Gisteravond omstreeks zes uur kwam bij den houder van een buis van verkoop met recht van weder inkoop, MJ. deLeeuw,op den Groeneburgwal 19, een jonge man van ongeveer twintig jarigen leeftgd, die een rijwiel verlangde te koopen. De Leeuw nam hem mede naar boven en liet hem daar een paar fietsen zien. Men kon 't over den koopprgs niet eens worden, en de bezoeker maakte aanstalte om heen te gaan. De Leeuw draaide het gaslicht uit, doch toen hij zich bukte om den nieter te sluiten, viel de ander hem in de duisternis plotseling aan en bracht hem met een slagersmes eenige steken in den buik en den hals toe. De getroffene had nog de kracht om de trap af te stormen en op straat „moord!" te roepen.
Eenige personen, die het huis binnen gingen, vonden den moordenaar echter niet. Een openstaand raam wees er op, dat hij zich over de daken moest verwijderd hebben, want er waren van den aanvang af menschen voor het huis geweest en men had, na den getroffene, niemand naar buiten zien komen.
Jln allergl werd politie ontboden, en spoedig was de commissaris Vreede, met eenige mannen, het onderzoek begonnen. Door een paar rechercheurs werd de moordenaar ontdekt op het dak van perceel 523, languit in de goot liggende, met het mes nog in zijn handen. Hij werd gearresteerd en naar het bureau aan de St. Pietershal gebracht, waar bleek, dat men met een bekende van politie en justitie te doen had, zekeren Hartog de Vries, een man, die reeds meermalen wegens diefstal veroordeeld is. Hij verklaarde, dat wraakzucht het motief voor zgne daad was geweeat. De zoon van De Leeuw zou hem vroeger eens voor dief hebben uitgescholden, daarover had hg zich willen wreken en nu in vergissing den vader genomen!
Dit verhaal komt zeer onwaarschijnlijk voor. Het vermoeden is dan ook, dat diefstal de drgfveer is geweest, en dat de gearreateerde, om de handen vrij te hebben, De Leeuw heeft willen onschadelijk maken.
Diens toestand was gisteravond niet zonder gevaar. Hij ia in het gasthuis ter verpleging opgenomen. Heden waa de toestand van den gewonde gunstiger.
MANSLAG.. "Het nieuws van den dag : kleine courant". Amsterdam, 26-10-1900, p. 8. Geraadpleegd op Delpher op 31-03-2025, https://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010127570:mpeg21:p008
"Het nieuws van den dag : kleine courant". Amsterdam, 26-10-1900, p. 8. Geraadpleegd op Delpher op 31-03-2025, https://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010127570:mpeg21:p008
Er is aanleiding tot het vermoeden, dat het geheimzinnig individu, dat drie jaren achtereen in deze Btad zooveel schrik en ontsteltenis teweegbracht door het verwonden van vrouwen en meisjes (éen geval waa zelfs van doodelgken afloop) opnienw zijn rampzalig bedrgf heeft opgevat. JEergistermiddag ongeveer half-drie liep de 25-jarige kweekelinge van de JRijkakweekschool voor Vroedvrouwen, Johanna Hagemeger, vergezeld van eene vriendin, op de Weteringschans tusschen de Vijzelgracht en Spiegelgracht, toen een als heer gekleed man haar rakelings passeerde. Nauwelgks was hij voorbij of zg voelde pijn in den linker bovenarm aan de voorzijde. Bij onderzoek bleek dat in den mantel een snede was van ruim 5 c.M., die door al het ondergoed heen een bloedende wond van gelijke grootte op den arm veroorzaakt had. De geneesheer van de kweekschool bevond dat de wond niet gevaarlgk was. Van het geval is aangifte gedaan bg de politie.
Mej. H. deelde mede, dat de man door niets buitengewoons de aandacht getrokken had, hij liep na het gebeurde in denzelfden stap door. Een of ander werktuig waardoor de verwonding onwillekeurig zou kunnen zJtjn toegebracht droeg hij niet zichtbaar bij zich. Om aan een ongeluk te denken is de stoot of snede dan ook met te veel kracht aangebracht. Het voorwerp, waarmede 't geschiedde, is zonder rafels te veroorzaken door al hare kloederen heengedrongen. Zij gelooft beslist aan een opzettelgk toegebrachten stoot. Laat ons hierbij voegen dat Mej. H. een zeer kalme vrouw is, die niet den indruk maakt te overdrijven en niet meer zegt dan zg verantwoorden kan. In drieërlei opzicht wgkt deze verwonding van de voorgaande af. Ten 10. koos de aanrander van de vorige jaren steeds alleenloopende vrouwen, 20. trad hij steeds op bij donker en So. zgn al zijne verwondingen, zonder onderscheid, steekwonden geweest.
