! (Van onzen Haagschen correspondent.)
's-Gravenhage, 11 Aug.
De Poolsche luchtverikenners, die tjjdens de Jamboree hun tenten op het Haagsche vliegveld „Ypenburg" had- I den opgeslagen, hebben Woensdagmiddag voor een publiek van ongeveer 30.000 menschen kranige demonstraties gegeven in het parachute! springen en zweefvliegen. SDe enorme belangstelling- voor deze demonstraties behoeft niet te verwonderen. Het pu- Ifliek heeft den smaak van de Jamboree nog t« pakken, en bovendien, dezen middag zou iets gedemonstreerd worden, dat op Vogelenzang niet vertoond is, en er trouwens ook niet «on worden. E>e demonstraties zijn voor de Poolsche luchtverkenners een schitterend succes geworden. Parachute-springen in ons land is Verboden. De Poolsche luchtverkenners zijn er echter goed in thuis en op grcnd van het vertrouwen, dat zij er zelven in hebben, heeft de regeering gemeend, geen bezwaar te moeten maken tegen de sprongen. De jongelui hebben dit vertrouwen geenszins beschaamd en de Nederlandsche autoriteiten behoeven geen spijt van hun toestemming te hebben. Integendeel, het is daardoor een zeer interessante middag geworden, welke volkomen paste in het kader van de luchtvaarttentoonstelling „Avia" op Houtrust. Verscheidene autoriteiten woonden de demonstraties bij. Daar was in de eerste plaats de Poolsche gezant, Zijne Excellentie Babinski, voorts tal vaa leden van het corps diplomatique met den deken van dit corps, de Zwitsersche gezant Zijne Excellentie De Pury aan het hoofd. Dan was er de plaatsvervangende hoofdverkenner, generaal Behrens, de vice-admiraal Quant, voorzitter van het Ned. Instituut voor Zweefvliegen, de heer Van Ede van der Pais, directeur van den Rijksluchtvaartdienst en verder tal van bekende persoonlijkheden uit de luchtvaartwereld, vooral uit luchtsportkringen. De belangstelling voor de demonstraties was zoo groot, dat het verkeer naar het vliegveld Ypenburg bij de Hoornbrug weer eens volkomen in de knoop zat. Het oponthoud daar duurde voor auto's meer dan twintig minuten en het tegenliggende verkeer, uit de richting Delft, had soms nog langduriger vertraging. En na afloop van de demonstraties, ongeveer half ZeSi was de verkeerschaos, ondanks het °Ptreden van de Rijswijksche politie, niet minder, eerder erger. Het belangwekkende programma op Ypenburg opende met een demonstratie van een Scheidemusch, bestuurd door Asjes, waarvoor Uiteraard vooral de buitenlanders &™ote belangstelling toonden, gelfck dat nog dezer dagen te Parijs het geval is geweest. Vervolgens liet instructeur Asjes met een Tiger Moth van de Nationale Luchtvaart «school zien, wat er met een eenvoudig sportvliegtuig nog voor verbazingwekkende capnolen
Kranige prestaties.
En toen was de beurt aan de Poolsche luchtverkenners. Met twee zweefvliegtuigen, getrokken door hun eigen motorvliegtuigen, gingen zij de lucht in, vergezeld door nog een derde zweefvliegtuig, een Nederlandsch, namelijk van het Ned. Instituut voor Zweefvliegen. Toen de toestellen voldoende hoogte hadden gekregen, waarbij het escadrilleverband niet verbroken was, hetgeen op zichzelf al een prachtige prestatie was, werden de sleepkabels losgegooid en voerden de drie zweefvliegers een aantal keurige evoluties uit. De Poolsche jongens bleken over een flinke dosis moed te beschikken, maar dat niet alleen. Hun vaardigheid in het besturen van hun ranke toestellen dwong aller bewondering af. Daaran kwam „het" nummer, namelijk het parachute-springen. De K.L.M, had daarvoor haar vrachtvliegtuig de „Jumbo" beschikbaar gesteld. Uit deze machine was de deur genomen, teneinde den Poolschen luchtverkenners de gelegenheid te geven, hun sprong te maken. Drie jongens stapten in de machine, uitgerust met twee parachutes, hetgeen een veiligheidsmaatregel beteekende. Immers, mocht de eene parachute weigeren, dan