen beseffen, dat ze ,s kerde inzien, dat we, alle toegespitste tèc-i- en aanmatigend urbanisme ten spijt, toch r°onden blijven met de natuur. Intusschen ede deze nog vrij jonge wetenschap zich voor erdreven diepzinnigheid. Ze makc niet ge- Qipliceerd wat in wezen eenvoudig is en zoeke en symbolen in woorden en daden die zonder bedoeling begrepen moeten worden. Vooral 't luetteeren met den vruchtbaarheidscultus — '°eden van Freud? — zal menigeen niet onedenkelijk voorkomen. n*e bekendste Nederlandsche folklorist, dhr. 'J- van der Ven, weet zich, in den regel, voor te e' hypothesen en Germaansche diepdenkerij te üden. Hij suggereert wel vaak: onbewust ani- söie en ritueele handelingen uit Keltische en 'hcht nog andere oertijden, doch het geheel "* 2.n verklaringen blijft aannemelijk. Hij ont'' ons hovendien zooveel verholen schoon, dert zoo dikwijls het gebied van beeldende aöst. muziek en letteren, dat een bespreking 'n zijn boekjes in deze literaire rubriek wel 9 haar plaats mag heeten. »Van Nederlandsche luilakken" is de titel van 0> 24 der Libellen-serie. D. J. van der Ven be- Jndelt hierin een zeer verworden lentefeest, dat ral in de Zaanstreek nog voortleeft. Dit veraderde volksgebruik, waarin de langslaper onir de jongens het middenpunt- der belangstelg vormt, komt in allerlei type over heel Jr°Pa voor en blijkt verwant te wezen aan de mbiu-gs-jje Pinksterblom. Wordt hier onze sterblom feestelijk rondgeleid, hetzelfde gein r TOet den Mokkummer Pinksterjongen en "enemuider Luiemotle. •, e onherkenbaar een in zijn wezen toch zin... en dichterlijk lentefeest verbasteren kan, be- JPt men eerst goed, wanneer men weet, wat . -sleepies trekken" in dc Zaanstreek beduidt. (te straatschenderij. Het losgelaten ronden met slierten blikken en ijzeren afval aan en en kettingen. erzaam voor onze overheden is hetgeen de eur schrijft omtrent het veredelen van volkssten. Door allerlei wel begrijpelijke doch zieldlg niet goed overdachte verordeningen had alleen bereikt, dat het mooie uit de volksuiken verdween; het onaangename handde zich. Eerst toen men de verschijnselen in geheel aanvaardde, gelukte het op verschile plaatsen de baldadigheden meester te wor. en het leven rijker te maken met eenige [> en> die vreugde werden voor jong en oud. ..denken nu meteen aan de goede zorgen van 1 autoriteiten, om de Mei-dentl S in betere banen te houden. j? ank voor stank bij Dominee", no. 44 der Hen-serie, behandelt zekere wel typische geken in cjen Achterhoek, als het mestrijden . den protestantschen dorpsgeestelijke, die, "ank voor deze meer gulle dan geurige gave, feestmaal moet aanrechten voor de mesteri en boerinnen. Als had de schrijver zekc- Sc«room om dit onderwerp te behandelen, - dekt hij zich met de getuigenissen var; . deering van deze vruchtbaar makende mate'Nan een drietal dichters. Hij citeert Huijgens, '"» ïn,.i
NIEUWE LETTEREN FOLKLORE IN NOORD EN ZUID. "Limburgsch dagblad". Heerlen, 03-08-1935, p. 9. Geraadpleegd op Delpher op 10-04-2025, https://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010932883:mpeg21:p009
NIEUWE LETTEREN FOLKLORE IN NOORD EN ZUID. "Limburgsch dagblad". Heerlen, 03-08-1935, p. 9. Geraadpleegd op Delpher op 10-04-2025, https://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010932883:mpeg21:p009
