De Great Eastern heeft eindelijk eens eene voordeelige reis gemaakt, eo hoewel niet veel is er toch een batig slot overgebleven. Op eene vergadering der eigenaren kondigde de president aan dat de zuivere wiust der reis naar New-York en terug eene som van 318 pond bedroeg. Wat echter meer zegt het stoomschip is thans hoogelijk geprezen geworden wegens zijne zeevaardigheid, en het vertrouwen' der aandeelhouders op de toekomst was zoo groot, dat eeue benoodigde som van 4000 pond in de vergaderzaal werd volgeteekcnd. De Great Eastern zal op Amerika blijveu varen. (The Atlas.) — De tentoonstelling heeft onder anderen aanleiding gegeven tot een zeer romanesk avontuur, waarmede ons publiek zich bijzonder amuseert. De zestienjarige dochter vau den baron de la Tour, madlle. Marguérite Frigante de La Tour werd nl. in mannengewaad voor den magistraat in Guildhal gebragt, ten einde rekenschap van hare verschijning te Londen te geven. Zij deelde den magistraat mede, dat zij, verlangend om de groote tentoonstelling te zien, waarvan zij zooveel had hooren spreken, zich heimelijk meester had gemaakt vau eeuig geld harer tante, in wier huis zij vertoefde, dat zij hare lokken had afgesneden, en zich voorts in mannenkleederen had vermomd en van Parijs naar onze hoofdstad was vertrokken, ten einde Hare nieuwsgierigheid te bevredigen. Het meest kurieuse der geschiedenis is, dat zij ten vijf ure 's morgens zittende op deu drempel van een huis in zekere straat door een polieie-ageut werd gevonden, die niet voldaan met hare mcdedeeiingen, haar naar het policie-bureau overbragt.
Het geval is op een zeer eenvoudige wijze geëindigd. De vader dezer heldin verscheen zeer onverwacht voor den magistraat in Guildhall, om zijne dochter op te cisehen. Zijn verzoek werd hem door deu magistraat toegestaan, op voorwaarde, dat hij zou wachten tot dat de agent die uit Frankrijk was gezonden, om zijne dochter derwaarts terug te voeren, hier zou zijn gearriveerd. De baron heeft in afwachting reeds ecu hartroerend onderhoud met zijne dochter gehad in de gevaugeuis van Newgate. Hij heeft intusschen den magistraat beloofd, dat hij haar niet naar Parijs zou terugbrengen, voor zij op haar gemak de tentoonstelling had bezigtigd.
— In de eerste zeven maanden na de opheffing der belasting op het papier, namelijk van OctoberlB6l tot April 1862, zijn in Engeland 94,387 centenaars papier ingevoerd, waarvan 67.116 centr. druk- en schrijfpapier, terwijl de invoer gedurende het geheele jaar 1860 slechts 44,508 centr. bedroeg.
— De Great Eastern is te Liverpool binnengekomen, na eene hoogst voorspoedige reis. Op den lsten Junij verliet het schip New-York en zoo groot was daar de aanvraag om goederen met dit schip mede te geven, dat men voor eene waarde van £ 1000 aan vracht moest achterlaten; 500 passagiers, 56,000 dollars in geld en eene lading van 6000 ton is ditmaal medegekomen. Nimand was zeeziek gedurende de geheele reis, niettegenstaande het schip dikwijls vrij hevigen wind vlak tegen had. Te New-York werd het dagelijks door 3000 personen bezocht.
—-In de Morning Post komt de volgende mededeeling voor omtrent een punt, dat in den laatsten tijd zeer de aandacht trok, namelijk de financiële regtsehapenheid van het spaansche gouvernement. ' .
