FOCKE & MELTZER VERBOUWINGS-OPRUIMING
Advertentie. "Algemeen Handelsblad". Amsterdam, 15-09-1935, p. 4. Geraadpleegd op Delpher op 22-04-2025, https://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010664043:mpeg21:p006
(Ingezonden Mededeeling.) S$ PRJEPARATEH igi VICHYETAT vervaardigd uit het natuurlyk bronzout ZOUT VICHY-ETAT PASTILLES VICHY-ETAT COMPRIMES VICHY-ETAT k )
Advertentie. "Algemeen Handelsblad". Amsterdam, 15-09-1935, p. 4. Geraadpleegd op Delpher op 22-04-2025, https://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010664043:mpeg21:p006
Meermalen wordt beweerd, dat door devaluatie van de munt een daling der werkloosbeid zal intreden. Van devaluïstische zyde werd b.v. enkele maanden geleden al gejuicht over de daling der werkloosheid in België en niettegenstaande de Belgische regeering zelf heeft gewaarschuwd tegen overhaaste conclusies, waren sommige Nederlandsche bladen, zooals het Dagbl. v. Nrd.-Brabant, er direct by om hieruit argumenten te putten ten gunste van een devaluatie van den gulden. Edoch, de werkloosheid is thans ook in België weer stygend, zy het ook, dat dit in verband staat met het seizoen, maar toch heeft de regeering verklaard, dat men maatregelen moet nemen om de dreigende toeneming der werkloosheid in den herfst het hoofd te bieden en prof. Bauduin, zelf voorstander der devaluatiepolitiek, heeft verklaard, dat de devaluatie,,boom" half Juli 1.1. reeds is geëindigd. Men is in België dan ook reeds druk bezig met een grootsch plan tot uitvoering van openbare werken, om aldus de werkloosheid te bestrijden.
Wat leeren ons echter de „oudere" devaluatielanden, die reeds in 1931 tot muntmanlpulatie overgingen? Wanneer wij moeten afgaan op hetgeen daar ten aanzien van de werkgelegenheid heeft plaats gehad na de devaluatie, dan zouden wy, indien wy thans tot devaluatie van den gulden over zouden gaan, en aangenomen, dat wy het voorbeeld van die landen verder zouden volgen, niet dan op zn vroegst in begin 1937 eenige verbetering van de werkloosheid mogen verwachten. Engeland zag in September 1931 zyn pond dalen. De Scandinaafsche landen volgden vlak daarop. De werkloosheddscyfers van die landen toonen echter — seizoenbewegingen ter zyde gelaten — een toeneming van het aantal werkloozen. In Engeland duurde het tot April 1933, in Denemarken tot Mei 1933, in Zweden tot Augustus 1933, in Noorwegen tot Maart 1934 alvorens eenige verbetering intrad. Ook Japan, dat in December 1931 de yen zag dalen, en dat in veler oogen een magische industrieele ontwikkeling heeft doorgemaakt in de laatste jaren, toonde tot eind 1932 stygende werkloosheidscyfers. Merkwaardig zyn ook de cyfers der werkloosheid in Tsjechoslowakye, waar het aantal werkloozen het vorige jaar na de devaluatie in Februari 1934 weliswaar is gedaald, maar waar dit jaar de werkloosheid weer toenemende is. Aantal werkloozen (werkzoekenden) ia Tsjecho- Slowakije: 1933 1934 1938 Januari 872.775 8-8.982 818.005 Februari 920.182 844.284 833.194 Maart 877.955 789.789 804.794 April 795.919 704.338 734.550 Mei 726.629 624.850 666.433 Juni 675.933 582.810 605.956 Juli 640.360 569.450 566.522') Augustus 625.836 572.428 Setember 622.561 576.267 October 629.992 599.464 November 691.078 668.937 December 779.987 752328 *) Voorloopige opgave. Wy zien na de devaluatie in Februari een sterke daling van de werkloos-beid, tengevolge van de grootere uitvoermogelykheid in tal van industrieën, welke nog gestimuleerd wordt door den goederenhonger van Duitschland in 1934, waardoor een groot saldo op de Duitsch- Tsjechische clearingrekening ontstaat dat voorshands nog niet is afgelost! In het begin van 1935 schynt de devaluatie-invloed alweer voorby. In Maart treedt reeds een nieuwe styging van de werkloosheid op, zy het ook, dat de werkloosheidcijfers nog altijd veel geringer zijn dan in 1933. Merkwaardig is wel, dat hier de devaluatie slechts 16 2/3 % bedroeg, dus veel minder dan in de Sterlinglanden en in België, maar dat de eerste daling van de werkloosheid niettemin hier zeer aanzieniyk is geweest, wat waarschyniyk voor een groot deel op rekening van de groote Duitsche aankoopen is te stellen. De situatie in de Tsjechische industrie schynt op het oogenblik veel ongunstiger te worden en er is een streven tot aansluiting bij het Sterlingblok, zoodat men mag verwachten, dat de werkloosheid dreigt toe te nemen. De gedetailleerde cyfers van het aantal werkzoekenden toonen aan, dat de daling van de werkloosheid het belangrykste is geweest in de machine-industrie, de textielindustrie, en de chemische industrie, dus in het algemeen in de uitvoerindustrie, terwyl