Leeuwarder courant

  • Kopieer en plak deze bronvermelding in je document

Er is helaas een probleem met het ophalen van de afbeelding.

Dit kan twee oorzaken hebben:

  • De publicatie is nog niet beschikbaar in Delpher, maar zal dat binnenkort wel zijn.

  • Er is een tijdelijke storing met het laden van de afbeelding.

  • Probeer het later opnieuw.

    Onderstaande tekst is niet 100% betrouwbaar

    BINNENLAND. LEEUWARDEN, 15 Augustus.

    Sterfte in Friesland. Gedurende de maand Juli zijn in de provincie Friesland overleden 477 menschen, hieronder begrepen 35 levenloos aangegevenen of, over een geheel jaar gerekend, 16.63 op 1000 inwoners (te Leeuwarden 21.02). De sterfte naar den leeftijd was als volgt: beneden 1 jaar 114, van I—s jaar 47, van 5—14 jaar 21, van 14—20 jaar 18, van 20—50 jaar 70, van 50—65 jaar 55, van 65—80 jaar 93, boven 80 jaar 28. Aan de bij de wet genoemde besmettelijke ziekten stierf 1, en wel aan mazelen, voorts aan kinkhoest 4, croup 1 , kraambedziekten 0, kanker 26, keel- en longtering 61, andere acute ziekten der ademhalingsorganen 41, andere chronische dito 15, acute ziekten der spijsverteringsorganen 42, chronische dito 39, hart- en vaatziekten en gebreken, rheumatismus 11 , ziekten der organa urogenitalia 13, id. van hersenen en ruggemerg 37 , apoplexie, stuipen , trismus, epilepsie 26, gewelddadige dood, verdrinken enz. 18, alle andere oorzaken 109. De doodsoorzaak werd in 25 gevallen als onbekend opgegeven. In 31 gevallen werd doodachouw verricht, omdat de patiënten zonder geneeskundige behandeling waren gestorven. De sterfte in iedere gemeente was als volgt: Achtkarspelen 13, iEngwirdon 5, Ameland 6, Baarderadeel 14, Barradeel 9, het Bildt 7, Bolsward 6, Dantumadeel 21, Dokkum 5, Doniawerstal 5 , Ferwcrdoradcel 12 , Franeker 13 , Franekeradeel 6, Gaasterland 8 , Harlingen 12, Haskerland 16, Hcmelumor Oldephaert en Noordwolde 7, Hennaarderadeel 9, Hindeloopen 0, Idaarderadeel 9, Kollumorland en Nieuwkruisland 9, Leeuwarden 56 (levend geboren 77), Leeuwarderadeel 12, Lemsterland 7, Menaldumadeel 25, Oostdongeradeel 10, Ooststellingwerf 20, Opsterland 23, Kauwerderhem 3 , Schiermonnikoog 3 , Schoterland 17, Sloten 0, Smallingerland 12, Sneek 14, Stavoren 1 , Tietjerksteradeel 17, Utingeradeel 3, "Westdongeradeel 11, Weststellingwerf 17, Wijmbritseradeel 14, Wonseradeel 14, Workum 3, IJlst 3.

    — Raad van State. Bij de afdeeling voor de geschillen van bestuur van den Raad van State, gepresideerd door het oudste lid mr. Hubrecht, was in de gisteren gehouden openbare vergadering ingekomen een koninklijk besluit, houdende beslissing in het beroep van den commissaris der Koningin in Friesland tegen het besluit van Ged. Staten dier -provincie op de aanvrage van het bestuur der bijzondere lagere school te Harlingen, van de Vereeniging tot bevordering van chr. nat. gewoon en meer uitgebreid lager onderwijs aldaar, om de rijksbijdrage over 1894 (bedoeld bij de wet tot regeling van het lager onderwijs). Het beroep is gegrond verklaard en de rijkshijdrage vastgesteld op ƒ312.50.