„De halsstarrigheid, waarmede de spaansche dagbladen, die in het belang der regering schrijven, de ongelukkige houders van certifikaten trachten in te lichten, schijnt niet den gewenschten teruggang van die fondsen te hebben te weeg gebragt (?) en dat zulks de wensch van dat regtschapen bewind was, daaraan valt, met het oog oog op zijn gedrag wat de passieyen betreft, naauwelijks te twijfelen; want zoolang deze 9 a 11 pet. stonden, werd de aflossing, ingevolge de beschikking, maandelijks bewerkstelligd, terwijl er, sedert de prijs ongeveer 20 pet. is, gedurende anderhalf jaar geene aflossing is geschied, niettegenstaande de klagt van aanbiedingen te ontvangen, maandelijks herhaald wordt, hoewel niemand de aanneming er van verwacht. Het spaansche gouvernement, niet gelijk aan andere staten, ziet met weerzin het vertrouwen in zijne financiële eerlijkheid aangroeijen, en is verbaasd de passive schuld slechts SO pet. onder pari te zien, dat met een toenemend amortisatiefonds, ingevolge het besluit der Cortes dit jaar genomen, die schuld iv 12 jaren zou uitdelgen. Tegenwoordig is het bedrag 610,284,000 realen (£ 6,200,000), ter aflossing waarvan thans 's maandelijks 375.000 realen afgezonderd worden, welke som in 1862 met 6 millioen 'sjaars vermeerderd wordt, makeude ruim 10 millioen of £ 100,000, zoodat de schuld, tegen 20 pet. genomen, in 12 jaren kon afloopen; doch, naar het mij voorkomt, wenscht het spaansche gouvernement de gelegenheid te hebben zulks in een korter tijdsverloop te doen, door ecu weinig verloochening van verpligting voor te -venden." (De bedoeling is, dat minder vertrouwen in het nakomen dier verpligting een lageren prijs mogt te weeg brengen.) — Mahomed Said-pacha, onderkoning van Egypte, is met zijn gevolg te London aangekomen. Hij heeft de geheele eerste week in stille afzondering te Woolwich, op zijn stoomjagt, doorgebragt. Het dek van zijn schip was geheel met gordijuen afgesloten en een policie-agent hield voortdurend de wacht om de nieuwsgierigen te verhinderen het van nabij te bezigtigen. Dezer dagen heeft Zijne Hoogheid het koninklijk arsenaal te .Voolwich bezocht en in deu loop der maand zal hij tegenwoor dig zijn bij eene groote militaire revue, die ter zijner eere te- Aldershot zal worden gehouden. Naar men verneemt, is hij voornemens reeds in het laatst dezer maand uit Engeland te vertrekken, volgeus sommigen wegens redenen van gezondheid, volgeus andereu wegeus de koele ontvangst, die hem in Engeland ten deel valt.
— Aangaande den vice-koning van Egypte wordt het volgende verhaald. Hij had aan rijn geneesheer, dien hij groote genegenheid toedroeg, ecu stuk grond geschonken. Deze had er een prachtig huis op doen bouwen en er een landgoed van doen maken. Op zekeren dag zeide de onderkoning tot deu geneesheer: „ Weet gij wel, dat gij zeer ondankbaar zijt, ik geef u een stuk grond, gij rigt het naar uwen smaak iv en noodigt mij niet eens uit het te komen bezigtigen". De geneesheer verontschuldigde zich en verzocht den vice-koniug de eer te mogen hebben den volgenden dag met hem daarheen te rijden.
Deu volgenden dag kwamen zij op des geneesheers nieuwe bezitting aan, doch er stond geen huis, ja zelfs geen enkele boom. De vice-koniug was hevig vertoornd, omdat hij was bedrogen en vraagde wat dit alles had te beteekcuen. De geneesheer heelde van angst en verklaarde er niets van te begrijpen; hij was er reeds van overtuigd, dat zijn hoofd er mede was gemoeid, en viel op zijne kniën. In zijn angst had hij niet opgemerkt, d :t de toorn des vicc-konings slechts geveinsd was en hoe deze thans hartelijk stond te lagclien. Hij zelf had des nachts alles door 1500 man doen wegbrekcu.
—• Volgens den Richmond Fxaminer bevindt zich thaus een Britsch edelman, namelijk graaf Donmore, in die stad. Hij was een der passagiers van de Nashville, welk schip, zoo als men weet, zich onlangs door het blokkade-eskader heen een weg heeft weten te banen.
— Ecu ooggetuige verhaalt het volgende voorval uit den slag bij Shiloh: „Twee regimenten uit Kentucky stonden vijandig tegenover elkander en streden met de grootste verbittering. Het toeval wilde, dat een soldaat der Unie zijn broeder ecu wonde toebragt, hem gevangen nam en na hem te hebben overgegeven, voortging op een man, die bij een boom stond, te schieten, toen de gevangen broeder hem toeriep: „Schiet niet meer naar die plek—het is onze vader!"
— Er worden door de Britsche regering thans ijverige pogingen aangewend, om de versterkingen en verdedigingswerken vau Chatham zoo spoedig mogelijk te voltooijeu. Nabij Garrisson-Point is men reeds ijverig in de weer met het oprigten van eene reusachtige batterij, die, in verband met de reeds bestaande Matello Tower, het aan ieder vijandelijk schip volstrekt onmogelijk zal maken Chatham te naderen. Ook te Chevy Roet en Queenborough zul men zeer spoedig beginnen met het aanleggen van verdedigingswerken. De gezamenlijke kosten der vestingwerken aan beide zijden van de Medway worden geschat op jë 340,000; de verdedigingswerken van de Chatham dockyard, het arsenaal en het garnizoen daaronder begrepen, zullen £ 500,000 kosteu, waarvan reeds 150,000 voor deu verkoop vau het noodige land werd besteed.