Het bestuur der Internationale Unie van R. K. Vrouwenbonden heeft aan de 19e Internationale Arbeids-Conferentie te Genève een memorandum doen toekomen van den volgenden inhoud:, I. Verschillende economisten zien in den arbeid der vrouw een der oorzaken van de wereldwerkloosheid en als één der middelen ter oplossing, bevelen zij de vervanging van vrouwelijke door mannelijke arbeidskrachten aan. volgens verschillende systeemen voor wettelijk ingrijpen. Hierbij moet worden opgemerkt, dat in de landen, die het zwaarst door crisis en werkloosheid getroffen zijn, reeds sedert vele jaren het aantal vrouwelijke arbeidskrachten in handel en industrie niet is toegenomen. We vestigen de aandacht der Internationale Arbeids-conferentie op dit feit. 1)1. Ook achten we het wenschelijk haar het standpunt van het bestuur der Internationale Unie van R. K. Vrouwenbonden kenbaar te maken inzake het vraagstuk van den arbeid der vrouw, dat door de crisis van zoo groote actualiteit is geworden. Het bestuur der Unie is van oordeel, dat in onze dagen, duizenden vrouwen alleen door haar werk in haar onderhoud kunnen voorzien. Het zon sociaal onrecht en een ernstige economischefout zijn de vrouwen van allen betaalden arbeid uit te sluiten. Wij eischen voor haar op de eerbiediging van haar recht, om op waardige en eerlijke wijze door behoorlijk betaalden arbeid in haar onderhoud te voorzien; haar salaris beschouwen wij niet als een toeslag op het gezins-inkomen, maar als een middel om in eigen levensonderhoud te voorzien. Haar salaris moet dus een volledig salaris zijn. De vrouw heeft het recht op de arbeidsmarkt als eerlijke concurrente van den man op te treden; haar persoonlijk, zoowel als het algemeen belang eischen, dat de vrouw, die hetzelfde werk doet als de man, voor diezelfde arbeidswaarde een loon vraagt, gelijk aan dat van den man. 111. Het gezond verstand en de ondervinding leeren: dat er werk is, dat ernstig gevaar oplevert voor dc gezondheid der vrouw en voor het vervullen van haar moedemlichten; dat er arbeidstoestanden zijn, die de waardigheid der vrouw aantasten en haar moraliteit ernstig bedreigen. Wij zijn van oordeel, dat de vrouw, evenmin als de man trouwens, niet het recht heeft zich zonder voldoende reden bloot te stellen aan ernstige gevaren voor gezondheid en moraliteit. Wij vragen eerbiedig voor de persoonlijkheid der vrouw en voor haar taak in de wereld. Daarom vragen wij bescherming voor vrouwelijke arbeidskracht en waar deze noodig is, wettelijke bescherming. IV. De getrouwde vrouw heeft evenals elke andere vrouw recht op een normalen arbeidsdag, die haar physieke en moreele krachten niet te boven gaat. Heden ten dage echter, zijn er duizenden vrouwen, die niet in het genot zijn van de voordcelen, die de wettelijke beperkte arbeidsdag aan de arbeiders gebracht heeft: na 8 uren beroeps-arbeid heeft zij nog ettelijke uren huisarbeid te verrichten, zonder dat daarbij sprake is van een Engelsche werkweek of van Zondagsrust. Voor de vrouw van den arbeider vragen wij een normalen arbeidsdag. De vrouw van den arbeider heeft recht op de vrijheid, om de taak, die zij bij haar huwelijk gekozen heeft, te kunnen volbrengen: de zorg voor haar gezin, de opvoeding der kinderen. Wij eischen voor haar economische levensomstandigheden op, die haar de noodige vrijheid geven haar gezinsplichten te vervullen.