    — Besmettelijke veeziekten. De St.-Ct. no. 190 behelst een staat van de gevallen van besmettelijke veeziekten, in Nederland voorgekomen gedurende de maand Juli 1895.

    Uit dezen staat blijkt, dat van mond- eu klauwzeer iv het geheele rijk voorkwamen 224 gevallen bij het vee van 21 eigenaars , en wel in Zuid-Holland 18 gevallen bij 2 eigenaars: in Noord-Holland 175 gevallen bij 15 eigenaars: in Utrecht 31 gevallen bij 4 eigenaars.

    Van besmettelijke varkensziekte werden reconstateerd in het geheele rijk 1644 o-evallen bij de varkens van 1107 eigenaars, namelijk in Noord-Brabant 39 gevallen bij 26 eigenaars, in Gelderland 19 gevallen bij 10 eigenaars , in Zuid-Holland 445 gevallen bij 395 eigenaars , in Noord-Holland 67 gevallen bij °35 eigenaars, in Zeeland 46 gevallen bij 39 eigenaars, in de provincie Utrecht 6 gevallen bij 6 eigenaars, in Friesland 1009 gevallen bij 586 eigenaars, in Groningen 3 gevallen b\j 8 eigenaars en in Drenthe 10 gevallen bij 7 eigenaars.

    Van miltvuur kwamen in het geheele rijk 17 gevallen voor bij het vee van 14 eigenaars. Van hondsdolheid werd in Juli «reen enkel geval geconstateerd.

    — Pensioenverzekering. De installatie der Staatscommissie in zake pensioenverztktring voer werklieden zal plaats hebben op Maandag 2 September a.s. in de Trèveszaal van het departement van waterstaat. handel en uij verheid.

    — Commiezen der telographie. D» broederschap van commiezen der telagrapiiie zal hare jaarvergadering Zondag 1 .S.jt. in het .Haagsche koffiehuis" te Utrecht houden. Onder de punten ter behandeltij komen o. a. voor: Voorstel van den heer W. Smits te Rotterdam, in zake klassen-promotie: nadere mededeelingen omtrent den „Baudot" stroomloop door den heer J. J. Hettemhij commies te^ Rotterdam; beschouwingen van den heer Schotel, commies te Amsterdam , over de opleiding voor het corps.

    — Nieuwe geweren. De aanbieding van het departement van oorlog gedaan voor vervaardiging van geweren in het binnenland i 3, aldus meldt men ter aanvulling van een vroeger bericht, ingetrokken, nadat gebleken was dat de door het syndicaat ontworpen fabriek geen voldoend productievermogen had, om te beantwoorden aan de door den minister in de vergadering der Tweede Kamer op 14 Maart 1.1. gedane concessie. Eene poging, om daarna de onderhandelingen voort te zetten, ten einde, desnoods op den grondslag van een langeren leveringstermijn, tot overeenstemming te geraken, heeft niet tot eene gunstige uitkomst geleid.