kon alsnog de andere worden gebruikt. De drie Poo_sc_ie luchtverkenners, die den sprong deden, waren Jara, Puchajda en Burgchardt, van wie de laatste nog een bijzondere prestatie leverde. Op ongeveer 800 m gekomen, zag men uit de „Jumbo" een smal, zwart streepje zich losmaken, dat gedurende nauwelijks een seconde pijlsnel daalde. Daarna ontplooide de parachute zich en langzaam kwam de luchtverkenner, die zich blijkbaar zeer op zijrr gemak gevoelde, naar beneden. Hg had een doelsprong gemaakt, d.w.z. het voor het landen uitgekozen stuk van het vliegveld heeft hfl getracht te bereiken. En daarin slaagde de kranige jongeman volkomen. Zijn kameraad deed eenige minuten later hetzelfde en toen was het de beurt aan Burgchardt. Big hem opende de parachute zich niet onmiddellijk, hetgeen ook niet de bedoeling was. Eerst na acht seconden trok deze luchtverkenner zijn valscherm open en toen kwam hg, heel wat sneller dan zn kameraden keurig op Ypenburg te land. De jongens hadden, toen zij langs de tribunes en de terrassen reden, een geweldige ovatie in ontvangst te nemen. De bekende zweefvlieger Van Neyenhoff, dien we hier te lande tegenwoordig weinig meer zien, heeft na dit spannende nummer der Poolsche luchtverkenners een zeer belangwekkende zweefdemonstratie gegeven, waarbij hij waarlijk niet voor de toch overigens niet geringe prestaties der Poolsche jongelui onderdeed.
Nog volgde een zweerviucht van een der Poolsche padvinders en toen heeft de Duitscher Kdhnke uit de Tiger Moth van de N.L.S. met Asjes aan den stuurknuppel, een parachutesprong gemaakt, welke even goed verliep als die van de Polen. De zeer geslaagde vliegmiddag, waarop de Poolsche luchtverkenners koene staaltjes van hun kunnen hebben laten zien, was hiermede ten einde.
BINNENLAND POOLSCHE LUCHTVERKENNERS GEVEN DEMONSTRATIES De jongens vertoonden eenige bewonderenswaardige staaltjes van vaardigheid in het besturen van zweeftoestellen. GESLAAGDE PARACHUTE-SPRONGEN Ook Van Neyenhoff de lucht in.. "Algemeen Handelsblad". Amsterdam, 12-08-1937, p. 3. Geraadpleegd op Delpher op 22-04-2025, https://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010665126:mpeg21:p005
Het Augustus-nummer van „Ons Zeewezen", officieel orgaan van de Vereeniging „Het Nederlandsche Zeewezen", bevat ditmaal een groot aantal artikelen, waarvan vooral een , verhaal over „De laatste reis van Prins Hendrik der Nederlanden in 1847" lezenswaardig is. Uitvoerig wordt geschreven over listproofdavits (slagzij overwinnende davits), een vinding van het lid der vereeniging, den heer A. Vreugdenhil te Velsen-Driehuizen. Als historisch artikel is opgenomen „Nederlandsche koopvaardijzeilsohepen gebouwd en varende in de l&e ee__w.", *-"■-■ -v
ONS ZEEWEZEN.. "Algemeen Handelsblad". Amsterdam, 12-08-1937, p. 3. Geraadpleegd op Delpher op 22-04-2025, https://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010665126:mpeg21:p005
De minister van Waterstaat heeft voor koplantaarns van motorrijtuigen keuringseischen vastgesteld. Op een hoofdonderdeel van de lantaarns moeten zijn aangebracht: een in Nederland ingeschreven fabrieks- of handelsmerk, en een aanduiding van het type, indien meer dan een type van hetzelfde fabrieks- of handelsmerk wordt voorzien. Verblinding. De lantaarns moeten zoodanig zijn ingericht, dat in é é n schakeling van de op de nominale spanning brandende bijbehoorende gloeilamp een niet verblindende, doch voldoende wegverlichting wordt verkregen. Het meten van de sterkte der verlichting, welke geen verblinding mag veroorzaken, geschiedt op een vlak van 450 cm. breedte en 90 cm. hoogte, verticaal geplaatst op den grond. Het vlak moet door twee horizontale lijnen zijn verdeeld in drie vakken, welke van boven naar beneden zijn gemerkt met 111, II en I. De hoogte van vak 111 moet 22.5 cm., die van vak