de invloed in de industrie voor de binnenlandsche markt reeds geheel schynt te zyn uitgewerkt; in de bouwnyverheid is de werkloosheid byv. sterk stijgende en reeds hooger dan in 1933. In de grafische industrie en de voedingsmiddelenindustrie is zulks ook reeds het geval. In den landbouw is dit jaar de werkgelegenheid grooter dan het vorig jaar (droogte). Voorloopig schynt het dus, dat de werkloosheid hier tengevolge van de devaluatie meer verplaatst dan daadwerkelijk verminderd is. Natuurlyk is niet te ontkennen, dat — zooals in België is geschied — door de plotselinge koopers-rush en de kans om devaluatiewinst te behalen een tydeiyke levendigheid ontstaat, die eenigen tyd kan duren, maar deze „werkgelegenheid" is ten deele niet anders dan een nog willen profiteeren van de nog niet gestegen loonen, ten deele een aanvulling van de uitverkochte voorraden en dus een zeer tydelyk verschynsel. Na enkele jaren is echter in de devaluatielanden een daling der werkloosheid ingetreden. Waardoor? Dit is in elk der landen aan byzondere factoren toe te schrijven. In het Econ.-Stat. Kwartaalsbericht van het Ned. Econ. Instituut (byvoegsel van Econ. Stat. Ber. van 17 Juli 1935) wordt een beschouwing gewyd aan het herstel der conjunctuur in Zweden. „De veelal verkondigde meening, zoo lezen wij hierin, dat de depreciatie van de kroon den conjunctuuromslag te weeg gebracht zou hebben, lykt aanvankelijk door de feiten tegengesproken te worden. Terwyl de depreciatie n.l. nog in September 1931 plaats vond, bereikte de depressie eerst in het midden van 1932 haar dieptepunt, terwijl van een algemeenen omslag eerst in den zomer van 1933 gesproken kan worden." Dit „aanvankelyk" wordt door het overzicht aldus uitgelegd: de productie voor goederen voor den export bleef dalen tot omstreeks het midden van 1932. Toen ging deze productie stygen. gevolgd door een uitbreiding van de kapitaalgoederenproductie, waardoor weer meer vraag ontstond voor binnenlandsche producten, welke versterkt werd door de depreciatie van de kroon, waardoor buitenlandsche producten duur werden. Uit deze redeneering zou men kunnen afleiden, dat Zweden dus indirect wel geprofiteerd heeft van de devaluatie, daar in de tweede helft van 1932 de uitvoer ging stygen. Het overzicht waagt het evenwel niet dit direct aan de depreciatie van de kroon toe te schryven. De Zweedsche uitvoer is sterk afhankelyk van slechts enkele producten, nl. hout, yzererts en ijzer en voor deze is in dien tyd een verbetering ingetreden, welke vooral in 1933 (de opleving en begin der bewapening in Duitschland) sterk is toegenomen. Opvallend is echter, dat de werkloosheid pas gaat dalen in Augustus 1933, nadat de socialistische regeering-Hansson met kracht de uitvoering van een programma voor openbare werken heeft ter hand genomen.
Typisch is, dat de werkloosheidcyfers van Noorwegen tot op dit oogenblik zoo weinig verbetering toonen. De in 1934 ingetreden vermindering der werkloosheid is veel geringer dan in andere Scandinaafsche landen. Het vermoeden ligt voor de hand, dat deze verbetering is ingetreden ten gevolge van de daling van de opgelegde tonnage, een verschynsel, dat ook in 1934 in ons land is waar te nemen, maar dat voor de werkgelegenheid in een nog veel sterker mate op de vrachtvaart ingesteld land als Noorwegen natuurlyk van groote beteekenis is. Wy willen er in dit verband nog even op wyzen, dat Noorwegen niet tot een uitgavenpolitiek voor openbare werken is overgegaan.
Wat Denemarken betreft, valt by beschouwing van de gedetailleerde statistiek der werkloosheid op, dat de verbetering vooral is te vinden by, wat wy noemen de „beschutte" bedrijven, terwyl een exportbedryf als b.v. de scheepvaart ook stygende werkloosheid toont. De oorzaak zal hier wel niet zoozeer moeten worden gezocht in de politiek van openbare werken dan wel in de valuta-politiek van steeds verder gaande invoerbeperking, wat werkt als een beschermingspolitisk.
In de V e r. S t a t e n is de invloed der devaluatie totaal niet na te gaan. Immers, nadat in April 1933 de dollar was gaan dalen, greep president Roosevelt onmiddellyk reeds in met de N.R.A. en een werkverschaffingspolitiek, welke er niettemin tot nu toe niet in geslaagd is het werkloosheidsvraagstuk één stap nader tot zijn oplossing te brengen. Integendeel heeft het er allen schyn van, dat de werking van de N.R.A. met zyn loonzettingspolitiek en codes tot een verdere „rationalisatie" in tal van bedryven (o.a. de automobielfabricage) heeft geleid, met toepassing van nieuwe arbeidssparende methodes, waardoor eerder minder dan meer arbeiders noodig zyn.