    — Onbetamelijk. Het comité der Amsterdamsche wereld-tentoonstelling beraamt plannen voor een Lombokdag, voor het geven van een voorstelling van de bestorming van een inlandsche benting door Nederlandsche troepen. Ineen artikel, dat het opschrift „Onbetamelijk" draagt, onderwerpt De Tijd deze plannen aan een niet geheel en al onverdiende kritiek. Zij acht die niet alleen onbetamelijk, maar ook gevaarlijk. Het blad zegt o. a.: „Indien de voorstelling op het tentoonstellingsterrein zoo bedriegelijk getrouw kon worden nagebootst, dat het publiek in den waan werd gebracht, een werkelijken aanval van onze Indische troepen op de Balmeezen bij te wonen ; dat hoegenaamd geen speling werd gelaten voor groven humor, wij zouden de uitvoering om de hierboven aangevoerde reden ontraden. Maar dit te meer, nu voor het comediespel zooveel mogelijk soldaten zullen worden gebruikt, die de expeditie hebben medegemaakt; nu mannen, die de pijnlijke werkelijkheid hebben gekend, die nog treuren over het gemis van een bij den verraderlijken aanval of daarna gevallen kameraad , wier borst misschien prijkt met het eerekruis voor „Moed, Beleid en Trouw", — nu zulke dapperen zullen worden vernederd tot het spelen van de rol van clowns. Dat is stuitend, dat is ergerlijk. Men vergete niet, dat tusschen het ernstige en het lachwekkende de grens zoo smal is; dat zoo licht door het eene of andere kleine incident de spotlust vaardig wordt, vooral in een omgeving als het tentoonstellingsterrein, waar de schetterende tonen van het orgel van XharHaire's stoom-mallemolen, het getoeter van den Afrikaan op zijn olifantstand , het Panrluitje van een der muzikanten van het Wiener Café, het gegil op do rutschbaan enz. er voortdurend aan herinneren dat het kermis is daarginds. Gesteld evenwel, dat het tentoonstellings-comité aan al die illusie Verstorende geluiden het zwijgen oplegt, hoe licht gebeurt er bij zoon spiegelgevecht iets, dat de aandacht afleidt en den hoogen ernst, welke bij zulk osn schouwspel past, verstoort. Er zijn altijd lieden, die voor het comische zeer ontvankelijk z jn. Bovendien , wie waarborgt, dat do socialisten Diet deze gelegenheid zullen te baat nemen, om, na met woorden tegen de Lombok-expeditie t 3 hebben geprotesteerd, dit ook eens met daden to beproeven, door aanleiding te geven tot ongeregeldheden ? Wanneer reeds — wat het geval Is — bij het vuurwerk de beeltenissen van do Koninginnen uitdrukkingen uitlokken van verregaand oneerbiedigen en honenden aard , is het waarlijk niet pessimistisch , te verwachten , dat de socialisten bij zulk een de hartstochten prikkelend tooneel als het voorgenomen spiegelgevecht zich niet rustig zullen gedragen." 'Al aou, meent De Tijd, het comité niet van zijn plan willen afzien , een zoogenaamd serieuze mitveering kan worden onmogelijk gemaakt door de weigering der militaire autoriteiten, om troepen af te staan voor het onwaardige spel. Ook de heer Rössing spreekt in het N. v. d. D. den wensch uit, dat het uitvoerend comité der tentoonstelling de minder kiesche Lombokvertooning vervange door iets anders. Hij acht zoo iets desnoods goed voor een paardcnspel, niet voor eene wereldtentoonstelling, wier bestuur den hoogen ernst van den strijd in Lombok niet tot spel mag maken. Als het waar is, zegt de heer R., dat aan die vertooning mannen zullen meedoen , die als krijgers de bange dagen op Lombok hebben meegemaakt, daalt de achting voor hen, maar meer nog die voor een bestuur, dat hen daartoe zelf uitnoodigt of doet uitnoodigen. Daden van moed en zelfopoffering verlaagt men niet tot een armzalig poppenspel. Wil het bestuur het publiek amuseeren , laat het een narrenavond geven, en bij goeden uitslag vertooningen als vau De Schoone Slaapster herhalen.

