073. Heer Ollie tilde de buidel „ver de leuning van het bruggetje en staarde in de stroom, terwijl een zenuwtrek door zijn wang sidderde. In deze houding werd hij opgemerkt door een passerende postbode, en die stapte verrast van zijn rijwiel.
„Een postzak!" riep hij uit. „Hoe komt u daar aan, meneer Bommel?"
Heer Ollie schrok op en tilde met eeti ruk zijn last weer binnenboord.
„Ik deed niks," sprak hij schril, terwijl hij de brug afdaalde. „Ik bedoel; die heb ik gevonden. Het is een schande, zoals er met de post wordt omgesprongen."
„Er wordt niet mee omgesprongen," zei de beambte stijf jes. „Er wordt zorgvuldig gesorteerd eh tijdig gestempeld, als de adressering in orde is.' „Dat is maar goed ook," hernam heer Bommel. „Zon verloren postzak kan gemakkelijk in verkeerde handen vallen. Van iemand, die hem als kussen februikt en onbekend wenst te blijven, edoel ik. Maar het is de plicht van een heer om de post te beschermen; ook al zou de politie hem daardoor op het ror komen, als u begrijpt wat ik be-1." Met deze woorden duwde hij de zak in de armen van de besteller, die er een beetje verward mee wegfietste. Heer Ollie keek hem even na en toen haastte hij zich de weg op, die naar de bergen leidde. Daarboven pakten zich donkere wolken samen, en een koude wind sloeg hem in het gelaat, maar de vluchtende heer schonk er geen aandacht aan.
Heer Bommel en de Denktank. "Leeuwarder courant : hoofdblad van Friesland". Leeuwarden, 27-12-1977, p. 5. Geraadpleegd op Delpher op 02-04-2025, https://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010620707:mpeg21:p005
"Leeuwarder courant : hoofdblad van Friesland". Leeuwarden, 27-12-1977, p. 5. Geraadpleegd op Delpher op 02-04-2025, https://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010620707:mpeg21:p005
(Over ingezonden stukken kan niet worden gecorrespondeerd. Ze kunnen ook niet worden teruggezonden. Anonieme inzendingen ot stukken zonder duidelijk adres van de inzender worden niet in behandeling genomen. De redactie behoudt zich altijd het recht voor de stukken in te korten. De maximale lengte is als regel 600 woorden. Red.
Laurens ten Cate vraagt in zijn stuk over kernenergie van 5-12: „Wie weet wat we moeten doen?" Ik kan moeilijk pretenderen dat ik de oplossing zou weten, maar het zou wel goed zijn als er veel mensen zouden reageren en meer mensen mee gaan denken over het vraagstuk wel of geen kernenergie. Een belangrijke energiebesparing zou zijn als we de automatisering stop zetten of weer terugdringen. Energie wordt schaars en dus moeten we er zuinig mee omgaan. Elk mens kan arbeid verrichten, en deze arbeid moeten we gebruiken en niet, alleen door de faktor geld, over laten nemen door machines. Hierdoor stijgt de werkloosheid en het energieverbruik neemt toe. Staatsbedrijven en semi-overheidsbedrijven als PTT en NS zouden het voorbeeld kunnen geven. Denk b.v. aan het plan voor onbemande stations.
Voor en tegenstanders zijn het erover eens dat kernenergie een tijdelijke zaak is. Het uranium, de grondstof voor een kernenergiecentrale raakt evengoed snel uitgeput. Waarom kunnen we niet, i.p.v. onszelf en ons nageslacht op te zadelen met radioaktieve afvalbergen, „uitgebrande" centrales, opwerkingsfabrieken, kweekreaktoren, gevaarlijk vervoer, bewakingstoestanden e.d., direkt alle geld steken in energiebesparingen, ontwikkeling van andere energievormen zoals windenergie, het verder toepassen van zonnecollectoren en zonnecellen die op zonnestraling werken. Allerlei groepen op hogescholen en universiteiten zijn het researchstadium voorbij en deze vorm van energie is klaar voor toepassing. Alleen het geld ontbreekt, maar dat ontbreekt alleen omdat we alles voor kernenergie gebruiken. Kernenergie blijft geld kosten tot de laatste radioaktiviteit is vervallen en dat duurt duizenden jaren.