II 45 cm. en die van vak I 22.5 cm. bedragen. Vak I moet door verticale lijnen met een onderlingen afstand van 22.5 cm. zijn verdeeld in vierkanten. De te meten lantaarn wordt geplaatst op een afstand van 25 meter recht vóór het vak. De hoogte van het midden van de lantaarn moet 90 cm. boven den grond bedragen, waarbij de as van het optisch systeem horizontaal moet liggen. Indien de sterkte der verlichting op elke willekeurige plaats in vak 111 ten hoogste 0.7 lux bedraagt, wordt geacht, dat de lantaarn geen verblinding zal veroorzaken. De gemiddelde sterkte der verlichting moet hierbij in elk der vierkanten van vak I ten minste twee lux bedragen. Tevens moet de sterkte der verlichting in elk van de vierkanten, van de buitenste vakken naar het midden toe, gelijkmatig grooter worden zonder dat zich daarbij groote sprongen in de sterkte der verlichting voordoen. Onder de as van een optisch systeem wordt verstaan de hoofdrichting, waarin het licht wordt uitgestraald in de verblindende schakeling van de lantaarn. * » * De minister van Waterstaat heeft eveneens keuringseischen vastgesteld voor gloeilampen, aan te brengen in koplantaarns van motorrijtuigen. Op de gloeilampen moeten zijn aangebracht een in Nederland ingeschreven fabrieks- of handelsmerk. De nominale spanning in volt, en een aanduiding van het type, indien meer dan één type van hetzelfde fabrieks- of handelsmerk wordt voorzien. Door den minister van Waterstaat zullen tot wederopzegging worden goedgekeurd die soorten van koplantaarns en gloeilampen, ten aanzien, waarvan wordt overlegd een verklaring van de N.V. tot Keuring van Electrotechnische Materialen te Arnhem, inhoudende, dat dit soort aan de eischen voldoet. De gloeilampen, behoorende tot een door den minister goedgekeurde soort, moeten voorzien zijn van een merk, bestaande uit het woord „Rijkskeur", alsmede een door den minister van Waterstaat op te geven volgnummer.
KEURINGSEISCHEN VOOR KOPLANTAARNS Hoe gloeilampen voor auto’s moeten zijn.. "Algemeen Handelsblad". Amsterdam, 12-08-1937, p. 3. Geraadpleegd op Delpher op 22-04-2025, https://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010665126:mpeg21:p005
Lord Baden Powell heeft gistermiddag een bezoek gebracht aan het Vredespaleis te 's- Gravenhage om zijn dank te betuigen voor den Wateler-Vredesprijs, welken hij onlangs ontvangen heeft van het bestuur van de Carnegiestichting. Hij werd ontvangen door dr. J. ter Meulen, directeur van de bibliotheek, die namens het bestuur de dankbetuigingen in ontvangst heeft genomen.
LORD BADEN POWELL IN HET VREDESPALEIS. "Algemeen Handelsblad". Amsterdam, 12-08-1937, p. 3. Geraadpleegd op Delpher op 22-04-2025, https://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010665126:mpeg21:p005
Gisterochtend is de Belgische minister van Openbare Volksgezondheid, minister A. Wauters te Eindhoven gearriveerd, teneinde een bezoek te brengen aan de Philips Fabrieken. Dit speciale bezoek gold vooral het bestudeeren van hetgeen Philips heeft tot stand gebracht op het gebied van sociale maatregelen en volksgezondheid. Minister Wauters, die vergezeld was van den secretaris-generaal van zijn departement, dr. R. Sand, werd ontvangen door de directie.
In den ochtend werden besprekingen gehouden, waarbij de heer Evelein en dr. Van Weel de door Philips getroffen maatregelen resp. op sociaal en hygiënisch gebied toelichtten.
Tezamen met den directeur der N. V., ir. Otten, werd daarna het noenmaal gebruikt op de golflinks. In den middag werd in het natuurkundig laboratorium een televisie-demonstratie gegeven, gevolgd door een' bezichtiging der radio-apparatenfabriek en de bedrijfsschool.
In het ontspanningsgebouw hield dr. Van Weel een lezing betreffende den gezondheidsdienst, waarna tot slot een film werd vertoond over de t.b.c.-bestrijding.