    — Barbaren. Voor de Arnhemsche rechtbank is de volgende zaak behandeld. Zondag 30 Juni jl. ging de schoenmaker Dammers te Arnhem kalm uit wandelen, toen hij in het zoogenaamde Arnhemsche Broek twee opgeschoten slungels tegenkwam, waarvan^ de eerste hem om vuur vroeg. Bereidwillig reikte D. hem zijn sigaar over, doch oen der jongens pakte den schoenmaker toen plotseling krachtig beet, zoodat de laatste er niet dan met veel moeite in slaagde zich los te rukken, waarbij de rokspand werd afgescheurd. D. werd hierop wederom aangegrepen , voortgeduwd en in een sloot geworpen, waarin wel is waar slechts woinig water stond, maar welke vol modder zat. Hij zakte dan ook onmiddellijk tot aan zijn borst naar beneden. Hij trachtte toeu er uit te komen en hield zich daarom vast aan een daar gespannen ijzerdraad. De tweede beklaagde beukte toen net zoo lang op het gezicht van den schoenm ïker. dat deze gedwongen werd los te laten , ter wij i hem bovendien het bloed uit neus en mond vloeide. Voor de derde maal trachtte D. zich hierop te bevrijden door om hulp te roepen en zich tevens aan een boom vwt te knellen. De ellendelingen sloegen toen echter den ongelukkigen schoenmaker zoodanig op pols, armen en andere lichaamsdeelen , dat hij bewusteloos achterover viel en zeker gestikt zou zijn , wanneer niet iuist op dat oogenblik hulp was aangekomen. De wreedaards voltooiden daarom hun werk door met een schoen naar D. te gooien en. verlieten vervolgens het terrein hunner misdaad. Toen do schoenmaker uit zijn benarde positie bevrijd was, was hij onkenbaar. Hij zat vol bloed en modder, terwijl zijn verscheurde kleederen over het weiland verspreid lagen. Van de beklaagden was slechts éen verschenen. Berouw had hij blijkbaar niet, integendeel, hg was zoo onverschillig mogelijk en zeide dat hij toon een paar dagen in beschonken toestand was. • u*l4v.de getuigenverklaringen bleek, dat de zaak i £ft toGSedragen, zooals hierboven is vermeld. De schoenmaker zelf is een hoogst eenvoudig man, en men begrijpt niet waarom de beklaagden juist hem als hun slachtoffer hebben uitgekozen.

    Do officier van justitie, mr. Scheltema, was van oordeel, dat de verantwoordelijkheid voor de gepleegde mishandeling voor het grootste gedeelte neerkomt op het hoofd van den verschenen beklaagde, die reeds meermalen terecht gestaan heeft. Hij is begonnen, door met zijn gewone brutaliteit en vlegelachtigheid den schoenmaker aan te grijpen en hem op de hemeltergende wijze te mishandelen, welke uit het getuigenverhoor is gebleken. Het betreft hier een mishandeling van een hoogst gevaarlijk karakter. Vandaar dat het O. M. tegen beklaagden onderscheidenlijk negen en zes maanden eischte.

