Gedeeltelijke vrijstelling van porto. Zooals reeds in de pers werd bekend gemaakt, is in verband met de tegenwoji ajge bijzondere omstandigheden vrijstelling van port verleend voor de verzending van briefkaarten en couranten door en aan alle in werkelijken dienst zijnde militairen beneden den rang van officier. De brief kaar oen mogen echter geen berichten omtrent handelszaken of bestellingen of aanbiedingen van handels- of iabrieksgoederen bevatten, terwijl de nieuwsbladen en bijvoegsels niet zwaarder dan 100 gram mogen zijn. Op de poststukken, afkomstig van militairen moet boven aan de linkerzijde van het adres de aanduiding „militair" geschreven worden, waaronder de handteekening van den afzender. POST VOOR DE GRENSTROEPEN. Schrijf duidelijk en adresseer volledig. De regeling van den postdienst ten behoeve van de troepen, welke voor de grensbeveiliging onder de wapenen zijn, geschiedt door daarvoor ingerichte veldpostkantoren, welke o.m, zorgen voor de uitreiking van alle voor de militairen bestemde poststukken. Het is van het grootste belang voor een vlotten, gang van zaken, dat deze correspondentie zoo volledig mogelijk wordt geadresseerd. Noodig te vermelden zijn: Naam, voorletters en militairen rang, alsmede het corps en het onderdeel waartoe de militair behoort of waarbij hij is gedetacheerd. En tenslotte: duidelijk schrift. Indien het publiek hier rekening mede wil houden, krijgen de militairen aan de grens op tijd hun post. DALING IN HET WERKLOOSHEIDSPERCENTAGE. In de week 20 t/m 25 Maart. De directeur van den rijksdienst der werklooshe i
DE POOL WRESZYNSKI VOOR DE RECHTBANK. Strafzaak met een belangrijken achtergrond. AMSTERDAM, 13 April. De rechtbank te Amsterdam behandelde vandaag de strafzaak tegen den 45-jarigen koopman Siegfried Wreszynski, geboren in Polen, staatsburger van de vrijstad Danzig, tot voor korten tijd woonachtig in Los Angeles, doch thans gedetineerd in het huis van bewaring te Amsterdam, verdacht van een tweetal oplichtingen. Begin November van het vorige jaar werd hij gearresteerd door de recherche tijdens zijn verblijf in een der voornaamste hotels in de binnenstad. Deze arrestatie deed vooral in de Engelsche pers stof opwaaien, niet omdat de beide oplichtingen, die hem thans tenlaste zijn gelegd van bijzonder belang zijn, maar omdat deze Wreszynski in de financieele wereld vele jaren een zekere rol heeft gespeeld. Niet altijd tot genoegen van regeeringen, want hij is uit vele landen uitgewezen, zonder echter met den strafrechter in aanraking te komen. Hij verrichtte als compagnon van kolonel Norris, of als diens lasthebber, bankzaken, die voornamelijk bestonden uit het deblokkeeren van vorderingen op crediteuren in landen met een beperkt betalingsverkeer, zooals Duitschland, Hongarije, Italië etc. Deze Norris was op dit gebied een figuur van internationale reputatie, een figuur, waarom een geheim innig waas hangt. Norris bekleedde tijdens den wereldoorlog een hooge positie bij de British Intelligence Service, en na den vrede van Versailles maake hij deel uit van de entente commissie. In Berlijn knoopte hij waardevolle relaties aan, die zich ook uitstrekten tot vooraanstaande figuren, onder het huidige regime. Een paar jaar geleden was Norris gewikkeld in een geruchtmakende procedure met het Unilever Concern over deblokkeeren van vorderingen. Het proces werd te Parijs gevoerd en eindigde met een schikking. Aanvankelijk lag het in de bedoeling van den officier van justitie mr. L. de Blécourt. om Wreszynski ook oplichting van de Amsterdamsche Bank ten laste te leggen, doch op