VERWONDING VAN BENE VROUW.. "Het nieuws van den dag : kleine courant". Amsterdam, 26-10-1900, p. 8. Geraadpleegd op Delpher op 31-03-2025, https://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010127570:mpeg21:p008
In de algemeene vergadering van het Genootschap werden tot Bereisden benosmd Professor Dr. Carl Gsgenbauer, te Heidelberg, sn Professor Dr. Svacte Arrhenius, te Stokholm. Voorts werden tot gewone leden gekozen do heeren Prof. Dr. Ziehen, hoogleeraar aan de Universiteit te Utreoht, Prof. Dr. Janse, hoogleeraar aan de Universiteit te Leiden, Dr. A. van dsr Scheer, arts ts 's-Gravenhage, Dr. E. C. van Leersurn, arts ts Amsterdam, Dr. E. A. Klobbie, leeraar aan de Hoogere Burgerschool te Ngmegen, Dr. J. E. Enklaar, leeraar aan de Hoogere Burgerschool te Deventer, Dr. J. Vsrsohaffelt, leeraar aan de Hoogere Burgerschool te Dordrecht, Dr. G. Bakker, leeraar aan de Hoogere Burgerschool te Schiedam, Dr. W. Stortenbeker, leeraar aan de Hoogere Krijgsschool te 's-Gravenhage, P. H. Lamberts, arts te Utreoht, Dr. S. 3. de Langs, arts te Amsterdam, M. H. Pimentel, arts te Amsterdam, Dr. J. M. Baart de la Poille, arts te Amsterdam, Th. Moinat, arts te Aboonde, J. C. Went, arts te Amsterdam, Th. H. van der Velde, arts ts Haarlem, P. J. Zaalberg, arts te Amsterdam, H. Kuhn, te Naarden, Dr. H. C. Redeke, te Den Helder, J. F. Boekhout, te Hoorn, en Dr. D. A. de Jong, te Leiden.
Op voorstel van de Commissie, aangewezen om van advies te dienen in zake ds uitreiking der Swammerdam-medaüls, werd besloten die medaille toe te kennen aan Professor Dr. Carl Gegenbauer, te Heidelberg. Eindelijk verd aangenomen de Tilanus-medaiUe toe te kennen aan den Heer C. de Moog, gepensionneerd dirigeerend offioier van gezondheid le klasse, te 's-Gravenhage.
GENOOTSOMAP TER BEVORDEEING DER NATUUEGENERS-EN HEELKUNDE TE AMSTERDAM.. "Het nieuws van den dag : kleine courant". Amsterdam, 26-10-1900, p. 8. Geraadpleegd op Delpher op 31-03-2025, https://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010127570:mpeg21:p008
Tot Woenadag 31 dezer kan men zich nog aanmelden tot deelneming aan den hoofdklasße-wedstrgd, uitgeschreven door het Vereenigd Amsterdamsch Schaakgcnootschap. Ook niet-leden kunnen deelnemen aan dezen wedstrgd, welke gehouden wordt in het lokaal van het genootschap, van 3 Nov. tot 27 Febr. e.k. Eerste prgs: de titel van „Kampioen van Amsterdam", erkend door den Hederlandsohen Sohaakbond, een verguld zilveren medaille, uitgeloofd door dea Hederl. Sohaakbond, ƒ2O uitgeloofd door het V. A. S., tweede prüs ƒ 15, derde prija f 10.
Kadere inlichtingen zijn te verkrijgen bg het Bestuur van het V. A. S. op Maandag-, Woensdag- en Zaterdagavond, van B—ll8—11 uur, Café de Eoode Leeuw, Vijgendam, Amsterdam.
Er hoeft zich bier tor s lede eenecommissie gevormd, ten einde aauDr. A. van Hennokeler, ter gelegenheid van zijn vertrek van de le H. B. S. met 5-jarigen oursus, eon huldeblijk aan te bieden.