Engeland heeft vooral sedert den herfst van 1933 zyn werkloosheid zeer belangrijk zien dalen; waarschijnlijker dan een — wel zeer latente — invloed der daling van het pond is de toeneming der werkgelegenheid in Engeland toe te schrijven aan: le de officieele aanmoediging en subsidieering van den woningbouw ter opruiming der vele krotten; 2e de reserveering van de „Empire"-markten voor de Engelsehe industrie by de Overeenkomst van Ottawa van 1932; 3e de bescherming, speciaal van de yzer- en staalindustrie, welke vooralsnog meer werk ie het binnenland geeft, waarschyniyk echter ten koste der oudere uitvoerindustrieën als de steenkool- en de katoenindustrie waar men in de z.g. „depressed aeras" de toekomst hopeloos acht; 4e de goedkoope geldpolitiek en, als buitenlandsche oorzaken, 5e het verminderen van de Duitsche concurrentie door het duurder worden van den export uit dit land en, in 1933 de „Ankurbelungs"-politiek van Roosevelt. Wat Japan betreft, wagen wy ons niet aan een interpretatie van het verloop der werkloosheid; de ongunstige toestand in de zyde-industrie, de oudste tak van nyverheid, die vele handen werk gaf en de sterke ontwikkeling van de textiel-, met name de kunstzyde-industrie doorkruisen elkander hier, maar, wat de daling van den yen aan gaat, is het wel merkwaardig, dat de belangryke daling der werkloosheid niet alleen vrijwel samenvalt met een tydperk van vrij groote stabiliteit van den yen (sedert eind 1932 ca. 40 % van zyn oorspronkelyke waarde), maar ook met een waardedaling van pond en dollar, waaruit een oppervlakkig beoordeslaar misschien zou kunnen afleiden, dat de werkgelegenheid in Japan is gestegen „doordat" de yen vrij stabiel bleef en andere landen devalueerden
Afgescheiden dus van de plotselinge opleving, zooals in Tsjechoslowakije en België, welke niet in de oude devaluatielanden te bemerken is geweest en welke slechts een tijdelijk karakter heeft, is in geen dar devaluatielanden een direct verband tusschen devaluatie en werkloosheidsvermindering vast te stellen. Overigens moet een depreciatie van het ruilmiddel door ongeziene intering tot verarming leiden; de rentabiliteit van verschillende bedryven herstelt men daarmede niet op een gezonde economischs basis. Onvoorziene omstandigheden buiten beschouwing gelaten, moet hiervan een zoodanige ongunstige invloed op de geheele economische structuur en ontwikkeling van het betrokken land uitgaan, dat zelfs, al bleek overtuigend de gunstige invloed op de werkgelegenheid gedurende een zekeren tijd, wy dit middel, niettegenstaande de momenteele groote sociale voordcelen toch t. a. v. een duurzame economische ontwikkeling met groot wantrouwen moeten bejegenen.
DEVALUATIE EN WERKLOOSHEID In de devaluatielanden is een daadwerkelijke invloed niet vast te stellen.. "Algemeen Handelsblad". Amsterdam, 15-09-1935, p. 4. Geraadpleegd op Delpher op 22-04-2025, https://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010664043:mpeg21:p006
De Hagenaren hebben deze week reden tot juichen gehad. Niet vanwege de ingediende ontwerp-begrooting der gemeente, die aanvankelyk een tekort van 4J millioen aanwees, dat met groote moeilykheden — belastingverhooging inbegrepen — moet weggewerkt worden. Maar, omdat onze residentie in de eerste plaats H. M. de Koningin en H. K. H. Prinses Juliana na een afwezigheid van vyf weken heeft mogen begroeten. Verder hebben we hier de hooge eer genoten van het bezoek van een sprookjesvorst, den Maharadja van Patiala met zes schoone prinsessen incluis en ten slotte heeft hier ten tweeden male — dit keer op de doorreis — Spanje's ex-koning Alfonso vertoefd. De terugkeer van onze beide vorstelijke personen is een triomfantelyke intocht geworden, een huldebetuiging, een hartelyk welkom, dat de mensch alleen diegenen bereid, die hem in hooge mate lief is. Een menschenmenigte als we alleen gewend zyn op Prinsjesdag stond langs den weg geschaard, ondanks de zekerheid, die het publiek tevoren had, dat men slechts een glimp van de Koningin en prinses Juliana zou kunnen opvangen. Immers het uur van aankomst viel op een tydstip, dat de duisternis reeds over de stad was gespreid en onze residentie kan nog altyd geen aanspraak maken op de qualificatie „lichtstad". Ontroerend was dit welkom, Koningin en Prinses bereid. Vlak by den uitgang van de koninklyke wachtkamer op het Stationsplein stond een heel oud vrouwtje, door een stok op de been gehouden. Wellicht zou zij de Koningin en de Prinses voor 't laatst zien. En dus heeft zy zich die gelegenheid niet willen laten ontnemen. En overigens bevond zich voor en in de omgeving van het station een dicht opeen gepakte menigte met moeite door agenten te voet en te paard in bedwang gehouden, toen de koninklyke auto wegreed naar het rustig gelegen buitengoed in de Scheveningsche duinen. Tot in de lantarens en tegen den hoekigen gevel van het stationsgebouw