Geen kunstenaar had ooit subliemer ideaal voor oogen dan God zelf, toen de Heer sprak:
Laat ons den mensch maken naar ons beeld en gelijkenis."
De eerste mensch, het pronkjuweel der Schepping, straalde heerlijk in gave volkomenheid der oorspronkelijke recht vaardigheid. De geest verlicht door de ware kennis van den waren God, het hart doorgloeid van zuivere, dankbare liefde tot zijn Schepper; het lichaam, zonder lage begeerlijkheid, gewillig steeds bereid de ziel in alles te helpen om hier op aarde eer te geven aan God, in handel en wandel een afstraling te zijn van Gods heerlijkheid. De zonde verduisterde het licht des verstands, bracht opstandige hoogmoed in het eertijds zachte, nederige hart; joeg dierlijke drift door het vleesch, dat nu te heerschen zocht over den geest. De gelijkenis met God ging goeddeels verloren, het beeld van God viel in de ziel bijna niet meer te herkennen. Maar weer schitterde het Goddelijk ideaal, Gods beeld en gelijkenis, in gave schoonheid bij de schepping der reine ziel van Maria. Zij was voorbestemd de Moeder te worden van Gods Zoon, die op aarde zou komen om de zonde der wereld weg te riemen. De Zon der Gerechtigheid wierp zijn vooruit, zijn heerlijken opgang aankondigend in zacht tintelend licht der zoet stralende Morgenster. Maria deelde in de Verlossing der wereld op de meest volkomen wijze.
De oneindige verdiensten van haren Zoon, de VerlosSer der Wereld, vrijwaarden zijn bloedeigen Moeder voor alle besmetting der zonde. Vanaf het eerste oogenblik harer ontvangenis was Maria's ziel geheel schoon en zonder de minste vlek, omdat zij vol was van genade, dat is: omdat God die ziel lief had van stonde af aan l als de ziel zijner Moeder. Geen ondeelbaar oogenblik zelfs kon God de ziel, het voornaamste deel zijner Moeder, haten, evenmin als die levensgeest van Maria ook maar een seconde lang afkeerig kon zijn van haar God. Neen! tusschen Moeder en Zoon heerschte altijd de reinste, de zuiverste liefde, immer aangroeiend tot het oogenblik, dat het Woord is vleesch geworden en God de menschelijke natuur aannam in de zuivere schoot der Maagd, heiliger dan het Heilige der heiligen van het Oude Verbond.
In María werd het ideaal van Godi schepping weder bereikt en nog verhoogd bovendien. Maria's reine ziel, vol genade, vo liefde, was een heerlijk beeld Gods er zuivere gelijkenis. Maria's lichaam, Maria's wezenstrekken geleken op Jesus, haar Zoon, Zoor ook van God en aan God gelijk, zooals een Zoon gelijken kan op zijn Moeder. Is het wonder, dat de Katholiekei zoo innig vereeren de Moedermaagd de Onbevlekte, het hoogste ideaal de Vrouw, het reinste beeld der Moeder! Wat pleit de Mariavereering sterk voor de verhevenheid van den katholieken Godsdienst. Alle menschen zijn schepselen Gods; maar niet allen weten God te eeren en te dienen als hun Schepper. De Katholieke Gods-dienst en Godsvereering trekt daarom zoo sterk aan, omdat het menschelijke in den mensch niet wordt vernietigd, maar gezuiverd en hoog verheven, en als vergeestelijkt vergoddelijkt. Hoe natuurlijk, dat de hoogste Vrouw de hoogste eer geniet. En dat die Vrouw is, de Onbevlekte, het ideaal van zuiver zijn van alle smet, van allen schijn en schaduw zelfs van zonde. Christus, de Zoon Gods, is het evenbeeld zijns Vaders, aan God gelijk. Maria, zijne Moeder, door Christus' verdiensten onbevlekt bewaard, is het heerlijkste beeld Gods, zijn zuiverste gelijkenis, door God zelf gezocht bij de schepping.
DE ONBEVLEKTE.. "Amigoe di Curacao : weekblad voor de Curacaosche eilanden". [Willemstad, 10-12-1921, p. 1. Geraadpleegd op Delpher op 31-03-2025, https://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010280599:mpeg21:p001
"Amigoe di Curacao : weekblad voor de Curacaosche eilanden". [Willemstad, 10-12-1921, p. 1. Geraadpleegd op Delpher op 31-03-2025, https://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010280599:mpeg21:p001
De geest des tijds, de zucht naar onafhankelijkheid, kwam ook tot uiting in het Rapport der Belastingcommissie.