De aanbieding zal geschieden op Woensdag 31 Ootober a. s. in den Huize Boer.
SCHAKEN.. "Het nieuws van den dag : kleine courant". Amsterdam, 26-10-1900, p. 8. Geraadpleegd op Delpher op 31-03-2025, https://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010127570:mpeg21:p008
Zitting van Woensdag 24 October, 's nam. I\£ uur Voorzitter: de Burgemeester, Mr. S.A. Vening Meinesz Tegenwoordig bg den aanvang der zitting 37 leden Afwezig de heeren:
Fabius, Heineken, Kamerlingh onn3s, Korthals Altes, Kuipers en Wormser.
Na het uitspreken van het gebed en voorlezing van de notulen van het behandelde ter vorige zitting deed de Voorzitter mededeeling van de navolgende
GEMEENTERAAD.. "Het nieuws van den dag : kleine courant". Amsterdam, 26-10-1900, p. 8. Geraadpleegd op Delpher op 31-03-2025, https://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010127570:mpeg21:p008
Missive van den direoteur van het Kabinet der Koningin, waarbij de hartelijke dank vau H. M. de Koningin wordt overgebracht voor de aangeboden gelukwenechen bij gelegenheid van Harer Majesteits verloving met Z. H. Hertog Hendrik van Meclclemburg-Sehwerin. Voor kennisgeving aange-imen. Verzoek van K. Kant c. s., opzichters aan de veemarkt eu het abattoir, om, alvorens de voordracht tot wijziging der verordening, regelende den dienst van de veemarkt en van bet abattoir, aan te nemen, daarin eene voor hen gunstige bepaling to willen aanbrengen. Bij de desbetreffende voordracht te behandelen. Voorstel van de raadsleden Dr. N. M. Josephus Jitta en Dr. S. Schippers, naar aanleiding van de voordracht van B. en W. No. 577, betreffeude de instelling van de betrekking van inspecteur van den gemeentelijken geneeskundigen dienst. Bfl de desbetreffende voordracht. Verzoek van A. van Boven, opziohter bij de publieke werken, om B. Eu W. te bewegen, met het gemeentebestuur van Schellingwoude in onderhandeling te treden, opdat zgne kinderen in die gemeente de school zullen knnnen bezoeken. In handen van B. en W. tot praeadvies. Verzoek van Jhr. C. A. de Posters te Zeist, om zoo spoedig mogeigk te beschikken op de door hem ingediende bezwaarschriften tegen den aanslag in de Inkomstenbelasting. Iv handen van B. en W. ter afdoening. Verzoek van W. Megerink Meijer, om als makelaar geplaatst te worden bjj de veiling der pakhuizen aan de Lijnbaansgracht en Brouwersgracht. Iv handen van B. en W. ter afdoening. Verzoek van P. Geestman, eervol ontslagen brandwacht 2e klasse, om hem oen pensioen toe te kennen. In handen van B. en W. om praeadvies. Ontslag van een politie-agent. Verzoek van J. Tjaardatra, ontslagen hoofd-agent van politie, om hem, indien mocht blijken, dat hg onschuldig is ontslagen, in eene gemeento-betrekking te doen plaatsen of hem een pensioen te verleenen. De Voorzitter stelt voor het adres te stellen in handen van B. en W. ter afdoening. De Heer Nolting vraagt een onpartijdig onderzoek. De Heer v. d. Bergh sluit zioh hierbij aan. De Voorzitter vindt 't bevreemdend, dat altijd wordt gesproken van een onpartijdig onderzoek, alsof steeds partijdigheid moet worden aangenomen. Hü merkt op, dat als de persoon in quaoatie, gelgk hij beweert, onverdiend is beschuldigd, hij zich tot de justitie kan wenden, gelijk hg voorspeld heeft dat hg zou doen. De Heer v. d. Bergh wenscht een onderzoek omdat 't zoo vreemd voorkomt dat deze man op 60-jarigen leeftüd, na 20-jarigen dienst, zich aan het bewuste feit zou hebben schuldig gemaakt en meent dat 't de taak van den Burgemeester had moeten zrjn, om als de man schuldig is, de Justitie er in te betrekken en niet onjgekeord, te verwachten dat hg naar de justitie loopt. De Heer Den Hertog zegt dat de Raadsleden hier alweer genoopt zgn een