    — Branden. Het dorpje Grongfeld, in Limburg, heeft een groote ramp getroffen. Eergisteren is aldaar een vreeselijke brand uitgebroken. De Limb. Koer. deelt omtrent den brand het volgende mede: Onverwachts werden even na het middaguur, de bewoners van ons dorp opgeschrikt door het brandalarm, dat weldra van verschillende kanten weerklonk. Midden in het dorp was in eene boerenwoning brand ontstaan in een der stallen. Met verwoedheid en onbegrijpelijke snelheid breidde zich het vuur uit. Drie , vier woningen, waren als het ware op hetzelfde oogenblik in een hevigen gloed herschapen. De plaatselijke brandweer was terstond aanwezig en alle krachten werden ingespannen, om het vernielend element meester te worden. Aanvankelijk slaagde men er dan ook in , don brand tot een zestal huizen te beperken, en reeds begon men de hoop te koesteren, dat h"t onheil zich daartoe zou bepalen, toea men niet ontzetting bemerkte , dat het vuur zich had medege Jeeld aan de huizen , gelegen aan de overzijde der straat. Met dezelfde hevigheid greep ook hier het vuur om zich heen, hetgeen niet te verwonderen is, als men bedenkt, dat schuren on stallen opgepropt waren met veldvruchten. Onuitstaanbaar werd nu de hitte, wat het blusschingswerk niet weinig verhinderde, het verkeer op den rijksweg langen tijd onmogelijk maakte en in het algemeen de verwarring ten top voerde. Nog was men niet geheel bekomen van dezen schrik, of men bespeurde, dat het vuur zich reeds weer opnieuw aan verder naar achter gelegen perceelen had medegedeeld, die in een oogwenk tot den grond toe waren afgebrand. Onberekenbaar is de schade, door dezen brand aangericht. Uit de eerst aangetaste huizen kon zoo goed als niets gered worden. Meubels, vee, kleeren, kortom alles werd eene prooi der vlammen. Velen bezitten thans niets meer dan de kleeren, die zij op 't oogenblik van den brand droegen. Niet minder dan zeventien huishoudens zijn zonder woning en zonder voedsel en stalling voor het geredde voo; velen zelfs zonder kleeding en het meest noodzakelijke. Slechts enkelen waren geheel en al en voldoende verzekerd, bij bijna geenen de veldvruchten en bij de meesten enkel de gebouwen. Hieruit blijkt reeds genoegzaam de grootte der aangerichte schade. — Eergisteren avond tusschen 10 en 11 uur is een felle brand uitgebroken in het stroo bij de papierfabriek „Union" te Oude Pekela, firma Drenth en van Rosse. De lucht was zeer rood gekleurd en de hoog opgaande vlammen verlichtten fantastisch een groot deel der gemeente. Gelukkig was er windstilte en door het krachtig optreden der goed georganiseerde brandwacht mocht men den voortgang van het vuur stuiten. Een groot blok stroo van ruim 20,000 pakken is totaal verbrand. Oorzaak onbekend. Men vermoedt kwaadwilligheid.

    — Treurige trouwpartij. Dezer dagen werd het straatpubliek aan den Georweg te Delft een geheelen dag aangenaam beziggehouden door een trouwpartij, welke bijzonder luidruchtig werd gevierd. Tot de algemeene vreugde droeg vooral bij een roeitochtje, waaraan door eenige bruiloftsgasten werd deelgenomen , die , in min of meer benevelden toestand, er maar niet in slaagden het vaartuig een andere dan draaiende beweging te geven. De lust om met steenen en andere projectielen te werpen was aan de jeugd evenwel te machtig en daarom werd besloten de boot aan den wal te leggen en bij de politie bescherming te gaan vragen. Terwijl zich de vrouwelijke familieleden met deze zending belastten, begaf de vader van den bruigom zich naar huis , op zijn zwaaienden gang achtervolgd door een geheele kudde van zingende en blatende kinderen. Ook dit vergalde de vreugde van den man. Hij kwam uit ziju woning, gewapend met twee straatklinkers, waarmede hij in den blinde naar de omstanders wierp, terwijl hij zelf het evenwicht verloor. Te gelijk zonk ook een tienjarig jongeatje, het zoontje van G., ineen, getroffen door eea der steenen. Door een buurvrouw zoo goed mogelijk verbonden, werd hij naar de ouderlijke woning gebracht en aldaar heelkundig behandeld. Aanvankelijk scheen hij te herstellen, doch eenige dagen na het ongeval werden de verschijnselen eener doodelijke ziekte waargenomen, welke door het publiek gerucht als de gevolgen van de bekomen verwonding werden aangewezen. Door de politie is intusschen een uitvoerig onderzoek ingesteld, terwijl op het lijk van het knaapje een schouwing is verricht, waarvan het resultaat nog niet met juistheid is mede te deelen. Tegen den man, die met den steen heeft geworpen, is proces-verbaal opgemaakt. — Toekoe Nja Makam. lemand, die geruimen tijd in Atjeh en het Delische heeft doorgebracht, schrijft aan de Tel. omtrent Toekoe Nja Makam het volgende : Het is zeker om niet het ongenoegen op te wekken van Toekoe Djohan den Panglima-prang bcsar der Compagnie, dat het bestuur van Atjeh, do onderwerping heeft aangenomen van den beruchten Tamianschen roover Toekoe Nja Makam, bloedverwant van Toek. Djohan. Met de onderwerping van T. Nja Makam is niets gewonnen. Reeds geruimen tijd was hij door ziekte van allerlei aard zoo uitgeput, en door amfioen zoo verzwakt, dat hij geheel werkeloos moest bljjven. Te Tamiang werd dan ook in het laatste I*J. jaar niets van hem gehoord.