—Te Oldavington is zekere James Polker, oud S 6 jaren, met Mary Bagg, oud 82 jaren, iv den echt getreden, na haar gedurende 60 jaren, te vergeefs bet hof te hebbeD gemaakt. Gedurende al dien tijd was de jeugdige (!) sehoone onverbiddelijk gebleven.
ENGELAND.. "Java-bode : nieuws, handels- en advertentieblad voor Nederlandsch-Indie". Batavia, 13-08-1862, p. 2. Geraadpleegd op Delpher op 01-04-2025, https://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010483577:mpeg21:p006
"Java-bode : nieuws, handels- en advertentieblad voor Nederlandsch-Indie". Batavia, 13-08-1862, p. 2. Geraadpleegd op Delpher op 01-04-2025, https://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010483577:mpeg21:p006
Parijs, 21 Junij. De vice-admiraal Jurien de Lagraviére heeft gisteren den dag te Fontainebleau bij den keizer doorgebragt; men verzekert, dat de generaals Forey en Leboeuf daar ook hebben gedineerd. Er zouden belangrijke besluiten zijn genomen. Eerst zullen er troepen van Algerië, die dus half aan het klimaat gewend zijn, naar Martinique en Havanna worden gezonden, om zich daar geheel te gewennen; van daar vertrekken zij naar Vera-Cruz, waar zij onder bevel van den kommandant der stad, den heer Roze, zuilen worden gesteld. — Vrij algemeen zijn de buitenlandsche dagbladen van gevoelen, dat, zoo als men aanvankelijk dan ook reeds vermoedde, de telegram door Reuters Office verspreid, en volgens welke de fransche troepen iv vollen terugtogt op Veracruz zouden zijn, na belangrijke verliezen geleden te hebben, als niets anders is te beschouwen dan eene onjuiste en zeer overdreveue voorstelling van het gebeurde te Guadeloupe. In een brief uit Parijs lezen wij heden aangaande het eerste onderhoud tusschen den keizer en den admiraal Jurien de la Graviere, dat de mcdedeeiingen, door laatstgenoemden gedaan, Napoleons denkbeelden aangaande Mexiko zeer zouden hebben gewijzigd. De admiraal heeft den keizer, volgens die korrespondentie, overtuitgd, dat generaal Almonte zich zeer in de stemming der Mesikanen zou hebben vergist, eu dat de voorstelling door generaal Prim in ziju schrijven aan den keizer gegeven, meer overeenkomstig den waren stand van zaken was. Uit een en ander zou voortvloeijen, dat de fransche regering tot onderhandeling met Juarez geneigd zou zijn, na alvorens de eer der fransche wapenen gewroken te hebbeu.
Wij houden het niet voor onmogelijk, maar zeer waarschijnlijk zelfs, dat generaal Almonte, door persoonlijke bedoelingen gedreven, de Franschen iv de beoordeeling van den waren stand van zaken en den geest der bevolking, op een dwaalspoor heeft gebragt; maar toch betwijfelen wij liet zeer, of hetgeen men in bedoelden brief van de mogelijkheid eener schikking met Juarez schrijft, wel geloof verdient.
— De prins vau Wallis heeft zich slechts eenige uren bij den keizer van Frankrijk opgehouden. Het schijnt, dat er bij hem ten opzigte van Z. M. weinig sympathie bestaat. Er wordt hier reeds gesproken over de vermoedelijke gevolgen van zijne meerderjarigheidsverklariug, die reeds in de maand October a. s. moet plaats hebben. Den jeugdigen prins zijn de konstitutioneele beginselen diep ingeprent, doch eigeulijk moet hij wat zijne rigting betreft, geheel en al de gevoelens der Torys zijn toegedaan. Men acht dit te meer van gewigt, omdat velen stellig verwachten dat koningin Victoria wel spoedig de regering "zal nederleggen. In afwachting van hetgeen de tijd omtrent dit alles zal leeren, deel ik u mede, dat de prins veel mot den keizer heeft gesproken over zijne reis door Syrië en ronduit verklaard heeft, dat het Oosten in een zeer neteügeu toestand verkeert eu dat de gemoederen er nog vooreerst in lang niet rustig eu bevredigd zullen zijn. Wanneer ik goed ingelicht ben, dan heeft de keizer daarop geantwoord: „De toestand aldaar is hoogst bedenkelijk, dat weet ik, en ik weet tevens, dat de mogendheden er over nadenken."