had het volk een plaatsje gezocht om toch maar vooral niets te verliezen van deze aankomst, die niets gedwongens had, die echt spontaan was, zonder oproep van eenige zyde. Een welkom, een hartelijk welkom, opgekomen uit het hart: hier toonde zich de „nuchtere" Nederlander in zyn ware gedaante, hier demonstreerde zich het ware gevoel van nationale eenheid. Daarom was het ook een merkwaardig welkom, deze terugkeer van onze Koningin en prinses Juliana. Intusschen heeft de Maharadja van Patiala ook niet over belangstelling van de zyde van het publiek te klagen gehad en dat is alleen maar ietwat teleurgesteld geworden door de omstandigheid, dat de Britsch-Indische vorst weliswaar de specifieke hoofdtooi van zyn geboorteland droeg, doch overigens een colbertcostuum van moderne Europeesche snit aan had. De staat, dien deze vorstryke vorst voerde, was van ongemeen royale allure. Voor hem alleen met zijn naaste gevolg was reeds één étage van hotel Des Indes noodig, maar daarenboven waren er op hooger gelegen verdiepingen nog kamers voor de rest van het uit vyftien personen bestaande gevolg gereserveerd. Enkel voor de bagage van den vorst en de zijnen was al heel wat ruimte noodig; immers de Maharadja reisde met niet minder dan 85 koffers, groot en klein, waarvoor zelfs een aparte bagagemeester mee was in het gevolg. Intusschen, de Britsch-Indische vorst heeft weinig in onze stad zelve vertoefd. Het grootste gedeelte van zyn verblyf hier te lande heeft hij in Amsterdam en elders doorgebracht. De Nederlandsche Karakorumreiziger, dr. Visser had den Maharadja zooveel aantrekkelyks over ons land verteld, dat dit de nieuwsgierigheid van den vorst gaande had gemaakt, reden waarom hij niet heeft willen verzuimen op zyn Europeesche reis ook een bezoek te brengen aan Nederland. En ten slotte het bezoek van Alfonso. Dat was dezen tweeden keer zoo mogelyk nog korter dan dat van eenige jaren geleden. Toen heeft de ex-koning tenminste nog eenige uren in onze stad vertoefd en behalve het Mauritshuis een korte sight-seemg gedaan. Doch ditmaal beperkte het bezoek aan de residentie zich slechts tot den tyd, noodig voor het versterken van den inwendigen mensch, van welk feit de meeste gasten nog onkundig bleven ook. Een overpeinzing: drie vorsten, drieërlei ontvangst. * * # Het Residentie-orkest heeft deze week comédie gespeeld. Niet dat de musici zich hebben „aangesteld", zooals kleine kinderen — en soms ook wel groote mensehen — dat bij tyd en wyle doen, maar in de ware beteekenis van dit woord. Het orkest heeft een muzikale comédie ten tooneele van de Kurzaal gevoerd: Haydn's „Abschieds-symphonie", spelende aan het hof van den vorst Esterhazy, die aan de leden van zijn huis-orkest vacantie had geweigerd. Haydn, die daarvan de onbillijkheid volkomen inzag heeft toen een list aangewend om het verlangde verlof toch te krygen. Stuk voor stuk liet hy de orkest-leden tydens een „soiree" aan het hof verdwynen, deed of hy er zelf niets van merkte, maar by het luisterrijke gezelschap steeg de verbazing met de minuut. Als Haydn ten slotte met slechts twee violisten overbiyft, wordt hy by den vorst ontboden en dan is het pleit onmiddellyk ten gunste van de „muzikanten" beslecht. Carl Schuricht was Haydn, had zien keurig in het groen gestoken en met schmink een treffende gelijkenis met den componist getroffen. Maar ook de leden van het orkest waren in kleurige costumes gekleed en... gepruikt. Vorst Esterhazy en zyn gezelschap waren ter linkerzyde van het tooneel gezeten, het decor: de muzieksalon uit den jare 1772: kaarsen aan de lessenaars. Twee Moorenlampenisten ontbraken zelfs niet, evenmin als een ceremonie-meester (een Nederlandsche collega van Haydn), die evenals Schuricht kosteiyk acteerde, zoo zelfs, dat, naar de critici hebben bericht, de echte Haydn min of meer het loodje heeft moeten leggen tegenover Schuricht-Haydn. Hetgeen voor het zeer talrijke publiek ditmaal nu eens geen bezwaar was, want men amuseerde zich met deze muzikale comédie opperbest. Dit is de tweede maal in dit zomerseizoen geweest, dat het Residentie-orkest een dergeïyke „streek" heeft uitgehaald. Den eersten keer kroop het orkest, toen het op een avond eens heel warm was, in de muziektent op het terras, waar overdag Henri Zeldenrust en de zynen concerteeren, en waren de Kurzaalbezoekers heerlyk in de zilte zeelucht gezeten, genietend van slepende Weensche walsmuziek. Het waren beide gelegenheden, waarby het orkest, dat zoo dringend steun noodig heeft van de burgery, ongetwyfeld aan populariteit heeft gewonnen. Men mag over de wijze, waarop dit gebeurt, van meening verschillen — ernstige muziekliefhebbers zullen er wellicht afkeurend hun schouders over ophalen en zich ergeren over zooveel wuftheid — dat neemt toch niet weg, dat andere tyden nu eenmaal andere zeden meebrengen. Ook het Residentie-orkest weet zich aan te passen!