De Heeren meenen, dat naast een ernstig streven naar meer bezuiniging ook meerdere zeggenschap aan de kolonie moei worden toegekend.
Deze meening wordt algemeen gedeeld, niet alleen hier in de Kolonie zelve, maar ook in het Moederland, waar men al lang doende is de Nederlandsche Grondwet in dien geest te wijzigen. Gouverneur Brantjes is dezelfde meening toegedaan, gelijk Zijne Excellentie uitdrukkelijk verklaarde bij het eerste interview, aan een reporter van De Telegraaf toegestaan, een paar dagen na zijn benoeming. De Heeren der Commissie kunnen dus gerust zijn. Zij deden goed dit algemeen verlangen naar meerdere zeggenschap over eigen zaken op te nemen in hun rapport. Maar verkeerd was het deze meerdere zeggenschap der Kolonie alleen te beperken tot den Kolonialen Raad. ¡ De Koloniale Raad is de Kolonie pi 't,. De Koloniale Raad, zooals deze iv is samengesteld, vertegenwoordigt zelfs de Kolonie niet, want met de algemeene belangen der overgroote meerderheid der bevolking wordt zoo goed als geen rekening gehouden. Uit eigenbeweging iets voorstellen, wat in het werkelijk, goed begrepen, belang der overgroote meerderheid is, zal deze Raad niet gauw doen. Maar wel steeds systematisch afstemmen, of beknibbelen, alles wat in het belang van het volk als zoodanig, door het Koloniaal Bestuur mocht worden voorgesteld. De reden van deze abnormale houding van den Kolonialen Raad is niet ver te zoeken. De overgroote meerderheid der Bevolking is Katholiek. De algemeene Volksbelangen zijn tevens Katholieke belangen. En die te bevorderen! Dat in der eeuwigheid niet! Een anti-katholieke Raad als vertegenwoordiging ,van een Katholieke Bevolking is een groot onding. De Katholieke belangen, de hoogste en voornaamste belangen des volks, worden door een anti-katholieken Raad tegengewerkt eerder dan behartigd. Eeredienst, onderwijs, ziekenverpleging, opvoeding van verwaarloosde jeugd, het vindt allemaal geen genade' in het vijandige oog van den Raad. •*De drie Katholieke Leden, hoe eminent ook, blijven immer in de minderheid, als het op stemmen aankomt. En zoo vallen alle voorstellen, in het belang van het Katholieke Volk door het Koloniaal Bestuur gedaan.
Dat de Hooge Regeering in Nederland bijv. de verknoeide Onderwijswet terugstuurde aan den Raad en den Heeren dwong het neutraliteitsprinciep te lichten uit een verordening uitsluitend voor de Katholieke Scholen in het leven geroepen, betreurt de Bevolking van Curasao bij overgroote meerderheid geenszins. Zij juicht dat veeleer toe ? Zij is de Regeering oprecht dankbaar zoo herhaaldelijk ter juister tijde opgetreden te zijn en meermalen gebruik te hebben gemaakt van haar goed recht, haar hij Regeeringsreglement toegekend, om door den Raad goedgekeurde of gewijzigde Verordeningen te vernietigen en bij Koninklijk Besluit de zaak te regelen in het algemeen belang der Katholieke Bevolking.
Dat noemen wij ¿een wijsneuzige inmenging der Regeering in Koloniale aangelegenheden, geen spotten met het zelfbestemmingsrecht, met de zoo hoog aangeslagen autonomie der Ko- ' lonie; het was een ridderlijke bescherming van de onderdrukte armen, een grondwettelijke verdediging van! de onwettig miske ide meerderheid der Bevolking. j Die bescherming en verdediging | geschiedde geheel volgens het Beleid der Regeering, want de autonomie aan de Kolonie verleend 'is slechts een betrekkelijke, onder waakzaam toezicht en hoogere goedkeuring der Regeering in het Moederland. De verhouding tusschen Moederland en Kolonie shit immer eenige afhankelijkheid in. Wanneer die afhankelijkheid gebruikt wordt ten go^de, in het algemeen belang der B-volking, zit daar niets vernederends ca pijnlijks in voor de Kolonie in het algemeen. De eerbiediging en erkemang der Heiligste Rechten van het Voïk worden er door gewaarborgd. Als de anti-katholieke leden van den Raad den tik op neus en vingers voelen, hadden ze den neus maar niet zoo hoog in den wind moeten steken en hun vingers afhouden van 's volks dierbaarste rechten.