    Door vele kwalen bezocht en het guerilla-leven moede, heeft dit bendehoofd gemeend, dat een vast inkomen en goede geneeskundige behandeling verkieselijker is, dan het bevechten der Kafirs. Dank zij T. Djohan, kou hij zich ongestraft te Kota-Radja aanmelden en mag zelfs in kampong Djawa een huis betrekken , om onder geregelde geneeskundige behandeling te kunnen blijven. Het is opmerkelijk, zoo weinig invloedrijke hoofden zich komen onderwerpen; niettegenstaande den grooten steun, welken zij van ons kunnen verwachten tegen de priesterpartij (oolamas), wier toenemenden invloed zij met leede oogen aanzien. Enkelen schrijven dit toe aan de benoeming van Toekoe Djohan tot Panglima Pr. Besar, den hoogsten titel, dien men een Atjeher kan geven en daar T. Djohan niet van adel is, wil de Atjehsche aristocratie zich ongaarne als zijn mindere beschouwen. Ons inziens ware het staatkundiger geweest, dien titel te schenken aan den kleinzoon van den grooten Panglima Polim , nadat deze in 1893 ziju opwachting had gemaakt bij den gouverneur van Atjeh en Onderhoorigheden. Men zoude dan éen lid van de Sultans-familie den hoogsten rang geschonken hebben, iemand, die zoowel bij de priesterpartij als onder de Hoelabalangs grooten aanhang heeft. Misschien is het ook om Toekoe-Djohan, dat Bintara-Rembangan, die in Mei 1893 met eereschoten en veel geur ontvangen werd, zich niet meer in den kraton laat zien.

    — Lawntennis-wedstrijden. Deze wedstrijden op de banen van „De Bataaf' in de Scheveninsche hosebjes werden gisteren voortgezet. I—l I HIM 1M j, ~.- -.IT-WTm -..rrr Er werd mooi gespeeld en in de internationale heeren-single bleken de Eugelschen hun Hollandsche tegenstanders de baas te zijn, althans de beslissingskamp in deze partij staat tusschen de Engelschen dr. Wiiliams en Cranston.

    De verschillende andere intern, partijen, als : heeren-double , dames-double en damesen heeren-double, werden voortgeeet.

    In de dames-double staat de beslissing tusschen een Engelsch en een Hollandsch tweetal, t. w. a. mrs. Bailey en mrs. Smythe, en o. mevr. Blom en mej. van Lennep.

    Een zeer vinnige kamp was voorts de beslissings-wedstrijd om het kampioenschap van Nederland (nationale kamp, waarvoor onder de bekende voorwaarden een zilv. beker is uitgeloofd) tusschen de laatst aangebleven deelnemers in deze heeren-single, de heeren J. JE. van Rhede van der Kloot en F. de Ranitz. De strijd eindigde ten gunste van eerstgenoemde.

    — Inbraken. Te Vucht i 3 in den nacht van Maandag op Dinsdag ingebroken in de villa „Elsa", bewoond door den heer jhr. mr. P. van Meeuwen. De dief of dieven hebben voor een waarde van pi. m. ƒ 400 aan zilveren voorwerpen medegenomen.

