Ww Naderiandteh-Indü,
van Donderdag 26 Februari 1920, No. 47.
HET NIEUWS VAN DEN DAG. "Het nieuws van den dag voor Nederlandsch-Indië". Batavia, 26-02-1920, p. 13. Geraadpleegd op Delpher op 28-03-2025, https://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010179369:mpeg21:p013
De arbeid der Fondsbesturen van een andere zijde belichtend, vestigde ik ter vergadering de aandacht op het ongewoon groote nut dat het Fonds zoude kunnen stichten in de richting van ondersteuning der bevolking gedurende de hier zoowel als elders telken jare terugkeerende meer of minder sterk nijpende schaarschte-maanden.
(Slot.)
Van algemeene bekendheid is, dat in de maanden Januari tot en met Maart, dit zfln de maanden waarin de oude rflst-voorraad opgeteerd is en de nieuwe iflstoogst nog te velde staat, de bevolking van een groot deel van Java een zeer moeilijken tfld doormaakt. In die periode wordt door duizenden en duizenden gebrek geleden, het sterkst natuurlijk door de minstbedeelden, ouden van dagen, weduwen, weezeD, gebrekkigen e.d. Bit leed wordt grooten deels in stilte geleden, treedt niet zoo in het licht als onder een volk met een andere mentaliteit ongetwijfeld het geval zou zfln. Een ieder echter die met binnenlandsche desa toestanden vertrouwd is, is overtuigd van de groote mate van ellende die jaarlijks in dien ttjd doorstaan wordt.
Er zfln weinig gewichtige maatregelen die geheel binnen de draagkracht van het Fonds liggen en bovendien de populariteit van de ondernemingen zóó spoedig en zóó gemakkelflk zullen vestigen als de leniging van dezen vaak bitteren nood.
Dat dit nooit zal kunnen geschieden door een lichaam als b.v. een bevolkingscredietbank op den' gebruikelflken commercieelen grondslag, is duidelflk, immers het verleenen van crediet aan niet credietwaardige elementen zou bfl voorbaat den ondergang der instelling in zich sluiten.
Echter zou het Fonds een leeningstelling op philantropischen grondslag kunnen stichten, waarvan de statuten ruimte laten voor een buitengewoon groote afschrflvingsmogelflkheid, ten koste van een daartoe te reserveeren deel der Fondsactiva.
Het is van belang dat deze soort armenzorg niet plaats hebbe in den vorm van een absoluut geschenk omdat daardoor bfl de betrokkenen het eergevoel en het besef van eigen verantwoordelflkheid* meer dan wenscbelflk ondermijnd zou worden. Ean ieder die hulp ontvangt worde verplicht een gedeelte der schuld, hoe klein dan ook, te restitueeren, desnoods op langen termijn.
Om de zelfde reden zal niet meer geleend mogen worden dan als bijslag op de eigen inkomsten noodig is om door den benarden tfld heen te komen. EaKele guldens per persoon of zelfs p(er gezin zullen daartoe vaak voldoende zfln in verband met de uiterst geringe behoeften in deze bevolkingslagen.
Personen die in het geheel geen inkomsten hebben noch familieleden om hen te onderhouden, m.a.w. bedelaars e.d., behooren Datuurlflk niet door deze leen-instelling te worden geholpen.
Deze laatsten moeten worden ondergebracht, gevoed en verzorgd in een bedelaats-asyl, mede door het Fonds te stichten. Ingericht op de wflze als de jaren geleden door mfl te Klaten met geldelijke hulp van verschillende ondernemingen opgelichte, than» nóg bestaande bedelaarsinrichting Pantidarmo, kunnen zfl met weinig kosten aan redelflke eischen voldoen.