— Het. stoffelijk overschot van koning Jozef Bonaparte is den Ildeu Junij te Parijs inden Dom der Invaliden aangebragt, alwaar het iv den grafkelder bij de kist van Napoleon I is bijgezet. — Het hof van assises in het departement des Vosges heeft een 17jarig meisje, beschuldigd van drie en dertig brandstichtingen, waarvan sommige aanzienlijke schade ten gevolge hadden, tot 20 jarigen dwangarbeid veroordeeld. — Met het oog op den rijken oogst, dien de wijnstok belooft en om de fusten te ledigen, wordt thans in Bourgonje niet meer bij de fleseh, maar hij het uur getapt, a 65 centimes, de prijs van een liter aigrelet, gewas 1860. Uit Madera wordt gemeld, dat de wijnoogst dit jaar zeer goed belooft te zijn, daar de ziekte zich slechts in geringer graad heeft vertoond dan iv vorige jaren.
FRANKRIJK.. "Java-bode : nieuws, handels- en advertentieblad voor Nederlandsch-Indie". Batavia, 13-08-1862, p. 2. Geraadpleegd op Delpher op 01-04-2025, https://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010483577:mpeg21:p006
Frankfort, 21 Juuij. Naar men van goederhand verneemt, heeft de senaat dezer vrijstad zich tea gunste der vrijheid van nijverheid verklaard eu zijn bij dat ligchaam wetsontwerpen aanhaugig, betreffende de opheffing der gilden en eenige andere eoncessien. lutussehen moet de senaat zijne verdere handelingen ten deze hebben afhankelijk gesteld van het doen der benoemingen tot aanvulling der vacaturen in ziju boezem, waartoe de meerderheid van het wetgevend ligchaam zich tot nog toe uiet bereid heeft getoond. '— De laatste vergadering van de Duitsche afgevaardigden te Frankfort is vrij belangrijk geweest. Men heeft zich daar vereenigd, om te trachten uit de theoretische beschouwingen te o-eraken eu zich eindelijk op het praktisch terrein te bewegen. Een warm voorstander van de Duitsche eenheid, die de vergadering bijwoonde, berigt mij, dat het plan van de cenheidsmannen goed is, maar zij het onderling nog niet eens zijn*. Eenigen willen de eenheid voor alles doordrijven en terstond de politieke kwestien behandelen, terwijl anderen eerst de materieele belangen willen bespreken, omdat dit, naar hun meening, het middel zou zijn, om de volkeren tot hun denkbeelden over te halen. Dit is voornamelijk het gevoelen van het Nationalverein, dat tevens een nog meer algemeene deelneming aan de volgende vergaderingen als wensehciijk doet voorkomen. Daar er volstrekt geen grens is gesteld aan het aantal afgevaardigden, eu deze uit alle staten zijn opgeroepen, alleen onder deze voorwaarde, dat zij liberalen moeten zijn, beeft hun wensch veel kans van slagen. De heer Ber.nigsen uit Hannover heeft echter te regt gezegd, dat de eenheid alleen mogelijk is met opoffering van plaatselijke aanmatiging en partikulieren naijver, die reeds te lang alle vorderingen ten goede hebbeu tegengehouden.
Berlijn, 22 Junij. Volgens de Nationat Zeitung heeft de minister van oolog aan alle militaire autoriteiten in den lande ee*c opgave gedaan van onderscheiden liberale dagbladen, onder aanbeveling om daarin geene kennisgevingen van militare aanbestedingen cuz. te doen opnemen.
DUITSCHLAND.. "Java-bode : nieuws, handels- en advertentieblad voor Nederlandsch-Indie". Batavia, 13-08-1862, p. 2. Geraadpleegd op Delpher op 01-04-2025, https://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010483577:mpeg21:p006
De brand te Petersburg schijnt het sein geweest te zijn tot een reeks van dergelijke jammeren, wier oorsprong uit rcvolutionnaire bedoelingeu niet meer te miskennen valt. Behalve in de reeds door ons genoemde steden, bevatten de bladen berigten aangaande een vreeselijkeu brand te Odessa, die aanzienlijke schade heeft veroorzaakt, eu ouder anderen vele gevulde giaanpakhuizen vernielde. Ook te Mohileff is een brand uitgebarsten, en wel gedurende de misbedieniug. Vieren-twintig huizen werden iv de asch gelegd, waarna men het vuur meester werd. De keizerlijke regering neemt overal de strengste maatregelen, om, hen, die op de puiuhoopen van afgebrande steden hun vrijheidstempel in het russische rijk willen stichten, te straffen. De gouverneurs der provinciën zijn gemagtigd overal, ten opzigte van de brandstichters, de krijgswet toe te passen, en de vonnissen tegen hen te doen uitvoeren, zonder voorafgaande onderwerping aan de bekrachtiging des keizers.
