H ABN AMRO Bank Hl Uw bank met een wereld aan contacten. i
Collectie
Permanente URL
- Gebruiksvoorwaarden
-
Auteursrechtelijk beschermd. Op dit object rust auteursrecht.
- Krantentitel
- Amigoe
- Datum
- 27-02-1993
- Editie
- Dag
- Uitgever
- Amigoe
- Plaats van uitgave
- Curaçao
- PPN
- 863860281
- Verschijningsperiode
- 1976
- Periode gedigitaliseerd
- 1976-1994
- Verspreidingsgebied
- Nederlandse Antillen
- Herkomst
- KB C 251
- Nummer
- 48
- Jaargang
- 110
- Toegevoegd in Delpher
- 20-11-2013
Er is helaas een probleem met het ophalen van de afbeelding.
Dit kan twee oorzaken hebben:
Probeer het later opnieuw.
Advertentie
Impressies frene Braakman Dementie
VANMORGEN WAS ze er weer, het oude dametje, dat een beetje dement begint te worden. Het is een schatje. Ze heeft een kleine gestalte, twinkelende oogjes en is altijd onberispelijk gekleed, volgens de mode van vroeger. Een mooie gesteven hoofddoek om het hoofd. Ze was vergezeld van haar dochters. Er was strijd voelbaar. Ze doet alsof ze niets hoort, maar ze hoort, alles. Ze heeft grijs haar. Vlechtjes, opgebonden langs het hoofd. Verstopt onder de hoofddoek. Gouden hangertjes in de
oren. Smaakvol ziet ze er uit. Maar ze wordt een beetje oud. Soms is ze verstrooid. Dan vergeet ze het gas uit te
doen. Of ze weet niet meer waar ze dingen in huis kan vinden. Overdag is ze alleen thuis. De kinderen werken. Die zijn zelf ook al tamelijk op leeftijd. Ze wil zich graag nuttig maken, dus wil ze wat te doen hebben.
Wat wassen, vegen. Daar zit de strijd. De kinderen vinden dat mai niets hoeft te doen. Ze heeft genoeg gewerkt zeggen ze, maar ze vinden dat ze te veel rommel maakt, teveel overhoop haalt. En dat moeten zij opruimen. Ze moet slapen overdag, dat is goed voor haar. Maar ze bedoelen: dan is ze even van de vloer en hebben ze even geen last van haar. Ze voelt het haarscherp aan. Zoals een dementerend mens kan zijn, een beetje kritiekgestoord, vertelt ze hoe haar kinderen doen. Ze doet alsof
de kinderen er helemaal niet zijn. Achter haar hand. naar mij gewend, doet ze uitvoerig uit de doeken hoe de kinderen haar het bed in duwen
's middags om een dutje te gaan doen. Terwijl ze helemaal niet moe is.
"Waarom zou ik naar bed moeten? Ik heb helemaal geen slaap. Ze vinden me natuurlijk te lastig he". De kinderen zitten met afgewend hoofd enigszins beschaamd te giechelen. Ze weten zich met hun houding geen raad. Weten niet waar ze kijken moeten. "Toe nou, ga nou zitten, en hou op met praten je neemt te veel tijd van de dokter". Ze proberen de waarheid te verdoezelen. Ik leun achterover in m'n stoel. Ik heb alle tijd van de wereld. "Jullie moeten mai niet als een klein kind behandelen, hoor". "Precies", zegt mai. Haar ogen beginnen te glanzen, "Ze denken dat ik een baby ben. Hun baby. Maar ze hebben het mis hoor". De kinderen kijken mai smekend aan. Dan komt er een over de brug. Een beetje aarzelend. "We kunnen het eigenlijk niet meer helemaal aan We vinden het een beetje gevaarlijk overdag als mai alleen is en er niemand is die toezicht kan houden. We hebben overlegd samen en we dachten dat 't misschien het beste zou zijn als mai naar het bejaardenhuis zou gaan. Ze heeft er zelf al in toegestemd". "Wat vind je ervan0" Ze knikt en zegt vastbesloten: "Ik wil er heen gaan". Ze voelt zelf ook wel dat het niet meer helemaal gaat. Vandaag is ze helder. Ze kan me vertellen wanneer zejarig is. Hoe oud ze is. En waar ze woont. Ze weet heel goed wie ik ben. Maar soms is ze een beetje in de war. Ze ziet vaak sombra om zich heen. schaduwen. Spiritu. Oudere mensen hebben dat wel meer, Het beangstigt baar niet. Hoewel, soms een heel klein
beetje. Een andere patiënte zei me laatst dat dat misschien wel voorboden van de dood zijn. "Ze komen je vast opzoeken". Vandaag heeft mai in ieder geval geen last van de sombra. Het gesprek is afgelopen. De kinderen ga^n plaat-
sing in een bejaardenhuis regelen. "Geef de dokter een hand, mai. En zeg dag". Mai draait zich om naar me en zegt luid: "Ze leren het ook nooit, he". Dagdushijij hebt 't goede met me voor. dat weet ik". Het doek valt. Het toneelstuk is ten einde. Ik klap niet. Maar inwendig moet ik lachen.