Voorts kunnen m.i. om ons tot nog slechts enkele voorbeelden te bepalen, geacht worden in de arbeidssfeer der fondsbesturen te vallen de oprichting van desapassars, het permanent maken van anders jaarlflks wegslaande en daardoor aan de bevolking telken jare nieuwe kosten en lasten veroorzakende kleinere desadammen en andere desa-irrigatiewerken (maatregel welke ook aan ondernemingsaanplant niet anders dan ten goede kan komen), de oprichting van desascholen gepaard aan de inrichting van een kleine bibliotheek van Javaansche werkjfs, beoogende de verspreiding van nuttige elementaire kennis onder de desajeugd, enz.'
Is, zooals hooger reeds werd aangestipt, het arbeidsveld van het Fondsbestuur zeer uitgestrekt, het perspectief wordt —naar ik ter vergadeiing mede opmerkte —nog wflder indien, wanneer eenmaal de Fondsen zich tot krachtige organisaties zullen hebben ontwikkeld, de verschillende Fondsbesturen in een bepaald rechtsgebied, b.v. in een regentschap, een gewest, een gedeelte van hunne inkomsten geregeld afzonderen ten behoeve van een Centraal Fonds, beheerd door een Centraal Fondsbestuur dat daardoor in de gelegenheid zoude worden gesteld tot het stichten van inrichtingen van meer algemeen belang, b.v. van coöperatieve ere-' diet-otganisaties tot tegengan^ van den 'fröèksr _ƒ vat ,y^y Vj^^ptiabrjo^J. . tingen zooals een eeütralfijH Hfht&scHcoJ een lagere Javaansche halTOrascboQl, eèn technische, onder deskundige leiding staande batikschool, met het doel dez^h&lstaah^e Vorstenlandsche kunst te bevorderen en zuiver te houden enz. Wat de samenstelling van het Foiifisbestuur aangaat zal terdege rekèniDg te%on. den zgn met het feit dat, zooals u. met mfl eens waart, alle maatschappelflkë w-ark moeilijk is en van den leider behalve een vrtj groote mate van algemeene ling ook toewijding en doorzettingsvermogen I eischt. Tenzfl dus ten deze over andere geschikte krachten kan worden beschikt (onder de employe's van verschillende suikerondernemingen b.v. treft men tegenwoordig praktisch ervaren personen met academische opleiding aan) neme dus de Beheerder zelf in het belaDg der zaak voorloopig het leiderschap op zich. » Zoowel om politieke als om praetische redenen waren onder dé leden der Fondsbesturen vooral op te nemen eenige uit de streek zelf geboortige of aldaar langen tfld vertoefd hebbende, dus toestanden en bevolking door en door kennende, betrouwbare Inlanders. Beze zullen ongetwijfeld onder de hoogere Inlandsche ondernemings-employe's, onder desabestuurders en bekels en onüer de fatsoenlijke desa-inlandërs van aanzien te vinden zfln. Een bepaalde mate van ontwikkeling en het bezit Van het vertrouwen der bevolking zal voor de leden een eerste eisch zijn. In aanmerking genomen dat, zooals ï gezegd, maatschappelijk werk niet gemakkeltjk is en het er natuurlek op aan komt om de door de onderneming in het Fonds te storten bedragen zoo vruchtbaar mogelijk i aan te wenden, zal de taak van het Fonds- -, bestuur een even mooie als zware zfln. Zooals iedere andere wetenschap moet ¦! ook de kunst der beoefening van maat- ! schappelflken arbeid geleerd worden, m.a.w, ook de leden van nagenoeg alle Fondsbesturen zullen zich in de praktflk die i wetenschap geleidelijk moeten eigen maken. < Raadzaam zal het daarom ztjn dat de leider i in den aanvang het initiatief neemt tot de : samenstelling van een zoo beknopt mogelfl k i wél overwogen programma van werkzaam-' ! heden en daarbfl, behalve met de bevolking zelve, ook en vooral overleg pleegt met het ' Europeesch en Inlandsch Bestuur en zulks omdat een harmonische samenwerking tusschen overheid, werkgever én werknemer het meest gunstige milieu voor welslagen biedt.