In dit verband zou de huisvrouw heel machtig kunnen zijn. Zij bepaald voor 80 pet wat er gekocht wordt. Alles wat we in de winkels laten staan, en er zijn erg veel pruldingen, bespaart energie omdat elk artikel bij zijn produktie energie heeft gekost. (En niet alleen energie, maar het geeft ook luchtverontreiniging, vervuild water, bodemverontreiniging, verder afval en niet te vergeten de grondstoffen die ze hebben gekost). Waarom b.v. laten we ons. tegen beter weten in, steeds meer melk in plasticflessen aansmeren? Een gezin van vier personen zal toch gauw tien flessen per week gebruiken, en waar blijven dan al die lege flessen? Doet u het soms om dat dubbeltje voordeel en gaat u dan later weer geld geven aan „Geef om de natuur"? De melkboer komt nog bijna overal en heeft nog steeds lekkere melk in statiegeldflessen.
Koop geen, of bijna jeen, wegwerpartikelen. Neem zoveel mogelijk artikelen die los worden verkocht dus zonder fabrieksverpakking van karton en plastic. Ekstra verpakking weigeren. Bij V & D niet kopen, of vorige plastic zak meenemen, de verkoopsters willen hem dan vaak weer gebruiken. Bij de Hema plakkertjes vragen i.p.v. papieren zak. Koop geen rommel, maar dingen van goede kwaliteit die lang meegaan. Voor duurzame produkten is plastic geen bezwaar. Niet slordig met allerlei dingen omeaan, eerst kijken of reparatie mogelijk is. Allert blijven, v kunt op zoveel manieren energie besparen. Zelfs met de voeding: geen, of zo mm mogelijk diepvries- of blikartikelen kopen. In het algemeen gezonder gaan eten. Wat meer terugkeren naar goed basisvoedsel en de „versiering" van sausjes c.d. zelf maken (v weet dan wat v eet), weinig vlees gebruiken, vooral het vlees wat in de bio-industrie wordt gemaakt, geeft erg veel vervuiling en Kost enorm veel energie. Produkten en voorlichting zijn te verkrijgen in biologische winkels (b.v. de Cirkel Heerenwaltje) bij het Baken zijn kursussen over gezonde voeding. De Stroomgroep Stop Kernenergie kaVi ook mensen gebruiken die mee willen werken en meedenken. B.v. in een werkgroep voor stands, een vormingsfroep, of net mee voorbereiden van de emonstratie naar Almelo op 4 maart, en de tentoonstelling Energie Educatief die in april in LeeuwardenTcomt. Leeuwarden, Willy Beeksma.
Ingezonden Meedenken over energie. "Leeuwarder courant : hoofdblad van Friesland". Leeuwarden, 27-12-1977, p. 5. Geraadpleegd op Delpher op 02-04-2025, https://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010620707:mpeg21:p005
DR. MAK EUWE, 76 jaar, dus op de leeftijds des onderscheids, van Amsterdam naar Belgrado feroepen om als voorzitter van de IDE te bemiddelen in de reeks conflicten tussen de grootmeesters Spasski en Kortsjnoi, maakte op mij een bijzonder weifelmoedige indruk. Omdat Spasski en zijn aanhang in Hotel Excelsior zaten, en Kortsjnoj en ziin aanhang in Hotel Metropol, had dr. Euwe een kamer laten reserveren op neutraal terrein: Hotel Moskva, het Américain van Belgrado. Eerst meende men dat hij vorige week donderdag om half drie, later om half vijf zou arriveren, maar toen hij om kwart voor zes nog niet was heb ik bij de receptie een briefje achtergelaten van ongeveer de volgende inhoud:
„Zeer geachte ex-buurman, hartelijk welkom in Belgrado! Wordt u ook wel eens opgetrommeld voor plezieriger affaires? Is het al te boud uw missie te vergelijken met die van Hans Brinkers (is Max Euwe) die ziin vinger in een gat in de dijk (is FIDE resp. de schaakwereld) stak om een ramp door het aanstormende water (is de Russische schaakbond c.s.) te voorkomen? Ik wens u alle sterkte, Nico Scheepmaker".