onaangename zaak te behandelen. De Voorzitter merkt op dat niet bg de Raadsleden maar bg den Burgemeester de verplichting berust dergelgke politieaangelegenheden te behandelen. Na nog eenige discussie vereenigde zich de Voorzitter met het verzoek van eenige Raadsleden, om da beslissing op dit adres aan te houden tot de volgende vergadering. Verzoek van H. S. Laoroiz om eene gemeentebetrekking. In handen van B. en W. ter afdoening. Adres van ds Commissie tot beheer over de openbare Speeltuinen alhier, waarbg zg mededeelt gaarne bereid te zgn in overleg te treden met B. en W. omtrent maatregelen, strekkende tot uitbreiding van het aantal speeltuinen, indien het voortbestaan der speeltuinen in 1901 wordt verzekerd. Bg de voordracht. Verzoek van de Gemeente-lantaarnopstekers-vereeniging „Verbetering zij ons Streven," om bg de behandeling der Begrooting de belangen der werklieden bg de Gemeentelgke Gasfabrieken te behartigen' Wordt behandeld bg de begrooting. Voorstel van den Heer Z, v. d. Bergh om B.enW. uit te noodigen den dienst der seoretarie te herzien en wol zoo, dat de werkuren per dag niet minder dan 8 bedragen. Afgebroken door een rustpoos. Bg de begrootiug. Adres van het Bestuur der afdeeling Amsterdam van de Nederlandsche Maatschappg ter Bevordering der Geneeskunde, houdende kennisgeving van eone op de vergadering dier afdeeling aangenomen motie, waarbg instemming wordt betuigd met het voorstel der Raadsleden Dr. N. M. Josephus Jitta en Dr. S. Schippers. Bg de voordracht, Voorstel van de Raadsleden C. H. den Hertog, J. A. Wormser en P. W. Sutorius, om, in afwgking van het praeadvies van B. en W. No. .702, de jaarwedde, verbonden aan de betrekking van hoofd-controleur der Gemeentebelastingen weder te brengen op ƒ4ooo— ƒ 5000 en aan den tegenwoordigen functionaris F. Raedt het maximum der wedde toe te kennen. De Heer Den Hertog lichtte dat voorstel toe door er op te wgzen dat de omvang van de betrekking van Jhoofdeontroleur zeer is toegenomen, dat deze ambtenaar uitstekend zgn plicht vervult, een man is van wien kracht uitgaat, aan wien de belangen der gemeente volkomen zgn toevertrouwd en die juist door zgn optreden de inkomsten der gemeente heeft doen toenemen.
Alsnu deed de Voorzitter mededeeling dat de Heer Heemskerk ter vergadering was verßohenen en schorste hg de zitting om dit nieuwe lid te inßtalleeren. Nadat deze installatie had plaats gehad en de Heer Heemskerk, onder applaus van de vergadering, had zitting genomen, werd de behandeling van het adrea dea h.h. Den Hertog o. s. voortgezet. Ook de Heer Sutorius verdedigde het voorstel op grond, dat de Heer Raedt een man was van grooten tact, wiens adviezen altgd zoowel voor de belastingschuldigen blb voor de financiën der stad bevredigend zgn. De Heer Wijnmalen erkent de groote verdiensten van dezen hoofdambtenaar, maar meeut dat er nog wel andere ambtenaren van zgu rang zgn wier salaris op dezelfde gronden zou kunnen verhoogd worden. De Heer Caroli gaat mede met het voorstel van de h.h. Den Hertog c. s. doch vraagt opheldering aan B. en W. omtrent hunne mededeeling dat dan andere ambtenaren van den rang van dezen ook zouden moeten verhoogd worden. De heeren Hooglandt en Zeehandelaar sluiten zich hierbü aan.
De Heer Van Leeuwen, Weth. van Fin., verheugt zich over de geblekeu waardeering van de verdien- Bton van dezeu ambtenaar. Ook B. Eu W. waardeeren hem ten zeerste, en toch meenen zg met het voorstel niet te kunnen medegaan, omdat ze bg andere, ook verdienstelijke ambtenaren, ontevredenheid zal scheppen, daar ƒ5OOO het maximum is voor andere ambtenaren, die in rang hooger zgn dan deze ambtenaar, b. v. zijn onmiddellgke chef, den inspecteur der gemeeutefioanclën.