■— Uit Petersburg wordt het volgende medegedeeld: Voor eenige dagen heeft de Keizer deze woorden gesproken: „Niet slechts Rusland, maar gansch Europa zal verbaasd staan op het aausehouweu der gebeurtenissen, waarvan Novogorod eerlang het tooneel zal zijn." Deze uitdrukking heeft betrekking op de af te vaardigen besluiten bij gelegenheid van de viering van het 1000-jarig bestaan van het Russische rijk, welk feest met echt Ruissischcu luister in den loop van dezen zomer in genoemde stad zal gevierd worden. Groote hervormingen zullen dan in het genoemde rijk worden ingevoerd. De oud-llussische partij staat geheel verslagen, ziet in, dat zij de onderliggende partij zal zijn, maar geeft den strijd tegen de vrijzinnige beginselen nog niet op. Dat daarbij groote bezwaren door den Keizer zullen worden ontmoet, laat, zich gereedelijk begrijpen; men behoeft slechts het oog te werpcu op de verandering te weeg gebragt door het afschaffen der brandewijnpacht en het in de plaats stellen daarvoor van eene accijnsheffiug, want de som aan de schatkist opgebragt door de bedoelde pacht is niet minder dan 124 millioeu zilv. roeb. Wat de radicale partij betreft, deze heeft in den jongst verloopen tijd al hare krachten ingespannen, om het land in rep en roer te brengen door het onder een stortvloed van revolutionaire geschriften te bedelven; men zegt dat zij mede de hand beeft gehad in de vele branden, welke Rusland hebbeu geteisterd, maar het bewijs daarvan is tot heden nog niet geleverd. Intussehen blijkt uit hetgeen zij heeft gedaan, dat haar invloed op de volksmassa gering is, want nergens heeft deze gemeene zaak met de demokratische partij gemaakt, hieruit blijkt derhalve ten duidelijkste, dat die partij haar voornaamsten steuu heeft niet iv, maar buiten de grenzeu van het land bij de vlugtelingen, voornamelijk te Parijs en London zich ophoudende. Intussehen worden geene maatregelen verzuimd om uieuwe onheilen te voorkomen en de schuldigen te vatten. De brandweer is allerwege gereed om op het eerste teeken op te rukken; de militaire posten zijn verdubbeld en een waakzaam oog wordt door de politie gehouden op de menigte, welke zich in de straten beweegt. Op die wijze hoopt men het gevaar te boven te komen.
RUSLAND.. "Java-bode : nieuws, handels- en advertentieblad voor Nederlandsch-Indie". Batavia, 13-08-1862, p. 2. Geraadpleegd op Delpher op 01-04-2025, https://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010483577:mpeg21:p006
Athene, 7 Juuij. De bij de overgave van Nauplia aangekondigde inrigting eener nationale garde schijnt thans in de hoogere kringen vele bedenkingen te ontmoeten, en men gelooft, dat een verzot daartegen van wege de beschermende mogendheden in die kringen niet zonder vreugde zou worden begroet. In onderscheidene oppositiebladen komen thans verklaringen van officieren voor, die elke verdachtmaking der bij den opstand van Nauplia betrokken officieren eerloos noemen en de lasteraars tot een tweegevecht uitdagen. Deze verklaringen zijn thans door 18 officieren onderteekend, zoodat hun getal sedert het daarop betrekkelijk verbod vau den minister van oorlog nog is toegenomen.
GRIEKENLAND.. "Java-bode : nieuws, handels- en advertentieblad voor Nederlandsch-Indie". Batavia, 13-08-1862, p. 2. Geraadpleegd op Delpher op 01-04-2025, https://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010483577:mpeg21:p006
Aangaande het bombardement van Belgrado verneemt men, dat de vreemde konsuls, zoodra het begonnen was, er in slaagden om den pacha te bewegen het aangevangen vernielingswerk te staken. Maar nadat het kanon een wijle gezwegen had, hervatte do citadel het vuur, zonder voorafgaande sommatie en zonder kennisgeving der verbreking van den wapenstilstand. De konsuls wendden zich alstoen op nieuw tot den pacha en legden gemeenschappelijk de verklaring af, dat zij besloten hadden het lot hunner landgeuooten te deelen en den paeha verantwoordelijk stelden voor de gevolgen daarvan. Onder den indruk dier bedreiging staakte de pacha het bombardement. Betreffende den toestand in Bosnië berigt de Wanderer, dat aldaar een algemeene opstand ophanden is.