MINISTER WAUTERS TE EINDHOVEN Bezoek aan de Philips-fabrieken.. "Algemeen Handelsblad". Amsterdam, 12-08-1937, p. 3. Geraadpleegd op Delpher op 22-04-2025, https://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010665126:mpeg21:p005
Ter gelegenheid van het Internationaal Congres voor Vergelijkend Recht en het Internationale Padvinderscongres, welke beiden in Den Haag zijn gehouden,' heeft de Roemeensche gezant, prof. V. V. Pella te zijnen huize een aantal deelnemers aan beide congressen ontvangen. Men was nog in klein gezelschap en er waren nog slechts eenige padvinders aanwezig, toen prof. Pella met een korte, doch beteekenisvolle rede aan verscheidene leidende figuren in d padvinderswereld namen Z. M. Koning Karel van Roemenië een herinneringsmedaille overreikte. Het waren graaf Bernadotte van Zweden, luit. kol. Bonstetten, lid van het Internationaal Bureau van de Padvindersbeweging, Kapiszewski, internationaal commissaris voor Polen, en lord Hampton, lid van het internationaal bureau, terwijl eveneens een medaille bestemd was voor de thans niet aanwezige hoofdverkenners Staatsraad J. J. Rambonnet (Nederland), Somers (Engeland), luitenant-kolonel Walton (Engeland) en Guerveau (Krankrijk). Prof. Pella vestigde er bij het uitreiken van de medailles de aandacht op, dat de beide conferenties, over hoe verschillend onderwerp zij ook gingen, toch één doel gemeen hadden, nl. het bevorderen van het „droit de la paix".
Graaf Bernadotte dankte mede namens de anderen voor de verleende onderscheiding en verzocht den gezant dien dank aan Z. M. Koning Karel over te brengen.
RECEPTIE BIJ ROEMEENSCHEN GEZANT Herinneringsmedailles uitgereikt.. "Algemeen Handelsblad". Amsterdam, 12-08-1937, p. 3. Geraadpleegd op Delpher op 22-04-2025, https://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010665126:mpeg21:p005
Prins Gustaaf Adolf van Zweden heeft voor eenige dagen zijn intrek genomen in Hotel des Indes te 's-Gravenhage.
PRINS GUSTAAF ADOLF. "Algemeen Handelsblad". Amsterdam, 12-08-1937, p. 3. Geraadpleegd op Delpher op 22-04-2025, https://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010665126:mpeg21:p005
PRINS GUSTAAF ADOLF. "Algemeen Handelsblad". Amsterdam, 12-08-1937, p. 3. Geraadpleegd op Delpher op 22-04-2025, https://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010665126:mpeg21:p005
De „Ibis" is op de thuisreis te Medan geland.
POSTVLUCHTEN OP INDIË. "Algemeen Handelsblad". Amsterdam, 12-08-1937, p. 3. Geraadpleegd op Delpher op 22-04-2025, https://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010665126:mpeg21:p005
EEN DEPUTATIE PADVINDERS UIT TSJECHO-SLOWAKIJE heeft gistermiddag een bezoek gebracht aan Naarden waar zij het mausoleum van Comenius hebben bezichtigd. Op het grot vm ê*1 t^ftS^'.^^KSÊli k*an* gelegd,
EEN DEPUTATIE PADVINDERS UIT TSJECHO-SLOWAKIJE heeft gistermiddag een bezoek gebracht aan Naarden waar zij het mausoleum van Comenius hebben bezichtigd. Op het grot vm ê*1 t^ftS^'.^^KSÊli k*an* gelegd,. "Algemeen Handelsblad". Amsterdam, 12-08-1937, p. 3. Geraadpleegd op Delpher op 22-04-2025, https://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010665126:mpeg21:p005
DE GROOTE LEGERDAG TE DOETINCHEM. — In tegenwooraigneta van een zeer talrijk publiek hebben gisteren verschillende troepenonder deelen te Doetinchem, waar een legerdag is gehouden, gedefileerd voor de op het bordes van het stadhuis staande autoriteiten o.w. links: generaalmajoor W. F. Sillevis, commandant der Tweede Divisie en burgemeester W. P. J. Duval Slothouwer (midden). Het vierde half regiment huzaren trekt voorbij.