RUBRIEKEN Tuinieren in de Tropen Elisobeth de Montsouris Een goeiig monderijnenboompje
DEZE WEEK HEB ik de eerste mandarijn uit eigen tuin gegeten. Op zich niet zo bijzonder, ware het niet, dat ik het mandarijnenboompje bijna acht maanden geleden met mini-vruchtjes en al uit de grond heb gerukt, in de auto gezet en in de nieuwe tuin weer in de grond heb gestopt. Vervolgens heb ik er nog een paar takken afgesneden. Er waren bij het uitgraven namelijk zoveel wortels beschadigd en afgerukt, dat het resterende wortelgestel nooit meer de watertoevoer naar al die takken en bladeren zou kunnen regelen.
Een beetje zichzelf respecterende boom pikt zon opeenstapeling van agressieve daden niet. Maar dit boompje is kennelijk de goeiigheid zelve, want het groeide gewoon verder, alsof er niets was gebeurd. Het trotseerde de droge maanden juli tot en met oktober en nam genoegen met de enkele emmer water, die ik twee keer per week rond de wortels uitgoot. Eerlijkheidshalve moet ik opmerken dat de boom de eerste weken flink verwend werd met water. Zo hard ben ik nu ook weer niet, dat ik een zojuist overgeplante boom geheel aan zijn lot overlaat.
Takken vol zoete mandarijnen zijn nu mijn beloning, hoewel ik niet vreemd had opgekeken, wanneer de mandarijn alle vruchten en een deel van het blad uit pure woede had afgegooid.
Ook de andere overgepote planten en struiken hebben zich wonderbaarlijk vriendelijk gedragen. Nu de regentijd voorbij is, kan ik met genoegen constateren dat de tuin er een stuk kleurrijker op is geworden. De kleine trinitaria-stokjes die ik in de kale tuin plantte zijn uitgegroeid tot een meter hoge struiken die uitgebreid bloeien. Een van de stekken is er in acht maanden tijd zelfs in geslaagd om bloeiende scheuten van drie meter lengte te produceren. En ik heb echt niets bijzonders met de grond gedaan.
Met spijt hoorde ik laatst iemand vertellen datje trinitaria's, hoe oud ook, gewoon kunt overplanten. Dat wil zeggen, haar was het gelukt en ik geef het verhaal graag even door. Het ging om hele oude struiken met vuistdikke stammen. Degene die ze zou uitgraven had in feite alle wortels beschadigd of afgehakt. Daarop besloot zij om alle takken en bladeren van de struik te verwijderen. Wat overbleef was een zielig stammetje met wat rudimenten aan wortels. Dat heeft ze vervolgens gewoon in de grond geplant en goed gekoesterd. Tot haar grote verbazing, en ongetwijfeld opluchting, begon dat stammetje na een tijdje uit te lopen en te groeien. In een mum van tijd had zij een prachtige trinitaria in haar tuin, die eruit zag, alsof die daar zijn hele leven al had gestaan.
Had ik het maar eerder geweten, want nu heb ik mijn hoog uitgegroeide struiken achter moeten laten. Ik ben bang dat de volgende bewoner van het huis waar de tuin bijhoort, niet zo gul met de waterslang is. Maar gelukkig waren ze al wat ouder en dan kunnen trinitaria's ook met weinig water nog goed toe.
Datzelfde geldt voor de Franse bloem. In deze tuin stonden al drie reuzestruiken, helaas niet in mijn favoriete kleur lichtroze, maar als achtergrond zijn ze heel bruikbaar. Water geef ik ze nooit en dat schijnt ze ook niet te deren, want ze bloeien er lustig op los.