Kunst en Kennis Vrouwen-arbeid BONDEN.. "Limburgsch dagblad". Heerlen, 03-08-1935, p. 9. Geraadpleegd op Delpher op 10-04-2025, https://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010932883:mpeg21:p009
Voor de contemporaine geschiedenis is ook een ruime plaats gereserveerd En geen wonder! De opening van de nieuwe aula is tot zulk een belangrijke gebeurtenis uitgegroeid, die door de belangstelling van onze hoogste gewestelijke autoriteiten duidelijk liet zien welke, voorname plaats, dit centrum van cultuur en paedagogie in ons Katholieke Nederland en Limburg inneemt. In de bijdrage waarmede dit feit voor het nageslacht wordt vastgelegd, vinden we tal van bijzonderheden, die overwaard zijn om er kern is van te nemen. Zoo lezen we 0.a., dat in de eerste groei van het klein seminarie, de kerk als theater werd gebruikt, waar de plechtige prijsuitdeel'ng „devant I'évêque et vn public d'élite"! plar*« vond. In 1-48 kwam de oude aula toi stand. De aula, versierd met allerhande oude Grieksche helden, half- en,andere goden, waar vele geslachten hun tooneelkunst hebben botgevierd, is vervangen door een prachtig geoutilleerde zaal, wiens lof wij ter gelegenheid van de plechtige opening luide hebben verkondigd. Nu. staan, twee prentjes onder elkaar in het Jaarboek: twee foto's van het tooneel van de oude en van de nieuwe aula. En wij 20ste eeuwsche menschenkinderen glimlachen meewarig met de bontbeschilderde Grieksche muzen tempel, die voor onze vaderen een pronkjuweel van — toen even goed als nu — „moderne" bouwkunst gold. Als onze zonen op het tooneel van de thans nieuwe aula staan, zullen zij dan misschien ook niet glimlachen?
De nieuwe aula.. "Limburgsch dagblad". Heerlen, 03-08-1935, p. 9. Geraadpleegd op Delpher op 10-04-2025, https://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010932883:mpeg21:p009
Een ander feit, waaraan in het Jaarboek nogal veel aandacht wordt besteed is het Réunie der oud-leerlingen, dat in Augustus 1934 plaats vond. Er is zelfs een oude humanist verrezen om in een buitengewoon geestig vers, de indruk van dit feest vast te leggen. „In de late zomeravond na het feest, gaat een Fiat-Balilla drie Brabantsche reünisten huiswaarts brengen. Al rijdende herbelevende zij het pasbeleefile; het is een film vóór de koplampen". Het draaiboek voor deze film is in de een weinig achaïstische vorm van een hexameter vastgelegd. Hoort de aanhef: „Uit is het feest. En het laatste der wegslindende monsters, Schuivend van onder de boomen rechts achter de bogen des ingangs, Heeft met een toet van de claxon eindelijk het pad zijns vertreks en de ruimte gekozen". Zoo gaat het voort, steeds nieuwe verzen gieterend, onafgebroken in scherpe cadans, in breeduitgewerkte beelden, die soms tot heele beeldengalerijen uitgroeien, fantastisch, grotesk, caricaturaal maar altijd geestig, fijn en humorrijk. Zie daar gaat professor Cobbenhagen: „Leider, die wel zijn naam ontleent aan de hagen der spinnen, Maar veeleer als een oeros het woudpad der i wetenschap effent (Hachlijke beeldspraak, eilaas, die t belemmertde gang der gedachten) Effent de paden, waarlangs in octagesimo anno i Eenmaal wij hopen gekomen te zijn tot een betere menschheid." Een close up van mgr, Poels: Ha! mannen-broeders, daar doemt ook Rijzig der kerelen god, de eerste der aalmoezenieren, Stoer en vertrouwenwekkend-massief is de forsche gestalte Ernstig het breede gelaat, het sculptureele, waarover Groefden de zorgen des tijds hun onmiskenbare lijnen, Zorgvol, maar nimmer bedrukt, want hij is een man van geloven, En God schonk hem een geest en een krachtig humeur van de beste". Zoo monteert Michels de heele film van het réunie aan elkaar, flitsende beelden, close-ups, en alles in het schitterende licht — wel niet 1 van Jupiterlampen — maar van een sprankelende, glinsterende taal! ''.'■■ En toen wij het Jaarboek met een zucht dichtsloegen, en met den weemoed van zoete herinneringen wegborgen bij de veertien oudere boeken, toen voelden wij ons voldaan en dankbaar jegens allen die aan het totstandkomen van deze mooie uitgave, hebben meegewerkt. Léve Rolduc, ton front radieux!