DE GROOTE LEGERDAG TE DOETINCHEM. — In tegenwooraigneta van een zeer talrijk publiek hebben gisteren verschillende troepenonder deelen te Doetinchem, waar een legerdag is gehouden, gedefileerd voor de op het bordes van het stadhuis staande autoriteiten o.w. links: generaalmajoor W. F. Sillevis, commandant der Tweede Divisie en burgemeester W. P. J. Duval Slothouwer (midden). Het vierde half regiment huzaren trekt voorbij.. "Algemeen Handelsblad". Amsterdam, 12-08-1937, p. 3. Geraadpleegd op Delpher op 22-04-2025, https://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010665126:mpeg21:p005
(Van onzen specialen correspondent)
Doetinchem, 11 Augustus. Op uitnemende wijze heeft de legerdag te Doetinchem aan zijn doel beantwoord, nl. belangstelling te wekken voor onze weermacht in het Oosten des lands. Dreigde aanvankelijk de regen als spelbreker op te treden, tegen het aanvangsuur trokken de wolken weg en o-edurende de demonstraties overgoot de zon met haar stralen een schitterend fleurig schouwspel, dat de sympathie voor onze weermacht bij de duizenden bezoekers vermocht op te wekken of te versterken. Onmiskenbaar is gebleken, dat de periode waarin het Nederlandsche leger weinig of geen waardeering mocht ondervinden, bij de burgerbevolking, achter ons ligt. Dezelfde autoriteiten, die het
défilé gadesloegen, waren thans eveneens op Groenendaal aanwezig, toen even voor twee uur de commandant van het veldleger, luitenant-generaal J. J. G. baron Van Voorst tot Voorst het terrein betrad. Onmiddellijk hierna sprak de burgemeester van Doetinchem, de heer W. P. J. Duval Slothouwer de openingsrede uit. Na deze rede bracnt het muziekcorps van het achtste "regiment infanterie uit Arnhem het Wilhelmus ten gehoore, dat door alle aanwezigen staande werd mede gezongen. Hierna volgde het algemeen appèl, ter inleiding van de rede van den commandant van het veldleger, luitenant-generaal baron Van Voorst tot Voorst. „In Juni 1672," aldus de generaal, „stroomden vijandelijke legers zonder veel weerstand te ontmoeten, onze U I palen binnen, zij rukten ook over het gebio_. waarop wij ons thans bevinden. Franschen en Munsterschen, schier onbelemmerd, rukten naar den IJssel op. Te Doetinchem verkreeg de vestingbezetting den negenden Juni van het jaar 1672 nog een eervollen aftocht, omdat zij bij haar eerste schot, een twaalf vijanden ineens onder den voet wist te schieten. Even toonde hier de Nederlandsche Leeuw zijn kleuren, maar vergeefs. Want het leger was grootendeels onbekwaam en onervaren. De krijgsmagazijnen waren leeg, de stadwallen in wandelwegen herschapen, de grachten waren verdroogd. De geschiedenis heeft ons veel te leeren en zoo zien wij hoe in 1914 bij het uitbreken van den wereldoorlog het Duitsche opperbevel zelfs posten aan onze grens liet plaatsen om te voorkomen dat een legerafdeeling als het ware hij vergissing hier haar weg zou nemen. Nagenoeg geheel Europa stond in vuur en vlam, maar Nederland bleef van krijgsgeweld verschoond. De preventieve werking onzer weermacht deed zich gevoelen. Tijdig te voren waren verscheidene maatregelen genomen ter verjonging en versterking van ons leger te velde. „De eerste jaren van vrede, die op den grooten oorlog volgden, hebben ondanks veler verwachtingen, niet geleid tot algemeene vermindering der bewapeningen, waarin Nederland reeds uit eigen beweging het voorbeeld had gegeven. Integendeel leidde de strijd der belangen en der wereldbeschouwingen tenslotte tot een toestand rondom ons, zooals wij dien thans kennen. En zoo is liet in deze dagen, waarin het wereldgebeuren zoo geheel is gewijzigd wel voor zeer velen opnieuw duidelijk geworden, hoezeer de toekomst der natie meer dan ooit afhangt vaa beiges itj vredestijd ter verdediging wordt opgebouwd en voorbereid. „Daagt het in dit opzicht welhaast in geheel Nederland, hier in het eeuwenoude Doetinchem wordt heden wel rechtstreeks contact genomen, tusschen bevolking, leger en luchtmacht." Spr. juicht het initiatief, genomen door het wakkere comité van voorbereiding, ten zeerste toe; de steun, welke de burgemeesters van zoovele gemeenten tot in den verren omtrek verleenden en de groote opkomst