teft • er'an^se Vereniging tot Bescherming van Dieren B Z!^ ' vooruitlopend op het advies dat minister Braks , 'E*u^ort za' k^-gen van de door hem ingestelde Commis«telH Ü^ en biotechnologie bij dieren', op het standpunt "et genetische manipulatie van dieren verboden (..^9'den. Volgens de Dierenbescherming wordt de >Ve"!r Van eren er fundamenteel door aangetast, naien kan het knutselen met erfelijk materiaal ernsti»«i ,nns" en gezondheidsproblemen voor het dier tot !°'g hebben.
J DB' maakt duidelijk geheid tussen de hui- L , eriJ en genetische Emulatie. De huidige S^ bU3ft Wnnen de naklio e cornbinatie-moge"^Qen van het genetisch **«jl van de dieren, V door het inbrengen i nieuwe genen, afkom,| van dezelfde soort of , van een andere soort, identiteit van het dier wordt gewijzigd. In het standpunt van de Dierenbescherming wordt verder gesteld, dat de overheid in de afgelopen jaren het biotechnologisch onderzoek met vele miljoenen guldens krachtig heeft gesteund en vrijwel niets heeft gedaan aan het stimuleren van een ethische discussie over dat onderwerp. DE ST E L L I l\l G
„Daar sommige therapeuten klaarblijkelijk van mening zijn dat sexuele handelingen met de kliënt onderdeel kunnen uitmaken van de therapie, is een nadere wettelijke omschrijving van het begrip hulpverlening gewenst." Rob Jaspers, TU Delft m V t^^^^^^ _f____»_f_K_S BSffl WW kr ___F^ y/AiZ^—^Lrzt'-.'-: ____w _____^^| _______________________________________ B^^^ïHß z^E^^l «s^^k
Illustratie: Benno Franken
GEEN GEKNUTSEL MET ERFELIJK MATERIAAL. "De Telegraaf". Amsterdam, 19-05-1990, p. 29. Geraadpleegd op Delpher op 10-04-2025, https://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010646097:mpeg21:p093
"De Telegraaf". Amsterdam, 19-05-1990, p. 29. Geraadpleegd op Delpher op 10-04-2025, https://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010646097:mpeg21:p093
-Vloer j 6fste zestig kosmonauten en astronauten zullen in de 'ijfde p[eek van juli in Groningen deelnemen aan het eta're Congres van de Vereniging van Ruimte°°tzit S Volgens Wubbo Ockels, die het congres zal en' is het aantal deelnemers groter dan op de laatste He i die in november vorig jaar in de Saoedi__ «oofdstad Riaad gehouden werd.
fesu, ur_omngse ASE-con—-" tet rdt gehouden onder Cf40 'sPace brings lfenrt t2Sether'. de ruimte Mar mensen tot el- H 6 der de ruimtevaarders "^vitl?fr Groningen komen, W. zich verschillende >HaJ;O-a*ronauten, die de <%J d bezocht hebben. *Sst Kussische kosmonauijst v* °P de deelnemers-ona, frder zullen ook kos_tst ut Alexei Leonov, de "'" KtrZ ruimtewandelaar, en 6ss°naut Bruce McCand' leJorige maand de d Telescoop Hubble "ik^T an om de aarde hielp brengen, aanwezig zijn. Tijdens het congres zal de jaarlijkse 'Planetary Award' uitgereikt worden aan de Leidse astronoom prof. dr. H.C. van der Hulst. Deze sterrenkundige is mede-oprichter van COSPAR, het 'Comité voor Ruimte Onderzoek', dat van 25 juni tot 7 juli in Den Haag zijn 28ste Plenaire Vergadering houdt. Verder heeft prof. Van der Hulst belangrijk werk gedaan in de wetenschappelijke commissie van de Europese Ruimtevaart Organisatie ESA.
RUIMTEVAARDERS NAAR GRONINGEN. "De Telegraaf". Amsterdam, 19-05-1990, p. 29. Geraadpleegd op Delpher op 10-04-2025, https://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010646097:mpeg21:p093
Uit onderzoek aan de goed geconserveerde darmen kon opgemaakt worden dat de laatste maaltijd bestaan had uit een wat aangebrande pap waarvan gierst het hoofdbestanddeel vormde. Misschien zat er wat koolzaad in het voedsel. In ieder geval werden er ook bramen genuttigd.
