ECC heeft in 1987 „de lusten en de lasten van het COI overgenomen,"aldus commercieel manager van ECC drs. M. Tensen. ~ECC is een kruispunt van hightech uit binnen- en buitenland en ontwikkelt en evalueert educatieve software. Het COI werkte alleen voor het ministerie van onderwijs en wetenschappen, maar ECC begeeft zich ook in het bedrijfsleven, vooral de markt van de bedrijfsopleidingen en -trainingen." Op het ogenblik is ECC ingeschakeld bij het Poco-project van het ministerie van onderwijs en wetenschappen dat loopt van 1987 tot in 1991. Het project is gericht op de ontwikkeling van educatieve programmatuur voor leerlingen en docenten van scholen voor basis- en voortgezet onderwijs en voor lager en middelbaar beroepsonderwijs. Voor wie niet eigen is met het materiaal, het gaat niet om leren over de computer maar leren mèt de computer. Op de meeste scholen in Nederland staan computers en het is de bedoeling dat deze in het normale onderwijs worden geïntegreerd. Niet alleen vanwege de voordelen voor het onderwijs in verschillende vakken maar ook vanwege het leren omgaan met de computer zelf. Want de computer als hulpmiddel is tegenwoordig niet meer weg.te denken. Tot nu toe bestaat er echter nauwelijks lesmateriaal ofwel educatieve software dat voor het onderwijs met de computer kan worden gebruikt. Aangezien de uitgevers van leerhoeken niet bereid zijn grote investeringen te doen, heeft de overheid het Poco-project gelanceerd. ECC heeft een opdracht voor de ontwikkeling van 54 pakketten, software Voor verschillende vakken in het basis en voortgezet onderwijs. Zo is er een programma Lezen en rekenen in het basisonderwijs, Paris en video en een educatief bestands Programma Derde Wereld. In het Programma Derde Wereld onderzoekt de leerling de problematiek van de Derde Wereld door gegevens over ontwikkelingslanden op te zoeken, te bewerken en in een grafische vorm weer te geven. In het Programma kunnen kaarten worden gemaakt en vergeleken zodat de leerling ook inzicht krijgt in de procedures voor het maken van kaarten. De uitgevers van de gangbare 'eermethoden verzorgen bijpassend schriftelijk materiaal en zorgen voor de distributie. Tegen het jaar 1992 moet er voldoende materiaal beschikbaar zijn om in het voortgezet en beroepsonderwijs vijf procent en in het basisonderwijs een procent van de lessen met de computer te ondersteunen.
Collectie
Permanente URL
- Gebruiksvoorwaarden
-
Auteursrechtelijk beschermd. Op dit object rust auteursrecht.
- Krantentitel
- Nieuw Israelietisch weekblad
- Datum
- 12-05-1989
- Editie
- Dag
- Uitgever
- J.B. de Mesquita
- Plaats van uitgave
- Amsterdam
- PPN
- 831178310
- Verschijningsperiode
- 1865-
- Periode gedigitaliseerd
- 1865-1994
- Verspreidingsgebied
- Landelijk
- Herkomst
- Koninklijke Bibliotheek TG 30016
- Nummer
- 37
- Jaargang
- 124
- Toegevoegd in Delpher
- 20-11-2013
Lusten en lasten
Voorloper Israël
Israël heeft op het gebied van educatieve technologie enige voorsprong, tot verrassing van Tensen. „Ik ben namens ECC met de hightech-missie meegegaan en ik heb met diverse bedrijven contact gehad. Er was voor ons een selectie gemaakt van bedrijven op het terrein van de educatieve technologie zoals Edunetics, Logal, CET, Elron, CVX en Degem. Wij hebben een verkenning gemaakt van de stand van techniek en ontwikkeling en kwamen tot de ontdekking dat Israël een voorloper is."