DE WEEK VAN DEN HAAG Vorstelijke ontvangsten. — Een muzikale comédie.. "Algemeen Handelsblad". Amsterdam, 15-09-1935, p. 4. Geraadpleegd op Delpher op 22-04-2025, https://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010664043:mpeg21:p006
DE WEEK VAN DEN HAAG Vorstelijke ontvangsten. — Een muzikale comédie.. "Algemeen Handelsblad". Amsterdam, 15-09-1935, p. 4. Geraadpleegd op Delpher op 22-04-2025, https://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010664043:mpeg21:p006
Denemarken Ver. Staten Japan Noorwegen Engeland Zweden (Verhouding tot het aantal arbeiders) (Absolute cijfers) 1931: Sept 12.1 % 26 % 425.526 27.012 2.217.080 54.405 Oct 15.8 % 27 % 439.014 29.340 2.305.388 68.490 Nov 22.1 % 30 % 454.675 32.078 2.294.902 79.484 Dcc 32.2 % 31 % 470.736 34.759 2.262.700 110.149 1932: Jan 34.1 % 31 % , 485.886 34.636 2.354.044 93.273 Febr 35.9% 30% 485.290 37.796 2.317.784 93.900 Mrt 35.8% 31% 473.757 38.356 2.233.425 98.732 April 27.7% 31% 482.366 36.993 2.204.740 79.804 Mei 24.8 % 32 % 482.109 31.504 2.183.683 75.650 Juni 24.9 % 34 % 481.589 27.752 2.357.963 77.137 Juli 28.7 % 33 % 510.901 25.750 2.185.015 75.622 Aug 29.2 % 32 % 508.580 27.033 2.215.704 80.975 Sept 29.6 % 31 % 505.969 30.963 2.279.779 84.432 Oct 31.8 % 32 % 503.958 34.810 2.295.500 92.868 Nov 35.1 % 34 % 484.213 38.807 2.328.920 97.666 Dcc 42.8% 35% 463.403 41.571 2.314.528 129.002 1933: Jan 43.5% 34% 444.032 40.642 2.422.808 120.156 Febr 42.8 % 34 % 438.780 42.460 2.394.106 118.251 Mrt 35.4 % 33 % 424.287 42.437 2.310.062 121.456 April 28.6% 33% 414.392 39.846 2.200.397 110.055 Mei 24.3 % 31 % 429.295 35.803 2.128.614 93.360 Juni 21.9 % 31 % 428.708 30.394 2.029.185 89485 Juli 21.7% 31% 418.177 25.918 2.000.923 83.771 Aug 21.4 % 29 % 413.649 27.459 1.970.379 76.686 Sept 20.9 % 27 % 400.118 32.848 1.976.870 77.013 Oct 23.2% 28% 392.294 35.223 1.973.120 79.678 Nov 25.7 % 29 % 383.582 39.723 1.965.138 88.100 Dcc 37.5% 28% 378.928 42.595 1.949.477 109.778 1934: Jan 34.4 % 26 % 382.315 41.831 2.045.636 89.328 Febr 31.3 % 25 % 43.559 1.996.344 99.006 Mrt 28.4 % 24 % 381.114 42.000 1.907.908 110.206 April 21.6 % 24 % 382.977 38.975 1.813.550 90.708 Mei 16.8% 25% 378.065 32.839 1.751.983 71.841 Juni 15.5 % 28 % 372.070 28.794 1.672.644 67.184 Juli 15.3 % 28 % 367.950 25.386 1.663.463 63.712 Aug 15.6% 25% 365.596 27.210 1.672.742 65.300 Sept 16.4 % 24 % 365.291 31.083 1.721.737 65.744 Oct 18.2 % 25 % 360.104 34.292 1.776.244 74.306 Nov 22.3 % 27 % 360.750 38.556 1.807.661 84.744 Dcc ~ 30.3 % 26 % 365.788 40.288 1.793.047 115.064 1935: Jan. « 29.5 % 24 % 374.933 39.328 1.934.811 111.652 Febr 28.3 % 22 % 367.542 40.637 1.913.133 102.920 Mrt 22.3 % 21 % 40.682 1.819.147 98.579 April 18.3 % 21 % 40.450 1.744.814 87.898 Mei -. 14.4 % 23 % 33.962 1.703.952 60.881 Juni -s 13.- % 28.930 1.636.037 Juli 13.1 %
WERKLOOSH EIDSCIJFERS.. "Algemeen Handelsblad". Amsterdam, 15-09-1935, p. 4. Geraadpleegd op Delpher op 22-04-2025, https://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010664043:mpeg21:p006
De „Perkoetoet" is gistermorgen te 10.05 uur van Tjililitan vertrokken, met medeneming van 101 kg post, 8 kg pakketpost en 30 kg goederen. Het vliegtuig nam drie passagiers voor Europa mede, terwyl acht passagiers voor tusschentrajecten zyn geboekt. De „Perkoetoet" (thuisr.) landde gisteren te Medan. De „Oeverzwaluw" (uitreis) bereikte gisteren Athene, de „Kwak" (uitreis) landde te Akyab. De „Sperwer" (thuisreis) vloog van Jodhpoer naar Bagdad.