Réunie der oud-leerlingen.. "Limburgsch dagblad". Heerlen, 03-08-1935, p. 9. Geraadpleegd op Delpher op 10-04-2025, https://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010932883:mpeg21:p009
Tretteketettettet, trettketettettet, boemta, boemta, .boemta, boemta, tretteketettettetetet Ha, ha! Nee hoor, zo erg was 't niet, Guusje is niet met muziek van 't station gehaalt. 't Ging maar heel gewoon. Ik hat wel netjes de losjeerkamer versiert en ook hat ik de vlag uit 't zoldernaampje willen hangen toen Guusje komen moest, maar vader fluisterde me/ wat in 't linkeroor, wat ik regts voelde, 'n Mooie vlag was 't; sgitterent mooi: 'n rode zakdoek en daaraan vast een witte zakdoek en daar weer aan vast een stuk blauwe direktwaarbroek van moeder en dat zat allemaal aan de sgoppesteel. Vanwege dat ik geen ander blauw kon vinden, dat mooi genoeg was, hat ik maar een stuk uit de direktwaar geknipt. Duizent hooibergen bei mekaar, wat heb ik ze daarvoor op mem nek gehat. Ik was nou, van alles wat niet mooi is, volgens vader tenminste en moeder zei ook al zowat en ik vont 't allemaal heel erg ondankbaar van hen; ik hat 't toch zo goed bedoelt. Maar daarover basta. Op een stuk papier hat ik met feine gekrulde letters „Welkom" gesgreven en dat met een paar hele grote nagels op de deur gespeikert, omdat ik geen plaksel of wat anders kon vinden. Omrcde de nagels een beetje aan den anderen kant door de deur staken, meende vader dat hei er nou wel een nieuwe kon laten inzetten. Wat verder hierover te doe was, durf ik niet te vermeien. Wel kan ik verklaren, dat als alle vaders zo hart slaan, er veel arme duivels van kinderen zijn, maar ook hierover niets meer. Binnen, de kamer was in eensprookjespaleis hersgapen. Eerst hat ik papieren snippers willen rontstrooien, net als met de prosessie, maar wij hadden niks anders als gazettenpapier, wat ik niet erg mooi vont en daarom hat ik in de keuken stiekum de meelbus weggehaalt en toen met meel hele mooie figuren op 't karpet en verder op de vloer gemaakt, en op de stoelen stont een gee van meel, vanwege dat Guusje met een gee begint en op 't tafeilaken stont: „Hiep, hiep, hoera!" ook al weer van meel en vanwege dat meel heeft vader me beina tot deeg geslagen. U zult moeten toegeven, dat de brantweer beter op zulke dierenmishandeling moest letten en vader hat zelf pein in de handen van 't slaan en toen ik wegliep en hei me een trap wou geven, trapte hei in plaatsvan onder mei, krek onder de tafel en toen viel de vaas met daliaas en gladdejoden op de gront en of de duivel er mee speelde, op laatst kreeg ik ook nog de sgult dat de vaas kapot was. Natuurleik, natuurleik; ik hat niet anders kunnen verwagten, maar ik heb ook nog een dumpeltje in de tafel gezien, waar ik egter lekker niks van vertel en anders heb ik dat ook nog gedaan. Dat is ook alweer gebeurt; sjwam druber.
Maar nou over Guusje. Hei kwam heel gewoon met de trein van elf uur zoveel en hei v/as er heel erg mee vereert dat ik zo mem best gedaan hat om hem op waardige weize te ontvangen. Met dat meel en zo vont hei wel niet helemaal in de haak, maar daarvoor was 't dan ook Guusje. Smiddags aan tafel kreeg hij een veel groter stuk pudding als ik en toen ik stiekum een paar lepeltjes bei hem kaapte zei hei harop, waar iedereen bei zat, dat ik mem fatsoen moest houden aan tafel. Dat kon ik toch niet verdragen, dat hei me zo in de zon zette en ik gaf hem dan ook met 't lepeltje een flinke tik op de neus, zodat hei daar ook pudding hat zitten en van vader kreeg ik een rood oor. omdat hei niet wou hebben, dat ik alles weggaf en dan zelf honger moest leiden. Tog wilde ik absoluut mem best doen om Guusje zein vakansie zo aangenaam mogeleik te maken. Savonts voor we naar bet gingen wou ik hem nog eens flink laten laggen. Ik legde een flinke natte dweil onder 't onderste laken en toen Guusje in bet stapte kreeg hei een natte pi-jama-broek en inplaats van te laggen riep hei op moeder en toen moest ik in 't natte bet en hei in 't meine, maar ik draaide gauw de matras om en 't laken gooide ik onder 't bet en toen lag ik tog droog en ik heb fein op de logeerkamer