Voor elke onderneming worde aldus eenwerkplan voor hoogstens de eerste jaren vastgesteld. Voor de meeste ondernemingen van dit gewest komen m.i. in de allereerste plaats ten deze in aanmerking woningvérbetering en oprichting van een phllantropisch leen-insïitüut, gepaard aan de stichting van een asyl voor absolute paupers (bedelaars). Van opvoedkundige waarde zal het uiteraard zfln indien de leider het door hem ontworpen programma aan het oordeelvan het Fondsbestuur onderwerpt en op ongedworgen wflze door dat bestuur zelf doet goedkeuren. Ia dat programma zal voorts, bfl verwezenlijking van het principe van participatie door toekenning van een percentage van de winst, ernstig rekening moeten worden gehouden met eventueele latere ongunstige jaren, waarin geen of weinig winst wordt gemaakt. Al dadelflk zal dus een flinke reserve moeten worden opgelegd om gedurende de slechte jaren de in het leven geroepen instellingen op de been tè kunnen houden.
Het valt voor den eersten tfld te voorzeggen dat ook ten aanzien van de uitvoering der maatregelen aan de leden van het Fondsbestuur niet de vrfle hand zal kunnen worden gelaten en dat aanwijzing van den te volgen weg door den leider in overleg met de bestuursambtenaren telkens noodig zal zfln. Gebeurt dit óp oordeelkundige wflze dan zal het verantwoordelijkheidsgevoel en de belangstelling der leden in tact gehouden blflven. Op deze wflze zullen de leden van het Fondsbestuur een leerschool doorloopen die hen steeds bekwamer en geschikter maakt voor hun taak en waardoor hen boe langer hoe meer zal kunnen worden overgelaten. Om dit ontwikkelingsproces zooveel dóenlflk te verbaasten ware, mede met het oog op het feit dat zelfs vele werkelflk ontwikkelden onvoldoende ondervinding hebben van maatschappelflken arbeid, een goedbetaalde prflsvraag uit te schrijven voor de beste populaire verhandeling betreffende de meest aanbevelenswaardige sociale maatregelen welke ïn verband met haren huidigen economischen geestelijken toestand voor de Inlandsche bevolking dezer gewesten te treffan zouden zfln, zoomede van de meest praetische wflze waarop die maatregelen met het oog op den eigendomme- Iflken volksaard tot uitvoering zouden zfln te brengen. Ik meen te mogen verwachten dat deze prflsvraag met gunstigen uitslag, zal worden bekroond en ben overtuigd dat daardoor niet alleen het overgangstijdperk waarin de leden der Fondsbesturen tot bekwame aaamerkelflk zal worden ingekort, maar ook dat daardoor vele teleurstellingen zul" len voorkomen en vele nuttelooze geldelijke uitgaven zullen vermeden worden.
Het spreekt vanzelf dat het effect der beoogde sociale maatregelen en vooral het tempo waarin zfl zullen kunnen worden uitgevoerd, in hooge mate afhahkelflk zullen zfln van de grootte van het door de werkgevers aan de werknemers eventueel te eedeeren evenredig deel van de ondeinemingawinat.
In verband hiermede moge mfl de welgemeende doch ernstige opmerking van het hart dat de zich steeds duidelijker en dringender uitsprekende tijdgeest ten deze tot onbekrompenheid en tot spoed maant. Wijders zfl het mfl vergund Uwe aandacht te vestigen op de omstandigheid dat door een liberalen, onbekrompen opzet van het instituut der hierbedoelde Fondsen, op even natuurlijke als krachtige wflze de band zal worden hersteld tusschen werkgever en werknemer, tusschen onderneming en bevolking, welke band door verschillende oorzaken in de laatste jaren zoo niet verbroken, dan toch in vele gevallen bedenkelijk los geworden is.