op dezen dag brengen zichtbaar tot uiting, hoezeer de weermacht de belangstelling heeft van het Graafschap. „Moge dan ook" — ging de generaal voort — „hetgeen de onderdeden van het veldleger, evenals de luchtmacht u hedenmiddag te zien zullen geven, uw vertrouwen en uw sympathie voor de weermacht versterken. Moge u evenwel tevens bedenken dat versterking van deze weermacht op grond van hetgeen rondom ons geschiedt geen dag meer kan wachten. ,;De kleine natie, die onder Oranjei^aar vrijheid bevocht en voor wie het „Ik zal Handhaven" met recht als devies geldt, kan door daden en door uiterste inspanning toonen, dat z(j daartoe geestkracht, karakter en wil heeft behouden. Alleen aldus zal de preventieve werking, uitgaande van de weermacht en van de voorbereiding in vredestn'd, zich doen gevoelen." Als commandant van het veldleger kan ik verklaren dat de duizenden soldaten uit Gelderland, die jaar op jaar de gelederen van het veldleger aanvullen, zijn van goeden stam en met eere hun dienstplicht vervullen, waardoor Gelderland en zijn bevolking de sympathie hebben van de weermacht. Spr. is ervan overtuigd, dat, wanneer onze soldaten van Gelderschen stam er ooit voor zouden komen te staan om met inzet van hun leven op te komen voor onze hoogste belangen, ook zy gedachtig zullen zijn overeenkomstig het woord, dat plichtsverzaking noch voor God, noch voor het vaderland is verantwoord. „De vrijheid en de onafhankelijkheid, zij stralen ons in deze dagen als het ware lichtend toe. en eischen niet alleen van de weermacht, maar ook van een ieder opofferingsgezindheid, trouw aan het vaderland, trouw aan het Oranjehuis."
De demonstraties.
• Bebonnen werd na deze rede met een oorlog in het klein door een detachement infanterie, gesteund door mitrailleurs en pantserwagens, welke thans tot de uitrusting van ons leger behooren. De gedemonstreerde aanval werd besloten met een bajonet-stormloop; vervolgens vertoonden de wielrijders uit s-Hertogenbosch hun capaciteiten en een donderend applaus van het geestdriftige publiek was de belooning voor hun evoluties, welke besloten werden met een opstelling voor de tribune. In snel, soms adembenemend tempo volgden de demonstraties elkaar op. Het escadron huzaren galoppeerde nog over het veld, toen motorgeronk de komst aankondigde van het escadrille Fokkers C 10 van Schiphol, onder leiding van den rijkshavenmeester, luitenant J. J. Janssens. De oranje-lap werd uitgespreid toen de huzaren in galop het veld hadden ver* laten, ten teeken, dat het luchtescader zijn evoluties kon aanvangen. Onmiddellijk daarop vlogen de Fokkers in verschillende formaties over het terrein en lieten hun bekwaamheid in het stuntvliegen zien, een wel zeer dankbaar nummer van het programma, dat een levendig enthousiasme bij het publiek verwekte. Een onvergetelijken aanblik leverde het corps der rijdende artillerie op, waarvan de uniform sedert de oprichting in 1784 nog vrijwel onveranderd is gebleven. Met razende snelheid werden de stukken, in stelling gebracht en gevechtsklaar gemaakt, en eenige minuten na het betreden van het veld klonken reeds de eerste knallen uit het 7 cm. geschut, een schouwspel dat een diepen indruk, op het publiek maakte. De kolbakken op deden vervolgens de manschappen van het vierde halfregiment huzaren uit Deventer hun glorieuze entree, met de uitstekend afgerichte lersche paarden, een hindernis nemend in ongestoorde formatie. Zoodra het motorgeronk zich verwijderde kwamen de huzaren in gestrekten galop weder terug en stelden zich in linie op. Het muziekkorps bracht het „Wilheumus" ten gehoore, dat door de duizenden aanwezigen spontaan werd medegezongen; een slot waarin men uiting gaf aan de waardeering voor onze weermacht en aan de liefde voor het Vorstelijk Huis. In Doetinchem werd dit uitstekend geslaagde feest voortgezet. Op Groenendaal werd ter eere van de vele gasten een groot avondtuinfeest gegeven, waarop het muziekcorps van het vierde half regiment huzaren uit Deventer concertreerde, een taptoe op een der eilandjes in den kanovijver en een groot vuurwerk vormden het slot van een dag, waarop het uitvoerend comité met groote voldoening kan terugzien.