DE POSTVLUCHTEN OP INDIË. "Algemeen Handelsblad". Amsterdam, 15-09-1935, p. 4. Geraadpleegd op Delpher op 22-04-2025, https://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010664043:mpeg21:p006
Eenige weken geleden is, zooals men zich zal herinneren, by den landbouwer N. de Jong te Krimpen aan de Lek ingebroken, waarby, terwijl de bewoners op de bovenverdieping sliepen, de geheele brandkast met inhoud uit het huis werd gesleept. Van de daders van deze inbraak heeft men tot dusverre niets ontdekt. Thans is de ontvreemde brandkast echter gevonden. Vrydagavond was de landbouwer bezig op ongeveer 50 meter afstand van zyn woning in de daar loopende sloot een schouw te verhalen. Hierby stootte hy op een hard voorwerp, dat by onderzoek de gestolen brandkast bleek te zijn.
Gistermorgen is de kast, die geheel onder water lag, op het droge gebracht en is in tegenwoordigheid van den burgemeester en de politie een onderzoek ingesteld. De kast was door de dieven geforceerd. De daders hebben alleen het baar geld tot een bedrag van ongeveer ƒ 2000, dat in de brandkast was geborgen, medegenomen. De overige waardestukken en papieren hadden zy in de kast gelaten.
DE INBRAAK TE KRIMPEN AAN DE LEK Brandkast gevonden.. "Algemeen Handelsblad". Amsterdam, 15-09-1935, p. 4. Geraadpleegd op Delpher op 22-04-2025, https://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010664043:mpeg21:p006
Naar wy vernemen zijn gisteren te Parys de nota's gewisseld, waarbij de met de Fransche regeering in Maart 1934 gesloten contingenteeringsovereenkomst, die op 1 October zou ophouden van kracht te zyn, tot 31 December a.s. is verlengd.
OVEREENKOMST VERLENGD Contingenteering met Frankrijk.. "Algemeen Handelsblad". Amsterdam, 15-09-1935, p. 4. Geraadpleegd op Delpher op 22-04-2025, https://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010664043:mpeg21:p006
Gisterochtend is de sectie verricht op de lijken van de beide slachtoffers van den moord op de Geest. Het stoffelyk overschot van de vrouw zoowel als dat van het kind is gistermiddag op da Algemeene begraafplaats ter aarde besteld.
De dader Olierook zal Dinsdag naar het Huis van Bewaring worden overgebracht.
Gisterochtend is hem tweemaal een verhoor afgenomen door hoofdinspecteur Zimmermann, welk verhoor geen enkel nieuw gezichtspunt heeft geopend.
DE MOORD IN DEN HAAG Slachtoffers begraven.. "Algemeen Handelsblad". Amsterdam, 15-09-1935, p. 4. Geraadpleegd op Delpher op 22-04-2025, https://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010664043:mpeg21:p006
Een Engelschman van een bezoek aan Nederland in Londen teruggekeerd, deelt in een brief, opgenomen in de „Times", mede, dat Engeland nog heel wat van Nederland kan leeren. Wat in Nederland het meest opvalt, zoo lezen wy, is de groote verscheidenheid van kleur: in den algemeenen aanblik van grachten, schepen en huizen, en in de klesdy der Nederlandsche kinderen. Een groep schoolkinderen, die een uitstapje voor een dag maken, geeft een beeld, dat in Londen zelden of nooit zal worden waargenomen. En welk een treurigen indruk maken onze schepen, die op de Theems liggen, vergeleken by de fleurige Nederlandsche vaartuigen! Tenslotte de café-terrassen. Waarom blyft Londen in dit opzicht zoo in gebreke? Dit is zeer zeker niet 'aan het klimaat te wyten, daar zelfs in de meest noordelijk gelegen Europeesche steden het café-terras in het zomerseizoen even populair is als in Italië. Is, nu vele hervormingen ter hand worden genomen, de tijd niet geschikt om ook dit experiment uit te voeren? Niet alleen, dat vreemdelingen dit ten zeerste zouden waardeeren, maar ook de Engelschen zullen er baat by vinden, zoo besluit de propagandist voor „de lage landen by de zee" zijn brief.
CAFÉ-TERRASSEN EN KLEUREN IN NEDERLAND Engelschman mist dit in eigen land.. "Algemeen Handelsblad". Amsterdam, 15-09-1935, p. 4. Geraadpleegd op Delpher op 22-04-2025, https://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010664043:mpeg21:p006
(Van onzen correspondent.)
Leeuwarden, 14 September,
Hedenochtend omstreeks half acht ontdekte men, dat een pand aan de Bleeklaan te Leeuwarden, waarin de boekhandel en leesbibiotheek van den heer Kuipers was gevestigd, vol rook stond. Toen de bewoner, die boven de zaak woonde, de deur van het benedenhuis opende, sloegen de vlammen opeens fel uit, zoodat binnen een kwartier het geheele pand was uitgebrand. De oorzaak is onbekend. Verzekering dekt de schade.