Zes jaar lang hebben we namelijk in hetzelfde flatgebouw in het Amsterdamse Buitenveldert gewoond, hij op zes hoog, ik op twaalf hoog, met gebruik van dezelfde lift, en al die jaren hebben we maar één keer een „conflict" gehad. Niet over de vuilnisbak, maar over de Tsiechische grootmeester Pachman, een wat late dissihet uitblijven van daadwerkelijke, althans openlijke steun van dr. Euwe toen hij in Tsjechoslowakije gevangen was gezet, ik in een artikel had verwoord. Dr Euwe heeft me toen teruggeschreven en me uitgelegd dat hij achter de schermen wel degelijk steun aan Pachman had verleend, maar dat zijn positie als voorzitter van de internationale schaakfederatie nu eenmaal delicaat was, temeer omdat het schaakspel in de Sowjet-Unie met nogal wat nadruk en succes beoefend wordt. ...
Na een gesprek met Kortsjnoj, en een langer gesprek met Spasski, gevolgd door een nieuw gesprek met Kortsjnoj waarbij deze in de tentakels van het deels politiek georiënteerde organisatiecomité terecht kwam en vermorzeld dreigde te worden, bleek Toegeeflijke Viktor onder druk allerlei consessies te hebben gedaan, tegen Spasski maar een heel kleintje. „Wat kan ik doen? Ik moet een compromis zien te vinden, anders spat de Fide uit elkaar", zei dr. Euwe tegen de verontwaardigde secondanten van Kortsjnoi, de Engelse jonge grootmeesters Keene en Stean (spreek uit: Kien en Stien), alias Bobtsjinski en Dobtsjinski (zie „de Revisor" van Gogolj). En alvorens hij de kamer binnenstapte waar Kien en Stien even tevoren door het organisatiecomité uitgebonjourd waren, zei Euwe tegen hen: „Ik zal zien wat ik doen kan, maar veel hoop heb ik niet." In feite is het zoeken naar een compromis van geven en nemen op zon moment natuurlijk uit den boze. Hoe was immers de situatie? Twee heren, zitten negen keer braaf met elkaar te' spelen, zoals het hoort. Maar die ene wint vier keer en de andere niet één keer, dus die krijgt er de smoor (P) over in. Hij pakt tijdens het tiende en elfde spelletje een zware ijzeren hamer en slaat zijn tegenstander daarmee op diens hoofd. „Au!", roept deze, en: „Wil je dat laten!", maar de boosdoener weigert de hamer voortaan thuis te laten.
Dan verschijnt dr. Euwe ten tonele! Aan de hand van de geschreven en ongeschreven regels beslist hij: tijdens het schaken mag de één de ander niet met een hamer op het hoofd timmeren. Ha, dat had u gedacht! Nee, hij gaat op zoek naar een compromis, en wat komt er dan uit de bus? Of de man met de hamer mag voortaan alleen nog maar met een houten hamer op het noofd van zijn tegenstander slaan, of de ander moet voortaan een helm dragen tijdens het spelen. Dat heet dan een redelijk compromis.
Maar wat had Euwe dan moeten doen? Spasski heeft ongelijk, ik verklaar Kortsjnoj tot winnaar van de tweekamp? Daar is de redelijkheid mee gediend, maar ook het schaak? Stel dat Euwe in Reykjavik tot de logische conclusie was gekomen dat Bobbie Fischer onredelijke eisen stelde en dat Spasski daarom zonder spelen tot wereldkampioen moest worden gekroond, dan zou de schaakwereld toch een boel interessante partijen en schaakboeken gemist hebben. Door de weifelmoedige Hamlet te spelen bewijst Euwe juist de ideale bemiddelaar te zijn voor zulke op de spits gedreven conflicten, zei Karel van het Reve tegen me. Niemand verwacht er dan nog iets goeds van, zodat alles wat er dan toch nog uit de bus komt door iedereen met enige opluchting' en verbazing geaccepteerd wordt en de match kan worden voortgezet. En. dat is toch wat iedereen eigenlijk wil?