TURKIJE.. "Java-bode : nieuws, handels- en advertentieblad voor Nederlandsch-Indie". Batavia, 13-08-1862, p. 2. Geraadpleegd op Delpher op 01-04-2025, https://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010483577:mpeg21:p006
Berigten uit Bucnos-Ayres van 14 Mei houden in, dat de nieuwe provinciale wetgevende kamer door eene regeringsboodschap werd geopend, waaruit o. a. bleek, dat de toestand des lauds zeer gunstig was en dat het nationale congres den 2 5 sten zou worden geïnstalleerd. De Fransche eischcn waren geregeld, de betalin<" zou in staatsfondsen, rentende 6 pCt. plaats hebben. Over Rosas was het doodvonnis uitgesproken. De heer Thornton was van Paraguay te Buenos-Ayres teruggekeerd, waar hij alle tusschen eerstgenoemden staat en Engeland hangende geschillen tot de algcmeeene tevredenheid heeft uit den weggeruimd. De regcrino, was voornemens maandelijks 4 stoombooten tussohen Montevideo en Assumption te laten varen, welke Buenos-Ayres en tusschen liggende havens zullen aandoen.
AMERIKA.. "Java-bode : nieuws, handels- en advertentieblad voor Nederlandsch-Indie". Batavia, 13-08-1862, p. 2. Geraadpleegd op Delpher op 01-04-2025, https://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010483577:mpeg21:p006
De Friend of India de opheffing der Indische marine besprekende, treedt onder anderen in de volgeude beschouwingen: De eerste stap hiertoe gedaan bestond in het overdragen van Aden aan de Admiraliteit. Deze plaats is even gewigtig als Malta en Gibraltar, en Indie zou van een niet minder zware verpligting ontheven worden, wanneer het tevens ontlast werd van de militaire bezetting aldaar. Doch de meest gewigtige kwestie voor het Gouvernement en den handel van Indie is nu: hoe zal in de plaatselijke dienst ten deze worden voorzien ? Gaarne erkennen wij de diensten, welke de Indische en Bengaalsche marine in deze wateren heeft bewezen. Doch wij zijn er zeker van, dat officieren zelven de algeheele doelloosheid hunner vaartuigen zullen erkennen, als ook de buitengewoon hooge uitgaven welke die dienst medebragt. Ongetwijfeld zullen zij in die opheffing eene uitkomst zien van die hatelijke schimpschoten, waarvan zij in de laatste tijden ten doel hebben gestaan.
Doch tot welk eene hoogte zal nu de Engelsche marine in deze Oostelijke zeeën worden opgevoerd? Wij hebbeu voor bepaald Indische dienst slechts transportvaartuigen noodig, doch wat de eigenlijke zeemagt betreft is eene belangrijke versterking der Britsehe zeemagt hoog noodzakelijk. Toen het Indisch gouvernement onlangs eene lijst indiende bij het Hoofdbestuur in het moederland betreffende den staat der Frausche marine in de Oostelijke wateren, was men waarlijk met de zaak verlegen en werd daarbij aangetoond, hoe geheel buiten magt men zou zijn de Franschen het hoofd te bieden bij eene plotselinge vredebrcuk. Van af Kaap de Goede Hoop tot China, ongeveer het vierde deel des aardbols, heeft Engenland geen enkel fregat der eerste klasse. De handel op den Indischen Oceaan heeft jaarlijks voor niet minder dan twee honderd millioen pond sterling in, waarvan het aandeel van Indie zelf bijna de helft is. Het smaldeel in de Stille Zee is op zijne gewone sterkte, doch het is even ver van ons verwijderd als Portsmouth. De tegenwoordige onzekere toestand yereischt het dubbele der tegenwoordig aldaar gestationneerde zeemagt. De weinige kruisers op de kust van Zuid-Afrika zijn ook nog te gering in getal. Doch Indie, Ceylon, Singapore, Australië en .Mauritius zijn totaal ontbloot. Het Indisch gouvernement is dus gehouden om aau te drin gea om eene afzonderlijke vloot voor den ludisehen Oceaan. ') Om zóó onverdedigd te blijven is als het ware een aanval uit noodigen op onzen grooten rijkdom en onze magt; om ons zelven zóó van het gebied der zee te onttrekken, welke de eigenlijke basis onzer operatien, en daarbij de bron onzer kracht is, is even zoo wel beneden de waardigheid eener groote mogendheid als het lakenswaardig is te noemen. Er is ecu admiraal bij het Station aan de Kaap de Goede Hoop en een tweede bevindt zich bij onze. zeemagt in China. Ook zijn er Marinewerven te Hongkong, Triiiconiali en aan de Kaap, doch te Sydney is slechts een provianderings-etablissement. Noch de veiligheid, noch de waardigheid vau Indie zulleu in het oog worden gehouden zonder een admiraal wiens hoofdstation te Bombay moet zijn gevestigd. Van daar uit zal hij de Perzische golf eu de Roode zee in het Westen, de golf van Beugalen en Straat Malakka iv het Oosten en Australië in het Zuiden kunnen beheerschen, terwijl de vloot van de Kaap ter ecner, en die van China ter andere zijde hunne medewerking- waar noodig- zullen kunnen aanbieden. Indie heeft op zijn minst behoefte aan twee gepantserde „ Warriors" met Armstrong kanonnen.