LUITENANT-GENERAAL ]. J. G. BARON VAN VOORST TOT VOORST, commandant van het Veldleger.
DE LEGERDAG TE DOETINCHEM „De weermacht nader tot het volk ; het volk nader tot de weermacht.” REDE VAN LUITENANT-GENERAAL VAN VOORST TOT VOORST. "Algemeen Handelsblad". Amsterdam, 12-08-1937, p. 3. Geraadpleegd op Delpher op 22-04-2025, https://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010665126:mpeg21:p005
Op Woensdag 8 September a.s., 's middags om drie uur, zal de gerestaureerde Nieuwe Kerk te Delft op plechtige wijze weer in gebruik worden gesteld. Als sprekers zullen optreden prof. dr. J. R. Slotemaker de Bruine, minister van Onderwijs, K. en W., prof. dr. H. B. Dorgelo, president-kerkvoogd, en ds. H. P. Brandt, voorzitter van den Kerkeraad,
INGEBRUIKNEMING GERESTAUREERDE NIEUWE KERK TE DELFT. "Algemeen Handelsblad". Amsterdam, 12-08-1937, p. 3. Geraadpleegd op Delpher op 22-04-2025, https://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010665126:mpeg21:p005
(Van onzen specialen verslaggever.)
Texel (Oude Schild), 11 Aug. Ruim honderd leden van het Nationaal Jongeren Verbond, waarvan het meerendeel uit de provincie afkomstig is, nemen op het oogenblik deel aan het tweede zeekamp, dat hier op de reede van Texel wordt gehouden. Als landrotten zijn de meesten hier gekomen, als ware zonen van een zeevarend volk keeren zij aan het eind van deze week na een veertiendaagsch verblijf aan boord van een der beide oorlogsbodems, die ter beschikking van de jongelui staan, naar hun woonplaatsen terug!
Uitgaande van de gedachte dat de Konink» lijke Marine meer bekendheid en vooral meer waardeering verdient dan zij hier te lande geniet, is het hoofdbestuur van het verbond ia overleg getreden met de marine-autoriteiten, hetgeen tengevolge had, dat gedurende twee weken H.M.'s „Bever" en H.M.'s „Valt" aan het N.J.V. in bruikleen zijn afgestaan, bij wijze van kampeerschepen. Deze beide schepen, die meer dan een halven eeuw dienst achter den rug hebben, liggen in de visschershaven van Oude Schild aan den wal. Uit een der vaartuigen zijn de machines gesloopt, zoodat een ruim verblijf is ontstaan. Ook het andere doet sinds eenige jaren geen actieven dienst meer. Kampeerende N.J.V.-ers dus aan boord van twee oorlogsbodems, erg krijgszuchtig is de omgeving niet bepaald. Geen der vaartuigen toch beschikt nog over eenig ge-< schut. Toch leeren de kampeerders hier het leven bij de marine aardig kennen. Want hun eigen dagindeeling is een getrouwe afspiegeling van het verloop van een gewonen werkdag bij de zeemacht. 's Morgens vroeg reeds wordt er reveille geblazen, dan volgen ochtendgymnastiek op de kade en vervolgens vlaggen-parade. Met een overeenkomstig ceremonieel wordt elke dag besloten. Orde en tucht, zij het dan ook wat minder streng dan in den militairen dienst, kenmerken het verblijf in dit kamp. De deelnemers dragen bovendien allen een uniform, bestaande uit een grijze broek met blauwe trui. Hun hoofddeksel wordt gevormd door een matrozenmutsje, Fransch model, met een oranjekleurige pompoen erop. De leiding van dit zeekamp is in handen van twee jonge Rotterdamsche advocaten, die hun toga en bef tijdelijk hebben verwisseld voor zeiltrui en halsdoek. Het zijn de commandant, mr. O. Verdoorn, die hier „Bestevaer" wordt genoemd en de ondercommandant, mr. A. Blussé van Oud Alblas, die al spoedig luisterde naar den vereerenden titel van „Betervaer". Deze titulatuur roept heninneringen op aan Hollands groote glorietijden ter zee. Trouwens, ook het hoofdbestuurslid, dat naar hier afgevaardigd is, heeft zich een oud-vaderlandschen naam moeten laten welgevallen. Hij heet hier in analogie met een hoogen, doch niet zeevaartkundigen functionaris ter koopvaardij in vroeger eeuwen „De Gecommitteerde ter Z»e". Behalve de ueiüe