Max Brinkers TRIJFEL door nico scheepmaker. "Leeuwarder courant : hoofdblad van Friesland". Leeuwarden, 27-12-1977, p. 5. Geraadpleegd op Delpher op 02-04-2025, https://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010620707:mpeg21:p005
Vn myn ynstjürd stik'fan 10 des. '77 mei as kop „Noait lid" ferge ik de redaksje fan 'e LC to biwizen dat de FNP oansluten wie by it FAFK of oars in rektifikaesje to jaen. It ien noch it oar is bard. De redaksje seit yn it taheakke by myn stik: „Vn 'e krante fan 31 okt. 1.1. skriuwt Beand Hylkema yn in ynstjürd stik dat it wo sa is. Fan 'e FNP is dêrop gjin réaksje kommen". M.o.w. „It is dos wier."
My tinkt, soks is bernepraet. Hie it nou echt tofolle muoite west om yn it bilang fan 'e lezers, it FAFK en de FNP to freegjen hoe it nou presys siet? Dan wie de wierheit tominsten foar it ljocht kommen. Dat de FNP net réagearre hat is ek net wier. Vn it earstfolgjende nümer fan 'e LC seit de skriuwer fan dizze partij yn in ynstjürd stik ü.m. dat it in misbigryp is om de FNP to neamen as sitting hawwend yn it FAFK.
Dat der wol in biwyske fan in biwiis yn Jou redenaesje sitte kinnen hie, dat niene Jo opmeitsje kinnen üt datselde stikje fan e skriuwer fan 'e FNP, Jan Veninga. Ik bin bang dat soks syn persoanlike miening is en net dy fan it HB yn syn gehiel, lykas er seit. Soe dat al sa wêze, dan giet it HB buten har foech, om 't de leden hjir net yn kend binne. In greate oanhing fan 'e FNP is it der nammers net mei iens.
Oer it „hwer om net?" wol ik graech, nammens oare lezers en leden fan 'e FNP ek, nochris werom komme. Mei de forkiezings foar de doar, wolle wy graech witte hwer wy oan ta binne mei (it haedbistjür fan) de FNP. Ljouwert. T. Roorda.
(De foarsitter fan de FNP, mr. Jaep Rinzema, wol foarlopich wol it forlossende wurd sprekke. In bistjürslid fan it Fries Anti-Fascisme Komité hie it haedbistjür yndertiid skille wylst dat yn in gearkomste siet, seit er. It bistjür wie doe fan bitinken dat anti-fascisme op himsels in goede saek wie en, om't it om in Frysk komité gong, de stipe fan de FNP yn prinsipe op syn plak wêze soe. De hear Rinzema: „Mar wy woene earst in bigjinselforklearring fan it komité sjen, om't fascisme in geweldich ütrutsen bigryp is sa njonkenlytsen. En as twadde bitingst hiene wy steld dat it komité him ek yn it Frysk uterje moatte soe." Dat léste bitingst hat xt FAFK oan foldien. Hja hawwe doe blykber oannommen dat it dêr wol mei ta koe, sa ünderstelt dé hear Rinzema: „Mar dêr binne hja mis mei. Doet se net mei dy bigjinselforklearring kamen, ha wy har meidield dat de FNP net yn it komité sitte wol." Mocht san bigjinselforklearring der dochs noch komme, dan sil it bistjür fan de FNP syn stdnpunt op 'e nij bipale. „Mar in definityf bislüt hjiroer wurdt fansels pas nommen troch de ledegearkomste". sa seit de FNP-foarsitter. Red.).