De Heer Den Hertog meent dat de betrekking van den Heer Raedt eigenlgk een directeursbetrekking is; zg' is gevoegd onder de secretarie, maar eigenlgk ia zg een zelfstandige afdeeling.
Men kou hem dus niet gelijkstellen met andere hoofdambtenaren.
De Voorzitter merkt op dat inwilliging van hot verzoek niet zal strekken tot het tegengaan van den „onafgebroken stroom van adressen van gemeenteambtenaren, die tractementsverhaoging vragen" waarover in het Algemeeu Verslag zoo wordt geklaagd.
Daarna wordt tot stemming overgegaan, waarvan de uitslag is, dat het voorstel wordt verworpen met 21 tegen 18 stemmen.
Het afwijzend praeadvies van B. en W. werd daarna aangenomen.
Dankbetuiging van de Koningin. Ingekomen Stukken.. "Het nieuws van den dag : kleine courant". Amsterdam, 26-10-1900, p. 8. Geraadpleegd op Delpher op 31-03-2025, https://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010127570:mpeg21:p008
847. Praeadvies van B. en W., op eon adreß van F. Moorman, waarbü deze nogmaals mededeelt, dat hij, als stucadoor werkzaam geweeat aan de gemeentelijke gasfabrieken, ala zoodanig te weinig loon heeft ontvangen en opnieuw verzoekt hem het te weinig betaalde loon uit te keeren. De conclusie strekt tot afivgzende beschikking. De fleer Nolting betoogt, dat deze man niet is aanesteld als noodhulp-fitter, maar wel degelijk stueadoorswerk heeft verricht. De Wethouder betitelt in dit nieuwe praeadvies het werk van adressant als „bgameren" alsof de Wethouder zeggen wil: „dat kan ik ook wel." Spr. hoopt, dat de Raad verstandig zal zijn en niet met hat praeadvies zal medegaan. De Heer Harmsen zegt, dat men van gemeentewege deu man by het publiek heeft ce'üitroduoeerd als stucadoor en dat 't niet aangaat hem nu te betalen als helper fitter. De Heer OxroK sluit zich hierbij van en tracht uit het praeadvies aan te toonen, dat ook B. Eu W. meenen, dat adressant Btucadoor is geweest. lemand uiet betalen naar het werk dat hg doet, noemt men in het dagelgkscbe leven klaploopen. Door dit praeadvies te verwerpen, zal de Raad doen een daad van moraliteit en van eerlgkheid. De Heer Zeehandelaar meent, dat deze discussie weer bewijst, dat er behoefte is aan ecu commissie voorde verzoekschriften. Veelal moet uien bü deze dingen afgaan op inlichtingen van één peraoon. Eu zoo waren ook hedon, zoowel de heeren Nolting en Harmsen, als Caroli eenzijdig ingelicht . . . De Heor Caroli roept, dat de spreker or niets van begvgpt, waarop de Heer Zeehandelaar zegt, dat dit wel een gemakkelgke wgze van pleidooi-voeren ia maar niets bewgst. De Voorzitter merkt den heeren op, dat or nog een andere kleinigheid op de agenda staat, nl. de Begrooting en dringt dus op bekorting aan. De Heer D. Schut betoogt, dat een werkman moet worden betaald, niet naar den naam, dien men hem geeft, maar naar hot werk, dat hij doet, eu nu was deze mau fitter en geen stucadoor. De Heer van Leeuwen, Wethouder, spreekt in gelgken geest en zegt, dat do mau niet is aangesteld ala stucadoor, doch dat hg ten onrechte op zgn legitimatie-bewgs als stucadoor iB vermeld geworden en dat adressant zich nu daarop beroept. De Wethouder voegt hierbg, dat de adressant zes maanden in dienat ib geweest eu tevreden was, doch nu hü den dienst verlaat, met zgu bezwaren komt en dat dit voor spr. een reden is geweest om de zaak niet per.oonlgk te onderzoeken. De Heor Nolting zegt, dat adressant herhaaldelijk heeft geklaagd over te weinig uitbetaald loon. Het afwijzend praeadvies wordt daarna aangenomen met 29 tegeu 10 stemmen. Adres-Wolsink c. s. 856. Praeadvies van B. en W, op een verzoek van D. W. Wolsink e. s., eigenaars en bewoners van perceelen aan de Jacob van Lennepstraat en -kade en Bilderdykatraat en -kade, houdende het verzoek om de vergunning, verleend tot het bouwen van de perceelen Jaeob van Lennepstraat 66 en Bilderdgkkade 109, in te trekken. De conclusie strekt om het adreß voor kennisgeving aan te nemen. Goedgekeurd.