kampeerschepen hebben de kampeerders hier negen marinesloepen ter beschikking gekregen, die eigenlijk van nog meer beteekenis zijn voor het kampleven dan de twee oorlogsschepen. Eiken morgen toch varen de jongelui met de sloepen het wad op om zich te gaan wijden aan de zeilsport. ledere sloep, die onder leiding staat van een ervaren zeiler, die hier schipper heet, is dan bemand met omstreeks tien koppen. De meeste leden dezer bemanningen hadden . bij hun komst hier nog nimmer actief geviren. Voor sommigen was zelfs de kennismaking met de zee iets geheel nieuws. Dat het zeilen dientengevolge in den beginne wel eens moeilijkheden opleverde, behoeft geen betoog. De schippers hebben het druk met het uitdeden van commando's en met... het uitleggen daarvan. Want bijv. voor een Veluwebewoner, die wel eens van' zijn heuvellandje af in de verte een Rijnaak ziet passeeren, is de terminologie van den zeiler een even onbekend gebied als het interieur van een — zij het onttakelden-oorlogsbodem, en toch, men moet de schippers en de bootslieden hooren vertellen hoe snel hun mannetjes de bevelen begrepen, hoe spoedig zij de uitvoering ervan doorgrondden, kortom hoe vlug zij zich vertrouwd hebben gemaakt met alle handelingen, die tezamen het begrip zeilen omvatten: trouwens, ook de jongens hebben zich gaarne onderworpen aan de voorgeschreven orde en de bevelen van hun schipper. Zij hebben bijzonder veel plezier in de dagelijksche bezigheden, die zich voor 90 % op het water afspelen. Zij leeren de moeilijkheden van het navigeeren hier kennen, maar niet minder de geneugten. Zij ondervinden hier aan den lijve den eenvoud en de hardheid van het zeemansleven. Maar zij laten er zich niet door weerhouden de prettige kanten ervan te onderkennen. Dat blijkt wel het best uit den hartewensch, die hier vele malen en in vele toonaarden herhaald is: ~Ik ga bij de Marine over een paar jaar!"
Wellicht zullen niet allen, die dit nu zeggen, het werkelijk doen. Maar een feit is dat het foto-album van het vorige zeekamp van het N.J.V. bijdragen bevat van deelnemers, die thans... adelborst zijn. De liefde voor de zee, die hier gekweekt wordt, heeft dus reeds geleid tot positieve resultaten. En al zal het dan in vele gevallen niet zoo ver gaan, zij die straks van dit kamp huiswaarts zullen keeren doen dat tenminste als vrienden van de zee, die waardeering hebben opgedaan voor het leven en het werk van den Nederlandschen zeeman.
WAAR LIEFDE TOT DE ZEE GROEIT Montere stemming in het zeekamp van het N.J.V. op Texel. „BESTEVAER” EN „BETERVAER”. "Algemeen Handelsblad". Amsterdam, 12-08-1937, p. 3. Geraadpleegd op Delpher op 22-04-2025, https://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010665126:mpeg21:p005
Enschede, 11 Augustus,
Gisteravond reed de 12-jarige T. Klijnsma uit Enschede met zijn rijwiel over een onbewaakten overweg van de spoorlijn Enschede— Boekelo. Juist naderde van de richting Boekelo een leege materieeltrein, welke de knaap reeds van verre heeft moeten zien aankomen. Vermoedelijk heeft hij gedacht nog tijdig voor den trein over de rails te kunnen komen. De machinist zag het gevaar in en remde, maar hij kon den trein niet tijdig genoeg meer tot stilstand brengen. De fiets kreeg een klap van de rechter buffer van de locomotief, waardoor de knaap een eind werd weggeslingerd. Zwaar gewond bleef hij liggen. Een geneesheer constateerde een schedelbasisfractuur.
In het R. K. Ziekenhuis te Enschede is de jongen in den afgeloopen nacht aan de gevolgen overleden,
OP ONBEWAAKTEN OVERWEG DOOR TREIN GEGREPEN Twaalfjarige jongen te Enschede aan de gevolgen overleden.. "Algemeen Handelsblad". Amsterdam, 12-08-1937, p. 3. Geraadpleegd op Delpher op 22-04-2025, https://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010665126:mpeg21:p005