Provinciale Noord-Brabantsche courant Het huisgezin

  • Kopieer en plak deze bronvermelding in je document

Er is helaas een probleem met het ophalen van de afbeelding.

Dit kan twee oorzaken hebben:

  • De publicatie is nog niet beschikbaar in Delpher, maar zal dat binnenkort wel zijn.

  • Er is een tijdelijke storing met het laden van de afbeelding.

  • Probeer het later opnieuw.

    Onderstaande tekst is niet 100% betrouwbaar

    De Brabantse Leeuw

    Voor ons ligt de Juli-aflevering van „De Brabantse Leeuw” het welverzorgde orgaan van de sectie voor Geslacht-, Naam- en Wapenkunde van het Provinciaal Genootschap voor Kunsten en Wetenschappen in Noord-Brabant. In dit nummer vervolgt mr. dr. L. de Gou zijn genealogie van de familie Schavers uit Heeze. Als 22e inde reeks Wouwse families behandelt dr. J. B. van Loon de 17e eeuwse familie Martelmans, welk geslacht zijn naam ontleent aan de nog bestaande boerderij „de Martel” inde dorpskom van Wouw. Uiteen door de heer J. Loeff gevonden acte uit het rechterlijk archief van ’s Gravenmoer van 19 Januari 1644 blijkt dat dein aflevering 5 behandelde familie Stappaerts uit Oosterhout komt waar Johan Stappaerts, de rentmeester van de Prins van Oranje over de baronnie van Cranendonk en Eindhoven, een broer Huybert had, die aldaar schepen was. Bij het jongste onderzoek inde kerk van Aalburg werd aldaar een middenvijftiende eeuwse grafzerk gevonden, welke weliswaar in verschillende stukken uiteen is gevallen, maar overigens nog zeer goed bewaard is gebleven. Blijkens een beschrijving van de hand van de heer J. P. H. Goossens heeft deze zerk het graf gedekt van Dirck van Wijc en diens huisvrouw Geertruyt, welke laatste tot het geslacht Spiering behoorde. Wat er verder met deze steen gaat gebeuren, heeft schrijver niet kunnen achterhalen. De beste oplossing zou zijn indien deze tamelijk zeldzame en vrij gave zerk een waardige plaats krijgt in de gerestaureerde kerk. Betreffende de Schijndelse familie Egen(s) wordt een en ander medegedeeld ineen artikel van de heer A. van Bokhoven, terwijl de publicatie van de kwartieren van de kinderen uit de drie «ecinnen Fick-Mastboom (Oosterhout) wordt voortgezet met de kwartieren van no. 64 af.