Om toch van die mooie lichtroze bloemen te kunnen genieten, nam ik een stuk of zes kleine struikjes mee. Ik had ze zelf gestekt, maar na een aanvankelijke groeistuip, stonden ze eigenlijk een beetje stil. Uit ervaring weet ik dat in zon geval een trap onder het achterste het juiste effect kan hebben. En inderdaad, na overplanting en de eerste gewenningsperiode, begonnen ze als gekken nieuwe scheuten te maken. Ze zijn nu bijna drie keer zo hoog en beginnen al op de heg te lijken die ze op den duur moeten vormen om ons voor ongewenste inkijk te behoeden.
De enige plant die al die tijd absoluut niet is gegroeid, is de banaan. Er stonden twee plukjes met circa een meter hoge planten in de tuin, toen wij aankwamen. De groeikracht van een bananenplant kennende verheuede ik me reeds op hoog groen gebladerte voor het keukenraam, want daar stonden ze. Maar hoeveel water ik ook gaf, er gebeurde vrijwel niets. Alsof ze in een diepe winterslaap verzonken waren.
Je blijft echter hoop koesteren en dus water geven. Tot ik het boekje How to Live in the Caribbean (Sydney Hunt, Macmillan Caribbean, ISBN 0 333 51015 1) las. Een van de weinige boeken met een hoofdstuk vol nuttige tips over tuinieren in het Caribisch gebied. Op pagina 145 vertelt de auteur waarom mijn bananen maar niet willen groeien: "..they are very, very, very intolerant of other roots, especially grasses". Daar heb je het al. De stakkerds stonden vlakbij twee kokospalmen die met hun hebberige wortels natuurlijk al het water in de wijde omtrek voor zichzelf opeisten. Waren die even blij met die plenzen water waarop ik de bananen tracteerde. Ze beleefden gouden tijden.
Overplanten was het enige dat er opzat. Naast de palmen zou het nooit iets kunnen worden. Nu staan ze dus op een vrijere plaats, waar ze het water niet hoeven delen met bomen die langere wortels hebben. Binnen twee weken zijn ze al
gegroeid alsof hun leven ervan afhangt. Nou ja, dat is ook eigenlijk wel zo. Het is groeien of doodgaan. Ze hebben tot het eerste
besloten dus ik wacht met spanning op de eerste bananen. Ik gok op nog eens acht maanden. Of loop ik nu te hard van stapel?
■ De Franse bloem. Foto. F.A. de Graaff.
Onderwijs anders bekeken Kindvriendelijk onderwijs
"SCHOOL WAS een vluchtplaats voor mij", stelt Oprah Winfrey in haar eerste Nederlandse interview met Mar-
griet de Groot, "de enige veilige haven die ik kende. Ik voelde me daar geliefd, belangrijk en waardevol. Als ik dat niet had gehad, was ik nooit degene geworden die ik nu ben. Op school kreeg ik het gevoel dat ik iemand kon zijn". Oprah Winfrey mag God wel erg dankbaar zijn, dat zij niet op Curacao geboren werd want haar start als een onwelkom ongelukje, gevolgd door een liefdeloze jeugd, incest en een doodgeboren baby op haar veertiende, zouden haar hier welhaast zeker voorbestemd hebben tot een leven in de marge. De kans om terug naar school te gaan en zich daar "geliefd, belangrijk en waardevol" te voelen is in ons huidige onderwijssysteem zo goed als onmogelijk. Niet eens voor gewone kinderen beschikken we hier over kindvriendelijk onderwijs, laat staan voor probleemgevallen. De alarmerende cijfers die het Centraal Bureau voor de Statistiek onlangs publiceerde naar aanleiding van de laatste censusgegevens spreken wat dat betreft een niet mis te verstane taal en wie mocht geloven dat de leerplicht-wet daar verbetering in zal brengen, zal van een koude kermis thuis komen. De school als onpersoonlijke leerfabriek met prikkelblok en bewakers aan het hek, waar leerlingen volgepropt worden met theoretische kennis, zal nooit in staat zijn leerlingen aan zich te binden, integendeel ze "droppen out".