Het is echter waarschijnlijk dat de wenschen van Indie niet zoo gercedelijk zullen worden vervuld. Wij toch hebben vernomen dat de Admiraliteit alle tegemoetkomingen van de Indische opbrengsten heeft geweigerd voor welke buitengewone uitgaven ook in de Oost-Indische wateren.
De Admiraliteit als de eerzuchtigste vau :11e departementen, wil den onderkoning of eenig ander Indisch Gouverneur niet het minste gezag over de vloot toestaan, en men vreest bij dat departement, dat dit zou verlangd worden, wanneer gelden werden verstrekt. Wij zouden naauwelijks aan deze hooghartige edelmoedigheid geloof hebben kunnen slaan, zoo wij het niet uit eene goede bron hadden. Praktisch beschouwd doet het weigeren van magt aan den Onderkoning geen hinder, want bij elke dringende omstandigheid moet toch de vloot op de plaats des gevaars verschijnen, even als Lord Elgin in 1857 drie oorlogschepcn te Calcutta posteerde.
De Britsch-Indische Zeemagt.. "Java-bode : nieuws, handels- en advertentieblad voor Nederlandsch-Indie". Batavia, 13-08-1862, p. 2. Geraadpleegd op Delpher op 01-04-2025, https://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010483577:mpeg21:p006
In een der nummers van den Friend of India vinden wij eenige uittreksels uit het leven van wijlen boveugenocmden zendeling, die zijne eerste zendingsjaren in Indie doorbragt te Chinsoerah, dat toen nog aan Nederland behoorde. Lacroix schetst daarin het leven en den maatschappelijkeu toestaud der daar gevestigde Hollanders. Dit tafereel is zoo eigenaardig, dat wij het onzen lezers ter lezing aanbieden. Teveus zullen wij nog ecu paar regels , die de Friend of India er bij voegt laten volgen, niet twijfelende of men zal dit ook leerzaam vinden.
„De Nederlanders waren in 1820 sterkin aantal verminderd, doch onder hen waren verscheidene dames en kinderen van onvermengd ras, waaronder de Gouverneur en zijne familie ook behoorde. Er heerschte slechts weinig ware godsdieustzin. Er greep veel ouzedelijks in hot geheim plaats, en velen der hoofdambtenaren waren erkende ongoloovigen. Niettemin waren er iv de kolonie eenige lieden, wier eenvoudige en zuivere godsvrucht voordeelig en helder afstak bij de omringende duisternis. De gewone bevolking was vrij bedaard in levenswandel eu had wel iets zondcrlings over zich, doch was daarbij zeer voor het gezellig leven. Men zag in die dagen de heeren naar de kerk waudeleu iv witte buizen en nankingsche broeken. Een bediende liep achter aan met eene paraplui, vau welker schaduw de dienaar meer geuot had dan de heer zelf. 's Avonds zag men daarentegen do bedienden hunne meesters met lantarens voorlichten als deze van kleine avond partijtjes huiswaarts keerden. Nieuwsbladen werden in Chinsoerah niet uitgegeven; weinig boeken waren er te krijgen, doch nog minder werden zij gelezen. De voornaamste nieuwsberigten erlangde men van het vrouwelijk dienstpersoneel, dat aan hare respeetivc meesteressen het nieuws van huisclijken of algemeenen aard der kleine kolonie aanbragt, — wel te verstaan met zoodanige toevoegselen, overdrijvingen en verdraaijingen, als noodig werden geacht. De aankomst van den heer Lacroix l) te Chinsoerah verwekte nog al sensatie onder de bewoners, doek hij werd bij de gevestigde familien aldaar op zee» vriendelijke wijze binnengeleid door Dr. Vos. Hij (Lacroix) was groot en fraai van gestalte en zeer beschaafd in zijne uitdrukkingen. Zijne levendigheid en bedrijvigheid staken sterk af tegen de immer bezadigde en kalme gewoonten die in het stadje heersehten, doch zijn vernuftige geest, zijne opgeruimdheid en hartelijkheid deden hem weldra den gunsteling worden der geheele nederzetting. Inzonderheid werd hij met deu Gouverneur, den heer Overbeok bevriend, die hem eene woning verschafte in het Gouvernemcntslmis. Deze laatste was een zonderling man. Lange jaren was hij in Indie geweest en scheeu hoegenaamd geen geloof te hebben. Hij had eene onbestemde, oppervlakkige meening, dat het licht de grondoorzaak was van alles wat bestond, doch hij wist weinig of niets ter verklaring zijner theorie te zeggen. Iv zijne gesprekken meugde hij niet alleeu ecu allerzonderlingstc poespas van denkbeelden dooreen, doch ook de woorden die hij bezigde waren eene vreemde rapsodie uit verschillende talen. Hij wist een en ander van vier taleu: Hollandsch en Hindostansch, Engelseh en Pransch, en in zijne gesprekken kwamen woorden , van alle vier gemend voor. Zoo verhaalde hij bij voorbeeld: „ hier matin soerockh-ka begicha men, ik zie een big snake parmi les bloemen." Gisteren morgen zag ik in den stadstuin een groote slang onder de bloemen. Hij is als een ongeloovige (onbekeerd door Lacroix) gestorven (1828) en het eenigste opschaft op zijn graf luidde: „Aula lucis."