Het is mfl ten slotte een groote voldoening bfl deze te constatëeren dat, als resultaat onzer besprekingen, zoowel dooi U en door den Voorzitter en den Ondervoorzitter van de Afdeeling Solo der Vorstenlandsche Landbouwvereeniging, als door den Superintendent der Soesoehoenansche ondernemingen, werd te kennen gegeven dat U zich unaniem met het denkbeeld van het stichten van Fondsen ten behoeve van de bevolking in principe kondet vereenigen en dat U mitsdien het voornemen had deze aangelegenheid met een gunstig advies bfl de vertegenwoordigende lichamen in Indië der Vorstenlandsche ondernemingen zoowel als bfl den Bond van Vorstenlandsche Landhuurders in Nederland voor te brengen.
In dit verband zal het ü ongetwijfeld aangenaam zfln te vernemen dat door Z.H den Soesoehoenan en door het Mangkoenegorosche Rflk reeds beslissingen genomen zfln, daartoe strekkende dat die maatregelen reeds in 1920 voor al hunne ondernemingen in werking treden.
Vierde Blad. Arbeidsverhoudingen in de Vorstenlanden.. "Het nieuws van den dag voor Nederlandsch-Indië". Batavia, 26-02-1920, p. 13. Geraadpleegd op Delpher op 28-03-2025, https://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010179369:mpeg21:p013
Benoemd: tot secretaris der residentie Sernarang, W. A. G. GBEUTZBERG, thans controleur bij het Binnenlandsch-Bestunr op Java en Madoera; Batavia, G. W. M. BECK, thans waarnemend adjonctinspecteur voor de landelijke i komsten: tot adjunct-inspecteur van den arbeid, H. J. TOP, thans belast met de waarneming van de voorhielde betrekking. Verleend:
wegens langdurigen dienst één jaar verlof naar Europa aan P. 3. GEKKE, ambtenaar tijdelijk gesteld ter beschikking van den Regeeringscommissaris voor Inlandsche en Arabische Zaken, met bepaling, dat hü zijne betrekking zal nederleggen op een nader door den directeur van Onderwjis en Eeredienst te bepalen dag in de maand wegens ziekte, een binnenlandsch verlof voor den tijd van een twee maanden, door te brengen to Garoet en Weltevreden, aan den resident van Timor en Ondeihoorigheden, A. H. SPAAN, met bepaling, dat dit verlof wordt gerekend te zijn ingegaan op 1 Februari 1920.
wegens zevenjarigen dienst negen maanden verlof naar Europa aan den ingenieur der 2de klasse i bjj den Waterstaat en 's Lands Burgerljjke openbare Werken, J. J. JONKER, met bepaling, dat luj zgne betrekking op een nader door den directeur der Burgerlijke Openbare Werken te bepalen dag in de maand Maart 1920 zal nederleggen - wegeos langdurigen dienst één jaar verlof naar Europa aan den hoofdopziener bn den dienst vau hetßoschwezen, H. G,,.bACKHAUB,metbepalin_: dat hü zyne betrekking zal nederleggen op den dag voorafgaande aan dien van zün vertrek naar Nederland. Benoemd.: tot regent van Cheribon, residentie van dien naam, RADEN ADIPATI PANDJI ARIODINOTO, thans regent van Pemalang, residentie Pekalongan. Besluiten van den 24sten Februari 1920. Verleend: wegens ziekte één jaar verlof naar Europa aan den adjunct-boekhouder de Poeloe-Laoetn ijnen, J. K. L. SOUMOKIL, met bepaling, dat hn zijne betrekking zal nederleggen op den dag van zijn vertrek van Stagen. Ontslagen: op verzoek, wegens volbrachten diensttijd, met ingang van 3 Maart 1920, eervol uit 's Lands dienst de commies bn den dienst der Staatsspoor- en