BIJSCHOLING
Wat zijn de meest gehoorde klachten? "De leerlingen letten niet op, zitten te spelen, horen alles behalve wat er gezegd wordt, het gaat langs ze heen, het schijnt niet door te dringen en als ze een beurt krijgen weten ze niet waar het om gaat, kortom: er is iets grondig mis met de concentratie van de moderne leerlingen en geen enkele straf helpt hiertegen". Het is natuurlijk wel de vraag of straf hiervoor het aangewezen medicijn is. Een gemotiveerde leerling heeft namelijk nooit problemen met concentratie. Het onderwerp interesseert hem, het kind vindt het leuk, is nieuwsgierig naar de oplossing of het antwoord. Bij spontane aandacht gaat het opnemen van informatie als vanzelf- Er wordt weinig energie gebruikt, meer onthouden, verbanden worden beter begrepen, de omgeving wordt vergeten en de tijd vliegt om. Conclusie: Een goede leerkracht staat of valt met zijn of haar vermogen om de leerlingen te motiveren en dit zal dus in de bijscholing allereerst aandacht moeten krijgen. En hier is niet eens zoveel geld of politieke durf voor nodig. Twee jonge Curacaose psychologen, Siegfried Quirindongo en Magda Rafaëla hebben al bewezen in deze materie goed thuis te zijn en zij boekten uitstekende resultaten met een door henzelf voor Curacaose basisscholen ontwikkelde cursus. Wat let ons hen voor een jaar vrij te maken van D.S.M. om alle basisscholen bij te scholen in deze. * Waar dat moet gebeuren? Koningin Beatrix opende op Sta. Rosa verleden jaar een prachtig vormingscentrum voor jeugdleiders wat 's morgens vaak leeg staat. Wanneer? Elke basisschool krijgt volgens rooster een extra weekje vakantie, d.w.z-de leerlingen, terwijl de leerkrachten naar "school" gaan(Bo mester hinka aden pa bo por saka afó!). Verwachtingen? Dat, door de kwaliteit van het aanbod te verbeteren, ook op Curacao de leerlingen zich geliefd, belangrijk en waardevol zullen voelen.
AANBOD
Om leerlingen aan school te binden is een heel andere kijk op onderwijs nodig, waarbij niet langer de resultaten van de leerlingen maar op de eerste plaats de kwaliteit van het aanbod bepalend is. De kwaliteit van een driesterrenrestaurant wordt niet bepaald door de gewichtstoename van de gasten na afloop van het genotene; zo mag de kwaliteit van het onderwijs ook niet worden afgeleid uit de examenresultaten van de leerlin-on. In beide gevallen is de kwaliteit van het aanbod maatgevend. Zon kijk op onderwijs speelt de hele problematiek binnen ons onderwijs terug naar de mensen in de eerste lijn: de leerkrachten, daar zij immers verantwoordelijk zijn voor de kwaliteit van het aanbod. * Het zal duidelijk zijn dat de meest ideale situatie ontstaat wanneer een goede leerling les krijgt van een goede leerkracht. * Een goede leerling die les krijgt van een slechte leerkracht leert niet dankzij. maar desondanks. * Een slechte leerling opgevangen door een goede leerkracht maakt nog een kans. maar * de combinatie slechte leerling plus slechte leerkracht levert onherroepelijk dropouts en analfabetisme op. Zo bezien zou je dus op de basisscholen de beste leerkrachten bij de slechtste leerlingen moeten plaatsen als je tenminste de cijfers van het C.B.S. werkelijk wilt verbeteren. Vervolgens zou er gezorgd moeten worden dat elke leerling op de juiste plaats belandt in het vervolgonderwijs door een correct toelatingsbeleid te hanteren in plaats van de normen waarmee nu gerommeld wordt. En last but not least zal de bijscholing van de leerkrachten nu eindelijk eens ter hand genomen moeten worden.
Kook mee met May Mango Mousse
Er zijn weer volop mango's verkrijgbaar. Maak daar gebruik van voor een lekker en gezond nagerecht. U heeft hiervoor nodig: 5 rijpe mango's van plusminus 450 gr. elk 4 eetlepels gezeefde limoensap 3 eiwitten 75 gram suiker 8 eetlepels slagroom en een snufje zout. Schil de mango's en verwijder het vruchtvlees van de pit. Snij daar het vruchtvlees van 2 mango's in kleine stukjes en pureer het vruchtvlees van de overgebleven drie mango's in de keukenmachine. Voeg het limoensap toe. Klop de eiwitten en doe er zout bij om te stijven en voeg dan de suiker toe. Nog even doorkloppen tot de suikerkorrels zijn fijngeslagen. De room stijfkloppen in een gekoelde kom. De eiwitten door de room mengen. Voorzichtig de mango pulp door het roommengel mengen en tot slot de in stukjes gesneden mango's. Smul er lekker van, Mav