Dit laatste gegeven maakte het voor de onderzoekers duidelijk dat de man of vrouw van Zweeloo tussen eind augustus en begin oktober gestorven moest zijn. Deze reconstructie van 'De juffer van Zweeloo' is terug te vinden in het proefschrift 'Mens en Moeras, veenlijken in Nederland van de bronstijd tot en met de Romeinse tijd', waarop de archeoloog W.A.B, van der Sanden eind vorige maand aan de Leidse Universiteit promoveerde. De heer Van der Sanden is conservator van de afdeling archeologie van het Drents Museum in Assen. In dit museum bevinden zich de 12 bewaard gebleven Nederlandse veenlijken, die sinds 1987 zijn onderworpen aan een uitvoerig onderzoek, waaraan talrijke specialisten van diverse wetenschappelijke instituten in binnen- en buitenland hun medewerking verleenden.
Veenlijken, de menselijke resten uit een grijs verleden, die in het veen al of niet gedwongen hun laatste rustplaats vonden. Over heel Europa van Finland tot Griekenland en van lerland tot Rusland zijn deze lijken in de afgelopen eeuwen uit het veen te voorschijn gekomen. Mannen, vrouwen en kinderen. Geofferd of gestraft, zoals de Romeinse schrijver Tacitus ergens schreef.
In Europa werd de ontdekking van een veenlijk voor het eerst beschreven in het midden van de 17de eeuw. Het ging daarbij om een lijk dat in 1640 in het Schalkholzer Moor in Sleeswijk-Holstein werd aangetroffen. Van de 12 in Nederland bewaard gebleven veenlijken is 'Het meisje van Yde', dat op 12 mei 1897 werd ontdekt het oudst. |
In zijn proefschrift komt Van der Sanden overigens tot de conclusie dat er in totaal in Nederland in de loop van de eeuwen zeker 48 veenlijken zijn gevonden. Gegevens over deze vondsten trof hij aan in overzichten van oudere veenlijk-onderzoekers, in krantenberichten uit de vorige eeuw en in andere bronnen, zoals het verhaal van de naakte man die in 1791 bij Kibbelgaarn in de gemeente Veendam werd ontdekt en die uiteindelijk werd vermalen tot 'geneesmiddel.
Laatste maaltijd. "De Telegraaf". Amsterdam, 19-05-1990, p. 29. Geraadpleegd op Delpher op 10-04-2025, https://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010646097:mpeg21:p093
!-Ven 2 *?« 1989 scheen de zon uitbundig 6fs j- .Binnenhof in Leiderdorp. De bewo'atkj-f m vn achtertuin probeerden alvast "N ?e , Weuren, zullen niet gemerkt hebben, «aa. gelot°gi"afeerd werden. Niet van dichtbij Kaf VanUuU de lucht- 0m half twee klikte t4ll»eraen hol°Ste van hijna vier kilometer de Sche r_^8n in Emmen gevestigde Topogra- P MiU11?" Haarscherp werd de Leiderdorpjk op de gevoelige plaat vastgelegd.
'LrP di?zelfde dag om 'kwart K£; s middags lag het KiipcL,^ ruimtevaartcen'Kw Cm Noordwijk er kdk*ns.stralend bij. Boven ;NIQPQtekendezich°P 27 N'sri 9 om voor half L morgens een klein wolk«Ci flen de strakblauwe fó u;ryee dagen later, om teert ln,de ochtend, pasft d „en schip Hoek van Hol.cc °P weg naar de Noord-
EEN KIJKJE OP ZUID-HOLLAND. "De Telegraaf". Amsterdam, 19-05-1990, p. 29. Geraadpleegd op Delpher op 10-04-2025, https://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010646097:mpeg21:p093
t-h ?ils acht wolkenloze da- N *T 3' 28"3' 27"4- 28-4, Fw i-24-4 en 2°-6)had <*e te*r n lsche Dienst vorig ?ie £°dlg om de hele provin- Ht. oUand vanuit de *lus H. fotograferen. Een 'fy)M+ e eens in de drie jaar V^ uitgevoerd. Een klus, liet de resultaten vaak WelVerder komen dan de Wen ,van overheidsinsteltoahi ' ie °P een of andere van de foto's gebruik 10-aÜ de uitgave van de 'Fo- CJ?, Zuid-Holland' is daar J verandering in gej en- Op initiatief van de in Mli « p van lucht_ en sa" «etfoto's gespecialiseerde Robas Groep kwam een atlas tot stand, die een stukje Nederland weer eens op een andere manier laat zien. Op een manier, die je op elke pagina het gevoel geeft dat je laag over het landschap vliegt. Zoals bijvoorbeeld in de DC-3 (Dakota) PH DDA van de Dutch Dakota Association, die de uitgevers en de drukker (Gelderland Offset, Nijmegen) uitgekozen hadden om hun produkt ten doop te houden. Vanuit de raampjes van het vliegtuig zie je de bladen van de atlas als het ware onder je voorbij glijden. Gouda, Rotterdam, Delft, de Zuidhollandse Noordzeekust. De piloot geeft aan op welke kaartbladen je moet kijken.