BOEKHANDEL IN VLAMMEN Brand te Leeuwarden.. "Algemeen Handelsblad". Amsterdam, 15-09-1935, p. 4. Geraadpleegd op Delpher op 22-04-2025, https://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010664043:mpeg21:p006
(Van onzen correspondent. Coevorden, 14 September. Te Emmererfscheidenveen, waar aan kanaal C een groot aantal korenhoopen staat, brak gisteren brand uit. De brandweer werd direct gealarmeerd, maar deze kon niet voorkomen, dat zes korenhoopen een prooi der vlammen werden. De brand sloeg over op een arbeiderswoning, welke behoort aan G. Weinans te Laudermarke en bewoond is door den arbeider J. Trip. Men wist slechts een klein gedeelte van den inboedel in veiligheid te brengen. De woning is verzekerd. De inboedel echter niet.
ZES KORENHOPEN IN VLAMMEN Arbeiderswoning mede prooi van het vuur. "Algemeen Handelsblad". Amsterdam, 15-09-1935, p. 4. Geraadpleegd op Delpher op 22-04-2025, https://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010664043:mpeg21:p006
Het hoofdbestuur van het Nationaal Verbond van Gemeente-Ambtenaren behandelde in een daartoe belegde vergadering de in de pers gepubliceerde circulaire van den minister van Binnenlandsche Zaken aan 200 gemeentebesturen, waarin de minister aandringt op een hernieuwde verlaging van de wedden en loonen van het gemeentepersoneel met ongeveer 5 %.
Uit de besprekingen bleek de groote ontstemming, die deze circulaire in de kringen van het gemeentepersoneel heeft verwekt, en het hoofdbestuur besloot het dagelijksche bestuur op te dragen met kracht op te komen tegen deze nieuwe verlaging van het inkomen van het personeel in dienst der lagere organen, in samenwerking met andere organisaties van gemeente- en provinciaal personeel.
GEMEENTEPERSONEEL ONTSTEMD. "Algemeen Handelsblad". Amsterdam, 15-09-1935, p. 4. Geraadpleegd op Delpher op 22-04-2025, https://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010664043:mpeg21:p006
Op 55-jarigen leefjyd is plotseling overleden de heer R. Bakker, sedert 1916 burgemeester der gemeente Grijpskerk (provincie Groningen). Voordien was hy burgemeester der gemeente Dinteloord, en daarvoor volontair ter secretarie der gemeente Emmen.
BURGEMEESTER R. BAKKER †. "Algemeen Handelsblad". Amsterdam, 15-09-1935, p. 4. Geraadpleegd op Delpher op 22-04-2025, https://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010664043:mpeg21:p006
Uitgaande van het Centraal Bureau van de Vereeniging van Reclasseeringsinstellingen en den Ned. Bond tot Kinderbescherming, is gisternamiddag in Pulchri Studio te s-Gravenhage een vergadering gehouden ter bespreking van het — reeds vermelde — rapport in zake de wyze van verstrekking hier t_ lande van, bewyzen van goed zedelijk gedrag, uitgebracht in Juni j.l. aan de besturen van genoemde vereenigingen door een commissie, bestaande uit de heeren: mr. O. J. Cluysenaar, ds. A. van der Heide, mr. A. O. H. Teilegen en J. H. Ledeboer. De vergadering werd namens den minister van Justitie bygewoond door mr. F. Pannenborg. Voorzitter der vergadering was mr. F. Kranenburg, die een welkomstwoord sprak, speciaal tot den vertegenwoordiger van den minister van Justitie. Spr. wees ook op het belang van deze zaak. Het is van algemeen belang dat niet een persoon op een bepaalden post komt, die ongeschikt is. Aan den anderen kant kan het voor iemand een levensbelang zyn of hij al of niet een bewys van goed zedelijk gedrag kan bekomen. Daarbij is deze zaak, die al vele jaren aan de orde is, nimmer tot een goed einde gebracht. In 1908 is de quaestie reeds uitvoerig besproken. lets is er wel bereikt en bij de autoriteiten heeft de zaak wel belangstelling gevonden. Een uniforme regeling heeft men echter niet bereikt. Mr. O. J. Cluysenaar hield een korte) inleiding. Hy bracht dank voor het nemen van het initiatief tot deze gecombineerde vergadering. Spr. resumeerde de resultaten van den arbeid der commissie. Men kan het instituut van het geven van bewyzen van goed zedeiyk gedrag niet losmaken uit het strafregister. Beide staan echter geheel afzonderlyk. Slechta in enkele gevallen (b.v. voor leger en vloot), mag men uit het strafregister putten. Toch wordt er wel gebruik van gemaakt, al is dit in stryd met de wet. Ook put men wel uit de politieregisters, maar een vaste lijn is er niet. Zoo heerscht er thans een chaotische toestand. Hier krygt men gemakkelijk, daar moeilijk een bewys van goed zedelyk gedrag. By one wordt iemands strafregister bewaard totdat hij 80 jaar is. Dit acht de commissie in stryd met het gemeenschap-belang, dat vereischt, dat iemand de kans moet hebben, dat na verloop van tijd zyn strafregister verdwynt. De commissie heeft daarom een rehabilitatie-systeem ontworpen, zy meent ook, dat de burgemeesters verplicht moeten worden zich te doen overleggen door den griffier der rechtbank het strafregister, waarin alleen die straffen voorkomen, aangewezen volgens vasten maatstaf. Voorts worden algemeen beoordeelingscommissies gewenscht. De. „gedragbrieven" dienen te worden afgegeven zoodanig, dat het strafregister geen publiek domein wordt. Het criterium dient te zyn, dat de gedragbrief gegeven wordt ten dienste van eenig openbaar «elang. Een uniforme gedragslijn dient den burgemeesters te worden voorgeschreven. Voorts heeft de commissie nog algemeene gedragslijnen voorgeschreven. Den burgemeesters dient men vrij te laten een gedragbrief te weigeren aan iemand, die wel niet veroordeeld is, maar toch zeer ongunstig bekend staat.