De verklaring voor het gegeven dat de voorsprong in Nedrland niet bekend was ligt volgens Tensen in de traditionele relatie tussen Israël en de Verenigde Staten. „Op verzoek van de Verenigde Staten wordt veel in Israël ontwikkeld en vervolgens in Amerika afgezet. Bovendien heeft de voorsprong te maken met het op peil houden van het militaire apparaat in Israël," meent Tensen. Het is voor Israël wel interessant voor een grote markt als Amerika te werken, terwijl Europa een veelheid van curricula en talen kent en dus verschillende onderwijspakketten vraagt. Met de komst van een verenigd Europa wordt het anders.
„Israël heeft belangstelling voor de Europese markt van 1992 met identieke kwalificaties en curricula in de twaalf landen, en Nederland heeft belangstelling voor de ontwikkelingen in Israël. Nederlandse bedrijven kunnen uit Israël veel leren, we kunnen gezamenlijk produkten ontwikkelen en we kunnen ideeën uitwisselen," aldus Tensen. Wat dat laatste betreft, van 22 tot 24 mei 1989 wordt een Nederland-Israel conferentie gehouden over informatietechnologie. Het is een initiatief van ECC en ir. Jaap Sajet van het Comité Nederland-Israel. Uit Israël komen vijf specialisten die een voordracht zullen houden over de toekomst van informatietechnologie in het onderwijs. De gastheer is het ministerie van onderwijs in Zoetermeer.
Proefprojecten
In Israël is de computer op school veel meer ingeburgerd. „De apparatuur en de software zijn in Israël op elkaar afgestemd," meent Tensen. „Men is uitgegaan van de concrete situatie in de klas, de 'bottom up' aanpak. Het gevolg is dat het computergebruik in de klas veel groter is dan in Nederland. Daarnaast is de introductie van de computer gepaard gegaan met veel instructie en assistentie." In Nederland hebben duizenden leraren, die met het intensievere gebruik van de computer niet verdwijnen, nascholing op het gebied van informatica gevolgd. Als gevolg van de aandacht van het ministerie is de achterstand enigszins ingelopen. Sinds de missie heeft ECC met een paar bedrijven in Israël contact onderhouden. Het streven is overheid en bedrijyen te interesseren om tot een gesprek te komen en proefprojecten te starten. Een van de serieuze gesprekspartners is Degem Systems in Tel Aviv dat technologisch onderwijs verzorgt. Het bedrijf zal op de conferentie vertegenwoordigd zijn. Als particulier :bedrijf, opgericht in 1969 behoort Degem tot de middelgrote bedrijven in Israël met een omvangrijke •export die 95 procent van de inkomcsten bepaalt. „We zijn in 64 landen op diverse niveaus actief," vertelt Nissim Greisas, marketing manager van Degem. „In sommige landen hebben we agentschappen, in Japan en Engeland zijn joint venture-ondernemingen en we zijn in volledig bezit van bedrijven in Amerika en Zwitserland. Het is in sommige gevallen gemakkelijker vanuit het buitenland te onderhandelen. In India bestaat nog steeds de Engelse invloed, dus voeren we vanuit Engeland of via Engeland het overleg met India." Via agent Breekhoven in Rotterdam is de laatste vijf jaar ook in Nederland technologisch onderwijsmateriaal verkocht aan scholen en aan het leger.
Degem kent vijf aparte afdelingen. Aanvankelijk werd alleen high-tech-oefenmateriaal ontwikkeld voor technologisch onderwijs. Een leerling-elektronicus hoeft niet langer in het laboratorium praktijkervaring op te doen, maar kan het laboratorium mee naar huis nemen. De realiteit is op zakformaat nagebootst waardoor het onderwijs veel goedkoper is geworden. Zowel scholen als grote bedrijven kunnen daar gebruik van maken.
Degem ontwikkelt computermateriaal, van wiskundelessen voor de basisschool tot simulatoren voor de opleiding van Icuhtmachtpersoneel
HANDELSBIJLAGE Nederland en Israël hebben elkaar op high-tech-niveau veel te bieden door Leontine Veerman
In het najaar van 1988 heeft een Nederlandse high-techmissie onder leiding van de voormalige minister van economische zaken, de heer G. van Aardenne, een bezoek gebracht aan bedrijven in Israël. Doel van de missie was het versterken van de reeds bestaande relaties op technologisch gebied door bilaterale samenwerking. Een van de veertien Nederlandse deelnemers was Educational Computing Consortium in Enschede, het geprivatiseerde Centrum voor Onderwijs en Informatietechnologie van de Universiteit Twente. Als gevolg van de missie heeft het Nederlandse ECC sinds een half jaar regelmatig contact met een aantal Israëlische bedrijven zoals met Degem Systems in Tel Aviv.