geslapen. Smorgens om veif uur was mem lieve neefje al wakker en maakte die suffert mei ook wakker, doordat hei bei mei op de kamer in zen koffer kwam sgarrelen om zein doordeweekse sgoenen- te zoeken. Toen ik hem vroeg wat hei zo vroeg opdeet, zei hei, dat hei een beetje in de tuin ging wandelen, dat was gezont smorgens zo vroeg. Even later hoorde ik hem van de keukendeur 't slot omdraaien en mee dat hei naar buiten kwam gooide ik een glas water naar beneden en gelukkig raakte ik hem krek. Niks zo gezont als smorgens een fris bat, zou ik zo zeggen, dan ben Je ineens zo lekker klaar wakker. ??????.?? Nee hoor, hei heeft niks tegen moeder gecegt. Vermoedeleik is hei in de veronderstelling ge» weest, dat het begon te regenen. Ik won hem eerst nog een parapluie nabrenge, maar toen ik naar het bet keek, zag ik dat dat op me ■wenkte om nog maar gauw even te komen maffen en dat heb ik dan ook maar gedaan. We zein nou al weer een dag of drie, vier verder en tussen Guusje en mei is alles lekker „kits". We zein er al samen óp uit geweest, 'n reuze feine wandeling, dat moet ik zeggen en ik heb hem al men klanten gewezen: De Duitse juffrouw, die aan poletiek doet en de juffrouw met het snorretje en de juffrouw die zo fein met haar tanden kan wiebelen en aou n weet wel die andere juffrouwen waar fk geregelt met broot of gebak kom. Nou saluut. De groeten en de kost van
DE LOTGEVALLEN VAN SJAREL. "Limburgsch dagblad". Heerlen, 03-08-1935, p. 9. Geraadpleegd op Delpher op 10-04-2025, https://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010932883:mpeg21:p009
Pee Es.
In zou nog beina vergeten u anderhalve Htfr groeten te bestellen van mem neefje Augustus Reïwielplaatje. Tabeetjes.
SJAREL.. "Limburgsch dagblad". Heerlen, 03-08-1935, p. 9. Geraadpleegd op Delpher op 10-04-2025, https://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010932883:mpeg21:p009
Nu Z. H. de Paus ditmaal Zijn intrek io 3e zomerresidentie te Castel Gandolfo haeft B*nQ* men, zal Hij den nieuwen koepel van de vaticaansche Sterrewacht inwijden, waarmee het observatorium van Castel Gandolfo dit Jaar Is uitgebreid. Zooals bekend is, zoodra Castel Gandolfo tot Pauselijk paleis was bestemd, tevens het besluit genomen, de Vaticaansche sterrewacht en alles, wat er toe behoort, daarheen over te brengen. Rome's nachtelijke verlichting maakte een onderzoek van den hemel steeds moeilijker. Aanvankelijk werd er één toren gebouwd, die van de nieuwste instrumenten voorzien werd, producten van de beroemde Zeissfabriek te Jena. Het vorige jaar heeft Z. H. met groote belangstelling de werkzaamheden van de sterrewacht gevolgd, speciaal die van het z.g. astrophysisch* kabinet. Als gevolg daarvan verstrekte de H. Vader de gelden voor een nieuwen koepel, die dringend noodzakelijk bleek. Het Pauselijk paleis telt thans twee koepels, die allebei op torens rusten. De nieuwe is zoo goed als gereed. Hij krijgt een teleskoop van 600 millimeter, die reeds door de Zeïssfabriek is afgeleverd, en spoedig door een harer technici zal worden opgesteld. Het instrument, dat twaalf ton weegt, zal electrisch bewogen worden en aldus uiterst gemakkelijk te bedienen zijn. De nieuwe telescoop heeft twee loopen, waarvan de eene een astrograaf van 400 millimeter bevat. Deze astrograaf is gemaakt volgens het ontwerp van onzen landgenoot. Pater Stem S.J, den directeur van het Vaticaansche observatorium. Pater Stem heeft onderdeelen van dit ontwerp speciaal met Z. H. besproken. De asslrograaf zal het mogelijk maken, de sterren met de uiterste zorgvuldigheid te fotografeeren. De Vaticaansche sterrewacht is hierin een specialiteit. Pater Stem, die alvorens uit Rome te vertrekken als vertegenwoordiger van de Specola Vaticana op twee internationale congressen, door den Paus in audiëntie ontvangen werd, heeft bij deze gelegenheid verslag uitgebracht over den stand der werkzaamheden in den nieuwen koepel. Deze zullen nog niet gereed zijn, wanneer de Paus te Castel Gandolfo aankomt, maar ze zullen zoo goed als zeker haar beslag krijgen gedurende 's Pausen verblijf, zoodat de nieuwe koepel door Z. H, zal kunnen worden ingewijd.