Tramwegen, J. L. BOSCH. Benoemd: ' tot lid van dcc gewesteiijken raad van Batavia, G. E.H. VERSPIJCK MÏJNSSEN, Hoofd van den Gezondheidsdienst te Batavia. I Verleend: wejrens negenjarigen dienst elf maanden "verlof naar Europa aan de onderwgzeres der 3de klasse bü het openbaar Europeesch lager onderwiis Mejuffrouw C. Ch. SCHARFF, met bepalingT d_iZzH hare betrekking zal nederleggen op 2 Maart 1920. Verleend: wegens ziekte één jaar verlof naar Europa aan den referendaris ter Algemeene secretarie, A. A. E Ch. VOETEN, met bepaling, dat hü zijne bc. trekking zal nederleggen op 3 AprU 1920. Benoemd: bü het Binnenland ch Bestuur on Java en Madoera, tot asp.-controleur, R. PAS, H. VANLUCK. E G. SEEPERB, en G. A. D. VAN ANDEL. Bü den Dienst der Staatsspoor- en tramwegen» ¦ Door het Bestuur. Ontslagen: op verzoek, wegens overgang in particulieren dienst eervol uit 's Lands dienst de conducteur der Iste klasse L. F. VOOGDT, met bepaling, dat het ontslag gerekend wordt op den laatsten December 1919 te zijn ingegaan; op verzoek, wegens overgang in particulieren dienst eervol uit 's Lands dienst de stationsklerk der, Iste k'asse (2de. categorie), G. A. KEMPEES met bepaling, dat het ontslag gerekend wordt o» den lOden Februari 1920 te zjjn i, gegaan • op verzoek,, wegens overgang in par ièulieren dienst eervol uit t Lands dienst de stationsklerk der Iste klasse (3de categorie), H. E F WETZEL met flat het ontslag gerekend wordt op den laatsten October 1919 te zgn ingegaan Benoemd: tot machinist der Iste klasse W. A F BANKT"" thans op maandgeld werkzaam, met beoalinir dat && fetDieMt Van Tïakt- -«Ï
,„ . ' . Geplaatst: > b-j den Dienst van Uitbreiding en Bouwkund-^ Zaken de ambtenaar ter besfhikking*R™.
Besluiten en Benoemingen. Besluiten van den 23sten Februari 1920. Civiel Departement.. "Het nieuws van den dag voor Nederlandsch-Indië". Batavia, 26-02-1920, p. 13. Geraadpleegd op Delpher op 28-03-2025, https://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010179369:mpeg21:p013
Besluiten en Benoemingen. Besluiten van den 23sten Februari 1920. Civiel Departement.. "Het nieuws van den dag voor Nederlandsch-Indië". Batavia, 26-02-1920, p. 13. Geraadpleegd op Delpher op 28-03-2025, https://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010179369:mpeg21:p013
Verleend; •wegens ziekte één .jaar verlof naar Europa aan den kapitein der Infanterie. F. DIEELEMAN, met .!£ lng' dat h'J ne betrekking zal nederleggen acnt dagen voor dien van vertrek naar Nederland,
Militair Departement.. "Het nieuws van den dag voor Nederlandsch-Indië". Batavia, 26-02-1920, p. 13. Geraadpleegd op Delpher op 28-03-2025, https://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010179369:mpeg21:p013
Volgens ie Journal begint de publieke opinie in Roemenië zich te interesseeren voor het geval van prins Carol, den vermoedelflken troonopvolger.
Zooals men weet, was deze jonge prins in ongenade geraakt, omdat hfl' tegeü den zin van zfln ouders, met mejuffrouw Lam brino, een dochter van een Roetaeenschen legercommandant was getrouwd. Hoewel er voortdurend pressie op hem werd uitgeoefend, heeft prins Carol hardnekkig geweigerd, deze verbintenis te verbreken, terwfll hfl verklaarde, dat hfl bereid was, van al zfln rechten als prins van koninklflken bloede afstand te doen.