Terug naar de atlas zelf. Voor veel mensen is een atlas een boeiend boekwerk. Kijken waar je geweest bent of kijken waar je naar toe gaat. Vanuit de ruimte of, iets dichterbij,-vanuit de lucht gemaakte afbeeldingen geven een andere dimensie aan het traditionele spel van nauwkeurig nagetekende lijntjes, die de loop van wegen en waterwegen weergeven. Opeens zijn er huizen, wijken, dorpen en steden.
Je herkent de vestingstructuur van Woerden en Leiden. Op sommige bladen (Zevenhuizen) zijn duidelijk oudere landschapskenmerken waar te nemen. De waterpartijen in het duingebied tussen Wassenaar en Lisse vallen meer in het oog. De lage mistflarden, die op 20 juni 1989 om elf uur 's morgens nog hier en daar boven de Nieuwkoopse Plassen hingen, komen tot leven.
■ Leiden er Leiderdorp vanuit de lucht. FOTO: TOPOGRAFISCHE DIENST EMMEN.
Wolkenloze dagen. "De Telegraaf". Amsterdam, 19-05-1990, p. 29. Geraadpleegd op Delpher op 10-04-2025, https://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010646097:mpeg21:p093
Op verschillende kaartbladen zijn scherp afgetekende witte vlekken te zien. Daar bevinden zich militaire terreinen, die op last van het ministerie van Defensie zijn afgedekt. De vliegvelden Valkenburg en Ypenburg zijn in dit verband te verwachten wit. Maar wat zou die witte vlek in Ameide toch verbergen? De militaire witmakers lijken in de verder op enkele wolkjes na kristalheldere atlas van Zuid-Holland in veel opzichten hun doel voorbij geschoten te zijn.
Het is jammer, dat de neutrale 'lezer' van de atlas op sommige bladen niet direct weet, waar hij naar kijkt. Als bijvoorbeeld pagina 30 opgeslagen wordt is het niet meteen duidelijk dat het om het duingebied bij Wassenaar gaat. De noodzakelijke informatie ligt weliswaar verborgen in de gegevens onderaan de pagina, maar toch...
De 'Foto-Atlas Zuid-Holland' is een prachtige moment-opname en laat zien hoe deze provincie er op acht wolkeloze dagen in de lente van vorig jaar vanuit de lucht uitzag. Vergelijkbare atlassen van andere provincies staan op het programma.
'Foto-Atlas Zuid-Holland'; uitg. Robas/'Topografische Dienst; Den llp/Emmen; f 59.90.
Witte vlekken. "De Telegraaf". Amsterdam, 19-05-1990, p. 29. Geraadpleegd op Delpher op 10-04-2025, https://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010646097:mpeg21:p093
Op 5 december 1951 troffen arbeiders bij het ontginnen van het Juffersveen bij het Drentse Zweeloo de stoffelijke resten van een mens aan. Op die dag begon het wetenschappelijk onderzoek aan het veenlijk, dat bekend staat als 'De juffer van Zweeloo'. Een speurtocht, die veel interessante gegevens opleverde over dit menselijk wezen dat ooit in het veen terecht was gekomen.
Het geslacht van het lijk kon niet meer met zekerheid vastgesteld worden. Wel werd op grond van de veensoort waarin het veenlijk aangetroffen werd, en aan de hand van stuifmeelkorrels van onder andere de haagbeuk vastgesteld, dat hij/zij omstreeks 200 na Christus in
Hij/zij had bramen gegeten en was net 'naar de kapper' geweest
het veen begraven werd. Op het moment van overlijden was de man of vrouw ouder dan 35 jaar, had waarschijnlijk bloedgroep O, was niet lang voor het overlijden 'naar de kapper' geweest en had in lichte mate last van spoelwormen.
■ 'Het paar van Weerdinge': Geen man en vrouw, maar twee mannen. FOTO: DRENTS MUSEUM
■ Dr. W.A.B, van der Sanden bij één van de 12 in het Drents Museum aanwezige veenlijken. FOTO: JOOP FENSTRA
Wetenschappelijke detective over de oorsprong van Nederlandse veenlijken GEOFFERD IN HET MOERAS?. "De Telegraaf". Amsterdam, 19-05-1990, p. 29. Geraadpleegd op Delpher op 10-04-2025, https://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010646097:mpeg21:p093
Veel van deze niet bewaard gebleven veenlijken staan beschreven in het dagboek van de rondtrekkende Duitse onderwijzer J. Becker. Omstreeks 1865 noteerde hij het volgende in zijn dagboek: „Uit Nederland, nabij Assen, stamt de volgende vondst uit het midden van de jaren zestig: ...een oude man, wiens gezicht zeer goed bewaard gebleven was, met een meisje van 12-13 jaar in de arm. Aan zijn riem hing een rozenkrans. Hij droeg een lakense broek met splitten, waarvan de kleur bruin was. Beiden werden door een katholieke geestelijke in gewijde aarde begraven."