FNP en FAFK. "Leeuwarder courant : hoofdblad van Friesland". Leeuwarden, 27-12-1977, p. 5. Geraadpleegd op Delpher op 02-04-2025, https://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010620707:mpeg21:p005
In verschillende dagbladen van verleden week is mr. Aantjes afgebeeld, die een knoopje van zijn overhemd miste en zijn secretaresse was ijverig bezig dit weer even te herstellen. Nu vraag ik U: moet een fractievoorzitter van het CDA dan gefotografeerd wordne in „blote bast"? Men heeft er vooral bij de ARP toch nog wel wat onder. Denkelijk heeft mr. Aantjes aan zijn secretaresse en het publiek zijn haren willen laten zien. Ik zeg U, al met al, ditintellect bestaat uit stumperds en die worden nog bejubeld en gekozen door de stomme massa. Ondergetekende is geen PvdA-er, doch wel iemand die nuchter denkt. Wolvega. NicolJzendoorn. (Zaterdagmorgen kwam deze brief van Anc f o, Algemeen Nederlands Foto- Persbureau bij ons binnen: Amsterdam, 23 december 1977. „Mijne heren, wij hebben deze week een foto verspreid van de heer W. Aantjes van het CDA, waarop hij zijn overhemd aan zijn secretaresse heeft gegeven om een knoopje aan te zetten. Ónze fotograaf heeft de foto gemaakt toen hij zich in een ruimte in het Tweede Kamergebouw bevond, met toestemming van de CDAfractie, waar alleen gefotografeerd mag worden met toestemming van de CDAfractie. Om deze foto te maken is niet 'van tevoren toestemming gevraagd. Nadat de foto gemaakt was is door de op dat moment aanwezigen (CDA-vertegenwoordigers en anderen), zo is ons inmiddels gebleken, de uitdrukkelijke afspraak met de fotograaf gemaakt dat de betreffende opname met voor pubJtfcatie aangeboden zou worden. Op de redaktie heeft onze fotograaf niet kenbaar gemaakt dat een afspraak gemaakt was de foto niet te publiceren. Door ons is de foto als altijd beoordeeld op nieuwswaarde en in dit geval op welgevoeglijkheid. Wij vonden het een menselijke, niet geposeerde foto en meenden dat er geen journalistieke bezwaren bestonden tegen publikatie. De foto is toen in onze dienst opgenomen. Dit bleek echter, gezien de toezegging die de fotograaf aan de belanghebbende heeft gedaan, niet correct te zijn geweest. Wij zouden het op prijs stellen indien U van het bovenstaande melding maakte in Uw blad en verzoeken U de foto niet meer voor publikatie te gebruiken. Hoogachten, Directeur Anefo J. Evers". Red.).
Blote best. "Leeuwarder courant : hoofdblad van Friesland". Leeuwarden, 27-12-1977, p. 5. Geraadpleegd op Delpher op 02-04-2025, https://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010620707:mpeg21:p005
Vier buurtbewoners en zeven kinderen hebben wethouder Rijpma bezocht en hem een brief gegeven met 225
handtekeningen van bewoners van Aldlan-Oost. In deze brief wordt gevraagd om het braak liggende terrein bij de school te bestemmen voor speelen sportterrein, althans voor een deel. In heel Aldlan-Oost, tweede fase, is geen enkel speelterrein voor de kinderen. Volgens de wethouder is er geen geld voor. Het bewuste terrein zou al verkocht zijn, hoewel niemand kan zeggen aan wie. Wethouder de Vries en de gemeenteraad zijn hiervoor verantwoordelijk. Die kunnen er dus ook nog wel wat aan veranderen. Dat moet dan ook maar gebeuren.
Over de gevaarlijke verkeers-situatie in de Holwortel en de Stinzenflora zei de wethouder, dat het op veel plaatsen in de stad gevaarlijk is. Dus met andere •woorden: het begint een normale zaak te worden dat kinderen niet veilig meer naar school kunnen. Volgens de wethouder is er geen geld om de oversteek van de kinderen te beveiligen. Maar er was wel geld om van de Holwortel en de Stinzenflora een voorrangsweg te maken, met tientallen dure verkeersborden. Een eenvoudige verkeersdrempel hoeft helemaal niet duur te zijn. Wethouder Rijpma is ook voorzitter van de Verkeerscommissie, dus dat moet hij ook wel weten. Of moeten er eerst slachtoffers vallen? Leeuwarden. Rachel Kientz. (Het college heeft in de mededelingen aan de raad schriftelijk antwoord gegeven op een brief over hetzelfde onderwerp. Een deel van het terrein is bestemd voor de Stichting Tiallingahiem, die daar een kindertehuis zal gaan bouwen. Voor de bestaande school zullen hier noodlokalen worden geplaatst. De overblijvende gedeelten moeten nog een bestemming krijgen, daarover wordt onderhandeld, aldus b. en w. Hetcollege merkt op dat „in het plan-Aldldn ons inziens voldoende rekening is gehouden met de totstandkoming van de speelgelegenheden voor oudere kinderen . Red.)