Adres-Moorman.. "Het nieuws van den dag : kleine courant". Amsterdam, 26-10-1900, p. 8. Geraadpleegd op Delpher op 31-03-2025, https://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010127570:mpeg21:p008
De algemeene besohouwingen werden geopend. De Heer Den Hertog bespreekt de discipline onder de gemeente-werklieden. Nu de gemeente zioh zoo uitbreidt, moet men vaststaan tegenover de gangbare meening, dat de gemeente altgd slechter bediend wordt dan een partisulier, een bewering, welke voor een deel niet kan wordon tegengesproken, daar er holaas altgd zgn die 't voor de goeden bederven. Men besprak in de afdeelingen met het oog hierop o. a. het ingestelde scheidsgerecht. Daaromtrent uu zeggen B. en W. iets waardoor spr. is onthutst geworden. Het oordeel toch vau B. en W. is zeer onguustig. Zü zeggen dat een wgze van berechting is ontstaan, die gevaar oplevert voor de discipline, dat het scheidsgerecht zich te veel stelt op het standpunt van den strafrechter, dat daardoor sommige opzichters huiverig zrjn straffen op te leggen enz. Spr. vraagt, of die ongunstige meening van het scheidsgerecht de meening weergeeft van het geheele college van B. W. ?
Spr. voor zioh wil wel zeggen, dat hg al de 24 gewezen vonnissen heeft bestudeerd en tot een tegenovergestelde meening ia gekomen. Hü heeft ervaren dat de leden van het acheidagerecht niet optreden als de strafrechter, doch dat zg nu wel niet zoetsappige, maar toch humane beoordeelaara zün. s_gn er nu opzichters, die aarzelen om te straffen, waar dit toch noodig is, dan ligt dat volgens spr. aan die opzichters en zgn zü niet de rechte personen om leidend en zelfstandig op te treden. Spr. zou 't toejuichen om iets dergelgks als in den trant van het Scheidsgereeht ook in 't leven te roepen voor de ambtenaren bg de brandweer en de politie, een soort raad van beroep. Nu stemt spr. toe dat ten opzichte van de politie een wettig bezwaar zou kunnen gelden, maar spr. betwülelt of dit het geval is met betrekking tot de brandweer. Spr. betreurt't, dat in deze zaken nu en dan alleronaangenaamste discussies met den Burgemeester worden gevoerd. De liaad moet zich toch wel iets van de klachten van het politiepersoneel aantrekken en er heerscht werkelgk een groote geost van ontevredenheid, om niet te zeggen vnn verbittering in hot corps. 't Geeft toch te denken, als men verneemt, dat ginds 1 Januari 55 agenten ontslag hebben genomen, meestal tengevolge van onredelgke straffen; dat onlangs een gewezen brigadier met 22 dienstjaren op een superieur heeft geschoten, en dat drie jaren to voren een agent van datzelfde bureau zich heeft van het leven beroofd. Werkelgk een en ander doet de Raadsleden met betrekking tot do politie zeggen, dat er some rotten in the State moet wezen. Een soort Tan Raad van beroep by den Raad zou misschien veel "onaangenaamheden knnneu voorkomen, waut den Burgemeester alleen bereiken niet alle klachten welke den Raadslieden ter oore komen. De Heer v,d. Bergh is niet blind voor verbeteringen in het politiekorps aangebracht, doch een feit is dat er groote verbittering heerscht tengevolge van het straffen eu dat in hot corps ontbreekt het besef dat er recht ia te krggen. Een systeem van straffen bestaat niet. Moet een agent worden gestraft dan draagt de commissaris hem tot straf voor en de hoofdcommissaris straft zonder den man zelf te liooren. Dat moet op willekeur uitloopen. Spreker vraagt of de Raad zich hiermede mag bemoeien, en dan antwoordt hg, dat de Raad de politiebeambten bezoldigt, en waar nu zware geldelijke straffen worden opgelegd, meent spreker, mocht de Raad daarnaar een enquête instellen. Doch dien weg, meent hg, behoeft 't niet op te gaan. Er zou zeer veel gewonnen zgn als de Voorzitter zich liet voorlichten door een commissie van onderzoek, b.v. bestaande uit één lid van den Raad, één uit het politiecorps en één uit de burgerg. De Heer Wijnmalen bespreekt het verschil tusschen het cgfer der volkstelling en dat van den burgerleken Btand, welk versohil het kapitale cgfer van 12,000 bedraagt. Spr. is overtuigd dat de schuld niet kan liggen bg den bekwamen en g>erigen chef van het gebouw op het Singel. Hg verzoekt daarom aan B. en W. inlichting.