Tot zoo ver het fragment waar het op de toenmalige Nederlandsche bezitting betrekking heeft. De Friend oj India, na medegedeeld te hebben, dat de twee toenmalige geneesheeren te Chinsoerah even als de Gouverneur ougeloovigen waren, doet nog de volgende opmerking: „De heer Lacroix leefde gedurende de vier eerste jaren van zijne Indische loopbaan ouder de familien Overboek, Hcrklots, Verboon, van 't Hart, Bogaardt en Bosscher. Daarna werd Chinsoerah in 1825 uitgewisseld tegen onze kleine bezitting op Sumatra. Door welke handeling de dwaasheid werd voltooid, waaraan Lord Castlereagh zich schuldig maakte door Java aan Nederland terug te geven, om zoo doende het vereenigd Nederland en België als een slagboom tegenover Frankrijk te stellen."
[Deze verzuchting van de Engelsche zijde om het verlies van Java is nu wel niet nieuw en tevens algemeen bekend, doch als zij ons nu en dan eens in herinnering wordt gebragt, is zij—■ dunkt ons—toch leerzaam. Red.]
Fragment uit de nagelaten schriften van den Engelsehen zendeling Lacroix.. "Java-bode : nieuws, handels- en advertentieblad voor Nederlandsch-Indie". Batavia, 13-08-1862, p. 2. Geraadpleegd op Delpher op 01-04-2025, https://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010483577:mpeg21:p006
Belangwekkend ziju de voortbrengselen van een rups of worm, die de Indianen Suslillo boeten; zij leveren toch weder een bewijs op van de ongemeene hulpbronnen, door middel waarvan de natuur ons de modellen aau den hand geeft van alle vervolmaking van de kunst. Dut insect is bekend wegens het leveren vau een stuk papier ter breedte van een yard, en ter lengte van een vierendeel, zoo volmaakt in zamenvlechting ca gehalte, wanneer het voltooid is, dat meu er zich tot schrijven van bedienen kan.
Deze rups heeft de grootte van een gewone bombyx of zijdeworm, en de middelen welke de worm bezigt om het papier te weven zijn bij uitstek eenvoudig:
Wanneer deze opmerkelijke insecten geheel doortrokken zijn van het voedsel dat zij uit een bijzonder blad ontleenen, zoo vereenigen zij zich, in verschillend getal, op den stam van een boom, en schijnen de bestgelegen plaats tot volvoering vau hun werk uit te zoeken. Zij brengen dan mot eene groote regelmatigheid en eene volkomen symetrie een weefsel tot staud, dat grooter of kleiner is naar gelang van het getal werklieden dat er zich meê bezig houdt, eu tevcus buigzamer en leniger volgens den aard vau 't blad waarmee zij zich gevoed hobbeu- Zij geven aan die stoffe zulk eene vastheid en zulk een glans, dat die door geen bekend middel kunucn Worden weggenomen(Uit The Bookseller van 30 April.)
') Zoo veel leggen wij er ook bij ten behoeve der Maritime verdedig'o'» van onie Kolonie. Wij hebben vrij wat meer behoefte aan verbetering' c" versterking onzer zeemagt dan onze dierbare Engelsche buren! Red. (') Dr. Mullens, de schoonzoon van Lacroix, heeft die herinneringen ia het licht gegeven, (Red.) __l
Papier-voortbrengend Insect.. "Java-bode : nieuws, handels- en advertentieblad voor Nederlandsch-Indie". Batavia, 13-08-1862, p. 2. Geraadpleegd op Delpher op 01-04-2025, https://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010483577:mpeg21:p006