Kinderen in Aldlân. "Leeuwarder courant : hoofdblad van Friesland". Leeuwarden, 27-12-1977, p. 5. Geraadpleegd op Delpher op 02-04-2025, https://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010620707:mpeg21:p005
Sinterklaas kwam vroeg in Heerenveen dit iaar, té vroeg. Maar ik zie daarin toen wel een oorzaak, namelijk Heerenveen Promotion kwam met een verloting en men had méér loten genomen dan verleden jaar, namelijk 1.200.000. De winkeliers wilden er eens best aan trekken: bij aankoop van ƒ 5 een lot. Reken maar uit voor welk gigantisch bedrag de winkeliers aan de man hoopten te brengen. Vandaar, dacht ik de zeer vroege aankomst van Sinterklaas. Het is toch jammer dat zon druk op het kopende publiek wordt uitgeoefend. De prijzen in deze verloting waren m.i. met het oog op het aantal loten zeer klein gehouden. Als je zon verloting één keer per jaar houdt, mag je er wel eens uitspringen met de prijzen. Er zijn kleinere verenigingen, die met het aantal prijzen in hun verlotingen Heerenveen Promotion bijna kunnen evenaren. Evenzo zijn er veel kleinere dorpen, die met veel minder loten grotere prijzen hebben. Wat Heerenveen Promotion ook onderneemt, er is doorgaans niet over te juichen. Ik vraag mij af „Wanneer wordt Heerenveen Promotion volwassen?" Heerenveen. Opmerker.
Druk op de kopers. "Leeuwarder courant : hoofdblad van Friesland". Leeuwarden, 27-12-1977, p. 5. Geraadpleegd op Delpher op 02-04-2025, https://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010620707:mpeg21:p005
Terecht wordt er vanuit de Provinciale Staten kritiek geleverd op de voorlichting van PEB via het tijdschrift „Stroom." Dit tijdschrift kan misleidend genoemd worden.
Op een van de eerste bladzijden is er een pleidooi om verstandig te zijn met energie. Maar zoek die besparing toch niet' bij elektriciteit, kijk liever naar wat anders. Als u 's avonds buiten loopt, kijk dan ook niet naar de soms al te overvloedige straatverlichting; kijk ook niet of er misschien teveel lampen in huis branden, kijk maar naar wat anders. Daar ongeveer lijkt het verhaal op neer te komen. De verspilling elders is geen excuus voor de verspilling via elektriciteit. Dat had men best mogen vermelden.
Op de daarna volgende pagina's is er weer het nu bijna gebruikelijke pleidooi voor de kernenergie („appeltje voor de dorst"). Daarna een verhaal dat over energiebesparing bij het wassen heet te gaan. „Was vooral niet bij te lage temperatuur; zoek de besparing maar elders," zo wordt ongeveer verteld. Waar dan wel, wordt er niet bij vermeld. Men had daarentegen er best bij kunnen vermelden „Was niet onnodig te heet; dat beschadigt het wasgoed en geeft veel verspilling.
Dan nog een verhaal over platte stekkers, die afgekeurd heten te zijn. (Toch was het Kema-Keur!) En daarna een vergelijking tussen een warmtepomp en een slecht-werkende gasverwarming. Een vergelijking is best, maar vergelijk dan wel met een goed-werkende gasverwarming.