technisch-juridische gronden is een vervolging in deze niet mogelijk. Wreszynski beweert, dat de bank geen cent schade zou hebben geleden, wanneer hij zijn zaken zou hebben kunnen afdoen en hij niet gearresteerd was. Er zou dan in New-York een chèque van eenige millioenen zijn betaald via een trustee en alles zou in orde zijn gekomen. Doch.... een paar dagen voor het geld binnen zou komen — althans volgens W. — werd hij gearresteerd voor de twee gevallen van oplichting, waarvoor hij zich vandaag heeft te verantwoorden. Het eerste geval betreft een oplichting ten nadeele van mej. Toni M., een Oostenrijksche dame, die reeds geruimen tijd in Nederland vertoeft. Toni M. had aan Wr. medegedeeld, dat haar jongste zuster, haar moeder en haar zwager, die te Weenen woonden, evenals haar oudste zuster, diens man en haar broer, die reeds uit Weenen gevlucht waren en te Cannes in Frankrijk woonden, gaarne wilden emigreeren. Zij vroeg Wreszynski of hij in dit opzicht soms iets voor haar familie kon doen. Verd. was direct op haar verzoek ingegaan. Natuurlijk kon hij haar helpen. Hij was — zoo vertelde hij — Argentijnsch consul en de Amerikaansche consul te Rotterdam was een goede kennis van hem. Door tusschenkomst van dien consul zou het wel mogelijk zijn om voor haar familie de vereischte visums te krijgen. Zij moest hem de paspoorten maar zoo spoedig mogelijk bezorgen, maar bovendien moest zij hem voor ieder visum 500 dollar geven. Hij zou dan in een minimum van tijd de visums krijgen. Het geld zou d'.nen als waarborgsom en het zou na landing in Amerika onmiddellijk worden gerestitueerd. In goed vertrouwen stelde Toni M. aan Wr. ƒ 4000 ter hand, doch van de beloofde visums kwam niets. Primair is d-s de oplichting ten laste gelegd, subsidiair heeft het o.m. de verduistering van de ƒ 4000 gesteld. In de tweede plaats is ten laste gelegd, dat hij in October 1938 P. F. H. een Nederlandschen koopman, met het oogmerk om zich wederrechtelijk te bevoordeelen, heeft bewogen hem ƒ 6000 af te geven, door hem opzettelijk bedriegelijk mede te deelen, dat hij een tip had gekregen uit Zweedsche regeeringshuizen, dat er door een bepaalde financieele transactie 150 pCt. winst kon worden gemaakt, zoodat met f A 60QO eea som
van ƒ 9000 kon worden verdiend. Voorts deelde hij mede, dat hij groote zaken deed met de Amsterdamsche Bank. Om dit te bewijzen, toonde hij een fotografische copie, gedateerd 5 October 1938 en geadresseerd aan „Herrn Konsul S. Wreszynski" waarin hem een bedrag van 120.000 pond sterling werd toegezegd, wanneer hij zou slagen in het deblokkeeren van een groot aantal vorderingen op Duitsche en andere crediteuren. Bovendien gaf hij opzettelijk bedriegelijk voor — aldus de dagvaarding — dat hij een groot bedrag zou incasseeren. Ook in dit geval is subsidiair de verduistering ten laste gelegd. Wreszynski ontkent beide oplichtingen te hebben gepleegd. Voor de behandeling van deze zaak bestond een buitengewoon groote belangstelling. Met het zeer uitvoerige getuigenverhoor gingen de ochtend- en middagzitting heen. Verd. verwierp met klem de in de dagvaarding vervatte beschuldigingen en steeds weer betoogde hij zijn goede trouw. In zijn requisitoir zeide de officier, mr. L. de Blécourt, dat deze man een internationale misdadiger is, die voor Stavisky niet behoeft onder te doen. Hij werkt met een buitengewone fantasie en brutaliteit. Steeds weer wordt de grond hem te warm onder de voeten en steeds weer wijkt hij uit of wordt hij uitgewezen, zoodat hij zelden met- de justitie in aanraking komt. Maar hier in ons kleine landje loopt hij eindelijk tegen de lamp. 0.m. releveerde spr. dat de Amsterdamsche Bank door manipulaties van verd. een schade van 13 a 16 millioen geleden heeft. Met enorme brutaliteit trad deze internationale zwendelaar op. Alle millioenen, die hij gekregen heeft, heeft hij verzwendeld, verbrast en verspeouleerd. Huizen, drank, kostbaarheden en vrouwen ke