Van der Sanden tekent hierbij aan: „Nadere gegevens over de vindplaats zijn niet voorhanden. Evenmin is bekend op welk katholiek kerkhof de lijken zijn herbegraven. Naspeuringen in het archief van de rooms-katholieke parochie te Assen hebben niet tot een positief resultaat geleid."
Het onderzoek aan de Nederlandse veenlijken, dat tot het proefschrift leidde waarop Van der Sanden is gepromoveerd, heeft op vele manieren plaatsgevonden. De datering van de veenlagen, waarin de lijken aangetroffen werden, kon gedaan worden met behulp van stuifmeelkorrels van bijvoorbeeld haagbeuk, hazelaar en linde. Op basis van deze korrels is nameiijk de vegetatiegeschiedenis van Nederland na de laatste ijstijd in grote lijnen in jaartallen vastgelegd. Ook de zogenoemde C 14-methode werd gebruikt om de veenlijken ruwweg van een datum te voorzien.
Onderzoek aan het haar. Onderzoek aan de bloedgroepen. DNA-onderzoek leverde niets op, omdat veen kennelijk funest is voor dit erfelijk materiaal. Er werd gekeken naar vingerafdrukken. De gevonden kledingstukken werden aan weefselonderzoek onderworpen. Eventuele ziekten of verwondingen en de aanwezigheid van parasieten en insekten konden eveneens aangetoond worden.
Dagboek. "De Telegraaf". Amsterdam, 19-05-1990, p. 29. Geraadpleegd op Delpher op 10-04-2025, https://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010646097:mpeg21:p093
Het uitgebreide onderzoek leverde ook verrassingen op. Zo bleek 'Het paar van Weerdinge', dat op 29 juni 1904 werd ontdekt, en waarvan altijd werd aangenomen dat het om een man en een vrouw ging, in werkelijkheid uit twee mannen te bestaan. De aanwezigheid van snor- en baardharen op het lijk van de 'vrouw' gaf hierbij de doorslag. De rechterfiguur bleek overigens als enige van de onderzochte veenlijken een dodelijke verwonding in de vorm van een messteek opgelopen te hebben.
'Mens en moeras, veenlijken in Nederland van de bronstijd tot en met de Romeinse tijd' is een proefschrift, dat zich als een wetenschappelijke detective laat lezen. Een boeiend verslag van onderzoek aan de lang vergeten stoffelijke overschotten van mensen, die aan het veen toevertrouwd werden.
'Mens en Moeras'; Drents Museum, Assen; f 42,50.
Verrassingen. "De Telegraaf". Amsterdam, 19-05-1990, p. 29. Geraadpleegd op Delpher op 10-04-2025, https://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010646097:mpeg21:p093
Dat er problemen bestaan in de akkerbouw is de afgelopen maanden iedere Nederlander wel duidelijk geworden. Dat er onderzoek aan de gang is, dat kan leiden tot nieuwe gewassen op de akkers, is in die periode wat minder onder de algemene aandacht gebracht. Toch heeft de Dienst Landbouwkundig Onderzoek (DLO) al twee onderzoekprogramma's lopen, waarin gekeken wordt naar de mogelijkheden om op grotere schaal hennep en karwij als akkerbouwgewas te kunnen introduceren. Begin deze maand is via het instellen van een adviesorgaan het DLO-onderzoekprogramma 'Plantaardige technische oliën als nieuwe landbouwgrondstoffen voor de industrie' een extra impuls gegeven. Bij de installatie zei DLO-directeur ir. M. Heuver erop te vertrouwen dat industriële produktie van milieu vriendelijke technische oliën op een niet onaanzienlijk areaal voor de Nederlandse landbouw mogelijk moet zijn. Het onderzoek, waarvoor voor de komende vier jaar 8,5 miljoen gulden is gereserveerd, zal zich bijvoorbeeld gaan concentreren op de Goudsbloem en de Judaspenning. Deze oliegewassen leveren produkten, die op grond van vooronderzoek en contacten met verwerkende industrieën van technische oliën perspectief bieden. De Goudsbloem heeft als produkt Calendulazuur voor lak en verf en de Judaspening kan als grondstof dienen voor de produktie van Erucazuur en Nervonzuur voor smeeroliën en hydraulische oliën.
GOUDSBLOEM EN JUDAS-PENNING VOOR NEDERLANDSE AKKERBOUW. "De Telegraaf". Amsterdam, 19-05-1990, p. 29. Geraadpleegd op Delpher op 10-04-2025, https://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010646097:mpeg21:p093