Tot slot wordt vermeld „Nachtstroomreservoir is geen stroomverslinder." Dit is wellicht wel het meest misleidende artikel. Er wordt in dit artikel
Voorlichting veranderen. "Leeuwarder courant : hoofdblad van Friesland". Leeuwarden, 27-12-1977, p. 5. Geraadpleegd op Delpher op 02-04-2025, https://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010620707:mpeg21:p005
AL JARENLANG doen we in Nederland veel voor arme landen. We hebben daar een prachtige organisatie voor, de NOVIB. Dat is de „Nederlandse organisatie voor internationale betrekkingen." De NOVIB heeft in de loop van de tiid een heleboel goeds gedaan. Zij heeft nu een nieuwe voorzitter: Êrof. dr. Bas de Gaay Fortman, erste Kamerlid voor de PPR en hoogleraar aan het Internationale Instituut voor Sociale Studies in Den Haag. Hij weet er veel van. Zelf heeft hij lang in de derde wereld gewerkt. Hij weet dus, waar hij over praat. De zaterdag voor kerst stond er eén vraaggesprek met hem in Trouw.
De Gaay Fortman is een gelovig man. Hij heeft vertrouwen. Geen blind vertrouwen. Hij vindt, dat wijzelf allerlei dingen moeten doen. Ziin vertrouwen houdt dan in, dat er volgens hem een kans is, dat we het doel bereiken, waarnaar we streven.
Wat moeten we dan doen? Bij onszelf beginnen. Eerst eens om ons heen kijken en denken over wat we dan zien. Wat zien we? Welvaart, redelijke prijzen, rijkdom in vergelijking met anderen, een enorme ontwikkeling, zeg maar over-ontwikkeling.
Wie daar even over nadenkt, komt onvermijdelijk tot de slotsom, dat al die aangename dingen hier alleen maar kunnen dank zij de onderontwikkeling daar. „Onze produkten kunnen naar verhouding goedkoop zijn, omdat we (te) weinig betalen voor de grondstoffen uit de derde wereld. Dat besef zou hier veel meer moeten doordringen."
Waarom zou dat moeten? Omdat pas dan de toestand, waarin wij verkeren, niet meer zo vanzelfsprekend is. Tot nu toe zijn we altijd geneigd geweest de bestaande verhouding te aanvaarden als rechtmatig en billijk. Dat is zelfs zozeer het geval, dat we een verandering in die verhoudingen zouden ondervinden als een onredelijke aanslag op ons bestaan. Maar het is helemaal niet onredelijk. ' Het onredelijke schuilt daarentegen in de vanzelfsprekendheid waarmee wij hier profiteren van de achterstanden daar.
Dit gevoel van vanzelfsprekendheid heeft er ook toe geleid, dat we de technieken, die de onaanvaardbare toestand kunnen veranderen, niet genoeg hebben ontwikkeld.
Dat is niet eens aldoor merkbaar, omdat we over dit moeilijke onderwerp voortdurend praten. Er wordt teveel gepraat en lang niet genoeg gedaan. En als we wat doen, dan gaat het niet eens in de eerste plaats om de oplossing van al die moeilijke problemen daar. Er moet allereerst hier bij ons het een en ander worden gedaan. Wat? We moeten anders gaan leven.
De noodzaak tot een andere manier van leven is niet nieuw en Bas de Gaay Fortman is er ook allerminst de uitvinder van. Maar het is goed, dat hij er nog eens op wijst, want dat „andere leven is iets, dat iedereen gemakkelijk en
de indruk gewekt, alsof een nachtstroomboiler via de centrale nauwelijks of helemaal geen brandstof vraagt. Wel degelijk vergt zon boiler brandstof, zelfs ongeveer tweemaal zoveel als voor dezelfde hoeveelheid warm water via een gasgeiser! Een centrale, welke 's nachts met weinig belasting draait, vraagt minder brandstof dan dezelfde met vele ingeschakelde boilers.
Voor de klant is een nachtstroomboiler evengoed ook duur. Een boiler verliest overdag ook warmte en daarmee energie, zonder dat dit water gebruikt wordt. Een gasgeiser heeft dit nadeel vrijwel niet. Een nachtstroomboiler gebruikt b.v. 2400 kWu elektriciteit per iaar. Via de centrale is dat 700 m 3 gas. )at kost de klant ƒ 240 aan stroom.