Het begon in 1988 met de uitnodiging aan oud-directeur prof. J. Moonen van ECC voor de handelsmissie naar Israël. ECC bestaat sinds 1987 in de huidige vorm maar heeft een lange voorgeschiedenis onder de naam Centrum voor Onderwijs en Informatietechnologie aan de Universiteit van Twente. In Nederland is in de jaren tachtig grote inspanning verricht om de rol van informatietechnologie in het onderwijs en in de samenleving te bevorderen. Het COI werkte in dat kader als een gesubsidieerde instelling om de informatie-technologie binnen de scholen te krijgen.
Nissim Greisas, marketing manager van Degem Systems
Toepassing in leger
Een tweede afdeling is de computerafdeling voor het lager niveau. Aangezien het Israëlische ministerie van onderwijs niet tevreden was over het niveau van de wiskunde op de lagere school, werd een leersysteem ontwikkeld waarbij de computer een ondersteunend middel is. Het programma gaat stap voor stap vooruit en de computer kan registreren waar een leerling het niet meer begrijpt en struikelt. De programma's beantwoorden aan de veranderingen in het onderwijs omdat tegenwoordig meer nadruk wordt gelegd op produktieve vaardigheden dan op reprodruktieve vaardigheden. Niet meer uit het hoofd maar zelf nadenken. Leerlingen moeten zelf verbanden leggen en gegevens interpreteren en daarbij kan de computer worden ingezet.
Op de militaire afdeling worden oplossingen aangedragen voor toepassing in het leger. Wanneer voor de opleiding van piloten of soldaten levensecht materiaal moet worden gebruikt, zijn de kosten van onderwijs hoog. Degem heeft simulatoren en demonstratiemodellen gemaakt met alle relevante elektronische onderdelen, bijvoorbeeld van een radarsysteem. Er is een afdeling voor het onderwijs op het gebied van landbouwtechnologie op hoog en op laag niveau en ten slotte een afdeling voor lager technisch beroepsonderwijs. Behalve 160 werknemers in Israël zijn dertig werknemers van Degem in het buitenland werkzaam. Vooral het onderwijsprogramma op landbouwkundig gebied wordt naar ontwikkelingslanden geëxporteerd. Waar geen school is, kunnen mobiele eenheden als complete leslokalen worden ingericht. Op het ogenblik wordt daar in Afrika gebruik van gemaakt om stamhoofden een cursus verpleegkunde te geven. Greisas ziet een verandering van de vraag in Nederland. „Tot nu toe was er vooral belangstelling voor high-tech-programma's die internationaal bruikbaar zijn. Nu zijn we ook begonnen met de introductie van de computer aided instruction en de computer based training. Jaarlijks gaan de exportcijfers omhoog en voor 1989 verwachten we een bedrag van 100.000 dollar." Met ECC zijn onderhandelingen gaande over de computer based training. In samenwerking zouden nieuwe pakketten kunnen worden ontwikkeld, afgestemd op de verenigde Europese markt. Met een verdeeld Europa was de investering te groot met het oog op het rendement. De belangstelling van het Nederlandse ministerie van onderwijs voor de Israëlische produkten is groot. Het ministerie is officieel gastheer van de conferentie van 22 tot 24 mei 1989 en zal in augustus opnieuw deelnemen aan een bezoek aan Israël met onder andere ECC. Het succes is grotendeels te danken aan het Comité Nederland-Israel dat tevoren de gesprekspartners had uitgezocht. Beide landen kunnen van het contact voordeel hebben omdat ze elkaar niet zozeer als concurrenten zien maar als partners voor verdere samenwerking.