De Pauselijke sterrewacht De nieuwe koepel zal door Z.H. den Paus worden ingewijd.. "Limburgsch dagblad". Heerlen, 03-08-1935, p. 9. Geraadpleegd op Delpher op 10-04-2025, https://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010932883:mpeg21:p009
Rolduc en traditie Voor iemand die niet in de Holducsche gemeenschap is opgegroeid, die niet zijn jeugd heeft doorgebracht tusschen de muren van de oude kloostci-abdij, dte niet de kleine dagelijksche beslommeringen van het Rolducsche leven heeft meegemaakt, voor hem zal dit Jaarboek waarschijnlijk slechts zijn: „een goedverzorgde uitgave, met mooie illustraties en pakkende foto's!"
Voor den oud-Rolducien is het meer, is het een stuk Rolducsch leven, is het de zich immer verjongende Rolducsche traditie. Het jaarboek leeft voor hem; de portretten spreken van prettige herinneringen of soms ook van droevige tijdingen. In de roemrijke gebeurtenissen, waarover den krenykschrijver en de talrijke medewerkers verhalen, ziet hij'met trots de roemrijke traditie van zijn geliefd Rolduc voortleven. Steeds vernieuwt zich het Rolducsche leven, maar de sfeer, de geest trekt eiken oud-leerling weer terug naar het „aimable séjour de son enfance"!
Rolduc en traditie... Met de eerste bijdrage van dr. Deumens; de geschiedenis van Johan van Weede, zijn we al direct midden in een reeks van oude gebruiken, die de Rolducsche sfeer kenmerken. Het is een simpel en sober verhaal van dezen jongen martelaar. Voortgesproten uit een gemengd huwelijk, — de moeder was protestante, genoot hij thuis een Katholieke opvoeding, die te Rolduc werd voortgezet. Zijn zielsverlangen, de bekeering van zijn nièeder, zag hij niet in vervulling gaan, ondanks dc vurige gebeden, ondanks het offer van zijn groot lijden en zijn ziekten die hem als jongen van 13 jaar ten grave voerden. „Van Weede, Jean, élève dc Rolduc, meurt a Aix la Chapelle. Il a demandé a être enterré", voque ainsi la creation de notre cimetière", zoo teekende prof. B. A. Pothast in zijn dagboek aan. Eu het kapelletje op het kleine kerkhof dekt het stoffelijk overschot van Johan, die als eersteling op de stillen doodenakker rust. Na zijn dood volgde de bekeering van zijn moeder — het levensoffer was niet te vergeefs gebracht! — die een groote weldoenster werd van Rolduc. Ter herinnering aan Johan de Weede luidt nog dagelijks de Johannesklok het Angelus over de oude abdy en talrijke mooie geschenken getuigen van de milde vrijgevigheid van zijn moeder. De liefde voor Rolduc's grijze en zeer belangwekkende historie spreekt uit de altijd prettig leesbare en interressante mededeeling van dr. Gierlichs van Herzogenrath over „Het abtsbrood of abtspensioen van Kloosterrade" en over „De wijnbouw van de abdij Rolduc. Interressant is ook de „Bevelbrief" van Mgr. van Bommel, bisschop van Luik, uitgevaardigd naar aanleiding van de oprichting van het Klein Seminarie Rolduc.
ANNALES RODENSES HET JAARBOEK 1934.. "Limburgsch dagblad". Heerlen, 03-08-1935, p. 9. Geraadpleegd op Delpher op 10-04-2025, https://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010932883:mpeg21:p009