De meerdere zeggenschap eischen wij dus op allereerst voor de Katholieke Bevolking der Kolonie, opdatde Kolonie, waartoe (och zeker ook de overgroote meerderl'eid der Bevolking behoort, niet maar seeds haar heiligste reeAAn ziet Vfirkrf Wanneer ook de Katholieke Bevolking vrijuit haar meening zal mogen zeggen in den Kolonialen Raad en wanneer met die Katholieke meening eerlijk rekening wordt gehouden, als te zijn de overtuiging van verreweg de meerderheid der Bevolking, zal de Hooge Regeering in Nederland van zelf minder gelegenheid hebben om bij principiëele vraagstukken tusschen beide te treden in het belang der Katho- Dat ook niets beduidende posten beduimeld worden door de Hooge Regeering, betreuren wij even sterk als het niet-katholieke deel der Bevolking, en wenschen eveneens, dat ín dergelijke ondei geschikte gevallen, kleine huishoudelijke zaken, meer rekening worde gehouden met het gevoelen van den Raad. Maar, zoodra er hoogere beginselen bij betrokken zijn, hopen we, dat steeds de Hooge Regeering nauwletlend zal blijven toezien, dat de Katholieken niet worden benadeeld en achtergesteld. We hebben daarom wel eenige bedenking tegen Conclusie I. Uitgaven ten laste van de Kolonie door de Kolonie niet gewenscht, dienen door het Moederland niet gedaan te worden, tenzij het Moederland deze uitgaven geheel zelf draagt. De kolonie is niet de Koloniale Raad. Het niet of wel wenschelijke eener uitgave blijkt niet uitsluitend uit het aannemen of afstemmen daarvan door den Kolonialen Raad.
Ook de Koloniale Pers mag daarbij beschouwd worden het orgaan te zijn der Publieke Opinie. Ook in de Pers komt het 'gevoelen der Kolonie, dat is der Bevolking tot uiting, De Heeren der Commissie zijn het ten deele hierin met ons eens. Ja, de Koloniale Raád zelve deelt ons gevoelen.
Algemeen toch is het verlangen, ook door de Commissie geuit in Conclusie V: dat
De Raad anders (dient) samengesteld te worden, dan thans.
Maar de motiveering der Commissie
zoodat een meer opgewekt parlemen-
tair leven kan ontstaan,
is niet de meest juiste, noch de voornaamste.
Hoofdmotief, waarom de Koloniale Raad anders behoort te worden samengesteld, is
opdat het gevoelen der overgroote meerderheid van de Bevolking ook tot uiting kome.
Zooals de Raad thans is sanjengesteld wordt, bij principiëele vraagstukken van het allerhoogste en heiligste belang, de meerderheid steeds onderdrukt door de minderheid.
En die liberale wantoestand is allang uit den tijd. Daaraan dient een eind gemaakt; voor eens en voor al.
Onafhankelijkheidszin.. "Amigoe di Curacao : weekblad voor de Curacaosche eilanden". [Willemstad, 10-12-1921, p. 1. Geraadpleegd op Delpher op 31-03-2025, https://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010280599:mpeg21:p001
Hollandsche Bank voor West-Indie. Hoofdkantoor: Amsterdam. Bijkantoren: Caracas. Pm-ao-in ? Kantoor & Spaarkas „A": Heerenstraat 1. uurapao, { spaarkas „B": Breedestraat 36, Otrabanda. Statutair Kapitaal f5,000,000, waarvan volgestort f 1.000,000. Teemt gelden a deposito en opent rekeni ngen-courant Verstrekt credieten ten behoeve van handel en industrie. Belest zich met alle bankzaken in het algemeen. 3
Advertentie. "Amigoe di Curacao : weekblad voor de Curacaosche eilanden". [Willemstad, 10-12-1921, p. 1. Geraadpleegd op Delpher op 31-03-2025, https://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010280599:mpeg21:p001
In het Koloniaal Verslag 1921 E §4 lezen we onder
Een keurkorps.. "Amigoe di Curacao : weekblad voor de Curacaosche eilanden". [Willemstad, 10-12-1921, p. 1. Geraadpleegd op Delpher op 31-03-2025, https://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010280599:mpeg21:p001
De sterkte der politie was op 31 December 1920 113 man, nl. een commissaris, vijf hoofdagenten waarvan wee met een jaar verlof wegens tien jaren onafgebroken dienst in de kolonie, die beiden dat verlof in de kolonie doorbrachten, zeventien agenten eerste en negentig agenten tweede klasse, waarvan twee met een jaar verlof in de Vereenigde Staten van Noord-Amerika.
