Bredasche courant

  • Kopieer en plak deze bronvermelding in je document

Onderstaande tekst is niet 100% betrouwbaar

NIEUWE UITGAVEN

N. Soderblom, Een jaar. Een woora voor eiken dag van het jaar, uit het Zweedsch vertaald door N. Basenau-Goemans, Amsterdam, J. M. Meulenhoff, (1936), ing. f2.25, geb. f3.25. Van den bekenden oecumenisch-gerichten Zweedschen aartsbisschop Nathan Soderblom is bij Meulenhoff de vertaling verschenen van een fijn dagboekje, dat als een edel erfstuk van den grooten strijder voor Christus' Kerk ons in de handen wordt gelegd. Dit boek is in vele opzichten aantrekkelijk. Om eerst iets uiterlijks te noemen: de stukken zijn niet gebonden aan een bepaalden tekst, maar iederen dag komt weer een bepaald geestelijk onderwerp ter sprake, en in de behandeling wordt dan het Evangelie verwerkt. Een Bijbelsch dagboekje is het dus niet direct, daarvan zijn er ook waarlijk genoeg, maar eer deieen confrontatie van de duizenden levensvragen en levensmoeilijkheden met den Geest van het Evangelie. Ik acht deze mei-aode, naast andere mogelijkheden, een Lelangrukfc aanwinst. Dan verder, is het van beteekenis op te merken x.oe dit boekje eigenlijk voor iedereen geschreven ;s, het is zoo weinig vers\ard-dogmatisch, /,oo open, zoo begrijpend en ontvankelijk naar alle kanten, en toch volkomen principieel Christelijk. Alleen een zoo oecumenisch voelend mensch als Soderblom kan zóó schrijven uil den Geest van het Evangelie, dat 't voor iedereen begrijpelijk en aanvaardbaar is. Daarom zij dit dagboekje iedereen hartelijk aanbevolen, het is geschreven vanuit de onmiddellijke practijk van 't dagelijkscli leven, maar 't voert U vandaar naar die ciust en dien Vrede, die wij bij oogenblikkei. allen noodig 1h boen. H. v. O. H. de Greeve Pr. Gods kans, uitg. Bosch en Keuning, Baarn, Libellenserie no. 214. (1936). f 0.45. Zooals 't in de natuur is, waar de eene libel fijner en teerder van kleur is dan de andere, zoo is 't ook in het libellenrijk van de firma Bosch en keuning. Wie van den uitgever het boekje van prof. Aalders en van Pater de Greeve tegelijk op zijn tafel ter recensie krijgt en de boekjes in deze volgorde ter hand neemt moet wel een aanmerkelijk verschil constateeren tusschen die beide geschriften, die beide handelen over onze huldigen dag en de levenshouding daarbij in te nemen. De Heer de Greeve is veel breedvoeriger dan prof. Aalders, maar aan qualiteit staat de publicatie over „Gods kans" verre achter bij het krachtig en boeiend pleidooi over de neutraliteit. In felle, vaak al te schreeuwend» kleuren teekent de auteur de lichtzinnigheid en geldkoorts van den naoorlogschen tijd om vervolgens stil te staan bij den dreigenden ondergang, waarin we nu bevangen zijn. 't Geheel wordt breedvoerig geïllustreerd met 't vertellen van een film, die pr. de Greeve eens zag: „de ondergang van de Atlantic". Dit boekje is, in tegenstelling tot het geschriftje van prof. Aalders echt „volkstülich" geschreven, maar het is tevens te weinig ernstig, te luidruchtig, er is te weinig besef van gemeenschappelijke schuld en te weinig deemoed. Zoodoende komt er van het positieve: „Gods kans" niet veel naar voren; de uiteindelijke tendenz van de breedsprakige schildering deihuidige wereldmisère is deze: „Als dp menschen tegenvallen, vait de hemel mee. Bij de menschen geen baat? Dan blijft God over"! Wij kunnen een dergelijke opportunistische Godswaardeering weinig aantrekkelijk vinden. Dit boekje spreekt niet werkelijk tot het persoonlijk geweten van den lezer, en daar ligt toch o.i. „Gods kans"! Als dit de eerste R.K. publicatie is in de Libellen-serie dan is met dit boekje geen gelukkig begin gemaakt.

Prof. Dr. W. J, Aalders, Neutraliteit. Een woord over onze levenshouding, uitg. Bosch en Keuning, Baarn, Libellenserie no. 138 (1936) f 0.45. Dit is een kort maar krachtig betoog om in de levenshouding alle neutraliteit te laten varen en het tot een beslissing in het leven te laten komen. Onze tijd heeft dringend behoefte aan zulke korte, en kernachtige vertoogen; in de algemeene chaos, waarin we dreigen meegesleurd te worden hebben we geestelijke leiders noodig, die ons door hun moedgevend, ter verantwoording roepend woord voor vertwijfeling en onverschilligheid en defaitisme beware. . Een van die aangewezen leiders is de man, die zoo suggereerend schreef over „den nood des tijds": prof. Aalders. Zijn stijl is vaak afgemeten, scherp en precies, hij voert een gesprek met U, zijn lezer, waarin geen woord teveel gezegd wordt, er wordt een greep op Uw ziel gedaan, een aanklacht en een opwekking tegelijk; ge móógt niet neutraal zijn: ten opzichte van Uzelf niet, Uw medemensch niet, Uw gezin niet, de school niet, de kerk niet, de staat niet, God niet. Zoo is dit gesprek inderdaad een aangrijpend gesprek, hartstochtelijk, het gaat er om „te zijn of niet te zijn". Inderdaad: de nood is groot, vooral de geestelijke nood, c' nood der neutraliteit. Laat ieder met r dacht luisteren naar dit aangrijpend v en 't tot een beslissing laten komen o eigen leven. H. v. (