Voor dezelfde hoeveelheid warm water gebruikt een gasgeiser 350 m 3 gas per jaar. Dat kost de klant globaal ƒ9O aan gas. Tezamen met vaste kosten, wordt dat dan voor de gebruiker bij de nachtstroomboiler ongeveer ƒ 330 per jaar en bij de gasgeiser ƒ 160.
Eigenlijk zegt het blad met alle misleiding: Gebruik vooral niet te weinig stroom. De voorlichting moet wel zeker veranderen. Utrecht. Ing. Hendrik Venema graag vergeet. Wij zijn alweer druk bezig met onze zorgen om een voortgezette economische groei. Alle waarschuwingen tegen die groei zijn vergeten. Er is ook niet erg goed over nagedacht. We weten bijvoorbeeld helemaal niet hoe onze verdfelingsproblemen er uit zouden zien, als we die economische groei hadden afgezworen als een nastreefbaar doel.
De Gaay Fortman heeft dat in zijn vraaggesprek heel duidelijk gezegd: „we staan op een kruispunt. Of we vechten hard voor onszelf, proberen weer te gaan groeien, houden de ruilvoet met de ontwikkelingslanden, zoals zij is; óf we besluiten tot steun aan de ontwikkelingslanden, omdat we allemaal op eén ondeelbare wereld leven. Zoals de Amerikaanse president Carter zegt: geluk en voorspoed van eenderde deel van de wereld kan nooit echt zijn als tweederde in armoede en ondervoeding leeft. Naastenliefde, in de meest letterlijke zin van het woord, kan best een goede reden zijn." De Gaay Fortman heeft geen antwoord gegeven op de moeilijkste vraag: hoe krijg je gedaan, wat er gedaan móet worden, als de mensen het niet willen? Het is niet gemakkelijk oplossingen te bedenken voor het grote vraagstuk van de komende vijftig jaar. Het is nog eindeloos veel moeilijker aan te geven, welke voorwaarden vervuld moeten worden om gedaan te krijgen wat je dan bedacht hebt.
Wie denkt, dat de mensen heus wel zullen doen wat verstandig is, omdat het zo verstandig is, die trekt een wissel op de liefheid van de mensen of hun verstand. Zon wissel is niet verzilverbaar, want de mensen zijn gewoon anders. Niet aardig. Ze zijn slecht. Bijna niemand was tot nu toe bereid te doen wat voor de hand ligt. Een werkgroep „nieuwe levensstijl" kan best enige aanhang verwerven maar het is al te optimistisch dan te denken, dat heel het kerkevolk zijn levensstijl verandert.
Wat dan? Dwang? Dat ligt misschien wel voor de hand, maar het helpt ook niet, want de mensen, die gedwongen worden te doen wat zo voor de hand ligt, zullen zich er met alle krachten, die zij hebben, tegen verzetten. Zijn er nog meer mogelijkheden? Vermoedelijk niet en daar ligt nu net de kern van het probleem. Als de mensen niet vrijwillig doen wat nodig is voor de derde wereld en inbinden in hun eigen overmatige verlangens, dan krijgt de derde wereld de kansen niet, die zij moet hebben. Het vraagstuk wordt niet opgelost. Het wordt alleen maar groter. En gevaarlijker. En dreigender.
De twee grote vraagstukken van de wereld van nu zijn de bewapening en de armoe. Die zullen moeten worden opgelost.
Het is uitstekend, dat de nieuwe voorzitter van de NOVIB ons wijst op wat we hebben te doen en te laten. Het is niet voldoende. We zullen onszelf ook nog moeten veranderen. Doen we dat? Ik denk van niet. Niet vrijwillig^ En dan? Ik zou willen, dat De Gaay Fortman nog eens iets zei over dat „dan".
Bas de Gaay Fortman: een aalmoes geven alleen is niet genoeg. Wij hier moeten ons gedrag veranderen".
Laurens ten Cate Dagelijks Hier doen voor daar. "Leeuwarder courant : hoofdblad van Friesland". Leeuwarden, 27-12-1977, p. 5. Geraadpleegd op Delpher op 02-04-2025, https://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010620707:mpeg21:p005