| |De Heer Nolting stemt toe wat gezegd is omtrent gebrek aan onderzoek over de grieven van beambten bg de politie en de brandweer. Ook hg zegt dat er bg de politie een vreeaelijke ontevredenheid heerscht. Spr. krggt vele agenten bg zich aan huis die komen klagen. De Burgemeester moet wel afgaan op de mededeelingen van den hoofdcommissaris; hg kan tengevolge van zgn vele werkzaamheden, onmogelük alles persoonlijk onderzoeken, en spr. hoopt, dat de burgemeester gewillig iets van zgn groote macht zal afstaan, opdat voorkomen wordt dat de Raad een oommieaie benoeme als waarop reeds is gezinspeeld. Spr. deelt nog mede dat soms agenten noodeloos 30 uren achtereen worden in dienst gehouden en dat zg, als zg den volgenden dag ten gevolge daarvan eenige minuten te laat in dienst komen, worden gestraft met ecu geldboete van ƒ 2.50, waaronder natuurlgk het gezin van den gestrafte moet lijden en dikwijls aan den honger wordt prgsgegeven. Spr, voegt hier nog bg, dat de agenten, nadat zg aandrongen op medebeheer in het Politiefonds, dat jaar geen uitkeering uit dit fonds hebben ontvangen en dat in het afgeloopen jaar tot een bedrag van f 700 aan boeten is opgelegd.
De Heer Harmsen bespreekt den finantieelen toestand der gemeente, die zoo gunstig iq te noemen en sehrüft dezen grootendeels toe aan het nemen van verschillende groote bedrgven in eigen beheer. Spr. zon nog verder willen gaan en vraagt waarom men niet ook begint met het doen uitvoeren van bouwwerken in eigen beheer b.v. van scholen.
De Voorzitter beantwoordt de Bprekers die de politie en de brandweer bespraken. Hg merkt allereerst met betrekking tot de brandweer op, dat ook dat beheer is geregeld bg de wet. De Gemeentewet tooh draagt het aanstellen van brandmeesters op aan B. en W. Ten opzichte van de brandweer zgn B. en W. even onbeperkt in hun macht als de Burgemeeater dat is tegenover de politie. Spr. zegt dat bjj beide corpsen, óok bg de politie, de grieven worden ouderzooht. Van ontev sdenheid bg de politie is spr. niets gebleken, wel dat er een neiging bestaat om die ontevredenheid op te wekken (Gelach op de tribune.)
Voortgaande zegt spr. dat de politieagenten het stelsel volgens 'twelk zü worden gestraft wel kennen, al bestaat er niet een bepaald tarief voor de straffen. Wil men de geldbeeton afschaffen, omdat deze het gezin treffen, dan vraagt spr. wat er voor in de p'-ata moet komen, daar reeds andere straffen als ;•,._--dienst en plaatsing in de strafklaise ook worden toegepast.
Spr. komt op de redenen voor ontslag en zegt niet te weten of het genoemde geval van zelfmoord verband hield met een opgelegde straf, maar hg wil wel erkennen dat in een korps van ongeveer 1000 man de discipline streng moet gehandhaafd worden. Van alle opgelegde straffen kriigt spr. opgaaf en meer dan eens maken die straffen het onderwerp van gedachtenwisseling uit. Met betrekking tot het geval van den brigadier, die op zgn chef schoot, deelt spr. mede, dat deze man, toen hg vrgwillig den dienst verliet, op de gevolgen van die daad is gewezen, maar dat dit hem niet heeft teruggehouden.