Op boyengenoemden datum was er bij de politie een tekort van twee man nl. twee agenten tweede klasse. Onderde agenten eerste en tweede klasse zijn twee en dertig voor memorie gevoerde militairen van het garnizoen, De begrooting voor 1920 gaf de gelegenheid om het politiekorps met drie agenten van politie tweede klasse uit te breiden, nl. één voor Bonaire, één voor Aruba en één voor Saba. De eerste twee zijn in datzelfde jaar aangesteld; de laatste is met ingang van 1 Januari 1921 benoemd. Bij de begrooting van 1921 is een krediet beschikbaar gesteld om het korps met 25 man te vermeerderen. In de rangen van agenten eerste en tweede klasse hebben in den regel tijdelijke benoemingen plaats gehad, met het oog op eene wenschelijk geachte reorganisatie. Slechts één agent eerste klasse is echter definitief aangesteld. In de vacature van inspecteur is nog niet kunnen worden voorzien.
De commissaris gaf aan de manschappen theorie. Het gedrag, de ijver en de bekwaamheid der politieagenten lieten veel te wenschen over; een hoofdagent werd met eene berisping gestraft, aan vier agenten eerste klasse werden te zamen acht boeten en één strafdienst opgelegd en aan negen en twintig agenten tweede klasse te zamen vier en zeventig straffen, t. w. twintig boeten, dertig intrekkingen van vrije dagen, achtien straffdiensten en zes berispingen.
Verscheidene goede krachten namen ontslag, omdat zij in de burgermaatschappij beter bezoldigde betrekkingen konden krijgen. Vele voor memorie gevoerde militairen keerden, ter verbetering van hun positie, naar het garnizoen terug. Hierdoor en doordat de opengevallen plaatsen om dezelfde redenen niet door goede elementen konden worden aangevuld, is het peil van het korps, dat toch al niet bijzonder hoog was, nog gedaald. De voortdurende verwisseling van personeel veroorzaakte een aanmerkelijke toeneming van de kosten voor uniformkleeding en schoeisel. Wegens ziekte werden in het St. Elisabeths Gasthuis of in het Militair Hospitaal drie hoofdagenten, vijf agenten eerste klasse en veertien agenten tweede klasse opgenomen, terwijl vijf hoofdagenten, vier agenten eerste klasse en zeven en twintig agenten tweede klasse eens of meermalen ziekteverlof genoten. Drie hoofdagenten, vijf agenten eerste klasse en veertien agenten tweede klasse bleven wegens ongesteldheid eenige dagen buiten dienst
En dergelijke Politie durven wij smalend een Keurkorps heeten.?
Niets ligt verder van onze bedoeling. Maar we zijn nu al zoolang aan 't. organiseeren en reorganiseeren viceversa, dat het een film zonder eind lijkt.! Toch moet er een einde aan komen. Onze Kolonie heeft een goed georganiseerde Politie hard noodig. Waar zit dan de fout, dat er maar geen goede Politie kan komen ? In de organisatie zelve. Men wil het heele korps te gelijk reorganiseeren. Dat is te veel hooi op onze vork genomen. Begin met een paar, begin met een
POLITIE. "Amigoe di Curacao : weekblad voor de Curacaosche eilanden". [Willemstad, 10-12-1921, p. 1. Geraadpleegd op Delpher op 31-03-2025, https://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010280599:mpeg21:p001
Wat is de hoofdoorzaak, dat de herhaalde reorganisatie van Politie zoo weinig resultaat opleverde ? De vlottende manschappen. We hebben meer dan een Procureur generaal gekend, maar steeds hoorden we dezelfde klacht over dat onophoudelijk komen en gaan. Er is maar een heel klein
KEURKORPS.. "Amigoe di Curacao : weekblad voor de Curacaosche eilanden". [Willemstad, 10-12-1921, p. 1. Geraadpleegd op Delpher op 31-03-2025, https://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010280599:mpeg21:p001