KINDERBESCHERMING EN RECLASSEERING Behandeling van het rapport over de bewijzen van goed zedelijk gedrag.. "Algemeen Handelsblad". Amsterdam, 15-09-1935, p. 4. Geraadpleegd op Delpher op 22-04-2025, https://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010664043:mpeg21:p006
Hierna had eenige gedachtenwisseling plaats. Op een vraag van mr. Cannenborg ging mr. Cluysenaar iets nader in op de voorgestelde regeling van het appèlrecht. Mr. Fentener v. Vlissingen had wel eenig bezwaar tegen een algemeenen gedragbrief vanwege de animositeit, die vooral in kleine plaatsen kan bestaan. Mr. Cluysenaar beriep zich op het belang van de beroepsinstantie. Het is goed, dat burgemeesters weten, dat een beroep op den rechter mogelijk is. Mr. De Bic (Kinderbescherming) meende, dat er groote rechtsonzekerheid is. Het is hoog tijd, dat een regeling getroffen wordt. In Rotterdam, Den Haag en Amsterdam heerschen verschillende regelingen, hetgeen groote onzekerheid meebrengt. Voor een beroep op den rechter gevoelt spr. niets. Liever ziet hij als beroepsinstantie den Commissaris der Koningin. Spr. hoopt, dat dit rapport in ieder geval de oogen der autoriteiten zal openen om tot een uniforme regeling te komen. De toestand van nu is volkomen onbevredigend en doet onrecht aan verscheidene personen. De heer Verdyk, burgemeester van Eindhoven, acht het onnoodig, regionale commissies voor het platteland in te stellen Wie met een verklaring van een conclusie naar voren komt bewijst daarmee, dat hij geen verklaring heeft kunnen krygen van den burgemeester. Men late de zaak in handen van den burgemeester, eventueel met beroep op den Commissaris der Koningin. De heer Kamerman, die aanwezig was op verzoek van den directeur-generaal der P. T. T., zeide, dat dit bedryf de inlichtingen uit het strafregister niet kan missen uit hoofde van het groote vertrouwen, dat den ambtenaren van den dienst moet worden gegeven. Spr. wees op het nut der voorlichtingscommissie, die den burgemeester in alle gevallen dienden te adviseeren. Mr. Cluysenaer wees op een misverstand by den heer Verdijk. De bedoeling is, dat overal een adviescommissie komt. Uit de verklaring behoeft niet te blyken, dat deze commissie gehoord wordt. De voorzitter merkte ten slotte op, dat wel gebleken is, dat de huidige toestand zeer onbevredigend is. De commissie moet men zeer dankbaar zijn voor haar rapport. Den heer Cluysenaer dankte spr. voor zyn aangename verdediging van het rapport. De gegevens voor een nieuwe regeling zyn thans voorhanden, men kan vertrouwen, dat die er ook komen zal.
Gedachtenwisseling.. "Algemeen Handelsblad". Amsterdam, 15-09-1935, p. 4. Geraadpleegd op Delpher op 22-04-2025, https://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010664043:mpeg21:p006
Gisteren heeft de Ryksradiocontróledienst zeven clandestiene zenders opgespoord en in beslag genomen; zulks geschiedde in samenwerking met de gemeentepolitie te Haarlem (vyf stuks) en te Aerdenhout (een zender): voorts werd nog een zender in Amsterdam in beslag genomen.
Zooals bekend, bestaat voor den bonafiden amateur gelegenheid een vergunning als radiozendamateur te verkrijgen.
GEHEIME RADIOZENDERS Zeven in beslag genomen.. "Algemeen Handelsblad". Amsterdam, 15-09-1935, p. 4. Geraadpleegd op Delpher op 22-04-2025, https://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010664043:mpeg21:p006
Onder Makkinga is gisteren door onbekende oorzaak de afgebouwde boerdery van den heer H. van Dalen uitgebrand. De in de schuren opgeborgen oogst ging verloren. Slechts een paar varkens en wat huisraad werden gered. Verzekering dokt de schade.
BOERDERIJ AFGEBRAND.. "Algemeen Handelsblad". Amsterdam, 15-09-1935, p. 4. Geraadpleegd op Delpher op 22-04-2025, https://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010664043:mpeg21:p006