Tóen werd hem gelasfc, zich bfl zfln regiment te voegen, waarvan de staf gevestigd is in een klooster te Bistritza, in de bergen van Transsylvanië. In werkelijkheid is hfl daar opgesloten en heeft bfl niet het recht het gebouw te verlaten, terwfll de Canadeesche kolonel Boyle, de vroegere chef van den spionnagedienst in Roemenië, belast is met zfln bewaking.
Deze laatste neemt zfln taak ernstig op, en verhindert iedereen den prins te naderen. Twee Roemeensche ..jöufialistec; üe heeren Varnov en L9icaro, die naar Bistritza waren gegaan, om inlichtingen in te winnen over het verblflf van den troonopvolger, werden gearresteerd.
Thans is bekend geworden, dat de prins voor bfl gehoorzaamde aan het bevel, om zich bfl het leger te voegen, zich van het leven heeft trachten te berooven door een revolverschot. Door een toeval- is de kogel afgeweken, en heeft hfl zich slechts verwond.
Deze feiten, waarvan de censuur tot nu toe de publicatie had belet, hebben het Kamerlid Costa-Faru aanleiding gegeven om de nieuwe regeering in de Kamer te interpelleeren, een einde aan dezen toestand te maken, waardoor een burger van zfln persoonlijke vrflheid wordt beroofd.
Aan den anderen kant heeft de republikeinsche partfl zich tot de Roemeensche afdeeling van den Bond van de rechten van den mensch gewend met'het'verzoek, om tusschen beiden te komen, en niet een onrecht te laten voortduren, „zelfs al is het slachtoffer een koninklijke prins".
Uit de Mail. (loopende tot 16 Januari 1920.) Een koninklijk liefdesdrama.. "Het nieuws van den dag voor Nederlandsch-Indië". Batavia, 26-02-1920, p. 13. Geraadpleegd op Delpher op 28-03-2025, https://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010179369:mpeg21:p013
ïn verband met den nog steeds voortdurenden terugtocht van Denikin, wflst de Ti«nes correspondent te Rostof op de gevolgen, die een nederlaag van Denikin met zich kan brengen. Naar alle waarschflnlflkheid zullen de bolsjewiki na hun overwinning op Denikin zich tegen Polen keeren, waarbfl hun de troepen uit Zuid-Rusland £_-_¦: té stads * 2%lkri kon_a£J Ds kans ti groot, dat zfl Polen onder den voet loopen en zich een weg banen naar centraal-Europa om daar de Regeeringen omver te werpen. Maar er is nog een ander gevaar, zoo gaat de correspondent verder, en hierbij heeft hfl vooral het oog op de Britsche belangen, die door den bol&jewistischen vloedgolf worden bedreigd. Dit gevaar bestaat hierin, dat de bolsjewiki naar den Kaukausus oprukken, de republieken Azerb«idBjan, Georgië en Armenië omverwerpen en dan in de gelegenheid zfln om de Pan-Islamitische beweging naar welgevallen te exploiteeren, welke reeds sedert eenigen tfld onder de Kaukasische bergstammen, Perziërs, Tartaren en Turken gaande is. De oprichting van een Sovjetregeerhag aan de grens van Perzië enTurkfle zou een groot gevaar voor Engeland beteekenen.
Tenslotte beschrijft de correspondent den exodus van de bevolking uit Zuid-Rusland die voor de aanrukkende bolsjewiki op de vlucht is gegaan. Arbeiders, kooplieden, beambten, vrouwen en kinderen trekken in wagens en te voet in alle haast naar het Zuiden. Geheele karavanen van boeren en kozakken trachten zich met hun kudden, paarden en kameelen in veiligheid te brengen. Alles vlucht voor de bolsjewiki, waarvan het terrorisme de menschen met schrik vervult.
De beteekenis van Denikin's nederlaag.. "Het nieuws van den dag voor Nederlandsch-Indië". Batavia, 26-02-1920, p. 13. Geraadpleegd op Delpher op 28-03-2025, https://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010179369:mpeg21:p013