KOSTELOOZE OUDERDOMSVOORZIENING. Onderzoek naar de kosten. De minister van Sociale Zaken heeft in verband met een desbetreffende vraag van één der Kamerleden aan de Rijksverzekeringsbank opgedragen in samenwerking met de Raden van Arbeid een onderzoek in te stellen naar het aantal personen in ons land van de leeftijden 65 jaar en ouder, die buiten hun schuld nog geen rente krachtens één der sociale verzekeringswetten genieten, ofschoon zij deze wegens hun financieele omstandigheden wel noodig hebben. Het doel van dit onderzoek, dat alsnog uitsluitend informatieve beteekenis heeft, is, gegevens te verkrijgen omtrent de kosten, welke een eventueele toewijzing van kostelooze renten aan deze behoeftige personen voor den staat zou meebrengen. Behalve deze enquête is tevens een eveneens uitsluitend informatief onderzoek ingesteld naar dergelijke personen van 60 tot en met 64 jaar om de financieele beteekenis van een eventueele voortzetting eener kostelooze ouderdomsvoorziening te kunnen beoordeelen. Beide onderzoeken zijn nog gaande. ROOFOVERVAL OP AUTOMOBILIST. Brutaal optreden van vrouwelijke bandieten. De heer S. te Reeuwijk, die Dinsdagavond omstreeks kwart over zes met zijn luxe-auto uit Rotterdam kwam, werd — naar wij in de Msb. lezen — onder de gemeente Moordrecht aangehouden door twee jonge vrouwen, afkomstig uit Rotterdam, resp. 17 en 18 jaar oud. Zij vroegen aan den heer S. of zij mochten mee-rijden, daar zij, volgens haar zeggen, naar Bodegraven moesten. De heer S. voldf:'"! ■' an dit verzoek. o>p we grens van de gemeente Waddinxveen
en Reeuwijk, werd de heer S. door de beide vrouwen bedreigd. Hem werd verzocht geld te geven, terwijl zij ai rijdende de auto onklaar wisten te maken en ook het contactsleuteltje wisten te bemachtigen. Hierna ontstond een worsteling tusschen den heer & en de daderessen, waarbij de heer S. het contactsleuteltje weer terug wist te bekomen. Een van beiden bemachtigde bij deze worsteling het horloge van den automobilist, waarmede zij verdwenen. Terstond reed de heer S. in volle vaart naar Reeuwijk, waar hij de politie waarschuwde, die onmiddellijk met den heer S. mee ging. De daderessen hadden inmiddels weer een autobestuurder weten te verlokken om te mogen meerijden naar Rotterdam; de auto reed echter niet verder dan Nieuwerkerk, waar zij weer zijn uitgestapt. Dank zij de groote activiteit van de politie te Reeuwijk, werden de daderessen daar aangehouden en vervolgens naar Reeuwijk vervoerd, waar zij werden Ingesloten. Het geroofde horloge van den heer S. werd op een der twee gevonden. BELASTINGAMBTENAAR MET MES AANGEVALLEN. Dader gearresteerd. Gisteravond is op den Huizerweg te Bussum de belastingambtenaar N., door den vrachtrijder Van der B., met een mes aangevallen. Omstanders trachtten den heer N. te ontzetten, doch eerst toen de inmiddels gewaarschuwde politie aankwam nam de dader de vlucht. Hij kon echter worden achterhaald en werd op het politiebureau in verzekerde bewaring gesteld. Men verklaart deze daad uit een wrok om persoonlijke redenen, die Van der B. sedert geruimen tijd tegen den ambtenaar koesterde. Het slachtoffer bekwam diepe steekwonden in het linkerschouderblad en in de zijde. In ernstigen toestand is hij in de Majella-stichting opgenomen.