Ten slotte zeide spr. niet te weten of 't waar was dat de agenten dezen keer niets hebben gekregen uit het Politiefonds. Is dit echter zoo, dan kan de reden daarvan niet zgn, dat de agenten medebeheer wenschten in bedoeld fonds, want dit zou op een zoo onwaardige handelwijze van den hoofdcommissaris wgzen, dat spr. weigert 't aan te nemen. De Hoer Fan Hall, Weth. van bevolkingßwezen, verklaart het verschil tussohen de cijfers van het bevolkingsregister en die van de volkstelling uit het feit, dat de volkstellers van 1889 gemakshalve do kaarten van heele buurten (o. a. T V) hebben ingevuld op de bevolkiugsbureaux. Dezo fout is hier reeds in 1894 ontdekt, maar men moest met de verbetering wachten tot de nieuwe volkstelling. Thans zgn maatregelen genomen om de leemte in het bevolkingsregister zoo gering mogelijk to doen zgn. De Wethouder Blooker deel. mede, dat het oordeel van B. en W. over de werking van het Scheidsgerecht weergeeft de unanieme meening van de leden van het college. Een der nadeel en van de gevolgde wgze van berechting is, dat de straf veel te laat komt. 't Scheidsgerecht plaatst zich ook te veel op het standpunt van den strafrechter. Zoo werden twee werklieden, die een schuit onbeheerd hadden gelaten en in de kroeg waren-gaan zitten, vrggeeproken op grond, dat hunne instructie niet inhield een verbod van schuiten onbeheerd te laten.
De Heer Van Leeuwen, Weth. vau Fin., wil het misverstand wegnemen alsof aan het groot batig saldo der rekening van 1839 nog geen bestemming is gegeven. Dit batig saldo heeft juist gemaakt dat men zonder belastingverhooging op de begrooting heeft kunnen brengen al die werken, welke noodig worden geacht.
De Voorzitter deelt mede dat waa ingekomen een voorstel van de heeren D. Schut, v. d. Bergh, Den Hertog en Harmsen, waarbij de Raad den burgemeester uitnoodigt zich bg het straffen van politiebeambten te doen voorlichten door een commissie door hem te benoemen.
De Heer Den Hertog, dit voorstel toelichtende, merkte o. a. op dat de ontslagen brigadier acht dagen noodig gehad had om tot don burgemeester to worden toegelaten eu dat deze tóen o. a. had geantwoord dat hg zich met do finesses van de zaak niet kon inlaten, waarop de Voorzitter antwoordt dat dit laatste beslist gelogen ia. Voorta merkte hg op, dat onder de 55 agenten er ook waren die den dienßt hebben verlaten, omdat zg werk kondon vinden dat hun beter leek dan de betrekking van politieagent. In een corps van 1000 man zgn er altgd die zich spoedig onrechtmatig bejegend achten, dat treft men onder die stauden vaak aan, maar daartegenover staat, dat er ook agenten zgn die verklaren, dat de discipline wel streng, maar in ieder geval rechtvaardig is.
De Heer Heineken zegt nog, dat hü persoonlgk den indruk heeft gekregen, dat in de zaak van den ontslagen brigadier Haikeß de klachten niet zgn onderzocht gelgk 't behoord had. Spr. hoeft zich per brief gewend tot den Burgemeester en hem inzage verzocht vau het rapport over deze zaal., ca hem werd geantwoord, dat de zaak waa afgeloopen, zonder dat spr. het rapport te zien kreeg. Ook spr. kwam tot de oouelusie, dat een seheidagereeht of raad van beroep noodzakelgk is. De Heer Heemskerk (dio even te voren juist in de zaak-Haikes gepleit had), deelde mede, dat 't z. i. zeer twgfelachtig waß of de man terecht gedegradeerd was. Ook hg achtte een adviseerende commissie hoogst weuachelgk.
De vergadering werd hierna geschorst tot Donderdagmiddag X% uur.
Gemeentebegrooting voor 1901.. "Het nieuws van den dag : kleine courant". Amsterdam, 26-10-1900, p. 8. Geraadpleegd op Delpher op 31-03-2025, https://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010127570:mpeg21:p008