    — Bij afwezigheid van den kastelein W. A. A. Koppers te Haarlemmermeer, heeft de 10-jarige W. 8., door het verbreken eener glasruit, zich toegang weten te verschaffen tot de herberg en uit de toonbanklade ontvreemd eenig geld , benevens sigaren en andere voorwerpen. Na de ontdekking beeft hij nogmaals beproefd door de gemaakte opening binnen te sluipen. — Bij zekeren I. R. te Hoogkarspel (N.-H.) werd gisteren _ ƒ 18 uit de woning vermist. Na onderzoek der politie is een kennisreiziger uit Hoorn aangehouden, die den diefstal had gepleegd. — Twee van Rotterdam's beruchtste inbrekers, met name B. Steehouwer en D. Wouters, tot de wetenschap gekomen dat het kantoor van de heeren Gerd. van Rossem & Co. aan de Nieuwehaven no. 89 des namiddags tusschen 3 en 6 uur gesloten is, vormden het plan daar in te breken, en brachten gisteren namiddag tegen half vijf dit plan ten uitvoer. Op sluwe wijze zich tot het kantoor toegang verschaft hebbende, braken zij om te beginnen twee lessenaars open en eigenden zich een bedrag van ruim ƒ5O toe. Doch terwijl zij zich hiermede onledig hielden, kwam heel toevallig een der kantoorbedienden op het kantoor en vond tot zijn groote verbazing twee hem onbekende lieden bezig met openbreken. Hij viel hen umi en er ontstond eene vechtpartij. Dit trok de aandacht van voorbijgangers, die daarop een politie-agent waarschuwden Deze, het kantoor binnengaande en Steehouwer herkennende, begreep terstond wat er gebeurd was. Hij greep hem beat en verloste den moedigen bediende uit zijn benarde positie. De andere inbreker, Wouters, nu ziende dat alles verkeken was, nam de vlucht en ontkwam. Inmiddels waren er nog een paar agenten verschenen , waarna Steehouwer naar het politiebureau in de lange Torenstraat werd gebracht, waar ƒ4B van de ontvreemde som in zijn bezit werd gevonden. De oude en beruchte inbreker, die reeds «ijn zilveren feest in de gevangenis vierde, werd in bewaring gesteld. Wouters werd later op den avond aangehouden.

    — Te Hilversum hebben dezelfde drie jongens, die onlangs diefstal pleegden bij den zoogenaamden ,rijken bedelaar" Vos, opnieuw ingebroken , thans in de bergplaats der scherpschutters-vereeniging , op het schietterrein , alwaar zij onder meer een ilesch cognac vonden en die leegdronken. Zij geraakten daardoor in zwaar beschonken toestand en werden zoo door de politie gearresteerd. Een van hen had echter nog de kracht om het hazenpad te kiezen.

    — Dierenmarteling. De slager A. Bakker te' Oudkarspel zou dezer dagen een paard slachten , dat door het breken van een der achterpooten voor zijn werk ongeschikt was geworden. Om het dier naar zijne woning te vervoeren, bond hij het een touw om den bek, den nek en de voorpooten en sleepte het zoo, met behulp van een tiental gedienstigen , over een weg van niet minder dan 70 el lengte. Het ongelukkige dier trilde van pijn en wendde wanhopige pogingen aan om zich van zijn beulen te ontdoen. Naar aan de Alkm. Ct. — aan. welk blad het bericht is ontleend — werd medegedeeld, is tot heden tegen de bedrijvers van deze oumen3ehelijke daad geen proces-verbaal opgemaakt.

    _ Onweer. Een lijnopzichter n H. IJ. S. M. werd gisteren morgen otn3t: ?e acht uur, terwijl hij zich ophield hn^ seinhuis op het oostelijk stationseilan(Jeea Amsterdam, door den bliksem getroffen * dit gevolg alleen, dat hem de pet v ' hoofd vloog en hijzelf eene lichte dab,i: * gevoelde. De pet kwam in aanrakiBR *% den arm van een dicht bij hem staand ' rangeerder, die in dien zelfden arm get *f ien werd, waardoor dat lichaamsdeel gehra° h werd , zoodat geneeskundige hulp noodig J? In den nacht van Maandag opDinsdaKo een uur, nadat een hevig onweer gewo^ had , werd de landbouwer G. J. ter Rjet Lonneker gewekt door zijne buren en ontdekt! men dat zijne schuur in lichtelaaie stond Alleen een wagen kon nog gered worden' Niets was verzekerd. Door het flink optre den der buren mocht het gelukken het woonW te behouden.

    — Een milicien van het regiment g^. nadiers en jagers, oppasser bij een luitenant van genoemd regiment, had voor dezen een brief moeten aanteekenen, waarin eenbedrao van. ƒ25 aan bankpapier. Bij de ontvang door den geadresseerde bleek deze te bevat ten een muntbiljet van f 10. De oppasser heeft verklaard dat de brief door hem met ƒ25 in de bus is gedaan, na dien te hebben doen frankeeren als aangegeven geldswaarde, doch niet te hebben doen aanteekenen. Eveneens heeft hij verklaard den brief op de post te hebben gedaan tusschen 3 en 4 uur nam terwijl het psststempel aangaf dat dit tui! schen 7—B uur nam. zou zijn geschied. Na een onderzoek of de mogelijkheid bestond, dat iemand anders bovenbedoelde ƒ25 uit den brief kon hebben ontvreemd en dezen z_{ later weder met een bedrag van tien gulden (muntbiljet) in de bus kon hebben gedaan en na een langdurig verhoor van den directeur der posterijen is genoemde milicien op de vordering van den auditeur-militair eerst bij handtasting ontslagen en nu door den krijgsraad vrijgesproken.

    — Een belangrijke aanhouding, Gisteren nacht is te Rotterdam aangehouden Gustav Bingen, oud 29 jaar, een der betrokkenen bij het bankroet Bingen te Genua volgens het Politieblad wegens het verduisteren van 690,000 francs, volgens andere berichten voor nog veel aanzienlijker bedrag Bingen werd in hechtenis genomen toen bij zich aan boord wilde begeven van de naai Amerika vertrekkende stoomboot Spaarndam, waarop hij als le klasse passagier plaats had genomen.

    Even nadat hij was aangehouden, werd bij ongesteld en toen op last van den hoofdcommissaris per rijtuig naar het politiebureau gebracht. Bij de fouiileering vond men op hem een fleschje met sublimaat-pastilles, en verklaarde hij aan den hoofdcommissaris dat hij even na zijne arrestatie er een van had ingenomen met het doel zich van het leven te berooven. Daar ziju toestand niet beter werd, bracht men hem om 3 uur in den nacht naar het Ziekenhuis, waar men hem bij herhaling de maag leegpompte, ten einde het gift te verwijderen. Het gevaar voor zijn leven i 3 nog niet geheel geweken. In de laatste dagen had hij zich te Rotterdam opgehouden onder den valschen naam Georg Blind. Hij was zeer elegant gekleed, maar beantwoordde niet aan het signalement. Van zijn broeder Alfred wist hij, volgens zijn zeggen , niets af. In zijn bezit werd nog esn bedrag van ongeveer 1000 mark bevonden. Hij was zeer zenuwachtig bij het aan boord gaan, waardoor hij onwillekeurig de aandacht trok.

    Jan C., bediende bij de effectenhandelaars Claassen en Beuns te Haarlem, heeft uit een aangeteekenden brief ontvreemd een biljet van 1000 mark. Dit geld heeft hij verteerd. Hij is in arrest.

    — Gemeente-secretaris bierhuishouder. Te Wamel — zoo wordt medegedeeld — houdt de gemeente-secretaris een bierhui», en in dat bierhuis-lokaal hebhen zelfs de verkiezingen plaats, waardoor velen zich min of meer gedwongen gevoelen iets te verteren, evenals diegenen, die tot behandeling hunner aangelegenheden den secretaris noodig hebben.